Het mensenrecht op downloaden?

satelliet-schotel-ontvangst-meningsuiting-informatievrijheid-restrictie-prikkeldraad.jpgEen verbod op downloaden is in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, zo las ik gisteren in Trouw. Hendrik Rood van van Stratix zegt in dat artikel namelijk:

In [het EVRM] is vastgelegd dat een inwoner van Europa niet belemmerd mag worden bij het ontvangen van informatie. Overheden mogen die ontvangst niet blokkeren en ook bedrijven mogen dat niet. Dit recht op informatie is sindsdien herhaaldelijk door de Europese Unie herbevestigd.

Inderdaad, artikel 10 EVRM bepaalt dat “een ieder recht heeft op vrijheid van meningsuiting” en rekent daar ook het ontvangen van inlichtingen of denkbeelden onder. De overheid, maar ook private partijen, mogen je niet zomaar hinderen bij deze ontvangst. Vandaar dus dat een woningbouwvereniging of vereniging van eigenaren niet zomaar het ophangen van satellietschotels aan je gehuurde appartement kan verbieden.

Maar om daar nu uit te concluderen dat downloaden dus te allen tijde mag gaat me ook weer te ver. Lid 2 van dit artikel biedt namelijk wel degelijk mogelijkheden om grenzen te stellen aan de uitoefening van dit mensenrecht. Eén van die mogelijkheden is “de bescherming van de rechten van anderen”, en het auteursrecht is een voorbeeld van zo’n recht.

Het Scientology-arrest is bij mijn weten de enige keer waar een hogere rechter zich moest uitlaten over de vraag of het mensenrecht van artikel 10 EVRM boven het auteursrecht kon gaan. Het antwoord was “ja mits”, en de mits legde hier een hoge drempel. Belangrijk aspect in die zaak was namelijk dat Scientology a) geen commercieel doel had met haar auteursrechten en b) “met hun leer en organisatie de verwerping van democratische waarden niet schuwen”. Daar kwam bij dat de teksten al openbaar waren via de Amerikaanse rechtbank.

Dus ja het kán maar het is wel zeer uitzonderlijk. Er zal een zeer zwaarwegende reden moeten zijn, bijvoorbeeld politieke discussie of een belangrijk maatschappelijk debat, op grond waarvan auteursrecht opzij gezet kan worden. “Gewoon willen downloaden” is ben ik bang niet genoeg daarvoor. Zoals professor Hugenholtz het in 1999 formuleerde (Word-file):

[T]he European Commission has been reluctant to accept freedom of expression and information arguments in cases where property rights in information are merely exercised to ensure remuneration, and the flow of information to the public is not unreasonably impeded. For European legislatures the message is clear: as long as licenses are made available under reasonable conditions, or statutory licenses apply, the European Court is unlikely to find that copyright and Article 10 collide.

Dat stukje over “statutory licenses” oftewel in goed Nederlands “heffingen” intrigeerde me. Aan de thuiskopie-exceptie zit immers al langer een heffing gebonden, tenminste als je downloadt of kopieert naar CD’s, DVD’s en dergelijke. Met even doorzoeken vond ik dan ook dit artikel van Robert Jacob Danay over peer-to-peer informatieverspreiding versus auteursrecht. Hij past het EVRM strak toe: de hoofdvraag is hierbij altijd of het gehanteerde middel om de meningsuiting of informatiegaring te beperken wel het minst inbreukmakend is. In plaats van iets keihard verbieden zou je het ook in beperkte vorm kunnen toestaan bijvoorbeeld.

Als je dat vertaalt naar downloaden en filesharen, dan wordt de vraag dus: is er een maatregel te verzinnen die ontvangst van informatie minder belemmert dan een verbod? En het antwoord daarop van Danay is: jazeker, je kunt ook gewoon heffingen instellen. De bekende “internet tax” of downloadtoeslag dus. Hiermee worden rechthebbenden ook gecompenseerd, en de informatievrijheid wordt minder aangetast dan bij een keihard verbod. En die toeslag geldt dan dus voor down- én uploaden.

Terugkomend op het artikel in Trouw: Rood heeft dus gelijk dat het kan, maar er zal wel iets aanvullends nodig zijn in de wet om dit op een juiste manier te regelen.

Arnoud