Met een drone vanuit de lucht filmen is wat anders dan op straat zelf filmen (in Duitsland dan)

Photo by This_is_Engineering on Pixabay

Luchtfoto’s van auteursrechtelijk beschermde werken gemaakt met een drone zijn niet onderworpen aan de panoramavrijheid. Dat bepaalde de hoogste Duitse rechter onlangs. Dat is opmerkelijk, want je zou zeggen dat de vorm van je camera en de lengte van je statief niet auteursrechtelijk relevant is.

Panoramavrijheid is de auteursrechten-vakterm voor het mogen fotograferen van auteursrechtelijk beschermde gebouwen die in de openbare ruimte staan. In Nederland is dat al sinds 1912 erkend, zij het lange tijd met de beperking dat het gebouw niet het hoofdonderwerp mocht zijn. Tegenwoordig is dat breder: zolang het maar gaat om “het werk zoals het zich aldaar bevindt.”

De frustratie hierover van rechthebbenden gaat zeg maar over de koffietafelboeken. Men fotografeert al je beeldhouwwerken, gebouwen en dergelijke en draait daar dan grote, dure boeken van waar jij vervolgens geen cent van ziet. En omdat de achtergrond van het beeld origineel is, is dat dan “zoals het zich daar bevindt” en hoeft er niet eens een naamsvermelding bij.

Dit zien we ook in deze Duitse zaak. De gedaagde partij publiceert gidsen over stortplaatsen in het Ruhrgebied, en daarin staan met drones gemaakte luchtfoto’s van verschillende kunstinstallaties op afvalbergen. De eisers, verenigd in een van de vele Buma/Stemra-achtige belangenverenigingen die Duitsland kent, maakten bezwaar want dít kon toch niet de bedoeling zijn.

De hoogste Duitse rechter is het daar mee eens:

Het doel van de panoramavrijheid geregeld in artikel 59 lid 1 zin 1 UrhG is het vrijstellen van het gebruik van werken indien en voor zover deze deel uitmaken van het door het algemene publiek waargenomen straat- of landschapsbeeld.
Oftewel: als jij gewoon op straat loopt en fotografeert, zou het raar zijn dat je rekening moet houden met of er auteursrecht op een bepaald object zit. Dat staat in de openbare ruimte, dus moet gewoon op de foto kunnen. Maar let op, dit is een controversiële opinie – in België bijvoorbeeld geldt nog steeds dat ‘hoofdonderwerp’-criterium en je selfie met het Atomium vereist dus toestemming (of je bent creatief).

In Duitsland geldt ongeveer dezelfde regel als in Nederland (art. 59 Urheberrechtsgesetz):

(1) Het is toegestaan ??om werken die zich permanent op openbare paden, straten of pleinen bevinden, te reproduceren, distribueren en publiekelijk te reproduceren met behulp van schilderijen of grafische afbeeldingen, foto’s of film. Bij gebouwen strekken deze bevoegdheden zich alleen uit tot het uiterlijk.
Je zou dus zeggen: of je nou op de stoep staat en een gebouw van vooraf fotografeert, of een drone laat vliegen en van (al dan niet schuin) bovenaf, dat maakt niet uit. Maar dát ziet de Duitse rechter dus anders.

Bij het schrijven van deze blog was het paard met de usb-stick met daarop de uitspraak nog niet aangekomen. We moeten het dus doen met het persbericht:

In het geval van het gebruik van foto’s genomen vanuit de lucht met behulp van drones in boekpublicaties ten gunste van de belangen van de auteurs van de gefotografeerde werken. Met deze interpretatie van artikel 59 lid 1 zin 1 UrhG wordt op toelaatbare wijze gebruik gemaakt van de beschikbare ruimte bij toepassing van de beperkingsbepaling in artikel 5 lid 3 letter h van Richtlijn 2001/29/EG.
Achterliggend is het argument dat de panoramavrijheid inherent een botsing tussen auteursrechten en informatievrijheid is. Het is onwenselijk dat makers hun werk van de openbare weg houden, maar ook dat reproduceerders daarvan onbillijk hard geld verdienen met die werken zonder dat de maker daar wat van krijgt.

De balans komt dan neer op “af en toe een passant met een camera moet maar kunnen”. In Nederland is zelfs expliciet bepaald dat je bij overnemen in een compilatiewerk per maker “niet meer mag worden overgenomen dan enkele van zijn werken”. Dat lost het koffietafelboekprobleem adequaat op.

