Vraag om interieurfoto’s op te sturen voor WOZ-waarde valt slecht

bedrck / Pixabay

De gemeenteraad van Enschede wil dat zijn inwoners niet meer om foto’s van de binnenkant van hun huis worden gevraagd. Dat meldde de NOS onlangs. Wethouder Marc Teutelink wordt volgens 1Twente als verantwoordelijke bestuurder op pad gestuurd, om alles in het werk te stellen om de proef met huis- en keukenfoto’s te beëindigen. Dit is raar, denken veel mensen, hoezo moet men het interieur zien voor de WOZ waarde? Maar het is een proef en daarom kan het niet stoppen. Eh.

Traditioneel wordt de WOZ-waarde van je huis bepaald door taxatie. Zoals expertisecentrum Waarderingskamer het uitlegt:

Gemeenten gebruiken hiervoor een vergelijkingsmethode, ook wel bekend onder de naam modelmatige waardebepaling. Zowel verkoopcijfers als de kenmerken van een woning spelen daarbij een rol. De WOZ-waarde is de marktwaarde rekening houdend met enkele waarderingsvoorschriften. … Een gemeente beoordeelt in hoeverre woningen onderling vergelijkbaar zijn op basis van de bij de gemeente bekende objectkenmerken. Dit zijn bijvoorbeeld het woningtype, de grootte van de woning, de grondoppervlakte en het bouwjaar maar ook het onderhoudsniveau en de ligging.
In Twente ligt die taak bij het Gemeentelijke Belastingkantoor Twente, die nog een stapje verder gaat dan de uiterlijke kenmerken zoals hierboven geciteerd: ook van binnen moeten er kenmerken gedocumenteerd worden, oftewel je moet foto’s van je interieur opsturen.
De gegevens van de binnenkant van een woning (bijv. de staat van de badkamer/keuken, onderhoud, etc. ) zijn lastiger te beoordelen.  Hiervoor vragen wij de hulp van de inwoner. … Via een QR-code in de brief, wordt de inwoner door een foto-tool geleid. Stapsgewijs kan er van iedere relevante leefruimte een foto worden gemaakt. Ook kunnen er vragen over bijvoorbeeld de leeftijd van de keuken of badkamer worden beantwoord. Zo kan de onderhoudstoestand van de woning verduidelijkt worden.
Het zal theoretisch vast uit kunnen maken, dat ik een afgeleefde dertig jaar oude badkamer heb en de buren twee jaar terug een superdeluxe moderne badkamer met jetstream bubbelbad, of dat de balken bij mijn buren zwaar doorhangen en de zwammen de muur hebben overgenomen. Maar hoe je dat ook wendt of keert, het betekent dat je als burger de gemeente in je huis moet laten kijken zodat die de hoogte van een belasting op het pand kan vaststellen en dat gaat wel érg ver.

Geen zorgen, er worden geen persoonsgegevens verwerkt, aldus die brief met QR code. Eh ja haha, een huis is natuurlijk geen persoonsgegeven maar als je het administreert bij een belastingplichtige en er diens WOZ-aanslag op baseert dan natuurlijk wel. Dus op grond van artikel 5 AVG: kom nou.

Men lijkt de analogie te trekken met de menselijke taxateur, die ook in sommige gevallen verzoekt om het huis van binnen te mogen bekijken voor de waardebepaling. Alleen: je bent dus -precies vanwege privacy- niet verplicht die binnen te laten. Dat kan wel effect hebben op je WOZ waarde, want de taxateur zal dan pessimistischer taxeren. Weigeren de app te gebruiken “mag niet”, al is dus onduidelijk waarom niet. Op de ChristenUnie na steunden alle gemeentepartijen vervolgens een motie waarin het college, meer specifiek wethouder Teutelink, wordt gevraagd om bij het GBT aan te dringen op het beëindigen van de proef.

