Vanwege de Paasvakantie ben ik vandaag offline (voor zover ik dat kan). Vandaag een wat meer filosofische analyse, die hopelijk niet al te wazig is. Ik vind het een lastig punt om te maken maar het voelt wel als belangrijk.
You can’t hack the law, commente ik laatst. Nu weet ik weer waarom: hij stond in het Ars Technica artikel Death of a data haven: cypherpunks, WikiLeaks, and the world’s smallest nation. Dit prachtige artikel beschrijft de geschiedenis van het microlandje Sealand in de Noordzee.
Het plan hier was om een data haven op te zetten, waar iedereen alles zou mogen hosten omdat immers de gewone wetgeving daar niet geldt. Alleen wat ze op Sealand zelf ongepast vinden (spam, kinderporno en gehack naar de eigen servers) zou dan nog off limits zijn. Dat plan ging niet door, en ook de Pirate Bay jongens kwamen uiteindelijk niet door met hun vergelijkbare plan.
Het plan faalde om meerdere redenen, maar eentje daarvan was dus “you can’t hack the law”. Beter gezegd: men dacht, in Sealand mag alles want daar vallen we buiten alle wetten en verdragen, dus haha we hebben om de wet heengehackt. Maar voor juristen is dit geen enkel juridisch punt: dan spreken we gewoon je downlink aan die wél binnen een van onze jurisdicties valt. En blijkt dat niet te kunnen dan passen we de wet aan zodat ze dat wél moeten. Dit is bijvoorbeeld hoe de TPB-blokkade in Nederland er door kwam: volgens de E-commercerichtlijn mag een tussenpersoon niet gedwongen worden te filteren, maar in de latere Auteursrechthandhavingsrichtlijn staat dat een tussenpersoon wél gedwongen kan worden te filteren om een auteursrechtinbreuk te beëindigen.
Eerder zag ik vergelijkbare dingen, bijvoorbeeld het idee dat je een verboden DVD-kraaktool wel zou mogen verspreiden als je de binary zou schrijven als een priemgetal. Want hoe kun je nou een getal verbieden? Nou simpel: we verbieden geen getal maar een kraaktool, ongeacht hoe je ‘m opschrijft. Of het RSA-in-four-lines-of-Perl t-shirt (dat ik zelf nog steeds in de kast heb liggen overigens).
Voor een deel is dat hacken spielerei: ICT-ers zijn getraind in het zoeken naar fouten, en doen dat dus ook bij wettelijke regels. “Hee maar als ik nou dit en daarna dat”. Ook scheppen er we genoegen in om fouten te zoeken in regels waar we het mee oneens zijn, omdat die dan makkelijker ondertuit te schoffelen zijn. Dat laatste kan nuttig zijn maar vaak is het vrij zinloos.
Nog steeds krijg ik regelmatig mails van mensen die prachtige hacks hebben verzonnen om om de wet heen te werken. Het extreemste voorbeeld is wel het opzeggen van het sociaal contract. Het sociaal contract is een rechtsfilosofische constructie die probeert te verklaren waarom het recht op ons van toepassing is. Hij komt neer op de aanname dat wij ooit allemaal een contract met de staat hebben gesloten dat zij onze belangen behartigen en over ons beslissen in ruil voor bescherming en rechtszekerheid. Er zijn diverse varianten, die voornamelijk onderscheid maken naar hoe veel zeggenschap de staat heeft gekregen.
Het punt is alleen: het is geen contract in de zin van het burgerlijk wetboek, maar een gedachtenconstructie. Je kunt deze dus niet opzeggen zoals deze meneer denkt te kunnen. Onder het recht kom je niet uit. Wil je met een wet iets doen, dan moet dat binnen de kaders die die wet zegt. Een technische truc kan daar niet omheen hacken. Alleen de wet zelf veranderen kan écht een andere oplossing opleveren.
Ja ok of je gaat buiten de wet om dingen veranderen, revolutie of burgerlijke ongehoorzaamheid dus. Maar daar zijn andere blogs voor.
Arnoud<br/> Foto: Ryan Lackey, CC-BY.