Drones inzetten is niet slechts – zoals ik hierboven schertsend stelde – een draadloze selfiestick, maar een automatisering en industrialisering van dat handwerk. De moeite die je voorheen moest doen, is in principe weg. En dan verschuif je die balans fundamenteel.

Arnoud

30 reacties

  1. Idiote uitspraak genomen vanuit het standpunt van auteursrechtenmaximalisatie. Een gezonde insteek zou zijn dat je het auteursrecht juist minimaliseert, dat wil zeggen, dat je alleen die rechten toekent die noodzakelijk zijn om het beoogde maatschappelijk doel, het maken van werken van kunst en wetenschap die ten goede komen aan het publiek, te bereiken.

    Omdat je er van uit kunt gaan dat de makers van de beelden volledig betaald zijn door hun opdrachtgevers (omdat foto’s vanuit drones geen noemenswaardige of voorziene inkomenstenbron zijn, waarop je je keuze om te investeren in zo’n beeld baseert), is het toekennen van een recht op inkomsten vanwege dergelijke foto’s overbodige en een netto verlies voor de maatschappij. Ik denk dat een wetgever die regels maakt vanuit het algemeen belang nooit voor zo’n netto verlies mag kiezen.

    1. Zo hard eens…

      Ik sloeg al aan op Arnoud’s opmerking:

      De frustratie hierover van rechthebbenden gaat zeg maar over de koffietafelboeken. Men fotografeert al je beeldhouwwerken, gebouwen en dergelijke en draait daar dan grote, dure boeken van waar jij vervolgens geen cent van ziet.

      So what? Waarom zou je daar geld voor moeten hebben? Je bent als architect toch al betaald voor het maken van een gebouw dat bedoeld is om door iedereen gezien te worden in de openbare ruimte.

      Natuurlijk wil je wel een graantje meepikken als nabestaanden van zo’n architect, maar moeten we dat als maatschappij wel willen?

      Wat mij betreft: misbruik van auteursrecht op basis van jaloezi.

  2. “Drones inzetten is niet slechts – zoals ik hierboven schertsend stelde – een draadloze selfiestick, maar een automatisering en industrialisering van dat handwerk. De moeite die je voorheen moest doen, is in principe weg. En dan verschuif je die balans fundamenteel.”

    Met een drone moet je toch ook moeite doen? Moet je toch ook een compositie/uitsnede maken om een mooie/gave foto als resultaat te krijgen.

    Je kan naar het scherm kijkend je drone net zo lang verplaatsen tot je de gylden snede te pakken hebt in je shot. Of je drone het object van alle kanten laten schieten en dan thuis de drone leef trekken en gaan graven tot je de juiste hebt gevonden.

    Als middel kan het net zo creatief zijn.

    1. De logica van de rechters snijdt geen hout.

      Er is overduidelijk naar een (door de rechters gewenst) resultaat geredeneerd, de fouten in de logica volkomen negerend.

      Spijtig dat dit zo openlijk gebeurt en niet goed voor het vertrouwen in de rechtspraak (in Duitsland in dit geval)

      1. Helaas zie je dit heel vaak gebeuren als het om auteursrecht gaat. Heel ongewenst en destructief voor het publieke begrip en de publieke draagkracht van het auteursrecht. Ook in Nederland zie je rechters regelmatig de letter en intentie van de wet negeren om auteursrechtenclaims maximaal toe te kennen, waarbij rechters vaak een zeer dubieuze dubbelrol spelen.

        1. En nog erger: de auteurs houden de claims vaak onder het beroep bedrag, waardoor geen beroep mogelijk is en rechters dus lekker onafhankelijk van elkaar de wet anders kunnen blijven toepassen in exact dezelfde situaties.

          Die grens moet uit de wet, beroep moet altijd mogelijk zijn juist om dit soort misbruik te voorkomen.

          Maar goed ik ben sowieso klaar met auteursrechten en heb er geen enkel respect meer voor, noch voor de houders van die auteursrechten. Ik houd mij aan de wet omdat ik geen problemen wil, maar auteurs hoeven bij mij niet meer te komen huilen over inbreuk. Ze hebben alle sympathie al lang verspeeld.

          1. Helaas zijn het vaak niet de auteurs, maar de uitgevers, die zowel de auteurs als de consument benadelen met hun gedrag (en misbruik van hun controle over de distributiekanalen), en daarbij soms ook naïeve auteurs voor hun karretje spannen.

      2. Ik heb het oordeel wat dor de BGH bevestigt wordt even doorgelezen (OLG Hamm I-4 U 247/21). Er ligt een interessante en, vind ik, toch wel logische reden voor het besluit.

