Ja, ik doe het nog steeds. Vorig jaar rond deze tijd schreef ik over waarom ik al mijn werk gratis weggeef. Dat gaf aardig wat reacties, waaronder een paar van ongeloof: hoe ga je rondkomen als je je werk gratis weggeeft? Nou, ik ben er nog steeds en over inkomsten heb ik niet te klagen. Nee, niet uit royalties, maar uit exposure, spreekbeurten, boekverkopen en gewoon betaalde opdrachten voor mijn bedrijf.
En dat was dan ook het bezwaar van een freelance auteur die me een tijd geleden mailde: “jij bent geen professioneel schrijver, want je verdient geen geld door je werk te verkopen”. En daarom zou mijn betoog over je werk gratis weggeven niet opgaan voor professionele auteurs, fotografen of muziekmakers. Dat leek me een beetje een cirkelredenering: professionele schrijvers verdienen geld per verkocht exemplaar, ik stel voor om royalties per exemplaar af te schaffen, dus mijn model kan niet werken voor professionele schrijvers.
Maar na enige verdere discussie kwamen we op iets diepers uit. Schrijven is niet mijn primaire bezigheid, maar een nevenactiviteit naast mijn werk als juridisch adviseur. Als ik ophoud met schrijven, krijg ik nog steeds opdrachten. Een romanschrijver die ophoudt met romans schrijven, heeft niets anders meer op terug te vallen. Het deed me denken aan de opmerking dat “Creative Commons alleen voor hobbyisten” zou zijn.
Hobbyisten is niet het goede woord, maar er zit wel een kern van waarheid in. Geld verdienen per exemplaar, per kopie van je werk is geen optie meer nu er via internet gratis en voor niets oneindig veel kopietjes gemaakt kunnen worden. Je moet dus op zoek naar een ander model, en dat zal betekenen dat je ander werk moet gaan doen naast het maken van je werken. In mijn geval is dat dus opdrachten voor mijn bedrijf binnenhalen, maar het kan ook dichter bij het scheppend werk zijn: denk aan die spreekbeurten of seminars waar je over je werk kunt vertellen.
Hoe denken jullie dat er geld te verdienen is als je vooral goed bent in schrijven, fotograferen, musiceren of filmen?
Arnoud
Als schrijver ben je iemand die schrijft. Het schrijven is je vak, niet het verkopen van schrijfsels. Als jij de activiteit zichzelf kunt laten bedruipen, zie ik niet waarom je ook nog eens voor het product geld zou moeten vragen. Als andere schrijvers dat wel doen, dan heb jij een prima methode gevonden om middels loss-leaders je concurrentiepositie te verstevigen. Dat maakt jou in mijn ogen meer een professional dan de schrijver die hardnekkig weigert om over de zakelijke kant van zijn werk na te denken.
Dus jij: professionele schrijver. De freelance auteur die jou daarop aansprak: veredelde amateur.
De Canadese science-fiction-schrijver Cory Doctorow geeft trouwens een uitstekende verklaring voor deze methode in ?Ebooks: Neither E, Nor Books?. Verplichte literatuur voor wie in deze tijd zaken wil doen.
Ha, ik wilde ook al refereren aan Doctorow. Hij heeft een aantal keer geschreven dat zijn boeken prima verkopen, ondanks het feit dat ze ook onder CC worden uitgegeven op internet (hij denkt zelfs beter).
Er zijn bedrijfjes die al hun code onder GPL uitgeven. Dit werkt omdat er mensen zijn die behoefte hebben aan een bepaald stuk software en daarvoor willen betalen. Ik heb geen rede om aan te nemen dat zo iets alleen voor programmeurs zou opgaan. Dit model is wel beter toepasbaar voor een fotograaf of iemand die korte stukjes schrijven dan iemand die een heel boek schrijft. Waarom zou een fotograaf die betaalt wordt om foto’s van de bruiloft te maken, vervolgens ook nog eens auteursrechten op die foto’s moeten hebben?
@Dirkjan: mijn boek is ook onder CC, en ik heb er al 700 verkocht. Niet slecht voor een nonfictieboek in Nederland, zo heb ik van een paar uitgevers begrepen. Dus ook daar zie ik het risico niet.
Ongetwijfeld gaan mensen het boek kopi?ren en doorgeven, maar dat houd ik toch niet tegen. Dan legaliseer ik dat liever en wacht ik op de spin-offs die het mij gaat opleveren.