Dat blijkt echter ingewikkeld op een manier die alleen in de lokale politiek kan:

De wethouder heeft namelijk ook twee andere petten op: die van algemeen bestuurslid en – sinds afgelopen vrijdag – die van lid van het dagelijks bestuur van het GBT. En vanuit die rollen schetst Teutelink de context van het vragen naar interieurfoto’s. Die zit volgens hem in de *opkomst van zogenaamde ‘no cure no pay bedrijfjes’. Kantoren die bezwaren indienen voor woningeigenaren en geen vergoeding vragen als er geen succesvolle afronding is. “Die komen aan de deur en zeggen dat ze de WOZ-waarde lager kunnen krijgen door een bezwaar in te dienen. Dat kan tot wel 10 euro aan ozb schelen”, aldus Teutelink. Als de bezwaren gegrond worden verklaard, draait het GBT – en uiteindelijk de belastingbetalers – op voor de juridische proceskosten. “Dat kan wel oplopen tot 1,5 miljoen euro. En dat was niet nodig geweest als de WOZ-waarde vooraf duidelijk was geweest.”
Wat de foto’s hieraan veranderen, snap ik niet helemaal. Kennelijk bedoelt men, als de interieurfoto’s in het dossier zitten, dan is de WOZ-waardebepaling hélemaal correct en kan zo’n bureau het niet aanvechten met “de taxateur is niet eens binnen geweest!!1!” Dat is een niet te verwaarlozen argument, getuige bijvoorbeeld dit vonnis uit Den Haag (2007):
Ter zitting heeft verweerder verklaard dat de taxateur bij de taxatie niet in de woning is geweest; hij heeft volstaan met een buitenopname. Derhalve berust de stelling van verweerder, dat hem van scheurvorming in de woning niet is gebleken, niet op een concrete waarneming. Immers, niet valt in te zien hoe een taxateur zich, zonder in de woning te zijn geweest, een beeld heeft kunnen vormen van de aanwezigheid en de ernst van scheuren in de binnenmuren en de plafonds, laat staan van de invloed die de scheurvorming heeft op de waarde van de woning. Het vorenstaande brengt mee dat verweerder niet aannemelijk maakt dat met de verschillen tussen de woning en de vergelijkingsobjecten in voldoende mate rekening is gehouden. Niet kan worden geoordeeld dat de vastgestelde waarde van de woning in een juiste verhouding staat tot de behaalde verkoopprijzen van de vergelijkingsobjecten.
En ik vond ook nog nieuws uit 2020 waarin gemeenten aangeven ‘miljoenen’ kwijt te zijn aan WOZ-bezwaren. De kern is dus: er komt geen taxateur (want onderbemenst), je wacht op je WOZ-waarde en je gaat in bezwaar omdat je muren vol scheuren en zwammen zitten, waarna je én een lagere WOZ waarde krijgt én de gemeente de proceskosten betaalt (die dat bureau dus no-cure-no-pay mag houden). Ik citeer:
Van alle bezwaarschriften wordt gemiddeld 40 procent gegrond verklaard. Gemeenten zitten er dus vaak naast. Het is voor burgers vrij moeilijk om te achterhalen hoe een waarde precies tot stand is gekomen. De waarde wordt door een computer berekend en het huis wordt zelden door een taxateur bezocht om in detail te kijken hoe de staat is.
Dus ja, ik zie wel ergens hoe de gemeente tot dit beleid heeft kunnen komen. Tegelijk is dat een probleem als je er nu mee gaat stoppen: dan hanteer je een ongelijke methodiek (de waarde van voor en na het stoppen met de proef) en daar zullen die aasgieren, pardon bezwaarbureaus ook weer bovenop springen (gok ik dat de wethouder zou zeggen, maar hij is vast niet zo cynisch als ik). Dus dat is dan even ingewikkeld, juridisch gezien. Maar de oplossing kan dan niet zijn, iedereen moet z’n huis van binnen fotograferen met een aardappelcamera, pardon Samsung C3050. Is er capaciteit om al die foto’s dan wél te beoordelen?

Arnoud

 

Mag mijn werkgever eisen dat ik mijn pasfoto bij mijn Slack-account toon?

AlexandraKoch / Pixabay

Via Reddit:

Mijn werkgever heeft mij verzocht om een foto van mijzelf toe te voegen aan mijn profiel op Slack (een chatprogramma waarbij medewerkers met elkaar kunnen communiceren). Als reden gaf hij dat andere collega’s hierdoor een “gezicht bij de naam hebben”. Ik heb aangegeven dat ik zo min mogelijk persoonlijke informatie op het internet wil hebben, en dit dus liever niet wil. Mijn werkgever gaf aan dat hij controleren of hij mij hiertoe kan verplichten. Mijn vraag is nu als volgt: kan mijn werkgever mij verplichten om foto van mijn profiel toe te voegen aan Slack?
De vraag is natuurlijk vaker langsgekomen, bijvoorbeeld in 2019 toen een werkgever eiste “dat wij allemaal onszelf op internet zetten. Op de bedrijfswebsite “zodat de klant weet wie er langskomt” en ook op social media, om onszelf te promoten. We moeten zelfs meedoen aan discussies op Linkedin.” Dit valt natuurlijk onder de AVG, zodat de werkgever het hetzij als onontkoombaar voor het werk moet aanmerken (met onderbouwing) of een belangenafweging moet maken tussen zijn bedrijfsbelang en de privacy van de werknemer.