        Vanaf alinea 100 gaat het dan om de panoramavrijheid. Het argument wat door het OLG wordt gebruikt is, dat het perspektief vanuit de drone niet het perspektief is, wat men “vanaf de openbare weg” heeft. Dit in overeenkomst met jurisprudentie van het BGH (103) en Europees recht (104). Naar het oordeel van OLG Hamm heeft de beklaagde geen bewijs gebracht, dat het perspektief vanuit de drone ook vanaf een ander punt op de openbare weg mogelijk zou zijn (105). Het beroep op de panoramavrijheid zou dus, indien de beklaagde plausibel had gepleit, dat dit beeld ook b.v. vanaf een uitzichtstoren of vanaf een andere berg mogelijk was geweest, wel kans van slagen hebben gehad. Aangezien het perspektief vanuit de drone zo uniek was, kon dit niet plausibel worden gemaakt.

        Ik ga er van uit dat de BGH de argumentatie van OLG Hamm gevolgd is (overeenkomstig zijn eerdere oordelen vanaf 2002). Zo gezien staat dit oordeel in een iets ander licht en is volgens mij wel plausibel.

        Ben ik blij met dit oordeel? Zeker niet, aangezien ik als dronie natuurlijk indirekt hiervan betroffen ben.

          1. De argumenten uit de jurisprudentie volgend vrees ik, dat het klimmen in de boom in de categorie “hulpmiddelen” gaat vallen (in ieder geval in eerste ein tweede instantie), Als je als passagier in die bus met open dak zit, zou je best wel eens een argument kunnen hebben (in principe kan iedereen in zo’n bus zitten).

            De vlieger met camera gaat echter niet op, dat is definitief een hulpmiddel.

        1. Ik lees in de wet niet dat je het perspectief van de weg moet fotograferen, alleen de eis dat het opject aan de openbare weg moet grenzen. Als het dat doet staat er letterlijk dat je het mag fotograferen en dat laatste staan geen restricties van standpunt bij.

          De rechters hebben dit zelf verzonnen.

            1. Het door mij gelezen oordeel was in de tweede instantie. Daartegen is de publcist bij de BGH in cassatie gegaan en heeft daar dus bot gevangen. Zonder de preciese motivatie van de BGH te kennen en gezien het feit,dat het OLG Hamm uitgebreid de jurisprudentie m.b.t. het argument “panoramavrijheid” citeerd, neem ik aan, dat de BGH deze lijn van argumentatie is gevolgd. Het komt echter ook voor, dat de BGH begint met “Im Ergebnis hat das OLG Hamm richtig entschieden, jedoch…” In dat geval is de BGH van mening, dat de conclusie juist is, maar de motivatie niet (helemaal) correct is (volgens de BGH). Dan blijft dus het oordeel 2. instantie bestaan, maar de redenen waarom worden aangepast.

              Er zijn nog twee opties voor verder procederen: 1) De publicist ziet een fundamenteel recht geschaadt en gaat met de passende argumenten naar het constitutioneel hof (Bundes Verfassungsgericht). Deze kijkt naar de zaak en beslist als eerste of hier mogelijkerwijze inderdaad een fundamenteel recht (i.c. kan ik me voorstellen, dat je met persvrijheid gaat argumenteren) is geschonden en of deze schending zodanig zou kunnen zijn, dat men ter zitting gaat. Indien men van mening is, dat het geen fundamenteel recht betreft, neemt men de klacht niet aan.

              2) Aangezien het OLG Hamm in zijn oordeel ook Europeese rechtspraak citeerd (Unionsrecht), zou er eventueel ook een klacht bij het EuGH kunnen landen.

              Nu ben ik geen jurist en, zoals men hier zegt “Vor Gericht und auf hoher See ist man in Gottes Hand…”, uitsluiten kan men niets, maar de kans dat hier een BVerfG of EuGH oordeel komt acht ik uiterst klein. Vooral omdat het hier om een relatief laag bedrag gaat.

          1. Voor de volledigheid even de onvertaalde duitse wettekst. Degene die Duits beheersen zien duidelijk dat er een recht staat om werken die zich aan de openbare weg bevinden door middel van schilderen, tekenen, foto of film te verveelvoudigen en verspreiden. Er staat nergens een restrictie over hoe en met welke hulpmiddelen je die verveelvoudiging mag maken.