Ik kan Arnoud hier wel volgen. Hoe moet een componist geld verdienen met CC als hij gewoon een goede componist is en niet perse een goede live show kan geven of leuk kan bloggen of presenteren? CC lost zeker een aantal problemen op maar is zeker geen heilige graal wat mij betreft..
@Ard: CC is zeker geen heilige graal. Ik zie het als een nuttige (en misschien wel noodzakelijke) eerste stap op weg naar een nieuw businessmodel. Internet maakt vrij verspreiden door iedereen makkelijk, en als je daarvan wilt profiteren dan moet je als eerste zeggen dat iedereen je werk vrij mag verspreiden.
Vervolgens is de grote vraag: en dan? Hoe verdien je geld? En ja, dat is lastig als je ‘alleen maar’ kunt componeren en niet erover kunt bloggen of kunt optreden met je eigen werk.
Een optie is dan iemand inhuren die reclame voor je maakt, zodat je opdrachten krijgt om muziek te maken voor bij andermans werk (reclame, films, websites). Je wordt dan betaald voor het maken van muziek op verzoek, net als een programmeur die maatwerk maakt of een fotograaf die een specifieke opdracht krijgt.
Gaat het hier om het gratis weggeven van je werk, of om het te koop aanbieden van je werk onder vrije licentie? Ik denk dat het van belang is om onderscheid te maken.
Er zullen natuurlijk altijd wel mensen blijven die op morele gronden of simpelweg om redenen van gemak bereid zijn te betalen voor het werk van een schrijver die zijn geschriften onder een vrije licentie te koop aanbiedt. Ik gok dat gemiddeld genomen een nog onbekende schrijver op die manier zijn bekendheid kan vergroten, en een reeds bekende schrijver op die manier financieel inlevert. Het lijkt mij dat het een ieder vrij staat om te kiezen voor het een of het ander (en dat het niet nodig is om iemand op basis van zijn keuze van een bepaalde kwalificatie te voorzien).
Maar een schrijver die op geen enkele manier probeert met zijn schrijfwerk geld te verdienen, kan duidelijk niet zijn brood verdienen met het schrijversvak. Het geven van spreekbeurten of seminars, het doorknippen van lintjes en het deelnemen aan realityshows valt in mijn ogen in ieder geval niet onder het schrijversvak. Wel kan schrijven zonder een poging met dat schrijven geld te verdienen natuurlijk andere doelen dienen, zoals het maken van reclame voor jezelf of voor je deskundigheid.
@bona fides: dat is dus precies de cirkelredenering, wat is het “schrijversvak” dan? Geld verdienen per verkocht exemplaar?
Het schrijversvak is geld verdienen aan of met je schrijfwerk. Dat hoeft dus niet per se per verkocht exemplaar, het kan ook per geschreven werk (bijv. freelance journalist) of door schrijven in loondienst (bijv. journalist in loondienst).
Het schrijven van stukken zonder de pretentie om met schrijven geld te verdienen is natuurlijk wel schrijven, maar lijkt me geen uitoefening van het schrijversvak.
Voor zover je schrijft om jezelf te promoten (maar niet als schrijver), oefen je mijns inziens niet het schrijversvak uit. Voor zover je betaald schrijfwerk verricht of schrijft om betaalde schrijfopdrachten te verwerven oefen je wel het schrijversvak uit. Zou ik zeggen.
Vergelijk het met een half vergeten zanger die gaat dancen-with-the-stars om zijn zangcarri?re een nieuwe impuls te geven. Die persoon oefent niet het dansersvak uit maar blijft zanger.
Afgezien van de boeken die je verkoopt heeft de freelance auteur die je aanschreef denk ik gelijk dat je geen professioneel schrijver bent. En de exemplaren van je boek die je verkoopt geef je niet weg.
Waarom gebruik je eigenlijk de CC-licentie, als die vervolgens zegt dat iedereen er alles mee mag doen wat ze willen ?
Je mag er niet helemaal alles mee: 1) je moet mijn naam bij elke publicatie vermelden 2) je moet je gewijzigde versie ook weer als CC publiceren
Met 1 bereik ik mijn voornaamste doel, publiciteit voor mezelf. Zo weten mensen wie de tekst geschreven heeft, en komen ze bij mij omdat ze meer willen weten of een opdracht voor me hebben.
Met 2 bereik ik dat mensen gaan meedoen aan het systeem van auteursrechten dat ik voorsta. Ik doe CC, en ik wil dat iedereen dat ook doet. Hergebruik je mijn werk, dan moet jij voor wat het hergebruik betreft ook CC gaan gebruiken. En hopelijk stimuleert je dat om dat met je andere werk ook te doen.
