Op TikTok en YouTube wemelt het van de liedjes die met kunstmatige intelligentie (AI) zijn gemaakt, las ik bij Nu.nl. Een voorbeeld is dit nummer van Drake met The Weeknd, en eerder blogde ik over de Eminem-sample in een werk van David Guetta die uit AI kwam. Voor een grapje of om een punt te maken zie ik dit nog wel, maar het lijkt nu te neigen naar een nieuw bedrijfsmodel: het is veel goedkoper en sneller om AI dingen te laten maken, en als je dan ook kunt meeliften op de herkenbaarheid of populariteit van een artiest dan is dat mooi meegenomen. Wordt het tijd om hier juridisch wat aan te doen?
In 1890 verscheen een van de indrukwekkendste juridische pamfletten ooit (vlak na ons Plakkaat van Verlatinghe), namelijk het “Right to privacy”-artikel van juristen Warren en Brandeis. Zij betoogden dat mensen fundamenteel het recht hebben om “met rust gelaten te worden”. Dat kwam voort uit de recente uitvinding van de fotografie, die al snel hype-achtige proporties aangenomen had – de “Kodak duiveltjes” waren overal, en commerciële interesse in foto’s van beroemde mensen of juist ‘gewone’ mensen was enorm. Zoals Prosser het in 1960 samenvatte:
The matter came to a head when the newspapers had a field day on the occasion of the wedding of a daughter, and Mr. Warren became annoyed. It was an annoyance for which the press, the advertisers and the entertainment industry of America were to pay dearly over the next seventy years. Mr. Warren turned to his recent law partner, Louis D. Brandeis, who was destined not to be unknown to history. The result was a noted article, The Right to Privacy, in the Harvard Law Review, upon which the two men collaborated. It has come to be regarded as the outstanding example of the influence of legal periodicals upon the American law.Ik vind het wel wat hebben dat je je zó kapot ergert aan roddeljournalistiek op de bruiloft van je dochter dat je een nieuw grondrecht uitvindt om ze daarmee tot in de eeuwigheid terug te pakken, maar dat terzijde. Het verhaal laat zien hoe nieuwe rechten tot stand kunnen komen: omdat de maatschappij daar een behoefte toe voelt, omdat de praktijken die aan het ontstaan zijn niet meer normaal gevonden worden.
De opkomst van AI-kloonsoftware is nu sterk in opkomst, vergelijkbaar met de Kodakmannetjes die alles en iedereen op de foto zetten en de uitgeefindustrie die daar gretig op inspringt. De status van artiesten wordt uitgemolken zonder dat die artiesten daar zelf nog inhoudelijk (of financieel) wat van terugzien. Wie werk publiceert met een beetje herkenbare stijl, zal al snel ontdekken dat Midjourney prompt hackers trefwoorden gaan suggereren om werk in die stijl te genereren. Als genoeg mensen dit als onwenselijk ervaren, dan is er zeker ruimte voor een ‘persoonlijkheidsrecht’ of “AI-afweerrecht”, niet gekloond of gesimuleerd willen worden.
Hiervoor zou de analyse van Warren en Brandeis een mooie basis kunnen bieden. De voornaamste vraag bij zo’n fundamenteel recht is op welke wijze het in balans moet worden gebracht met andere rechten, zoals de vrije informatiegaring – precies het recht waar alle AI-modellen mee vervaardigd zijn.
Arnoud
Zit toch ruim 300 jaar tussen 😉
“Vlak na” kan toch ook slaan op het niveau van indrukwekkendheid?
En die advocaten, Warren en Brandeis, zijn ook lang actief geweest, als ze in 1890 een pamflet opstellen en in 1960 nog iemand adviseren.
Volgens Wikipedia is Brandeis in 1941 overleden en Warren een dertigtal jaar eerder. Het lijkt me sterk dat ze na de Tweede Wereldoorlog nog actief waren.
Hoe erg is het dat een AI de waarde van “creatief werk” tot normalere proporties terug brengt? Wat we nu zien is dat een beperkt aantal artiesten door de uitgevers “de hemel in gehypet” worden, zodat deze uitgevers een stevige winst kunnen maken (en de artiesten met wat geluk ook nog een net inkomen overhouden.)
Voor degenen die nu tegen een redelijke vergoeding creatief werk verrichten betekent het gebruik van generative AI dat ze meer werk in minder tijd kunnen doen, hun inkomsten per product zullen gaan dalen, maar op uurbasis gerekend voorzie ik dat deze gelijk blijven of misschien iets stijgen. Creatief werk zal breder beschikbaar komen en dat komt de schoonheid van de wereld ten goede.
Waarschijnlijk zal eerder de creatieve inbreng nòg minder betaald worden dan die nu al wordt. “You’re doing it for the exposure”, je weet toch. <a href=”https://theoatmeal.com/comics/exposure”, You’re doing it for the exposure>
Wat we zien is dat er vooral gevraagd wordt om “bekende namen” te “imiteren”. Ik zie dat als “sociale belasting op success”. En laten we eerlijk zijn: heel veel creatief werk is low impact: een logootje hier, wandversiering daar, stock foto’s… Ik ben benieuwd hoe generatieve AI de prijsstelling daar gaat beïnvloeden. En ook welke over het paard getilde artiesten door de AI weer met beide benen op de grond terecht komen.
Ja, er zal een markt blijven voor uitvoerend kunstenaars en er blijven artiesten met klasse die de AI de baas zijn. En de AI zal echte artiesten in staat stellen beter, interessanter en vernieuwender werk te maken.