Twee Amerikaanse muzikanten hebben alle technisch mogelijke melodieën gegenereerd op een synthesizer, daar copyright op aangevraagd en vervolgens de hele bups aan het publiek domein geschonken. Dat meldde Vice onlangs, overigens het enige online medium dat me tegelijk knappe én tenenkrommende artikelen voorschotelt. De gedachte achter het experiment was de kans op rechtszaken over gelijkende muziek te verkleinen, omdat iedereen nu kan zeggen dat hun melodie afgeleid is van deze publieke deuntjes en dus niet van de geldbeluste concurrent die drie noten meende te herkennen. Zo werkt het helaas niet, maar het idee is zeer nobel.
Muziekauteursrecht is een lastig ding, omdat het daar vaak gaat om of dingen “gelijkend klinken” en dat is niet hetzelfde als dat het bladmuziekschema overgetypt is. In België had je ooit die zaak dat Madonna’s Frozen inbreuk maakte op een Belgisch muziekwerk (wat later weer anders bleek te liggen), en in de VS is het nog extremer: daar is zo ongeveer het klinkt conceptueel hetzelfde juridisch genoeg om van inbreuk te mogen spreken. Een buitengewoon vage toestand, die zeker in sue-happy USA snel leiden tot dure schikkingen.
Muzikanten Damien Riehl and Noah Rubin hadden daar een mooie brute force oplossing voor:
To determine the finite nature of melodies, Riehl and Rubin developed an algorithm that recorded every possible 8-note, 12-beat melody combo. This used the same basic tactic some hackers use to guess passwords: Churning through every possible combination of notes until none remained. Riehl says this algorithm works at a rate of 300,000 melodies per second.
Het resultaat werd geregistreerd bij het US Copyright Office (wat in de VS moet om statutory damages te claimen, maar formeel geen vereiste is voor het hebben van een copyright, maar goed tot 1978 werkte dat anders en juristen zijn nu eenmaal ouderwets) en daarna verklaarde men het werk publiek domein. (Klik hier voor archief.) Dus nu kan iedereen die melodieën pakken en ermee doen wat men wil. Eventuele claims dat men andermans rechten schendt door gelijkenis van melodie zijn dus eenvoudig te pareren, want er is gewoon uit dat publiek domein geput.
Nou ja, niet helemaal. Inbreuk gaat niet alleen maar over gelijkenis, en een verweer moet meer zijn dan “ik had het ook uit die publiek domein set van Riehl en Rubin kunnen pakken”. Als jouw werk veel lijkt op dat van een ander, dan moet je aantonen dat je het echt hébt ontleend uit die set van die twee. En het is goed mogelijk dat die ander die melodie net even wat had bewerkt en daar een eigen auteursrecht op heeft, zoals bij de Nokia Tune die één noot verschilt met een publiek domein werk maar écht wel eigen creativiteit kent.
Een tikje jeuk krijg ik van de redenering van Riehl en Rubin dat omdat MIDI bestanden nummers zijn:
“Under copyright law, numbers are facts, and under copyright law, facts either have thin copyright, almost no copyright, or no copyright at all,” Riehl explained in the talk. “So maybe if these numbers have existed since the beginning of time and we’re just plucking them out, maybe melodies are just math, which is just facts, which is not copyrightable.”
Nee, zo werkt het niet. Een boek is ook maar een getal als je ‘m als PDF opslaat, maar toch zit er auteursrecht op een boek. Een melodie is gewoon auteursrechtelijk beschermd omdat er creativiteit in het samenstellen daarvan is gaan zitten.
De tentamenvraag is dan ook: zit er creativiteit in het brute force verzamelen van alle melodieën?
Arnoud