Meer algemeen: als je niets zegt, mogen anderen (vrijwel) niets doen met je werk. Je zult dus hoe dan ook een licentie op je werk mogen plakken als je wilt dat het breed gebruikt wordt.
Eduard Douwes Dekker was een ambtenaar die in zijn vrije tijd bijkluste als schrijver, dus het fenomeen is allesbehalve nieuw. Hij verkocht het auteursrecht op Max Havelaar voor vier gulden aan Van Lennep. Dekker overleed op 57-jarige leeftijd in Duitsland als een berooid man, hoewel zijn schrijverschap inmiddels wel gewaardeerd werd.
Is het een aanlokkend perspectief om fotografen, filmers, auteurs en muzikanten hun intellectueel/creatieve rechten te ontnemen zodat ze gedwongen worden om in hun levensonderhoud te voorzien met ‘normaal’ werk? Krijgen we betere foto’s, films, verhalen en muziek als die gemaakt worden door schnabbelende advocaten?
Of kunnen we de nieuwe distributietechnieken (internet) zo inrichten dat de makers van gewaardeerde foto’s, films, verhalen en muziek voor een miniem bedrag per gebruiker beloond worden voor hun werk?
Dit hele vraagstuk is primair een morele kwestie. Ik snap niet waarom Engelfriet triomfeert over het gratis weggeven van zijn werk. Zijn bijklussende Philips-werknemers en pedante juristen de maatstaf voor de rest van de maatschappij?
Sorry, triomferen? Waar slaat dat nu weer op? Ik ben enthousiast over een nieuw model, ik zie wat voor films en muziek er nu door ‘vrijwilligers’ gemaakt worden, en vraag me af in hoeverre het oude model nog stand kan houden. Of beter: waarom we dat nog in stand zouden moeten houden. Waarom zou je als auteur niet je geld kunnen verdienen met lezingen en trainingen over, zeg, proximity marketing?
En ik ben al een tijd weg bij Philips, als je dat bedoelt.
Misschien “triomfeer” je niet, maar je vraagt je wel hardop af waarom we het oude model nog in stand zouden moeten houden. Misschien vat ik dat verkeerd op, maar het wekt een beetje de indruk dat er mogelijk iets moreel verwerpelijks zou kunnen zijn aan het oude model. En in reacties van sommige anderen lijkt ook zoiets door te klinken.
Waarom zou je als auteur niet je geld mogen verdienen met schrijven?
Of over een andere boeg: waarom zou je als auteur anderen kunnen verplichten je naam bij iedere publicatie te vermelden?
De ??n gebruikt zijn auteursrecht voor dit, de ander voor dat. Ik zie geen reden om daar iets aan te veranderen. En dat er schrijvers zijn die het best gedijen en het mooiste werk produceren als zij zich puur kunnen concentreren op hun schrijven en niet op andere activiteiten, lijkt me gewoon een feit dat we voor waar moeten aannemen. Dit geldt inderdaad niet voor alle schrijvers, maar iedere schrijver is nu eenmaal anders.
Ook kun je je afvragen waarom iemand geld zou moeten verdienen aan het geven van spreekbeurten en trainingen.
Het is het morele dat ik niet begrijp. Ik pleit voor een verandering, maar doe dat omdat ik denk dat die beter aansluit bij de huidige maatschappij. Is dat een moreel oordeel? Ik vind van niet. Ik zeg nergens dat ik het huidige model dom of verwerpelijk of wat dan ook vind, het werkt gewoon niet goed meer. Als ik mijn oude koelkast vervang, spreek ik toch ook geen moreel oordeel uit over het ding?
Hoe je je geldt verdient, is inderdaad helemaal aan jou. Maar op het moment dat er een wet aangenomen wordt die een bepaald model ondersteunt, vind ik dat je die wet moet wijzigen als een ander model beter aansluit bij de maatschappij. En wat jij voorstaat is om het oude model in stand te houden, want de huidige wet gaat uit van een verbodsmodel en verkopen van licenties per exemplaar. Ik wil daar vanaf.
En je moet geen geld verdienen met spreekbeurten en trainingen, het is een mogelijkheid. Weet je wat beters/anders, ook goed natuurlijk. Maar stap af van het idee “dit jaar zijn er 3000 exemplaren verspreid, dus ik heb recht op 3000 keer geld”.
