Driestappentoets voor Nederlandse thuiskopieregeling (2)

Een tijd geledenOp 29 juni heeft SP-Kamerlid Gerkens kamervragen gesteld over de thuiskopieregeling. De antwoorden zijn nu al(!) binnen:

Bij vraag 1 bevestigt de minister dat de thuiskopieregeling ook geldt bij kopiëren vanaf een illegale bron. Het antwoord op vraag 2 is typisch ambtenarentaal, dus dat citeer ik integraal:

Vraag 2
Zijn deze bepalingen ook van toepassing op het aanbod van werken op het internet?
Antwoord
Ja.

Het belangrijkste is het antwoord op vraag 4, 5 en 6 over de Berner driestappentoets, drie eisen die de Berner Conventie stelt aan beperkingen op het auteursrecht. De vraag of de thuiskopieregeling aan die toets voldoet, beantwoordt de minister met een volmondig ja:

De drie-stappen-toets is bij de vormgeving van de thuiskopieregeling in acht genomen en ligt besloten in de voorwaarden die aan de inroepbaarheid van de privékopie-exceptie worden gesteld (Kamerstukken II 2002- 2003, 28 482, nr. 5, blz. 18). In de thuiskopieregeling komt dit met name tot uitdrukking in het feit dat het moet gaan om een privékopie a) uitsluitend voor eigen studie, oefening of gebruik, b) gemaakt zonder direct of indirect commercieel oogmerk en c) van de natuurlijke persoon die de kopie maakt. Daartegenover staat, zoals gezegd, de aanspraak van rechthebbenden op een billijke vergoeding.

Gezien recente ontwikkelingen, met name op het gebied van legale webwinkels voor films en muziek, en ook gezien afwijkende wetgeving in andere Europese landen, wil de minister in 2008 bekijken of een wijziging van deze regeling wellicht gewenst is.

Gevonden via Volledig Bericht, pardon Boek 9. Ook op Solv.

Arnoud

Driestappentoets voor Nederlandse thuiskopieregeling

SP-kamerlid Arda Gerkens heeft kamervragen gesteld over de thuiskopie. (UPDATE: zie de antwoorden) Planet meldt dat de vragen ingegeven zijn door de angst dat onze thuiskopieregeling, die downloaden van illegaal aangeboden muziek en films toelaat, wel eens door “Brussel” ongedaan gemaakt kan worden.

Richtlijn 2001/29/EG bevat nieuwe regels over auteursrecht die alle EU-lidstaten moeten invoeren. Nationale wetten die in strijd zijn met die regels, moeten worden aangepast. Deze richtlijn staat weliswaar toe dat een lidstaat een thuiskopie-regeling hanteert (artikel 5 lid 2), maar zo’n regeling moet dan wel aan de zogeheten Berner driestappentoets voldoen. Dat wil zeggen, de drie eisen die de Berner Conventie stelt aan beperkingen op het auteursrecht. Een land mag dus alleen beperkingen op het auteursrecht invoeren die aan die drie eisen voldoen.

De drie eisen zijn:

  1. de beperking mag alleen gelden voor bepaalde bijzondere gevallen
  2. er mag geen afbreuk worden gedaan aan de normale exploitatie van werken of ander materiaal
  3. de wettige belangen van de rechthebbende mogen niet onredelijk worden geschaad.

Dit zijn zelfs voor juristen vaag omschreven criteria. Advocaat en auteursrecht-expert Kamiel Koelman bijvoorbeeld was in 2006 uitgesproken kritisch over deze toets:

De driestappentoets is het resultaat van een diplomatiek compromis. Hij is geschreven om internationaal overeenstemming te bereiken. De toets is niet ontwikkeld om als criterium te dienen bij beantwoording van de vraag of gebruik in een voorliggend geval onder het verbodsrecht behoort te vallen en is daarvoor dan ook niet geschikt.

Het grootste probleem is dat de toets alleen uitgaat van de belangen van de rechthebbende. Een groot maatschappelijk belang bijvoorbeeld kan niet eenvoudig in deze toets worden meegewogen. De enige mogelijkheid daarvoor is door te stellen dat dat belang het “redelijk” maakt om de belangen van de rechthebbende te schaden. Dat is niet automatisch het geval.

Hoe zou nu onze thuiskopie-regeling passen in deze toets?

De beperking mag alleen gelden voor bepaalde bijzondere gevallen: kopiëren in de privésfeer is waarschijnlijk wel te zien als zo’n “bijzonder geval”. De wetgever moet een bepaald algemeen belang nastreven met de regeling. En het doel van onze thuiskopie-regeling is te voorkomen dat wat mensen thuis doen, ineens een strafbaar feit zou worden.

De wettige belangen van de rechthebbende mogen niet onredelijk worden geschaad: omdat de thuiskopie-regeling een vergoeding kent (op lege dragers), is hieraan voldaan. Het is vrij geaccepteerd dat een beperking waar een vergoeding tegenover staat, aan deze eis voldoet.

Er mag geen afbreuk worden gedaan aan de normale exploitatie van werken of ander materiaal: hier zal waarschijnlijk het knelpunt zitten. Wat is “normale” exploitatie en wanneer doet een beperking daar afbreuk aan? Je kunt betogen dat een uitzondering op het auteursrecht de normale exploitatie niet aantast, omdat het tenslotte een uitzondering op auteursrecht is. Maar dan betekent deze zin niets. Een uitzondering mag omdat het geen afbreuk doet omdat het een uitzondering is. Dat is een cirkelredenering.

Je kunt ook uitgaan van de mogelijkheden om geld te verdienen, wat toch een doel is van het auteursrecht. Zoals Koelman het zegt: als het niet reëel is om te verwachten dat de maker daar geld mee kan verdienen, dan mag het gebruik onder een beperking vallen. Dat klinkt redelijk.

Alleen: dankzij Internet kan nu zowat elke vorm van gebruik in theorie worden gecontroleerd en afgerekend. In plaats van een thuiskopie te downloaden, kunnen mensen tenslotte ook via Internet een origineel kopen. Daarmee doet de regeling afbreuk aan de normale exploitatie. Zeker als de thuiskopie van een illegale bron gemaakt wordt. Dus maakt zo’n theoretische mogelijkheid het nu verboden om dit via een beperking gratis toe te staan?

Het kan nog wel even duren voor er antwoord komt.

Arnoud

Illegaal downloaden bestaat (bijna) niet!

Downloaden is in Nederland volstrekt legaal, ongeacht de bron, mits de download maar strikt voor eigen gebruik ingezet wordt. Jammer dus dat het Emerce artikel Meeste legale downloads door jongeren toch weer spreekt van “illegaal downloaden”.

Gemiddeld genomen downloaden nog evenveel mensen hun muziek illegaal via het internet als in 2005 (84 procent). Opvallend is wel dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden bij de ondervraagde doelgroepen. Waren het in 2005 vooral de 8- tot 17-jarigen die illegale muziek downloadden (86 procent), tegenwoordig zijn het voornamelijk de 18- tot 35-jarigen (93 procent). Daarnaast valt op dat in 2005 één op de vijf respondenten legaal muziek downloadt en in 2007 één op de drie.

De aanbieders van materiaal zonder toestemming handelen natuurlijk wel in strijd met de auteurswet.

Arnoud