Ik denk dat we anno 2021 hier toch nog eens op terug moeten komen, nu op afstand werken zo’n groot deel van het werk is geworden en digitale afstandscommunicatiemiddelen dus veel meer een standaardinstrument dan in 2019. Zoals in een van de comments op Reddit te lezen is: “Communiceren zonder iemand te zien is geen enkel probleem; anders dat anders zou zijn dan hadden alle bedrijven inmiddels beeldtelefoon.” En dat is dus grappig, want alle bedrijven hébben beeldtelefonie; is het niet van Zoom of Teams dan wel van Jira, Bluejeans of een van de vele andere videoconferencingtools.

Het lijkt me dus goed verdedigbaar vandaag de dag dat elkaar op afstand willen zien een reëel belang is, misschien juist omdat we zo veel op afstand werken. Dan is een rondje met je initialen niet genoeg meer – wat het vroeger wel was, omdat je na de chat op Slack elkaar sprak bij het koffieapparaat, zeg maar.

Verder gaat het hier om een profiel dat alleen bij collega’s zichtbaar is. En je kunt de foto zelf kiezen (of je had er al eentje die de werkgever gemaakt heeft), dus ik vind het moeilijk dan een heel zwaarwegend privacybelang te bedenken. Ja, wat de vraagsteller zegt, dat je “zo min mogelijk persoonlijke informatie op het internet wil hebben”. Maar dat speelt hier niet; die foto komt niet in een publiek profiel dat overal vindbaar is.

Arnoud

Mijn kinderen staan tegen mijn wil op de Whatsapp profielfoto van mijn ex

Een lezer vroeg me:

Sinds kort heeft mijn ex-partner een nieuwe profielfoto op WhatsApp, waar deze poseert met onze twee kinderen. Die zijn zo herkenbaar voor iedereen. Ik wil dat niet, gezien hoe wij uit elkaar gegaan zijn. Welke juridische opties heb ik om dit aan te pakken?
Juridisch gezien zou het eenvoudigste zijn als de foto gemaakt was door de vraagsteller of een ander meewerkend familielid of kennis. Die kan dan op basis van zijn of haar auteursrecht als maker een claim indienen bij WhatsApp. Eventueel kun je ook de auteursrechten naar jezelf laten overdragen (op papier met handtekening) en dan zelf die claim doen.

Blijkt de fotograaf dat niet te willen, of liggen de rechten bij de ex-partner, dan is dit geen optie. Dan moet je het gooien op privacy of schending van de AVG. De meest logische route is dan het profiel rapporteren bij WhatsApp, maar in mijn ervaring is dat bij enkel een profielfoto met een gewoon uitziende scene een langdurig verhaal.

Natuurlijk kun je een advocaat (die je vaak al hebt bij zo’n kennelijk vervelende scheiding) vragen om een boze brief te sturen. Die kan dan een beroep doen op portretrecht en/of AVG. Omdat het hier gaat om een geposeerde foto, zou je wellicht het ‘strenge’ portretrecht in kunnen roepen (art. 20 Auteurswet). Bij een geposeerde foto “in opdracht” is namelijk toestemming nodig van alle geportretteerden voor de publicatie, en in tegenstelling tot de AVG kun je je dan niet op een belangenafweging beroepen.

Gaat het om gewoon een snapshot, dan komt portretrecht op hetzelfde neer als de AVG: een belangenafweging van enerzijds de privacy van het kind en anderzijds het belang van die expartner om zichzelf en zhaar kinderen te mogen tonen (de vrijheid van meningsuiting). Ik zou normaal zeggen dat je dan uitkomt bij het belang van het kind en dus de foto weg moet halen, zeker als het ouderlijk gezag enkel bij de vraagsteller ligt. Zie mijn blog van april over een vonnis met die strekking.

Arnoud

 

Foto’s van je kinderen op internet plaatsen versus de AVG

Gedaagde heeft beeldmateriaal (foto’s en filmpjes) op social media geplaatst van het minderjarige zoontje van eiseres, zo opende een recent vonnis van de rechtbank Overijssel. Dat mocht niet van de ex-partner. Want voor het plaatsen van foto’s van minderjarigen die de leeftijd van zestien jaren nog niet hebben bereikt, is toestemming van de wettelijk vertegenwoordiger vereist. Althans, ongeveer. En over die ongeveer wilde ik het even hebben.