Verbodsmodel? Niemand weerhoudt jou als jurist om te schrijven, te publiceren en je werk gratis ter beschikking te stellen. Het auteursrecht geeft jou de vrijheid om je werk onder condities van jouw keuze te verspreiden. Dat recht is echter ook ingericht om auteurs die een andere keuze maken enigszins te beschermen, vooral tegen gebruik door derden die geen toestemming vragen voor gebruik – anders dan prive.
Welk model het beste werkt, kan de markt bepalen. Als professionele content minder goed is dan non-professionele content, sterft de eerste variant vanzelf uit. Daar heb je helemaal geen ander auteursrecht voor nodig. Er zijn bij mijn weten geen professionele filmers, fotografen, muzikanten en auteurs die het gratis publiceren van andermans films, foto’s, muziek of tekst willen verbieden. Er zijn wel veel professionals die bezwaar maken tegen het gebruik van hun werk zonder toestemming.
Welk businessmodel professionals hanteren, wordt door vraag en aanbod bepaald – en de mogelijkheden van de markt. Als auteur van een boek, krijg je doorgaans tien procent van de opbrengst van alle verkochte boeken. Als fotograaf krijg je een vast bedrag. Acteurs en auteurs idem dito. Muzikanten werken weer voor een percentage van de verkoop. In vrijwel alle gevallen ontvangen de makers slechts een fractie van de opbrengst; het merendeel is nodig voor productie, distributie en marketing. Daar kunnen nog enorme prijsreducties gerealiseerd worden.
De twee basisvragen zijn: gunnen we makers een inkomen uit hun werk en vinden we daarom dat ze beschermd moeten worden tegen namakers en kopieerders? Het afschaffen van die bescherming en het zodoende wegnemen van inkomen heeft niet zoveel te maken met de vrijheid van andere makers om hun werk gratis weg te geven. De suggestie dat het laatste model beter is dan het eerste, is pedant. Kijk mam, ik doe het voor niks!
Als jij in je vrije tijd lekker kookt en dat eten weggeeft, ga je toch ook niet pleiten voor verplichte vergratisering van restaurants. De markt kan prima bepalen waar het eten beter is. Hetzelfde geldt voor muziek, foto’s, films en tekst. Verschil is echter dat de makers van deze zaken geconfronteerd worden met luie kopieerders, en daar is het auteursrecht vanouds tegen gericht. Daar is in principe toch niet zoveel mis mee.
Arnoud, waar zijn eigenlijk de specs van je nieuwe koelkast?
Het morele snap ik ook niet, maar ik wist niet hoe je het anders kon bedoelen. Nu wel:
Het huidige model werkt niet meer? Laat je je niet te veel leiden door je eigen ervaringen? In werkelijkheid worden er nog steeds boeken verkocht en wordt daar geld mee verdiend.De nieuwe technologie?n laten nieuwe modellen toe en wie daar handig gebruik van kan maken moet dat vooral doen, maar daarmee is het oude model nog niet maatschappelijk achterhaald.
En jouw model kan ook alleen maar bestaan dankzij het auteursrecht. Je wilt immers jouw naam vermeld zien bij jouw werk. Of kijk naar open source-licenties. Het auteursrechtmodel is zo levend als maar kan.
Dat idee heb ik nooit gehad. Waar ik aan denk is: “dit jaar heb ik 3000 exemplaren verkocht, dus ik heb 3000 keer geld verdiend”. Niets mis mee.
@Ren?: het ding is helaas closed-source, de opensourcejongens zijn nog niet zo ver. Maar als je een keer in de buurt bent en iets koel wilt leggen, dan kan dat.
@bona fides: ik pleit niet voor afschaffing van auteursrecht maar voor een andere invulling daarvan. Ik wil van het automatische en volledige verbodsrecht af. Grof gezegd: ik wil dat iedereen bij publicatie verplicht zijn werk onder CC-BY-SA plaatst.
Dat model verhindert niet dat je boeken verkoopt en daar geld voor vraagt – dat is precies wat ik doe met mijn boek, bijvoorbeeld. Het verhindert alleen dat je mensen kunt verbieden je werk door te geven. Dat verbodsrecht is nergens meer voor nodig en hindert alleen maar de technologische en economische innovatie, zoals de muziek- en filmindustrie mooi hebben laten zien de afgelopen jaren. Blijf niet hangen aan het ouderwetse idee van platen verkopen, maar verzin een nieuw verdienmodel bovenop het onder CC weggeven van je werk.
