Almelo past APV aan voor online ordeverstoringen

Burgemeester Gerritsen van Almelo kan binnenkort eisen dat een opruiend bericht op social media wordt weggehaald. Dat meldde Gemeente.nu onlangs. Hij kreeg deze bevoegdheid op grond van een aanpassing aan de Algemene Plaatselijke Verordening (apv) van de gemeente. Naast dwangmiddelen tegen de plaatser van zo’n bericht kan de gemeente ook de beheerder van websites of sociale mediaplatforms sommeren de uitingen te verwijderen. Kan dat zomaar? Ja en nee.

De problematiek van online ordeverstoringen is al vaker langsgekomen hier. De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde in de gemeente, en heeft daarvoor bijzondere bevoegdheden onder de Gemeentewet. Zo oefent hij toezicht uit op openbare evenementen, kan hij gebouwen sluiten (ook woningen) en mag hij gebieden tot risicogebied verklaren zodat de politie vergaande maatregelen mag nemen.

Oproer in de kiem smoren is daarbij een logische optie, niet verrassend dus dat de burgemeester op kan treden tegen mensen die oproepen tot ordeverstoringen of anderen daartoe aanzetten. En let wel: het is dan niet nodig dat het gaat om strafbare feiten, het gaat om ordeverstoring en dat is een lagere lat dan het strafbare feit opruiing – daarbij roep je op tot geweld. “Laten we met zijn alleen voor de deur van het gemeentehuis gaan zitten, dan kan niemand er langs” is een ordeverstoring maar niet strafbaar.

Op Twitter of Feesboek gaan roepen is natuurlijk veel effectiever dan in het park, onder meer omdat je dan mensen vanuit het hele land kunt bereiken. Dan maakt je oproep sterker, maar de aanpak is lastiger: wat nou als jij niet in de gemeente zit waar je tegen oproept? Of als je niet kunt achterhalen wie het is, wat dan. Dat wringt voor burgemeesters, die verwachten dat het kanaal waarmee de oproep wordt gedaan, niet uitmaakt als de oproep de orde verstoort.

Almelo wil dat aanpakken en regelt dat in de APV, de plek waar je als gemeente regels stelt over de openbare orde. De basisregel is simpel:

Het is verboden om via digitale middelen, onder andere via internet, virtuele ruimtes en sociale media, uitingen te doen, te delen en/of in stand te laten, die kunnen leiden tot een fysieke verstoring van de openbare orde binnen het grondgebied van de gemeente Almelo, dan wel voor het ontstaan van een ernstige vrees daarvoor.
Beheerders van dergelijke platforms en ruimtes is het eveneens verboden dergelijke berichten te laten staan en moeten op last van de burgemeester deze weghalen. Dat is simpel genoeg opgeschreven, maar is het handhaafbaar?

Een eerste praktisch punt is natuurlijk hoe de burgemeester de in Almelo geldende regels kan handhaven als iemand in het aangrenzende Wierden via Facebook opruiiende berichten verspreidt. De politie kan niet in Wierden iemand arresteren op grond van een regel uit het Almelose wetboek, immers.

Een meer fundamenteel tweede punt is dat het hier gaat om berichten, om uitingen. En dan komen we in de vrijheid van meningsuiting terecht, die in de Grondwet geregeld is en daarmee niet zomaar in een lokale wet ingeperkt kan worden. Art. 121 Gemeentewet zegt dan ook:

De bevoegdheid tot het maken van gemeentelijke verordeningen blijft ten aanzien van het onderwerp waarin door wetten, algemene maatregelen van bestuur of provinciale verordeningen is voorzien, gehandhaafd, voor zover de verordeningen met die wetten, algemene maatregelen van bestuur en provinciale verordeningen niet in strijd zijn.
De vraag is dan ook hoe een verbod op dergelijke (niet strafbare, wel tot onlusten aanzettende) berichten te rijmen is met de wettelijk vastgelegde uitingsvrijheid. Een gemeente mag bijvoorbeeld niet het roken op straat verbieden omdat de regels voor waar je mag roken al in de Tabakswet staan (art. 10 met name). Om dezelfde reden mag een gemeente geen eigen verkeersregels maken, maar alleen de regels toepassen uit de landelijke Wegenverkeerswet.

Punt is natuurlijk dat er ook weer nergens staat dat je alles mag zeggen tenzij dat strafrechtelijk verboden is. Er zijn genoeg andere wetten die uitspraken verboden kunnen maken. Dus het is niet heel hard gegeven dat een burgemeester geen uitingen kan verbieden – sterker nog, het hele punt begon met dat de burgemeester wel uitingen mag verbieden als die aanzetten tot oproer of gedoe, en vanuit dat perspectief moet het er helemaal niet toe doen of die uiting op een zeepkist, TikTok of sms-bom plaatsvond.

De discussie blijft op zeker moment hangen bij “het zou kunnen misschien wel misschien niet”. Daarom is het goed dat Almelo heeft doorgepakt, nu is er een basis waar proefprocessen over gevoerd kunnen worden. Ik moet zeggen dat ik zelf geen betere insteek had kunnen bedenken in de formulering: geen internetverbod, maar een gericht verbod op de berichten en een last tot weghalen van die berichten en niet meer.

Arnoud