Google moet gegevens van YouTube-gebruiker met Zwols bedrijf delen

mohamed_hassan / Pixabay

Google moet de gegevens van een gebruiker achter een YouTube-kanaal delen met een Zwols bedrijf dat instructievideo’s maakt waarmee cursisten zich kunnen voorbereiden op het CBR-examen. Dat meldde Security.nl vorige week. Het bedrijf meent dat sprake is van auteursrechtinbreuk door de plaatser van de video’s. Hoe zat dat ook alweer?

De vaste lezers van deze blog denken nu wellicht aan het Lycos/Pessers-arrest, al lang de vaste rechtspraak rond afgifte NAW-gegevens bij een vermoedelijk onrechtmatig handelen. Het vonnis in deze zaak kent een andere route: 843a Rechtsvordering, de zogeheten exhibitieplicht waarin je als partij mee moet werken aan bewijs overleggen. Dit kent vier eisen:

  1. de eiser moet een rechtmatig belang hebben,
  2. het verzoek moet zien op bepaalde bescheiden die
  3. zien op een rechtsbetrekking waarin de eiser partij is en
  4. de aangesproken partij moet deze tot haar beschikking of onder haar berusting hebben
De eiser had onderbouwd dat de video’s auteursrechtelijk beschermd waren, en dat de inbreuk grootschalig genoeg was om een rechtszaak over te willen voeren. Aan eis 1 was dus voldaan.

Wat eis 2 betreft moet Google de gevraagde naam, telefoonnummer, e-mail- en IP-adressen en geboortedatum afgeven. Dat is nodig en genoeg om een advocaat een dagvaarding mee te kunnen laten versturen. Maar wat Google niet heeft, hoeft ze natuurlijk niet af te geven (eis 4).

Je kunt je afvragen of er (eis 3) wel een ‘rechtsbetrekking’ is tussen Google en de eiser. Wat heeft Google te maken met de auteursrechtinbreuk door die kanaaleigenaar? Maar juridisch krijg je een ‘rechtsbetrekking’ als je iemands rechten schendt – een verbintenis tot schadevergoeding uit onrechtmatige daad, in jargon. En dat is genoeg voor deze eis.

Google had nog gesteld dat men ook een notice&action verzoek had kunnen sturen. Google zou dan vast de video’s hebben weggehaald. Maar dat werkt niet voor de eiser, die wil een schadevergoeding en een verbod (ik gok met dwangsommen) op herhaalde inbreuk, bijvoorbeeld via een nieuw Youtubekanaal.

Het resultaat is niet heel verrassend. Deze benadering is vooral interessant omdat het zo een stuk makkelijker te motiveren is dat je gegevens wilt hebben. Bij de Lycos/Pessers criteria zit meer een inhoudelijke afweging en een toets of je alle andere mogelijkheden hebt uitgeput. Hier komt het neer op “dit wil ik hebben, jij weet het en er is iets serieus aan de hand, geef het”. Ik ben dus benieuwd of dit de norm gaat worden.

Arnoud

 

heeft de Rechtbank Overijssel bepaald. Op het betreffende YouTube-kanaal zijn sinds juli vorig jaar instructievideo’s te zien, waarvan het Zwolse bedrijf stelt dat zij de rechthebbende is.

 

7 reacties

  1. Je kunt je afvragen of er (eis 3) wel een ‘rechtsbetrekking’ is tussen Google en de eiser. Wat heeft Google te maken met de auteursrechtinbreuk door die kanaaleigenaar? Maar juridisch krijg je een ‘rechtsbetrekking’ als je iemands rechten schendt – een verbintenis tot schadevergoeding uit onrechtmatige daad, in jargon. En dat is genoeg voor deze eis.

    Ik ben even niet mee.

    Ik zie wel dat je een rechtsbetrekking krijgt als je iemands rechten schendt, maar dan is dat toch nog steeds niet van toepassing op Google als doorgeefluik, maar op de inbreukpleger?

    1. Terecht punt, maar voor 843a blijkt dat niet uit te maken. Uit het vonnis: “De rechtbank merkt op dat, anders dan [eiser] meent, voor het vereiste van de rechtsbetrekking niet noodzakelijk is dat Google onrechtmatig handelt.” Het gaat er dus om dat er íemand onrechtmatig handelde (de kanaaleigenaar die publiceerde, in dit geval). En dan moet iedereen die ‘bescheiden’ daarover heeft, die afgeven.

      1. Dat klinkt nuttig en breder toepasbaar. Dus bij een opstootje in een bar of club, waarbij iemand te hardhandig door de beveiliging buiten gezet wordt, kan die ook de camerabeelden vorderen om een zaak tegen de beveiligers te beginnen, om maar een voorbeeld te noemen? Of bij oplichting op Marktplaats, waarbij de bank de naw-gegevens van de oplichter heeft?

        1. Helaas, de camerabeelden worden standaard na drie dagen gewist; Uw verzoek komt anderhalve week te laat. Maar de NAW gegevens van een specifieke bankrekening zijn zeker op te vragen, als je de onrechtmatige daad aannemelijk kunt maken.

  2. Heeft Brein deze route dan nog nooit geprobeerd (richting Ziggo of xs4all)? Of zijn die pogingen mogelijk afgewezen omdat je dan niet precies weet wie er binnen een huishouden verantwoordelijk is en dat in dit geval eenvoudig de houder van het account is.

    1. Ik heb niet bij de discussies van BREIN gezeten, maar ik zie problemen omtrent de “bepaaldheid” van de gegevens en dat ook in relatie met het bestaan van de rechtsbetrekking (onrechtmatige daad). 843a RV is niet bedoeld voor (sleepnet-) phishen. Zoals wel vaker gezegd, degene die de rekening voor de Internet aansluiting betaalt hoeft niet de downloader te zijn. (En wat is de betrouwbaarheid van de door “onderzoeksbureaus” aangeleverde IP-adreslijsten?)

      Hoe bepaald is de opdracht: Produceer NAW en bankrekeningnummer van de klant die op [datum-tijd] het IP-adres [adres] gebruikte? Een antwoord vereist aan dat de logbestanden van IP-toekenning nog steeds beschikbaar zijn en dat het betreffende adres niet “gekaapt” is. (Bij kabel-Internet was/is het mogelijk IP adressen van de buurt te gebruiken zonder officiële toekenning door de provider.)

      Maar als ik het me goed herinner was het laatste argument van de ISP’s tegenover BREIN dat ze geen strafrechtelijke gegevens mochten verwerken en het uitvoeren van betreffende zoekactie zou dergelijke gegevens opleveren.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.