Dus omdat een deel van de bloggers het zo gezellig vindt om teksten met elkaar te delen, moet voortaan Harry Mulisch zijn boeken onder CC-BY-SA uitgeven???
De beschaving kan overboord, want we hebben nu “Web 2.0”?
Ik neem aan dat op dezelfde manier het succes van Linux voldoende reden is om Microsoft de GPL op te dringen, en dat wegens de populariteit van amateurfilmpjes op YouTube Hollywood gedwongen moet worden van het huidige model af te stappen?
Ik weiger je voorstel serieus te nemen.
Ik had van jou toch wel inhoudelijke argumenten verwacht in plaats van dit. “De beschaving kan overboord”, sjongejongejonge. Er is nooit enig werk van betekenis uitgegeven tussen de 1884 van de Berner Conventie en nu? Shakespeare is doodgegaan van de honger omdat hij geen royalties kreeg voor zijn werk? Wat een onzin!
Auteursrecht is geen natuurrecht maar een uit economische motieven ingegeven keuze van de wetgever om een bepaald bedrijfsmodel te ondersteunen. (Jaja, persoonlijkheidsrechten, maar die staan los van de economische rechten).
Op het moment dat de grondslagen van het auteursrecht (met name: hoge investeringen nodig voor het uitgeven van boeken) komt te vervallen (internet: lage investeringen in uitgeven en met name verspreiden), wordt het tijd om de wet te herzien. Als jij alleen maar binnen de wet wilt blijven kijken, en elke poging tot herziening afdoet als gezellig gepraat van een stelltje bloggers, dan zijn we verder klaar ja. Lees Free culture eens voordat je met zo’n oprisping een hele beweging opzij schuift. Bah!
Ik geloof zeker dat er een hele beweging is die het auteursrecht graag om zeep wil zien, maar die hele beweging representeert niet de maatschappij. Er worden nog steeds boeken gedrukt, verkocht en gelezen.
Het mooie van het auteursrecht is dat het “Free culture”-aanhangers vrijlaat om hun werk vrij van rechten uit te geven. Ok, dat is niet helemaal waar. Een tijdje terug zagen we dat het niet voor 100% mogelijk is om afstand te doen van het auteursrecht. Wat mij betreft mag d?t veranderen, maar verder is het niet nodig om de wet te herzien. Iemand die van het “oude model” gebruikmaakt, kan onmogelijk personen die volgens het “nieuwe model” hun werk uitgeven in de weg zitten.
Bij het octrooirecht is dat anders: jij kunt een uitvinding doen en die publiceren in plaats van patenteren, maar dat sluit niet uit dat octrooirechten van derden verhinderen dat ik jouw uitvinding kan gebruiken. Softwareoctrooien kunnen programmeurs die volgens het “open source”-model werken dus daadwerkelijk in de weg zitten. Het auteursrecht kan dat niet.
Persoonlijk sympathiseer ik met tegenstanders van zuivere softwareoctrooien, maar ik kan minder begrip opbrengen voor een al te eenzijdige benadering van het octrooirecht. Wie met simplistische argumenten betoogt dat het hele octrooirecht moet worden afgeschaft, wekt op mij de indruk dat hij puur uit persoonlijk “winstbejag” zijn gezond verstand opzij zet. Maar in ieder geval begrijp ik nog wat zo’n persoon drijft: hij wil kunnen programmeren zonder last te hebben van octrooien, en door het octrooirecht af te schaffen kan hij dat bereiken. Zijn doelstellingen zijn legitiem.
Maar wie onder CC wil schrijven en uitgeven kan dat nu al. Niets houdt hem tegen. Het auteursrecht hoeft daar niet voor te worden afgeschaft.
Het standpunt van de “Free culture”-aanhangers (tenminste, als ik mag aannemen dat dat samenvalt met jouw standpunt) is blijkbaar dat wat goed is voor hen, ook goed is voor iedereen. Dat vind ik getuigen van een ongezonde pretentie. Het spijt mij, maar ik ben er niet van overtuigd dat “Free culture” meer is dan een blogger-subcultuur. En die groep wil haar wil opleggen aan de rest van de mensheid? Dat is niet “free”, dat is fundamentalistisch.
Alle lof voor wie zijn werk weggeeft en voor wie anderen kan overtuigen van de voordelen van dat model, maar doe niet alsof “Web 2.0” de verlossing van de wereld is.
