Vraag om interieurfoto’s op te sturen voor WOZ-waarde valt slecht

bedrck / Pixabay

De gemeenteraad van Enschede wil dat zijn inwoners niet meer om foto’s van de binnenkant van hun huis worden gevraagd. Dat meldde de NOS onlangs. Wethouder Marc Teutelink wordt volgens 1Twente als verantwoordelijke bestuurder op pad gestuurd, om alles in het werk te stellen om de proef met huis- en keukenfoto’s te beëindigen. Dit is raar, denken veel mensen, hoezo moet men het interieur zien voor de WOZ waarde? Maar het is een proef en daarom kan het niet stoppen. Eh.

Traditioneel wordt de WOZ-waarde van je huis bepaald door taxatie. Zoals expertisecentrum Waarderingskamer het uitlegt:

Gemeenten gebruiken hiervoor een vergelijkingsmethode, ook wel bekend onder de naam modelmatige waardebepaling. Zowel verkoopcijfers als de kenmerken van een woning spelen daarbij een rol. De WOZ-waarde is de marktwaarde rekening houdend met enkele waarderingsvoorschriften. … Een gemeente beoordeelt in hoeverre woningen onderling vergelijkbaar zijn op basis van de bij de gemeente bekende objectkenmerken. Dit zijn bijvoorbeeld het woningtype, de grootte van de woning, de grondoppervlakte en het bouwjaar maar ook het onderhoudsniveau en de ligging.
In Twente ligt die taak bij het Gemeentelijke Belastingkantoor Twente, die nog een stapje verder gaat dan de uiterlijke kenmerken zoals hierboven geciteerd: ook van binnen moeten er kenmerken gedocumenteerd worden, oftewel je moet foto’s van je interieur opsturen.
De gegevens van de binnenkant van een woning (bijv. de staat van de badkamer/keuken, onderhoud, etc. ) zijn lastiger te beoordelen.  Hiervoor vragen wij de hulp van de inwoner. … Via een QR-code in de brief, wordt de inwoner door een foto-tool geleid. Stapsgewijs kan er van iedere relevante leefruimte een foto worden gemaakt. Ook kunnen er vragen over bijvoorbeeld de leeftijd van de keuken of badkamer worden beantwoord. Zo kan de onderhoudstoestand van de woning verduidelijkt worden.
Het zal theoretisch vast uit kunnen maken, dat ik een afgeleefde dertig jaar oude badkamer heb en de buren twee jaar terug een superdeluxe moderne badkamer met jetstream bubbelbad, of dat de balken bij mijn buren zwaar doorhangen en de zwammen de muur hebben overgenomen. Maar hoe je dat ook wendt of keert, het betekent dat je als burger de gemeente in je huis moet laten kijken zodat die de hoogte van een belasting op het pand kan vaststellen en dat gaat wel érg ver.

Geen zorgen, er worden geen persoonsgegevens verwerkt, aldus die brief met QR code. Eh ja haha, een huis is natuurlijk geen persoonsgegeven maar als je het administreert bij een belastingplichtige en er diens WOZ-aanslag op baseert dan natuurlijk wel. Dus op grond van artikel 5 AVG: kom nou.

Men lijkt de analogie te trekken met de menselijke taxateur, die ook in sommige gevallen verzoekt om het huis van binnen te mogen bekijken voor de waardebepaling. Alleen: je bent dus -precies vanwege privacy- niet verplicht die binnen te laten. Dat kan wel effect hebben op je WOZ waarde, want de taxateur zal dan pessimistischer taxeren. Weigeren de app te gebruiken “mag niet”, al is dus onduidelijk waarom niet. Op de ChristenUnie na steunden alle gemeentepartijen vervolgens een motie waarin het college, meer specifiek wethouder Teutelink, wordt gevraagd om bij het GBT aan te dringen op het beëindigen van de proef.

