Google hoeft recht op vergetelheid niet wereldwijd toe te passen van EU

Google heeft een rechtszaak gewonnen tegen de Franse privacywaakhond CNIL die wilde dat de gegevens van een persoon wereldwijd uit de zoekresultaten van Google verwijderd werden. Dat meldde Nu.nl gisteren. Iets preciezer: het Hof van Justitie oordeelde dat het Europees privacyrecht niet eist dat mensen wereldwijd vergeten hoeven te kunnen worden. Dit naar aanleiding van een bevel van de Franse toezichthouder dat Google wereldwijd zoekresultaten op persoonsnaam moet opschonen als naar Europees recht die resultaten verouderde of irrelevante informatie bevatten. Dat bevel gaat te ver – maar vooral omdat de Europese wetgever niet heeft gedurfd het vergeetrecht wereldwijd in te voeren.

Het zogeheten “recht te worden vergeten” staat natuurlijk in de AVG (artikel 17) maar is in 2014 al ingevoerd als brede uitleg van de oude privacyregels. Het komt erop neer dat je als persoon zeggenschap hebt over wat Google over je meldt als mensen op je naam zoeken, in die zin dat verouderde en irrelevante informatie buiten beeld moet blijven. Die is immers niet meer relevant vandaag de dag, maar kan je privacy raken doordat oude dingen je nagedragen blijven worden. En daarbij wint de privacy dan in beginsel boven het recht van Google om als bedrijf informatie te mogen ontsluiten.

Google volgde dit arrest maar zocht vanaf het begin de grenzen op. Eentje daarvan was dat de te vergeten resultaten alleen buiten beeld bleven in de zoekinterface met Europese domeinnamen (dus niet de .com). De Franse CNIL legde een bevel op dat dit te weinig was, en dat Google eigenlijk ongeacht locatie van de zoeker tot blokkade moet overgaan, omdat je anders triviaal dat vergeetrecht kunt schenden. (Google had overigens in de tussentijd IP-geolocatie ingevoerd, zodat het niet meer uitmaakte welke extensie je zoekinterface had. Je moet dus een niet-Europees IP-adres hebben om nog om de zoekbeperking heen te komen.)

De vraag kwam natuurlijk bij het Hof van Justitie. Dat oordeelt dat het vergeetrecht weliswaar uit het grondrecht tot bescherming van persoonsgegevens volgt, maar wel in balans moet staan met andere grondrechten, in dit geval de vrijheid van informatie van internetgebruikers wereldwijd. Die vrijheid kan aanzienlijk variëren; lang niet alle landen kennen iets als ons vergeetrecht. En dan gaat het wel heel ver om nu te zeggen, die grondrechten elders moeten maar wijken voor onze grondrechten.

Het kán wel, het Hof laat nadrukkelijk de optie open dat Europa wereldwijd bescherming van grondrechten afdwingt. Alleen, dat is wel iets dat de Uniewetgever dan expliciet moet regelen. Niets in de AVG suggereert dat ze dit hebben willen doen, terwijl er wel andere dingen in staan voor bedrijven buiten de EU. Dus kennelijk heeft de wetgever dat niet aangedurfd of niet gewild. En als dat zo is, dan moet de rechter natuurlijk niet alsnog die regel zelf op gaan leggen.

Het Hof laat wel een gaatje open: Europese landen mogen zelf aanvullende regels stellen over hoe om te gaan met informatievrijheid versus privacy, en het is daarin mogelijk om een regel in te voeren die gaat over wereldwijd vergeten van zoekresultaten. Dat is dan wel legaal, omdat een land er dan over nagedacht heeft en in een wetsartikel heeft vastgelegd wat de belangenafweging en motivatie dan moet zijn.

Arnoud