Heel kort: de vrouw in de relatie had met een andere man een kind gekregen, waar de gedaagde (ik denk ook een man) later ouderlijk gezag over kreeg. Dit gezag bleef gezamenlijk toen de relatie uitging. En op enig moment daarna plaatste de gedaagde foto’s van het kind op Facebook. De eiseres was het daarmee oneens en stapte naar de rechter.

De rechter is er werkelijk in één alinea mee klaar: er is toestemming nodig van de ouders voor publicatie van foto’s van kinderen, die toestemming moet van beide ouders komen en die is er niet, dus die foto’s moeten weg. Dwangsom 50 euro per dag, maximum 2.500 euro, boem u kunt gaan.

Inhoudelijk denk ik weinig mis mee, het is al vaker bepaald dat foto’s van minderjarigen niet tegen de wil van (een van) de ouder(s) door de andere ouder mogen worden gepubliceerd. Maar ik zie hier een veel voorkomend misverstand, namelijk dat de AVG (en UAVG) zeggen dat je áltijd toestemming van de ouders nodig hebt voor publicatie. Dat is namelijk niet waar.

Het misverstand komt door artikel 8 lid 1 AVG, dat begint met

Wanneer artikel 6, lid 1, punt a), van toepassing is in verband met een rechtstreeks aanbod van diensten van de informatiemaatschappij aan een kind, is de verwerking van persoonsgegevens van een kind rechtmatig wanneer het kind ten minste 16 jaar is. Wanneer het kind jonger is dan 16 jaar is zulke verwerking slechts rechtmatig indien en voor zover de toestemming of machtiging tot toestemming in dit verband wordt verleend door de persoon die de ouderlijke verantwoordelijkheid voor het kind draagt.
En daarbij is dan artikel 6 lid 1 sub a AVG de grondslag toestemming. Snel lezend staat hier inderdaad dat toestemming bij internetdiensten door minderjarigen niet kan, dat moeten de ouders of verzorgers geven. Maar lees het nog eens: er staat niet dat verwerken alleen mag met zulke toestemming, er staat dat als je met toestemming werkt, die toestemming moet worden verleend door de ouders.

Niets houdt je dus tegen om te verwerken met een andere grondslag, zoals uitvoering overeenkomst of een eigen gerechtvaardigd belang. Een kind van dertien dat zijn naam invoert in een chatdienst, hoeft geen ouderlijke toestemming. Die naam (een persoonsgegeven) is nodig voor de dienst, je moet aangesproken kunnen worden door medechatters en daar is je naam het logische element voor.

In dit geval had de mede-ouder het wellicht kunnen gooien op dat gerechtvaardigd belang, kort door de bocht zijn uitingsvrijheid. Of dat was gelukt, weet ik niet – je moet als publicerende ouder rekening houden met de privacy van je kind, en hoe je dat doet bij Facebookpublicaties is mij nog niet duidelijk. Maar het is dus zeker geen geval “geen toestemming = mag niet”.

Arnoud

Hoe zwaar weegt gezichtsherkenning in het strafrecht?

Het lijkt erop dat degene die op 5 augustus 2017 om 2.31 uur bij de geldautomaat is gefilmd, ook in de politiedatabase staat: Thomas. Zo introduceert Nu.nl een strafzaak waarin gezichtsherkenning door het politiesysteem CATCH centraal stond in het bewijs. Nadat ook twee onderzoekers de gezichten met elkaar vergelijken, concludeert het Centrum voor Biometrie namelijk dat Thomas veel overeenkomsten en geen significante verschillen vertoont met de persoon die om half drie ’s nachts pint. Hebbes, zegt de statistiek. Nope, zegt de rechtbank Den Bosch.

De strafzaak (vonnis) gaat over een hele trits feiten, niet alleen een keer pinnen met andermans pinpas, maar ook witwassen en lidmaatschap van een criminele organisatie. De rechtszaak is namelijk onderdeel van een groter onderzoek naar een bende die bankrekeningen plundert. En kennelijk is ‘Thomas’ (de naam is nep) de leider van dat netwerk want hij heeft statistisch gezien gepind met een gestolen pas?

