Minister Van Engelshoven vindt het “onwenselijk” dat studenten de zeggenschap over hun werk kwijtraken als ze dat online op plagiaat laten controleren. Dat las ik bij Ad Valvas. Dit naar aanleiding van ophef dat je je rechten kwijt raakt door een scriptie of paper op plagiaat te laten checken. De voorwaarden van de plagiaatdienst (die je verplicht moet accepteren om de verplichte plagiaatcheck te doen) bepalen dat namelijk. Maar geen zorgen, aldus de minister: die voorwaarden zijn helemaal niet bindend gezien de raamovereenkomst tussen de universiteiten en de leveranciers van dergelijke software.
Dat onderwijsinstellingen met software naar plagiaat willen speuren, is op zich goed te begrijpen. Deze software maakt een snelle eerste check mogelijk, zodat je als docent of begeleider makkelijker kunt zien waar de problemen zitten. (Natuurlijk moet je dat wel nog handmatig controleren want de software kan legitieme citaten als plagiaat aanmerken.) En dat je die software niet zelf gaat ontwikkelen is ook niet meer dan logisch.
Het rare begint wanneer die ontwikkelende partij gebruiksvoorwaarden gaat hanteren richting de studenten, die dus verplicht zijn deze te aanvaarden omdat ze anders de verplichte plagiaatcontrole (zonder controle geen beoordeling) niet kunnen afsluiten. En dan bedoel ik niet perse of het raar is dat men een ‘nonexclusive, royalty-free, perpetual, worldwide, irrevocable license’ eist, maar algemeen: hoe kun je nou stellen dat mensen akkoord gaan met je voorwaarden als ze op straffe van niet afstuderen op die akkoordknop moeten klikken?
Juridisch gezien blijkt er echter niets aan de hand, aldus de minister:
Van SURF begrijp ik dat deze bepaling geen onderdeel uitmaakt van de licentieovereenkomst die onderwijsinstellingen sluiten met [de aanbieders]. … De medewerker of student die de dienst gebruikt onder de licentieovereenkomst van de instelling is zodoende niet gebonden aan de eindgebruikersovereenkomst waarin bovengenoemde bepaling is opgenomen.
De softwaredienst wordt immers juridisch gezien afgenomen door de onderwijsinstellingen, in dit geval met ondersteuning van SURF. Daarmee is de getoonde licentietekst betekenisloos, zoals overigens wel vaker bij online getoonde voorwaarden. Er is geen overeenkomst meer nodig, want het gebruiksrecht is al afgenomen. De klik op de akkoordknop heeft dus geen zin, juridisch gezien.
Is daarmee de kous af? Voor mij niet: waarom laat je die stomme popup dan toch steeds zien? Het wekt de indruk juridisch bindend te zijn (net als die disclaimerbordjes) maar is dat niet, dus dat hoort er niet te zijn. Maar of men bereid zal zijn die moeite te gaan doen?
Het onderliggende probleem is ingewikkelder: deze antiplagiaatbedrijven hebben die ingeleverde papers en scripties nodig om een effectieve controle te doen. Een groot deel van de plagiaatkwesties is immers dat een student iets inlevert dat een collega eerder gemaakt heeft. Dat kan enkel en alleen worden geconstateerd door eerdere papers te bewaren en daarmee te vergelijken. Dus die eis van een license is op zich noodzakelijk om plagiaatcontrole te kunnen doen. Ook over universiteiten heen, want dat uitwisselen van papers gebeurt niet alleen binnen dezelfde instelling. Ik weet niet hoe dát op te lossen.
Arnoud