Het was me even ontgaan, maar in januari wees de HR een arrest over de vele no cure no pay claimbureaus. Deze zijn er rond diverse wetten, waarbij de Woz- en bpm-bezwaren denk ik de bekendste zijn. Ze drijven de proceskosten fors op, omdat ze daar een percentage van verdienen. Dat arrest was een forse aderlating, en ik ben een beetje bang dat de volgende stap een massale ChatGPT-inzet gaat zijn.
Per 1 januari 2024 zijn beperkingen in de proceskostenvergoedingen ingevoerd in zaken over de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) en de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm). Dit ter bestrijding van no cure no pay kantoren die hier bezwaren tegen aandragen. De Hoge Raad definieert ze zo:
een beroepsmatig optredende gemachtigde, dan wel een kantoor, waarvan het bedrijfsmodel eruit bestaat datMet name dat laatste steekt natuurlijk: dat gaat niet meer over het werkelijke geschil, maar is een manier om de inkomens van dat kantoor te vergroten. Zij krijgen immers die vergoeding, de cliënt krijgt enkel de hoofdsom (of een brief met een hogere dan wel lagere Woz).(i) wordt opgetreden op basis van no cure no pay,
(ii) daarbij zodanige afspraken met de cliënten worden gemaakt dat het bedrag van eventuele proceskostenvergoedingen aan de gemachtigde of aan het kantoor wordt afgedragen, en
(iii) de procedures op een zodanige wijze worden gevoerd dat de daarin toegekende proceskostenvergoedingen de in redelijkheid gemaakte kosten ver overtreffen.
Een ander bezwaar staat in de conclusie P-G:
Uit het onderzoek, dat gepubliceerd is op onze site, komt naar voren dat in 2022 (waardepeildatum 1 januari 2021) gemiddeld 27 % van de bezwaren tegen de WOZ-waarde van een woning op basis van no cure no pay zijn gehonoreerd. Van de overige bezwaren is in dat jaar 45 % gehonoreerd.Oftewel, je krijgt meer kansloze zaken én ze drijven de proceskosten nodeloos op. Vandaar dat de vergoedingen bij Woz en bpm nu fors omlaag zijn gezet tot 0,25 of 0,1 keer de gewone.
Hoe herken je zo’n bureau? Deze vond ik een aardige:
Aanwijzingen dat dit laatste het geval is, kunnen bijvoorbeeld worden gevonden in de omstandigheid dat vaak geheel of ten dele gebruik wordt gemaakt van gestandaardiseerde tekstblokken die niet zijn toegespitst op de desbetreffende zaak.Het moet immers zo goedkoop mogelijk, dus één bezwaarschrifttekst met wat puntjepuntje tekstvlakken en hier en daar een “weghalen tenzij” aanwijzing is dan een simpele invulling. Naar zijn aard zijn die teksten generiek.
Dit is belangrijk, want de HR merkt ook op dat als je niét met zo’n bureau werkt, je wél gewoon recht hebt op de normale proceskostenvergoeding. Ik geloof dus onmiddellijk dat die bureaus hard aan het nadenken zijn hoe ze zichzelf kunnen verstoppen.
Hoe krijg je met minimale meerkosten een bezwaarbrief die op de zaak is toegespitst én niet leest als een standaardtekst waar hier en daar een puntjepuntje is ingevuld? Precies, met zo’n groot taalmodel en een leuke prompt. En dat is lastig, want er zullen ook genoeg burgers handig genoeg zijn om dit zelf uit te vogelen, dus hoe maak je dan nog het onderscheid?
Arnoud
Typische reactie van de overheid; de schuld bij de ander neerleggen in plaats van eens kritisch te kijken waarom er per jaar minimaal 200.000 onterechte initiële Woz-beschikkingen opgesteld zijn.
Wat een onzinnige reactie. De overheid legt niet bewust verkeerde beslissingen op: zij heeft geen efficiënte c.q. effectieve toegang tot alle omstandigheden van het individuele geval, en neemt dus besluiten gebaseerd op incomplete informatie.