Herkennen van mensen van foto’s is natuurlijk altijd lastig. Maar hier werd niet door menselijke getuigen of rechercheurs gekeken; het gaat om een automatisch gezichtsherkenningssysteem dat CATCH heet. De cijfers zijn schokkend: jaarlijks gaan zo’n duizend foto’s van verdachten door de database met 1.3 miljoen mensen. En dat levert dan 98 keer een match op. Nee, niet 980 of 98%, acht-en-negentig. Net geen honderd. Ja, ik val ook van mijn stoel.

Waarschijnlijk komt dat lage aantal omdat de meeste beveiligingscamera’s de kwaliteit van een aardappel hebben, als ik de beelden van Opsporing Verzocht mag geloven. Plus, veel criminelen weten natuurlijk dat ze hun gezicht moeten bedekken om niet te makkelijk herkend te worden. En men zal vast ook alleen een match willen geven als het systeem het heel zeker weet.

Maar hoe zeker is zeker? Dat weten we niet, en dat is ook fundamenteel lastig. Al is het maar vanwege de vraag of de werkelijke dader wel in het systeem zit. Anders krijg je gewoon “de best matchende persoon is deze” en als dat ook een hoog percentage betrouwbaarheid geeft, dan is de conclusie “dit is hem” snel gelegd. Natuurlijk kijken er dan nog mensen naar, maar “even checken, dit is hem toch” is heel wat anders dan “hier zijn duizend gezichten, welke is het”.

De rechtbank is er dan ook héél snel klaar mee:

De rechtbank is van oordeel dat in dit geval de ‘hit’ op verdachte in het zgn. CATCH-systeem (Centrale Automatische Technologie voor herkenning) onvoldoende is om te concluderen dat verdachte – buiten redelijke twijfel – als pinner kan worden aangemerkt. De opmerking dat twee onderzoekers zagen dat er veel overeenkomsten waren en geen significante afwijkingen, acht de rechtbank niet zodanig overtuigend dat de ‘hit’ als basis voor een bewezenverklaring kan dienen. Nu er buiten de herkenning geen andere bewijsmiddelen voorhanden zijn die verdachte verbinden aan een van de ten laste gelegde feiten, is de rechtbank van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken.

Bij een strafzaak moet het gaan om wettig en vooral overtuigend bewijs. Oftewel, geen redelijke twijfel. Enkel “hij lijkt best goed” is niet hetzelfde als “er is geen twijfel dat dit hem is”. Tussen de regels door lees ik dat de rechtbank alléén een fotoherkenning te weinig vindt. Had zijn telefoon even uitgepeild, een vingerafdruk genomen of iets anders dat hem op de plaats delict zet. Maar dit is echt te weinig.

Arnoud

Zweedse politie beboet voor gebruik gezichtsherkenning Clearview

De Zweedse politie heeft van de Zweedse privacytoezichthouder een boete van 250.000 euro opgelegd gekregen wegens het onrechtmatig gebruik van het gezichtsherkenningssysteem van het bedrijf Clearview AI. Dat meldde Security.nl onlangs. “De politie heeft onvoldoende organisatorische maatregelen ingevoerd om ervoor te zorgen dat het verwerken van persoonlijke data in dit geval volgens de wet plaatsvond”, aldus de Integritetsskyddsmyndigheten (IMY). Zo ontbrak een DPIA. Maar, zo lees ik op diverse plekken, wat is nu het probleem want de politie gebruikt dit toch alleen als hulpmiddel voor eerste leads?

De database van Clearview is opgebouwd door het scrapen van zo ongeveer alle social media sites, van Facebook tot Instagram en Venmo. En omdat die allemaal een Real Name Policy hebben, heb je een handige herkenningstool. Overheden leken de aantrekkelijkste doelgroep voor de dienst, dus daar is men heen gepivot en daarom lezen we nu dat er al tientallen zaken zijn opgelost van het soort waarvan je denkt “als ze nou toch de foto eens door Facebook heen konden halen dan hadden ze ‘m zo, de naarling”.