Dat blijkt echter ingewikkeld op een manier die alleen in de lokale politiek kan:

De wethouder heeft namelijk ook twee andere petten op: die van algemeen bestuurslid en – sinds afgelopen vrijdag – die van lid van het dagelijks bestuur van het GBT. En vanuit die rollen schetst Teutelink de context van het vragen naar interieurfoto’s. Die zit volgens hem in de *opkomst van zogenaamde ‘no cure no pay bedrijfjes’. Kantoren die bezwaren indienen voor woningeigenaren en geen vergoeding vragen als er geen succesvolle afronding is. “Die komen aan de deur en zeggen dat ze de WOZ-waarde lager kunnen krijgen door een bezwaar in te dienen. Dat kan tot wel 10 euro aan ozb schelen”, aldus Teutelink. Als de bezwaren gegrond worden verklaard, draait het GBT – en uiteindelijk de belastingbetalers – op voor de juridische proceskosten. “Dat kan wel oplopen tot 1,5 miljoen euro. En dat was niet nodig geweest als de WOZ-waarde vooraf duidelijk was geweest.”
Wat de foto’s hieraan veranderen, snap ik niet helemaal. Kennelijk bedoelt men, als de interieurfoto’s in het dossier zitten, dan is de WOZ-waardebepaling hélemaal correct en kan zo’n bureau het niet aanvechten met “de taxateur is niet eens binnen geweest!!1!” Dat is een niet te verwaarlozen argument, getuige bijvoorbeeld dit vonnis uit Den Haag (2007):
Ter zitting heeft verweerder verklaard dat de taxateur bij de taxatie niet in de woning is geweest; hij heeft volstaan met een buitenopname. Derhalve berust de stelling van verweerder, dat hem van scheurvorming in de woning niet is gebleken, niet op een concrete waarneming. Immers, niet valt in te zien hoe een taxateur zich, zonder in de woning te zijn geweest, een beeld heeft kunnen vormen van de aanwezigheid en de ernst van scheuren in de binnenmuren en de plafonds, laat staan van de invloed die de scheurvorming heeft op de waarde van de woning. Het vorenstaande brengt mee dat verweerder niet aannemelijk maakt dat met de verschillen tussen de woning en de vergelijkingsobjecten in voldoende mate rekening is gehouden. Niet kan worden geoordeeld dat de vastgestelde waarde van de woning in een juiste verhouding staat tot de behaalde verkoopprijzen van de vergelijkingsobjecten.
En ik vond ook nog nieuws uit 2020 waarin gemeenten aangeven ‘miljoenen’ kwijt te zijn aan WOZ-bezwaren. De kern is dus: er komt geen taxateur (want onderbemenst), je wacht op je WOZ-waarde en je gaat in bezwaar omdat je muren vol scheuren en zwammen zitten, waarna je én een lagere WOZ waarde krijgt én de gemeente de proceskosten betaalt (die dat bureau dus no-cure-no-pay mag houden). Ik citeer:
Van alle bezwaarschriften wordt gemiddeld 40 procent gegrond verklaard. Gemeenten zitten er dus vaak naast. Het is voor burgers vrij moeilijk om te achterhalen hoe een waarde precies tot stand is gekomen. De waarde wordt door een computer berekend en het huis wordt zelden door een taxateur bezocht om in detail te kijken hoe de staat is.
Dus ja, ik zie wel ergens hoe de gemeente tot dit beleid heeft kunnen komen. Tegelijk is dat een probleem als je er nu mee gaat stoppen: dan hanteer je een ongelijke methodiek (de waarde van voor en na het stoppen met de proef) en daar zullen die aasgieren, pardon bezwaarbureaus ook weer bovenop springen (gok ik dat de wethouder zou zeggen, maar hij is vast niet zo cynisch als ik). Dus dat is dan even ingewikkeld, juridisch gezien. Maar de oplossing kan dan niet zijn, iedereen moet z’n huis van binnen fotograferen met een aardappelcamera, pardon Samsung C3050. Is er capaciteit om al die foto’s dan wél te beoordelen?

Arnoud