Als je wilt dat de overheid dat wel heeft, moet je een systeem ontwerpen waarbij de overheid toegang heeft tot ook de kleinste stukjes informatie van jouw woning, zoals de inhoud, inrichting, alle verbouwingen, etc. De naam voor dat systeem bestaat al: https://en.wikipedia.org/wiki/Mass_surveillance.
Deze week voor het eerst een Copilot mail naar een collega durven knallen. Ik schaam me, maar de mail van Copilot was langer én beter dan mijn eigen mail. Als gevolg daarvan claim ik extra tijd bij mijn collega om méér woorden te lezen.
AI zorgt voor een wereld waarin we elkaars intenties gaan verwerken middels AI. Directe communicatie krijgt twee tussenstappen. We gebruiken nu nog allemaal dezelfde taal, maar het kan net zo goed in het Chinees of Copilots in de tussenstap.
Als rechters niet meegaan in deze beweging, dan hebben ze verloren. Het is wachten op de LifeHack-YouTube-supersterren ™(c) die gaan uitleggen (voor 1 BTC) hoe je een WOZ-bezwaaragent kan bouwen.
Postmodernisme heeft gewonnen, maar wel op een manier die ze niet voor ogen hadden. Al zijn er natuurlijk liefhebbers van complexe Frans filologie die er voorspellingen van AI in lezen.
Ik heb in beginsel wel begrip voor het ingrijpen van de wetgever om de ncnp-bureautjes een halt toe te roepen. Maar we zien wel over het hoofd dat de wetgever met de introductie van het proceskostenmodel in het bestuursrecht voor ogen heeft gehad (heel veel) te bezuinigen op kosten voor procedures tegen de overheid. Men kan zich in alle oprechtheid afvragen waarom de overheid ten behoeve van zich zelf de aanspraak op kosten voor rechtsbijstand (middels wetgeving) mag beperken. Anders dan de burger is de overheid niet armlastig en waarom zou een burger met een grote schadepost bestaande uit het verschil tussen de werkelijke kosten van rechtsbijstand en een magere proceskostenvergoeding moet blijven zitten als de rechtsgang de burger in het gelijk stelt? Geredeneerd vanuit het beginsel dat ook binnen de overheid fouten gemaakt worden die soms niet anders van middels een juridische procedure hersteld kunnen worden, is daar tot op zekere hoogte zeker wel wat voor te zeggen. Maar wat nu, zoals de toeslagenaffaire inmiddels wel heeft aangetoond, de overheid misbruik van zijn macht maakt door rechtens onhoudbare besluiten te nemen en de burger ‘kapot te (laten) procederen’? Waar ik met mijn betoog naar toe wil is dat de ruimte voor de burger om op grond van misbruik van recht door de overheid aanspraak te kunnen maken op de werkelijke kosten van rechtsbijstand, althans op een aanzienlijk hogere vergoeding van zijn kosten wordt vergroot. Dan komt de balans van rechtsmisbruik door de overheid en rechts(middelen)misbruik door rechtsbijstandverleners weer in het midden.
Het forfaitaire stelsel van proceskosten is mede hierop gebaseerd dat in een groot deel van de zaken de vergoeding ook daadwerkelijk een redelijke bijdrage vormt. Dat heeft mede te maken met de verhouding tussen minder en meer bewerkelijke zaken. Mag het nu zo zijn dat, zolang die balans maar ten gunste van de overheid doorslaat naar verhoudingsgewijs te lage vergoedingen voor de bewerkelijke zaken er niets hoeft te gebeuren om dat recht te zetten, maar zodra die balans doorslaat naar relatief minder bewerkelijke zaken met relatief te hoge vergoedingen, er dan wel ingegrepen moet worden om dat te stoppen? Daar zou ook eens over nagedacht moeten worden.