Hoe gaat de jurist van de toekomst eruit zien? #legaltechtuesday

Mijn blog van volgende week over het uurtarief raakte aan een teer punt, gezien het aantal reacties in de mail dat ik erop kreeg. Een jurist is toch een kenniswerker, die uiteindelijk zijn uren inzet verkoopt. Dus je kunt wel vaste prijzen ergens op hangen, maar dat blijft in feite het afronden van een urenschatting en jezelf dan ruimte (of krapte) geven om het werk daarbinnen te doen. En meer algemeen, het werk dat juristen doen dat is toch eigenlijk altijd gespecialiseerd werk, maatwerk, is een vaste prijs dan wel logisch?

Natuurlijk, het beroep van de jurist is ooit begonnen als een specialisme, en de kennis van de jurist heden ten dage is gespecialiseerd en vrij uniek. Dus het is niet gek dat als je dan leest over veranderingen in het beroep, dat je dan denkt hoe je specialisme gewaarborgd blijft bij zulke veranderingen. Maar ik blijf het zeggen: het gaat niet om dat gespecialiseerde, het gaat juist om het standaardwerk. Hoewel ook juristen en advocaten zich veelal zien als leveranciers van uniek maatwerk (de term ‘kleermaker’ komt heel vaak langs), is een hele berg van het werk juist standaard.

Het lastige is alleen dat wij juristen veel beter dan anderen kunnen aangeven waarom ook dat standaardwerk eigenlijk volledig op maat geleverd moet worden. Onze dienstverlening is immers het zoeken naar risico’s en problemen, de ernst daarvan onderstrepen en een oplossing aandragen die gevolgd móet worden op straffe van hoge boetes en ander juridisch onheil. (Weinig mensen kunnen zeggen dat een fout in hun werk kan leiden tot een strafproces tegen de directie.) En dat wordt vaak gevolgd, mede omdat het specialisme met enige mystiek omhuld is en de gevolgen heel ernstig klinken.

Bovenstaande is overigens niet perse onwáár. Het klopt dat een onjuist advies over zeg een afspraak met de concurrent dat gevolg kan hebben. Of dat een foutje in een NDA kan leiden tot een jarenlange rechtszaak met miljoenenclaims. Maar dat zijn de uitzonderingen, en niet de dagelijkse praktijk. Die gaat over “kan ik dit tekenen want ik wil koffie drinken met die leverancier”. Het advies moet daarmee in proportie zijn. Een standaardzaak vraagt om een standaardantwoord. De bijzondere risico’s horen afgekapseld te zijn of afgevangen te worden als hun waarschijnlijkheid hoog genoeg wordt.

Belangrijker voor mij is de realisatie dat als je als jurist dit niet doet, anderen dit wel gaan doen. Neem het opstellen van algemene voorwaarden. Het beschermen van een ondernemer met duidelijke regels voor zijn handelsverkeer is typisch iets waar je een jurist voor inzet. Welke risico’s loopt die ondernemer en hoe dekken we dat af? Toch is juist het product “algemene voorwaarden” iets dat uit zó veel bronnen te krijgen is, van Kamer van Koophandel tot handige boekhouder tot vele online diensten waar je ze al dan niet met vragenlijst gratis, goedkoop of duur verkrijgt. Er zijn inderdaad nog steeds advocaten die 12.000 euro voor een set AV kunnen vragen maar dat is niet de bulk van het werk.

Je kunt volgens mij als jurist dan twee kanten op. Of je zegt, ik ben echt een specialist en mij moet je hebben als je situatie niet zo standaard is, of juist, ik kan dat standaardwerk prima leveren en de moeilijke gevallen schuif ik door. De natuurlijk neiging is volgens mij om meteen dat eerste te kiezen, maar besef dat dat maar een beperkte doelgroep (en dus hoeveelheid werk) aantrekt.

Daar staat tegenover dat wie het standaardwerk betreedt, meteen dus die KVK, handige boekhouder en online diensten tegenover zich krijgt. Want die kunnen het standaardkunstje ook, en zijn gehaaider in het binnenhalen van standaardklantjes tegen een lagere prijs. En ja komt ie weer met z’n Susskind: de commodificatie in de juridische wereld is al een héél groot eind gevorderd. Voor veel producten zelfs naar gratis.