Nou ja, zoals ik vorig jaar zei:

[V]an bronnen blijf je af tenzij je kunt bewijzen dat je erin mag en dat je mag doen wat je van plan bent. En dat gaat natuurlijk hartstikke mis: die gegevens staan daar niet zodat Clearview er een matching tool mee kan maken maar omdat mensen zichzelf op social media willen presenteren. Dat is dus een doelbindingsprobleem, in het jargon. Ook gaat het mis met de informatieplicht: Clearview vertelt niemand dat hun foto in hun bestand verwerkt wordt en dat er matches zijn gedaan door politiediensten of andere snuffelaars. Dat is onderdeel van de transparantie die de AVG eist.
Dit zijn natuurlijk fundamentele bezwaren, maar ze zijn ook vrij abstract. En dat is lastig want het tegenargument is natuurlijk, als het de politie helpt een lead te vinden dan is dat toch mooi? Wat Clearview doet, is immers ‘gewoon’ dertig matches geven van mensen die lijken op de verdachte, met naam en Facebookprofiel er bij. Die namen trek je dan alsnog zelf door de politiesystemen. Hoe is dat anders dan een buurtonderzoek waarbij iemand zei dat zhij Wim ten Brink had gezien op de plaats delict?

Nou ja, dat is anders omdat je bij buurtonderzoek als agent zelf filtert. Je vraagt het aan mensen uit de buurt, je weet dat wat je binnenkrijgt een tip is zonder onderbouwing en je gaat dat zelf combineren met andere informatie. Dat in tegenstelling tot Clearview, dat pretendeert ‘echte’ matches te geven en daarmee hoge betrouwbaarheid suggereert.

Ook is het met zulke systemen mogelijk dat een vals positief wordt gegeven, waar je dan geen indicatie van hebt. Want die persoon lijkt wel natuurlijk, dus die moeten we het toch maar eens even gaan vragen. En dan krijg je een bekende valkuil, namelijk dat als je iemand als mogelijke verdachte benadert, je eerder bevestiging ziet van dat beeld.

Dit nog los van het feit dat Clearview zelf ook weer met de informatie aan de slag gaat – en hoezo mag een privaat bedrijf weten welke personen de politie zoekt?

Arnoud

Mag de makelaar van de buren je tuin met een drone fotograferen?

Een lezer vroeg me:

Een makelaar maakt opnames met een drone om beelden te gebruiken bij verkoop huis. Daarbij neemt hij ook beelden op bij de buren om de koper goed te kunnen informeren, bovendien zijn die beelden te zien op Funda. Mag dit?
Een drone is een bewegende camera die vanuit de hoogte filmt. Daarmee is de regelgeving over bewakingscamera’s en dergelijke niet van toepassing want die geldt alleen voor aangebrachte (op één punt staande) camera’s.

Met de AVG kom je ook niet heel ver, mits je de camera pas aanzet als er geen mensen in de tuin te zien zijn. Iemands tuin is geen persoonsgegeven. Je kunt een foto van iemands tuin zien als een inbreuk op zijn privacy (artikel 8 EVRM) maar dat zou voor mij wel sterk afhangen van hoe gedetailleerd die in beeld komt en voor welk doel de foto wordt gepubliceerd. Een overzichtsfoto van de te verkopen tuin met de aangrenzende percelen zie ik eerlijk gezegd niet als inbreukmakend.

Sinds 1 januari gelden nieuwe Europese regels voor drones. Deze vormen op diverse punten een aanzienlijke versoepeling ten opzichte van de oude, Nederlandse regels. Relevant voor deze vraag is dat er geen verbod meer is op het vliegen boven bebouwing, zolang je maar mensen ontwijkt.

Als de makelaar een drone van meer dan 250 gram heeft, dan moet zhij zich wel registreren – en bovendien een vliegbewijs hebben. Dat is alleen niet iets waar je als boze buurman iets mee kunt, de vlucht kun je niet tegenhouden omdat de makelaar geen vliegbewijs heeft.

Langdurig over jouw terrein vliegen of detailfoto’s maken is natuurlijk wél een probleem, juridisch gezien. Dat zou bij een makelaar niet moeten gebeuren omdat dat buiten diens opdracht valt. Maar, zoals de casus-spionerende drone neerhalen laat zien, het kan wel degelijk tot problemen leiden.

Arnoud

Mogen mensen je kind buiten fotograferen en op Facebook zetten?

Een lezer tipte me over deze Viva-forumdiscussie:

Vorige week werd ik getagged op Facebook in een bericht van een winkelcentrum in de buurt. Hierop staat mijn kind in het midden met verder alleen een ander persoon die je alleen van De achterkant ziet weglopen. Mijn kind zie je vanaf de zijkant en precies midden in de foto. Nu hebben ze de foto “bewerkt” en heeft mijn kind accessoires op zichzelf gefotoshopt gekregen van de fotograaf. Dit als onderdeel van het onderwerp van het Facebook bericht. Mag dit zomaar geplaatst worden zonder mijn toestemming?
De foto blijkt dus te zijn gemaakt door een fotograaf die ingeschakeld was door het winkelcentrum, en de accessoires zijn dingen die in het winkelcentrum te koop zijn. Daarmee werd niet geprobeerd het kind anoniem te maken, het lijkt veeleerder te zijn gegaan om de foto lekker grappig te maken.

