Vrijwel iedere meelezende jurist zet het standaard in allerlei contracten: “De toepasselijkheid van het Weens Koopverdrag is uitdrukkelijk uitgesloten.” Maar hoe veel weten waarom, en hoe veel doen het puur omdat het in de modeltekst staat en het artikel 18 (“Overige bepalingen”) er wat substantiëler laat uitzien?
Het Weens Koopverdrag, formeel het Verdrag inzake internationale koopovereenkomsten van roerende zaken van 1980 (in het Engels CISG) was een doorbraak in het internationaal privaatrecht van die tijd: voor het eerst wist je waar je aan toe was als je met een Franse wijnboer of Braziliaanse koffieleverancier zaken deed. Want daar ging het om: internationale koopovereenkomsten, contracten tussen bedrijven voor aanschaf van een fysieke zaak. Voor de bij Amazon.com kopende boekenlezer is dit verdrag dus niet van groot belang; voor de in Spanje wijninkopende webslijter des te meer. Ook als hij via internet de bestelling plaatst.
Uitsluiting van het Weens Koopverdrag lijkt vaak puur een gewoontekwestie, het stond in het template dus laat ik het hier ook maar opnemen. Of misschien een stukje indekken: dan hoef je niet op te zoeken hoe het in dat verdrag werkt maar kun je gewoon ouderwets Nederlandsch recht toepassen.
Heel veel met internetrecht heeft dit niet te maken, hoewel het in veel softwarecontracten ook wordt uitgesloten om te voorkomen dat een overactieve rechter software als een ‘zaak’ en daarmee de licentie als een koop gaat uitleggen. Want stel je voor dat software ineens aan dezelfde kwaliteitseisen als andere producten gehouden gaat worden.
Arnoud<br/> Afbeelding: Bertrams & Kruisinga 2007.