Toch biedt dat ook kansen, juist voor juristen die meer kunnen dan die boekhouder maar niet meteen de superspecialist willen zijn. Jezelf onderscheidend maken bovenop commodity producten is dé manier om te groeien in zo’n markt. Dus: wat is jouw toegevoegde waarde bovenop zo’n generator? Wat wil de klant dat een boekhouder niet kan?

En nee, het antwoord is natuurlijk niet “perfect maatwerk met alle risico’s volledig uitonderhandeld en weggezet”. Voor mij is dit precies de sweet spot om legal tech in te zetten: die levert het standaardwerk dat de aanloop is voor jouw maatwerk. Om bij mezelf te blijven, dankzij NDA Lynn reviewen mijn klanten hun NDA’s in vijf minuten, en ze betalen mij vervolgens om inhoudelijk antwoord op de gekke vragen te krijgen. Ik ben daardoor de hele dag bezig met gekke dingen in NDA’s en dat vind ik dan weer leuk.

Dat is hoe de jurist van de toekomst zichzelf moet herdefiniëren: waar is mijn toegevoegde waarde bovenop de technologie, bovenop de commodity.

Arnoud

De toekomst van legal tech: verdwijnen naar de achtergrond

“De Nederlandse legal tech-markt is nog onvoldoende rijp en te onvolwassen om de vorm van geïntegreerde dienstverlening die we voor ogen hebben, succesvol te laten zijn.” Dat las ik half december in Advocatie. Merkwaardig, ik had niet het idee dat de rijpheid van de technologieleveranciers het grote probleem was bij de adoptie van legal tech in de juridische dienstverlening. Ik denk wel dat de term legal tech steeds meer naar de achtergrond gaat drijven – of zelfs gaat verdwijnen – en zie dat in 2020 al wel beginnen. Want uiteindelijk gáát het niet om de tech.

Legal tech is de verzamelnaam voor een bonte verzameling van technologieën en diensten die het juridische werk gaan transformeren. Van apps tot saas en van AI bots tot smart blockchains, je kunt het zo gek niet bedenken. Alle aspecten van juridische diensten worden daarbij aangepakt. Je hebt chatbots die parkeerboetes aanvechten, AI’s die dossiers doorspitten op zoek naar verborgen pijntjes en beslisboomdiensten om adviezen te genereren, opinies te checken of documenten samen te stellen.

Weet u nog dat u stopte met papieren formulieren en online ging tijdschrijven, reizen declareren en vakantiedagen aanvragen? Of dat u stopte met dicteren en zelf in Word uw dagvaardingen en adviezen typte? Of dat u stopte met adverteren in de krant en ging Twitteren? (Ik hoop dat ik zo alle generaties heb gehad.) Allemaal voorbeelden van technologieën die we met enige skepsis maar ook gevoelens van hype en vernieuwing ontvingen, en die we ondertussen doodnormaal vinden.

Want dat is de grap achter innovatie: zolang we het niet gebruiken is het nieuw, inspirerend maar misschien ook eng. En zodra we er aan gewend zijn, is het doodnormaal en gaan we het geen innovatie meer noemen. Een grapjas definieerde artificial intelligence dan ook eens als datgene wat een computer binnenkort kan. Zodra hij het nu kan, is het gewoon een knopje in Word of een site waar je een document uploadt.

Legal tech is voor veel organisaties een typisch voorbeeld van een innovatie die ietwat spannend voelt. Zoals ik in december al schreef: de adoptie van legal tech in een organisatie is vooral een kwestie van verandermanagement, en dat is eigenlijk altijd een zware dobber. Zeker in organisaties waar men gewend is op risico’s te sturen (zoals juridische dienstverleners). Daarom is er de nodige aarzeling en vertraging in de adoptie.

Maar de ervaring leert ook dat wanneer die innovatie eenmaal geaccepteerd wordt, hij binnen de kortste keren normaal is. Dan is het gewoon het knopje dat zegt dat het contract voldoet aan de business-eisen of dat de dagvaarding correct is opgesteld. Als we daar zijn, dan is legal tech een succes – maar noemt niemand het meer legal tech. De grootste toekomst voor legal tech is dus zo snel mogelijk verdwijnen.

