Omdat ik met vakantie ben, traditiegetrouw een aantal gastblogs. Vandaag advocaat Nine Damsté over de T-shaped lawyer, en die moest ik ook even opzoeken (klik op plaatje voor Het Concept).
De advocatuur en de rechtspraak proberen te moderniseren. Zo worden er in de rechtspraak digitale dossiers toegevoegd, werken veel meer advocatenkantoren papierloos en in the cloud en proberen wij als advocaten afstand te doen van onze geliefde fax. Dat laatste lukt nog niet helemaal. Ook bloggen wij ons rot en kreten wij steeds meer moderne, vaak Engelstalige leuzen uit om onze waar aan de markt te kunnen brengen.
Dit kijken wij af van de giganten van deze wereld. Zo adverteert Coca Cola al jaren met de slogan Open Happiness. U moet toegeven dat dit veel beter klinkt dan “Open Vrolijkheid”. Gek genoeg, en dan terugvertaald naar de frisdrankwereld, adverteren advocatenkantoren nog steeds als volgt: “Wij zijn een grote Frisdrankfabriek. Wij hebben vestigingen in Amerika. Wij werken in een goed team samen waar iedereen wat weet over frisdrank. De een weet wat over doppen, de ander over koolzuur. Dat maakt onze frisdrank érg lekker!”. Kortom: de advocatuur staat nog in de kinderschoenen als het gaat om marketing, profilering en pakkende leuzen. Ik denk dat dat komt omdat het lang verboden was om als advocaat reclame te maken voor de dienstverlening, en het stereotype advocaat – die beschrijf ik zo – misschien niet hip kan zijn. De advocatuur probeert dit besmette beeld van zich af te schudden en lijkt massaal een inhaalslag te maken op marketinggebied. Dat leidt echter tot bijzondere en soms haast aandoenlijke pogingen.
Een ‘normale’ advocaat – het stereotype – is iemand met behoorlijk wat vlieguren, een strenge blik, grijze haren en een gouden plakkaat aan de deur waarop zijn titels staan vermeld. Deze advocaat wordt inmiddels verdrongen door de “moderne jurist(e)”, waarvan ik nog altijd zelf niet precies weet wat het betekent. Ik weet wél dat een moderne jurist(e) ook wel een T-shaped lawyer wordt genoemd die werkzaam is binnen de dynamische wereld van de advocatuur 2.0 of zelfs 3.0. Ook van deze laatste definitie moet ik u een precieze uitleg schuldig blijven. Maar het klinkt erg smooth, en wij proberen allemaal zo’n T-shaped lawyer te zijn. Maar kunnen wij dat eigenlijk wel? En wat is het eigenlijk?
Enkele mooie aspecten van mijn beroep vind ik de diepgewortelde tradities, het dragen van een toga en het gebruik van moeilijke woorden. Ook de balie, de gedragsregels en het aanspreken van collegae met “amice” en “amica” kan ik van genieten. Het imago van de strafpleiter en de geur van net gestoomde befjes. Heerlijk. Ik weet dat er ook velen met mij zijn.
Die T-shaped lawyer is anders. Moe van de tradities en die toga hoeft hij ook bijna niet meer aan. Mediation, oftewel het oplossen van een probleem zonder rechter, is het nieuwe procederen. De T-shaped lawyer eet superfoods en kan meer dan een probleem juridisch inkaderen, overtuigen en redeneren. De T-shaped lawyer zou meer over de culture achtergrond van zijn klant weten, overal zijn kantoor kunnen opstarten vanuit zijn MacBook en zou een halve psycholoog zijn. Nee. Niet alle advocaten kunnen een T-shaped lawyer zijn. Rechters zijn er ook nog niet aan toe. Zo heb ik laatst een van mijn zittingen op een IPad gedaan waardoor ik geen dik procesdossier op de tafel hoefde te leggen (die ik overigens altijd in een rode map doe als ik hem wel bij me heb, noem dat vooral ook traditie!). Ik voelde me door de blik van de rechter betrapt op afkijken tijdens een tentamen waar geen mobieltjes mee de zaal in mogen.
Dan nog het bloggen. Binnen de advocatuur zijn we massaal aan het bloggen geslagen. Ja, ik ook. Maar ik blogde ook al voordat ik advocate werd. Contentmarketing (kennis delen) is hip in de advocatuur en in theorie zou het goed kunnen werken. Maar ook daar zijn we niet allemaal even goed in.
Mijn uitgangspunt voor het bloggen zijn Jip en Janneke. Ja: dit klinkt erg flauw maar dat is het niet. Juridisch schrijven in processtukken (oh heelijk!) is echt anders dan bloggen. De grootste valkuil wat mij betreft is dan ook dat wij als advocaten nog veel te veel jargon (daar ga ik al: vaktaal), wetsartikelen en rechtspraak in de blogs vermelden. Dat snappen Jip en Janneke niet. En moeder is er ook niet om het ze uit te leggen. Daarbij ontbreekt het ons vaak aan tijd waardoor we niet regelmatig uploaden. Het break point voor contentmarketing en een hoge ranking met de kantoorwebsite in Google. Conclusie: ook daar moeten wij nog groeien. Als het ooit echt lukt.
Ik noem mijzelf niet graag T-shaped lawyer geloof ik. Ik ben gewoon een (moderne) advocaat. Die iets van computers weet, enzo. Ik zie het als mijn taak om het verschil tussen een domeinnaam en een website bij de rechtelijk macht door te laten dringen. Toch ben ik wel gaan vloggen om mijn werk als advocaat op de gevoelige plaat vast te leggen. Regelmatig heb ik met mezelf zoveel lol om de starende blikken van colleage als wij ons op een sjiek advocatenfeestje bevinden en ik tegen het opklapbaar schermpje van mijn vlogcamera klets. Laat die stereoptye advocaten nog maar even bestaan. En vooruit, de fax ook.
Nine Bennink, advocate IE/IT bij Damsté advocaten – notarissen. Salsa, lippenstift en vlogs onder de naam Miss IP op Youtube.