Juridisch gezien is dit een typisch gevalletje “portretrecht niet in opdracht”, of onder de AVG een belangenafweging-legitiem-belang (u weet het, portretrecht bestaat niet meer sinds de AVG). Inhoudelijk komt het altijd op het zelfde neer: hoe groot was het belang van het winkelcentrum om deze foto zo te mogen tonen, en hoe groot is het privacybelang van het kind waar de ouders voor verantwoordelijk zijn?

Het gaat wat ver om te zeggen dat een winkelcentrum géén belang heeft. Ook een bedrijf heeft vrijheid van meningsuiting, maar hoe meer het naar zuiver commerciële reclame neigt hoe minder dat belang mee zal wegen. Zeker in situaties als deze waarin je makkelijk even kunt vragen aan geportretteerden wat ze ervan vinden, of lokale acteurs vragen, enzovoorts.

De privacy op de openbare weg is niet heel groot, maar zeker ook niet nul. Weliswaar mag iedereen je fotograferen op de openbare weg – en zo’n winkelcentrum is openbare weg ook al is ‘ie in privé eigendom – maar de publicatie daarvan moet nog steeds door die belangenafweging heen. En zeker bij kinderen mag je meer dan normaal verwachten dat ze met rust gelaten worden.

Een interessante zijsprong is nog of fotograferen in het winkelcentrum verboden is, zie de stickers bij de deur. Dan zou ik zeggen, dan heb je een hógere privacyverwachting. En dan maakt het niet uit dat de fotograaf voor het winkelcentrum werkte; je mag je onbefotografeerd wanen na zo’n sticker en het winkelcentrum moet dan meer dan normaal waarschuwen en opvolgen.

Alles bij elkaar neig ik naar: nee, deze publicatie moet eraf want er is niet even gevraagd of het kan.

Arnoud

Oma moet van rechter foto’s kleinkinderen van social media verwijderen

Een oma moet de foto’s die ze van haar kleinkinderen op Facebook en Pinterest heeft geplaatst verwijderen, omdat dit zonder toestemming van de moeder gebeurde. Dat las ik bij Security.nl. Dit is weer zo’n vonnis dat tot vele misverstanden en broodjeaapverhalen gaat leiden. In de kern komt het (niet verrassend) erop neer dat als je iets publiceert op internet, je onder de AVG valt en dat als je geen goed verhaal hebt waarom je mag publiceren, je fout zit omdat je dan niet eens toestemming hebt gevraagd. Maar wie nu harde regels concludeert als “oma’s hebben toestemming nodig voor kleinkindfoto’s”, die zitten minstens zo fout.

De vrouw en haar dochter hebben vanwege een ruzie al ruim een jaar geen contact meer met elkaar. De dochter heeft drie minderjarige kinderen, waarvan de oma dus foto’s op Facebook en Pinterest publiceerde. De moeder maakte daar bezwaar tegen omdat zij nooit toestemming had gegeven. Ook de vader had aangegeven niet te willen dat de oma dit deed.

Toen zij desondanks daarmee door bleef gaan, stapte de dochter naar de rechter. Ze hanteerde daarbij de AVG als vordering, omdat een publicatie van een foto immers telt als een verwerking van persoonsgegevens onder die wet. En je kunt er veel sneller mee rondkomen dan de klassieke vordering op grond van schending portretrecht.

Voor juristen is het totaal niet vreemd dat een publicatie van informatie over iemand op internet telt als “verwerking van persoonsgegevens”. Dat weten we al sinds 2003, toen het Hof van Justitie bepaalde dat “Deze bijeenkomst gaat niet door omdat mevrouw Lindqvist haar been gebroken heeft” op je website zetten onder de Wbp valt. Maar omdat de Wbp geen tanden had, trok niemand zich daar wat van aan.