Arnoud

Legal tech laten werken gaat vooral om verandermanagement #legaltechtuesday

Legal tech, ik schrijf er het hele jaar al over. Technologie die de juridische sector gaat veranderen. Niet alleen maar efficiënter werken, maar op een heel nieuwe manier werken. Het maakt bijvoorbeeld nogal wat uit of je sneller in je standaardcontract kunt werken, of dat je standaardcontract gewoon staat met twee klikken en je daarna tijd over hebt voor het échte aanpaswerk in dat contract. En de grap is: dat enorme voordeel, die belofte van legal tech, is meteen ook de grootste zwakte. Want je vraagt dan aan mensen om hun werk anders te doen.

Ja, dan heb ik het over verandermanagement. Een van de taaiste onderwerpen binnen bedrijven. Je kunt nog zo veel mooie shiny tools het bedrijf binnenrijden, als mensen er niet aan willen omdat ze hun oude hulpmiddelen zo prettig vinden, dan gebeurt het niet. Dan blijft dat nieuwe ding aan de kant staan stof te happen. In menig organisatie is ooit een prachtig customer relationship management-tool ingevoerd, waar weliswaar de basisgegevens staan maar alle échte informatie zit in een Excelsheet, Outlookpagina of achterhoofd van de medewerkers. Dat werkt namelijk al 20 jaar prima, en die nieuwe tool kost echt even veel tijd en moeite. Idem voor legal tech tools die bijvoorbeeld contracten genereren met een vragenlijst; leuk ding maar menig collega pakt toch even dat Word document van de vorige keer.

Ergens is dat raar. Je zou zeggen, als de hoogste baas zegt, dit gaan we nu doen met tool X, dan gaat iedereen dat doen. Instructie van de werkgever is wet, nietwaar? Maar helaas voor vele gefrustreerde werkgevers werkt het niet zo, zeker niet met tools voor het dagelijks werk. Mensen zijn gewend aan een manier van werken, en verwachten dat de nieuwe tool dat ook doet. Dat is natuurlijk niet zo, dus dat roept frustratie op. Wordt die niet opgepakt, dan grijpen mensen terug naar de oude manier van werken. En als je dáár dan niet hard op wordt afgerekend, dan is er natuurlijk geen reden om veranderen meer.

Specifiek in de juridische sector speelt er nog een extra factor. Wij juristen en advocaten zijn gespitst op het leveren van de hoogste kwaliteit, en vooral op het uitsluiten van risico’s. We kunnen die risico’s ook met de meest bloemrijke taal in de zwaarste akkoorden aanzetten, dat is immers ons werk. Dat maakt het extra lastig om nieuwe tools in deze sector te introduceren, want je moet dan al die risico’s adresseren om überhaupt het ding over de drempel te krijgen. En daarnaast moet je het wantrouwen wegnemen of die tool wel net zo goed werkt als de oude manier van werken.

Neem documentgeneratie (iets waar mijn eigen bedrijf tools voor levert). We willen graag het beste contract neerzetten, ook als het een ‘simpele’ standaardklus is – er is immers geen simpele klus, er zijn alleen verdacht eenvoudige situaties en cliënten die ondoordacht een businessdeal sluiten. Dat contract moet dus gewoon goed. Starten vanuit een model is prima, maar staat er wel in wat ik vind dat nodig is? Worden de risico’s waar ik op stuur, wel geadresseerd in deze tool? Als ik daar geen zekerheid voor kan krijgen, of net zo lang bezig ben dat te controleren, dan doe ik het wel gewoon ouderwets met het vorige contract waar ik de namen uit aanpas.

Hier doorheen breken is buitengewoon moeilijk. Nog los van de tijd die je nodig hebt om mensen de nieuwe tool te leren – allereerst moet de wil er zijn de nieuwe tool te leren kennen. En die wil komt er niet enkel omdat de nieuwe tool er is en “legal tech” heet of met een robot in toga wordt gepromoot. Daar is meer voor nodig; overtuigingskracht en inzicht, vertrouwen dat dat nieuwe systeem echt minstens zo goed is als het oude. En als dat niet werkt, ook negatieve prikkels. Maar ja, welk kantoor durft écht Word eruit te gooien om zo de advocaten te dwingen naar de nieuwe omgeving?

Arnoud