            (1) Zulässig ist, Werke, die sich bleibend an öffentlichen Wegen, Straßen oder Plätzen befinden, mit Mitteln der Malerei oder Graphik, durch Lichtbild oder durch Film zu vervielfältigen, zu verbreiten und öffentlich wiederzugeben. Bei Bauwerken erstrecken sich diese Befugnisse nur auf die äußere Ansicht.
              1. Brandweer Brussel heeft een ladderwagen die tot 64m uitgeschoven kan worden… Een typische hoogwerker van de Nederlandse Brandweer gaat tot 20 meter, maar grotere (tot 60-70 meter) zijn te vinden.

                Ingevouwen moeten ze allemaal onder de vier meter passen, om schade aan tunnels en viaducten te voorkomen.

              2. Je bent nog steeds op de openbare luchtweg — of valt een foto vanuit een vliegtuig dan ook niet onder de panoramavrijheid. Ik heb onlangs nog een foto van de gebouwen van La Defence in Parijs vanuit het vliegtuig gemaakt.

              3. Jij moet niet op de openbare weg zijn, het object moet zich aan de openbare weg bevinden. Dat is wat de argumentatie zegt.

                Sowieso: is de lucht ook niet ‘openbare weg’ of tenminste vergelijkbaar? Als iedereen er mag vliegen met een drone, dan is het net zo openbaar als de weg eronder, waar iedereen mag rijden.

                1. De Duitse wettekst noemt expliciet de openbare weg, straat of plein. De lucht wordt niet genoemd. Anders zou alles openbaar zijn, behalve besloten luchtruim rond luchthavens en militaire basissen. Die vlieger gaat dus niet op.

                  Maar nu is de vraag dus wanneer bevindt iets zich aan de openbare weg. Dat staat geheel los van een drone, dus is de redenatie dat voor een drone iets anders geld onzinnig.

                  Daarnaast is de karakterisatie van fotograferen met een drone als een automatisch werk en industrialisatie absurd en getuigd van gebrek aan kennis bij de rechters, danwel nalatigheid bij de verdediging deze overduidelijke onzin te weerleggen als de klagende partij dat had aangedragen.

              4. Maar de eis is niet dat de fotograaf aan de openbare weg is, de eis is dat het object aan de openbare weg is. Dat is juist waarom de uitspraak onzin is!

                De rechters hebben de eis aan het object toegepast als eis aan de fotograaf. Daarmee hebben ze iets toegevoegd wat niet in de wet staat.

                1. Hoe moet het aan de openbare weg staan geïnterpreteerd worden? Ik ga zelf uit van vanaf de openbare weg zichtbaar. Dus een kasteel of landhuis dat je van buiten het hek kan zien mag je fotograferen. Als je het (privé) terrein oploopt om dichterbij te komen of boven de omliggende muren probeert te klimmen, lijkt mij dat niet toegestaan. Ik vind het verdedigbaar, dat je met een drone deze beperkingen niet zo maar mag opheffen.

                  Maar mijn redenatie is vooral ingegeven vanuit privacy overwegingen voor de eventuele bewoners of eigenaren van het gebouw en de terreinen. Niet vanuit het auteursrecht.

                  1. Ik ben het met je eens hoor. Ik weet niet exact hoe drone regels nu luiden, maar ben voorstander van een verbod om onder 120m hoogte over prive grond te vliegen. Dat is de boven grens voor drones waarboven men een vergunning nodig heeft om te mogen vliegen.

                    Maar ik zie niet waarom je op de openbare weg niet met jouw drone tot 120m omhoog zou mogen vliegen om dan te fotograferen wat je kan zien.

                    De privacy is in zoverre gewaarborgd dat je die fotos voor jezelf wel kan nemen, maar dat je het niet zomaar mag publiceren. Weinig privacy aan het gebouw, maar als de bewoner op de foto zichtbaar naakt in de tuin ligt wordt het een ander verhaal.

            1. Het OLG Hamm citeerd ter motivatie van zijn oordeel het BGH (BGH, Urteil vom 27.04.2017 – I ZR 247/15 –, juris, Rdnrn. 15 ff.) en de zo’n beetje alle gerenomeerde kommentaren m.b.t. het UrhG. Deze kommentaren (vooral Dreier m.b.t.UrhG) zijn eigenlijk de uitwerking van een wetstekst en daarom vaak belangrijker dan de tekst zelf. Dat is in Nederland niet veel anders dan hier in Duitsland. Vooral ook omdat de commentaren de tekst in samenhang brengen met de parlementaire beraadslaging bij het ontstaan van de wet (de complete achtergrond, discussies etc.)