Het standpunt van de antieke Auteurswet-aanhangers is dat wat goed is voor hen, ook goed is voor iedereen. Dat vind ik getuigen van een ongezonde pretentie. Het spijt mij, maar ik ben er niet van overtuigd dat dat model meer is dan een uitgevers-subcultuur. En die groep wil haar wil opleggen aan de rest van de mensheid?
Waar het om gaat, is niet of mensen zelf willen publiceren onder CC of onder het standaard verbodsmodel. De vraag is wat het beste is voor de maatschappij. En het antwoord op die vraag is niet hetzelfde als het antwoord dat in 1886 (Berne) dan wel 1912 (Aw) werd gegeven. Jij gaat er zo te lezen volautomatisch vanuit dat dat wel het geval is. Waarom? Is er een economische of politieke reden waarom het verbodsrecht van de Aw beter is dan het systeem dat CC voorstaat?
(En houd op met zeggen dat auteursrecht moet worden afgeschaft. Dat is een stroman die niemand hier verdedigt.)
Waarom kunnen de twee maar moeilijk naast elkaar bestaan? Omdat ze op een fundamenteel niveau met elkaar botsen. CC met haar GelijkDelen-constructie gaat uit van de commons, de gemeenschappelijke bron van werken waaruit iedereen kan putten en waarop iedereen voort kan bouwen. De Aw gaat uit van een model waarin ieder in zijn eigen kasteeltje zijn eigen werken bouwt, met hooguit een enkel citaatje of een kopie voor strikt eigen oefening, studie of gebruik.
Die twee naast elkaar laten bestaan betekent dat in feite het CC model marginaal zal blijven. Je moet moeite doen om je werk onder CC te plaatsen, en je loopt tegen allerlei problemen aan die ‘ouderwetse’ auteursrechthebbenden niet hebben. Bovendien kun je niet voortbouwen op werk dat niet expliciet onder CC is geplaatst, hetgeen een ernstige beperking oplevert voor CC.
Vandaar dat ik naar een model wil waarbij toestemming voor hergebruik expliciet de hoofdregel wordt. Dat model zal het maken van creatieve werken meer stimuleren dan het huidige model.
Geen probleem. De hoofdregel is dat kopi?ren mag. De bijregel wordt dan onvermijdelijk dat kopi?ren alleen onder voorwaarden mag. Zo zit CC ook al in mekaar. Dat geeft mij als filmer, fotograaf, muzikant of auteur de mogelijkheid om beperkingen te stellen aan bijvoorbeeld kopi?ren voor commercieel gebruik.
Zo redeneert Lessig ook in Free Culture. Hij signaleert dat steeds meer auteursrechten in handen komen van grote concerns die vervolgens lobbyen voor verlenging van de termijn (Disney) en fair use onmogelijk maken door gebruikers kapot te procederen. Lessig beschrijft een krachtenspel van de wet, de markt, de technologie (die reproductie en distributie goedkoper maakt) en de mores (gij zult niet kopi?ren – daar heb je die morele kwestie weer)en hij pleit voor aanpassing van de wet om dat krachtenspel dienstbaar te maken aan het maatschappelijk belang: cultuur is van ons allemaal.
Lessig beweert echter niet dat filmers, fotografen, muzikanten en auteurs hun werk gratis moeten weggeven om reclame te maken voor hun podiumoptredens, advieswerkzaamheden en trainingen – wat de insteek van bovenstaand verhaal was. In tegendeel.
Hij stelt voor om het auteursrecht op te strakken (fair use) en korter te maken. Lessig suggereert bovendien een soepeler omgang met gebruik voor prive-doelen (peer-to-peer). En last but not least raadt hij aan om advocaten massaal te ontslaan, want die verdienen een fortuin aan de misere van filmers, fotografen, muzikanten en auteurs. (zie http://www.oldenhuizing.com/2007/09/02/lawrence-lessig-free-culture/)
Kijk, dat plaatst het gratis weggeven van verhaaltjes om juridische adviesdiensten te verkopen ineens in een ander licht. 😉
Maar weer serieus. Je stelt “Grof gezegd: ik wil dat iedereen bij publicatie verplicht zijn werk onder CC-BY-SA plaatst.” Dat zou dan je hoofdregel zijn. Wat ruimte laat voor bijregels. Dus ben ik benieuwd welke toevoegingen je mogelijk acht, of rechthebbenden commercieel gebruik van jou mogen beperken en tenslotte of we daarmee uiteindelijk niet in precies dezelfde situatie belanden. De verbodsregel ‘het mag niet tenzij’ wordt dan immers ‘het mag mits’ en ik kan nog steeds voorwaarden stellen aan gebruik, en kopieerders aanpakken.