De AVG heeft wél tanden, ook privaatrechtelijk: een verbod met dwangsom of een schadeclaim zijn prima te eisen. En deze wet heeft een brede scope. Een belangrijke uitzondering is daarbij wel de zuiver huishoudelijke en persoonlijke verwerking, zeg maar je eigen adresboek of digitale fotomap. Die valt buiten de AVG. Alleen kun je je afvragen of een publicatie op internet nog wel “persoonlijk” is, als willekeurige anderen deze kunnen zien. Daar had de oma niets over gezegd, het was niet duidelijk hoe afgeschermd de foto’s waren. En dan ga je als rechter maar uit van “ze zijn publiek” en dan val je dus buiten de uitzondering.

Dan gaat het mis:

In de UAVG is bepaald dat voor het plaatsen van foto’s van minderjarigen, die de leeftijd van 16 jaren nog niet hebben bereikt, toestemming van hun wettelijke vertegenwoordiger(s) is vereist.

Dat is niet wat in de UAVG staat en het is een van de hardnekkigste misverstanden. Artikel 5 UAVG zegt dat als toestemming nodig is, je bij minderjarigen toestemming van de ouders moet hebben. En dat is nadrukkelijk wat anders dan dat toestemming nodig is voor een verwerking. De AVG kent immers zes grondslagen, niet alleen de grondslag toestemming. Als jij een rechtsgeldige overeenkomst met een minderjarige hebt en daarvoor is verwerking van zijn persoonsgegevens nodig, dan is ouderlijke toestemming voor die verwerking niet aan de orde. (Concreet: een kind van 12 bestelt bij jou een doos Lego en jij geeft zijn adresgegevens aan PostNL voor het vervoer. Ouderlijke toestemming niet nodig, niet voor de verwerking en niet voor de bestelling an sich.)

Het is natuurlijk wel een vraag welke grondslag de oma dan had kunnen aanvoeren. De enige optie zou het eigen gerechtvaardigd belang zijn, wat neerkomt op dat oma een journalistiek belang zou inroepen (“verspreiding van feiten, ideeën en opvattingen”, niet voorbehouden aan media-organisaties). Maar zelfs bij een hardnekkig pleitbevechter voor een ruimhartige journalistieke exceptie in de AVG als ik zie ik niet hoe publicatie van die foto belangrijker is dan de privacy van het kind. In ieder geval niet in deze situatie waarin er kennelijk ook een ouder-kind conflict is.

Arnoud

Ik word gefotografeerd als ik iemands huis fotografeer, mag dat?

Een lezer vroeg me:

Ik fotografeer graag huizen. Wanneer ik een huis zie dat voldoet en waar ik een gevoel bij krijg dan neem ik vanaf de openbare weg, vaak staand op mijn auto, foto’s. Nu iedereen dus thuis zit ben ik afgelopen week al meerdere malen aangesproken door enkele buurtgenoten van het desbetreffende huis die vervolgens mij + nummerplaat gaan fotograferen met hun mobieltje. Waarschijnlijk om een beetje stoer te doen of het door te sturen naar de politie. Dat is toch de omgekeerde wereld? Waar sta ik juridisch?

Het is inderdaad toegestaan om vanaf de openbare weg huizen (of andere objecten, of zelfs dieren) te fotograferen wanneer je daar zin in hebt. Dat valt onder de vrijheid van informatiegaring, deel van de vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM). Je doel bij de foto’s of het artistiek niveau van de resultaten doet er niet toe.

Portretrecht, de AVG of je eigendomsrecht inroepen als huiseigenaar gaat hem niet worden. Ook dat het onprettig voelt dat iemand met een camera voor je huis staat is geen argument. Alleen als je mensen op de foto zet dan kan privacy in beeld komen, en bij heel vaak op dezelfde plek komen fotograferen héél misschien het argument stalking maar die zie ik eerlijk gezegd niet.

Die huiseigenaren of buurtgenoten die gaan “terugfotograferen” zitten dus iets lastiger in de race, want zij maken nadrukkelijk wel foto’s van een herkenbaar persoon. Dat is ook vrije informatiegaring maar zij moeten rekening houden met de belangen van de persoon die ze op de foto zetten.

De vraag daarbij is dus met welk doel zij dat doen. Stoerdoen is een zuiver particulier doel en dat valt buiten de AVG. Daar is juridisch dus niets tegen te doen. Als ze de foto’s gebruiken voor het geval de fotograaf iets raars blijkt te gaan doen (een inbraak plannen, stalking, kidnapping, ik noem eens een dwarsstraat) dan is dat ook nog te rechtvaardigen. Maar ander doelen zouden niet toegestaan zijn, denk aan de foto preventief op Twitter zetten “wie kent deze rare man met telelens”.

Arnoud