              Voor de goede orde: ik vindt deze uitspraak van de BGH ook problematisch, vooral uit het zicht van de fotograaf die in plaats van een EOS250D (om maar eens een type te noemen) een mini 4 pro als camera gebruikt. Tegelijkertijd kan ik echter wel volgen hoe er wordt geargumenteerd en kan ik hiertegen weinig inbrengen.

              1. Ik heb inmiddels een aantal Duitse uitspraken bekeken en die zijn inderdaad allemaal consistent.

                Ze gaan allemaal uit an wat een mens zonder hulpmiddelen vanaf een openbaar (vast) uitkijkpunt kunnen zien.

                Zelfs een ladder mag niet! Een uitkijktoren of verdieping van een openbaar toegankelijk ge ouw dan weer wel.

                Allemaal op basis van toelichting bij deze wet, want de tekstzelf zegt hier niets over.

                Een lucht opname valt hier dan niet onder omdat een mens niet kan vliegen.

                Het die toelichting maakt een eenduidig luidend artikel volkomen absurd.

                Als je niet met een ladder over een muur mag fotograferen krijg je dus discussies als is iets voor het publiek toegankelijk als een persoon van 2,10m of langer het wel kan fotograferen, maar een korter persoon een ladder nodig heeft?

                Maar ook op het moment dat er een nieuw en hoger gebouw in de buurt wordt gebouwd mag je ineens meer fotograferen. Maar ook als een niet publiek toegankelijk gebouw opengesteld wordt mag er ineens meer. Ik kon dan weer niets vinden over een selfiestick, is dat net als de ladder een verboden hulpmmiddel?

                Wat als je in heuvelachtig terrein bent? Ze zeggen niets over verrekijkers. Mag je hetbfotograferen als je een telescoop of 1200mm objectief nodig hebt (je zietvdan immers details die een mens met het blote oog niet kan zien vanaf die afstand) En mag je dan wel met een drone van dichtbij fotograferen, omdat er een standpunt is van waaruit je het kan zien.

                Misschien ben ik de hard voor de rechters, maar dan zijn de politici die een recht toe recht aan eenduidig wetsartikel belast hebben met de groots mogelijke idioterie aan toelichting en interpretatie de idioten.

              2. Ik vind overigens de beperking dat het luchtruim niet bij de openbare weg hoort ook al decennia flink achterhaald.

                Ik ging in de jaren ’80 al met familie mee die een vliegtuigje huurde om luchtfoto’s te maken. Het luchtruim is grotendeels zo vrij dat iedereen zo’n vlucht kan boeken en vanuit een cesnaatje aan luchtfotografie kan doen. In tegen stelling tot drones hebben die vliegtuigen weer een minimum hoogte waarop ze mogen vliegen en ik kan je vertellen dat het verdomd moeilijk is om met een enorme telelens vanuit een schuddend vliegtuigje een goede foto te maken. En als het toch lukt dan is er de privacy wetgeving om publicaties evt tegen te gaan.

  3. Gaat het niet om deze zin in de uitleg? ‘het door het algemene publiek waargenomen straat- of landschapsbeeld’. Je zou zeggen dat het algemene publiek zich op de grond beweegt en daarbij waarnemingen doet. Het algemene publiek vliegt niet in de lucht om daar waarnemingen te doen.

  4. Op dit moment ligt slechts de persmededeling voor, om precies te beoordelen waar in der argumentatie zwakke punten zijn, moeten we dus het schriftelijk oordeel afwachten. Dat kan een paar maanden duren voor het openbaar online staat (BGH I ZR 67/23).

    M.b.t. het fotgraferen met een drone zij het volgende gezegd: Inderdaad, zoals de Agfa-Click indertijd het fotograferen voor de amateur revolutioneerde, zo heeft de digitale fotografie (en iets anders doet een drone niet) het ook voor amateure mogelijk gemaakt luchtopnames te maken. Dat neemt niet weg, dat voor goede drone opnames meer nodig is als alleen maar het rode knopje op je display te drukken. Echt originele fotos zijn meer dan alleen het beeld. De compositie, het licht, focus(spelen met dieptescherpte b.v.) vergen toch wel wat oefening en ervaring en zijn volgens mij wel degelijk een creatief proces.

    Aangezien de BGH het oordeel van het OLG Hamm (OLG Hamm I-4 U 247/21) bevestigt, kan men voor de argumenten in pricipe ook daar kijken.

  5. Ik hoop dat er zo gauw mogelijk zoveel mogelijk van dit soort objectief belachelijke uitspraken komen, en dat daardoor de publieke mening over auteursrecht op losse schroeven komt te staan en wie die tot een compleet gedrocht uitegroeide wet voorgoed uit kunnen roeien.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.