Met een scrabbleclaim voor punitive damage (3 x compensatory award – volgens )
Ter aanvulling. Lessig [haalt] ondermeer Macaulay aan, die in 1841 reeds opmerkte dat het auteursrecht als het ware een tijdelijke vergunning aan auteurs is om belasting te heffen op het gebruik van hun werk als beloning voor hun inspanning. Macaulay is tegen overbodige belastingen, maar als het maatschappelijk voordeel van de beloning (een incentive voor filmers, fotografen, muzikanten en auteurs) groter is dan het maatschappelijk nadeel van zo’n belasting (betalen voor kennis en amusement) dan is het auteursrecht een goede zaak. Macaulay wil daar in 1841 zelfs meer voor betalen.
Lessig ondersteunt deze visie: “Taxes are awful, but necessary. Let’s have them where necessary, but only when necessary.” En later: “My simple argument has been that copyright is about creative incentives.”
-edit- <a>-tag weggehaald want had geen href…
Arnoud:
Ik schreef toch heel duidelijk:(…)
Maar wie onder CC wil schrijven en uitgeven kan dat nu al. Niets houdt hem tegen. Iemand die CC wil gebruiken moet dat vooral niet laten! Ik heb daar niets op tegen.
Je doet net alsof ik mensen die onder CC schrijven ervan zou betichten de markt te verzieken of zo, maar dat doe ik dus niet. Sterker, ik schreef “alle lof”.
We leven hier niet onder het communisme. Dit kan uitstekend worden overgelaten aan de vrije markt. Als je gelijk hebt dat het oude model achterhaald is, dan zal het vanzelf wegkwijnen.
Waar is de botsing? Je schrijft kan putten en kan voortbouwen. Bedoel je misschien moet?
Dan is het oude model blijkbaar nog volop levensvatbaar.
In jouw verplichte model zullen de meeste personen die nu hun brood verdienen met het produceren van werken ander soort werk gaan doen. De hoeveelheid kwalitatief hoogwaardige nieuwe content zal enorm afnemen. Maar dat zie je waarschijnlijk niet als probleem.
Wat is er mis met alle “Free culture”-aanhangers op hun eigen eiland? Zij hebben het grote geluk dat dat gewoon mogelijk is. Als ik met een groepje anderen bedenk dat een ander model van belastingheffing veel beter zou zijn, dan gaat het me niet lukken om met dat groepje volgens dat nieuwe model te gaan leven (zonder een boorplatform buiten de territoriale wateren op te kopen). Maar “Free culture”-aanhangers kunnen dat gewoon vanuit hun luie stoel. Ze boffen maar.
Dat kan niet, omdat het oude model profiteert van wettelijke steun in de vorm van de huidige Auteurswet. Het blijft daardoor mogelijk om geld te vragen voor elke kopie, zodat het CC-gebaseerde model geen kans krijgt voor die werken.
Dus Mulisch zal ophouden met schrijven als hij niet meer per exemplaar kan afrekenen? Onzin. Hoe kom je daarbij?
Waarom maken mensen nu films als Star Wreck in the Pirkinning om die vervolgens gratis weg te geven? Is dat geen hoogwaardige content? (Leuke steek onder water trouwens, ‘hoogwaardig’. Alsof alle CC-content nu laagwaardig is. Je wordt bedankt.) Waarom geeft een Cory Doctorow zijn boeken als CC weg? Let wel, dit zijn mensen die, gegeven de keuze, naar CC zijn gestapt.
Verder gaat het niet alleen over productie, maar ook over hergebruik. Ik zou best wel eens wat Mickey Mouse-cartoons willen zien die minder zoetsappig zijn dan wat Disney produceert. Of een Superman versus Spiderman-film. Kan nu allemaal niet gemaakt worden dankzij het auteursrecht. Waren die films CC, dan kon dat wel. Dus er komt dan een hele stapel nieuwe hoogwaardige (jaja) content bij.
En bedoel je met “we leven niet onder het communisme” dat wetten niet ten doel hebben de maatschappij te verbeteren? Is een wet over gordels dragen ook communistisch?
@Toine: ik maak geen onderscheid tussen commercieel en nietcommercieel (sommige CC-licenties doen dat wel, maar mijn keuze niet). Ik zie het probleem namelijk niet langs die lijn – wil iemand geld verdienen met verkopen van content, dan moet hij dat vooral proberen. Het gaat erom dat je geen hergebruik kunt verbieden, zodat je creatiever moet worden in hoe je je content uitbrengt en presenteert en hoe je daarmee geld gaat verdienen.
