Spam als meningsuiting

Onder de categorie “leuk geprobeerd” las ik donderdag in the Inquirer een opmerking van een spammer dat zijn spam bescherming als vrije meningsuiting zou genieten. Jeremy Jaynes werd in 2006 in Virginia veroordeeld voor het sturen van massale hoeveelheden ongevraagde e-mail met vervalste headers. Nu stelt Jaynes dus dat deze mail als “anonieme meningsuiting” dient te gelden, wat een hoge mate van bescherming verdient:

Under the First Amendment, anonymous speech was protected and a person anywhere in the world sending anonymous political or religious e-mails in bulk could unwittingly break the law because some of the messages almost certainly would pass through servers in Virginia.

De Amerikaanse staat Virginia verbiedt het versturen van spam met vervalste gegevens, en verbiedt ook niet-commerciële spam. Jaynes had al eerder geprobeerd deze wet van tafel te krijgen met het argument dat hij in North Carolina opereerde, en dat Virginia daar niets over mag zeggen ook al gaat de mail door servers in die staat.

Nu dus het Eerste Amendement. Het idee is dat de wet, door ook niet-commerciële spam te verbieden, de Grondwet schendt. Die wet hindert dan bijvoorbeeld anonieme politieke of religieuze uitlatingen, en dat is zo ongeveer de meest beschermde soort mening. Juist vanwege de anonimiteit, die bij die twee categorieën vaak de enige manier is om ongeschonden uit het debat te komen. Ik ben vergeten wie het als eerste schreef, maar “never discuss religion or politics when guns are within reach” is een zeer waar woord in de VS.

In ieder geval, een wet die -hoe zijdelings ook- een grondrecht schendt, kan in de VS in zijn geheel opzij gezet worden. De kans dat dat hier gaat gebeuren, lijkt niet zo groot: de wet verbiedt alleen spam met “vervalste” headerinformatie. Jezelf voordoen als een ander is toch echt wat anders dan anonieme mail.

In Nederland is spam verboden op grond van artikel 11.7 van de Telecommunicatiewet. Dat geldt ook voor ongevraagde communicatie voor niet-commerciële, ideële of charitatieve doeleinden. Ook hier zou je dus kunnen betogen dat je grondwettelijk recht op vrije meningsuiting (artikel 10 EVRM) wordt geschonden. De rechter moet dan toetsen of het verbod “in een democratische samenleving noodzakelijk is”, zoals dat zo mooi heet. Moet dat nu echt met een verbod, en is er geen minder vérgaande manier om hier wat aan te doen? Gezien de overlast van spam, en de mogelijkheid om b.v. via een website of blog je te uiten, denk ik dat de rechter deze ‘schending’ geen probleem zou vinden.

Arnoud

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.