Als iemand leuke films bij elkaar verzamelt en die in een bioscoop vertoont, dan lijkt het me volkomen gerechtvaardigd dat hij daar geld voor mag vragen. Alleen: als een ander een betere bioscoop heeft, dan kan die dezelfde films vertonen en minder geld vragen (of meer natuurlijk). Dan heb ik als consument de keuze waar ik ga kijken, in plaats van dat ik voor film X verplicht naar Pathe moet.
Je hebt wel gelijk dat er iets geregeld zal moeten worden voor rechtenschenders. Daarom hamer ik ook zo op het feit dat niemand auteursrecht wil afschaffen, want dan krijg je inderdaad een chaos waarin iedereen elkaars werk misbruikt zonder ergens rekening mee te houden. Onder die omstandigheden zou een vast boetebedrag een werkbare oplossing zijn denk ik, hoewel ik bepaald niet voor boetes in het civiele recht ben. Maar je moet iets.
Tegenvraag: als we bij het huidige systeem blijven, hoe gaan we dan afrekenen voor al die kopie?n die op internet rondzwerven?
Waarom heeft het CC-model de werken nodig van mensen die er niet aan mee willen werken?
En wat is het effect: wie niet zelf wil meewerken, die gaat wat anders doen. Schiet het CC-model daar wat mee op?
Veel schrijvers zouden nooit de werken hebben geproduceerd die ze nu hebben geproduceerd als ze met hun werk niet hun brood hadden kunnen verdienen.
Daarop is jouw reactie kennelijk “hoe kom je daarbij”. Daar kan ik niet veel mee.
Schrijvers hebben brood nodig om te kunnen schrijven. Brood kost geld. Tuurlijk, je zou van overheidswege brood kunnen verstrekken aan broodschrijvers. Maar dan komen we op communistisch terrein. (Ja ik weet het, er zijn schrijvers die subsidie krijgen. Maar het idee is dan of behoort dan te zijn dat deze schrijvers op termijn zichzelf kunnen bedruipen.)
Dat schrijvers dan spreekbeurten kunnen geven is een drogreden. Schrijvers zijn geen spreekbeurtgevers, en de tijd die ze aan spreekbeurten besteden besteden ze niet aan schrijven. Je kunt net zo goed zeggen dat spreekbeurtgevers gratis moeten werken en dat ze hun geld dan maar met schrijven moeten verdienen.
Zou Philips geld in research steken zonder octrooirecht? Of zou de overheid al het onderzoek moeten financieren?
Ik kom nog even terug op een eerder argument dat volgens mij net zo goed een drogreden is:
Met de hoge investeringen die zijn vervallen doel je op de kosten van het produceren en distribueren van de fysieke boeken, neem ik aan. Waarom zou dit een grondslag voor het auteursrecht zijn?Zonder auteursrecht heb je die kosten nog steeds, en kunnen uitgevers dus op dit gebied met elkaar concurreren. De beste uitgever werkt het goedkoopst en kan de laagste prijzen vragen. Wel hebben de schrijvers een probleem: als die zo gek zijn om een jaar lang aan een verhaal te werken, kan iedere uitgever dat verhaal gebruiken om zijn boeken mee te vullen.
Wat is er nu veranderd? Fysieke kosten zijn wellicht weggevallen (toch lezen verreweg de meeste mensen nog steeds liever uit een boek dan van een scherm, maar dat telt kennelijk niet). Wat hebben de schrijvers daar nu aan?
Waarom is het wegvallen van de fysieke druk- en distributiekosten een argument om schrijvers te verplichten onder CC uit te geven? Ik zie het echt niet. Waarom hebben schrijvers nu geen brood meer nodig, of waarom kunnen ze nu opeens w?l spreekbeurten geven en vroeger niet?
(Stiekem zie ik het wel. Het is helemaal niet zo dat er geen boeken meer worden gedrukt, verkocht en gelezen. Maar het is wel zo dat al die informatie eenvoudig in digitale vorm is te brengen en dan vrijwel kosteloos over het internet kan worden verspreid. Wat er is veranderd zijn de mogelijkheden om inbreuk te maken op het auteursrecht. Hierdoor is in zekere zin een handhavingstekort ontstaan. D?t kan een argument zijn om het auteursrecht dan maar af te schaffen, zodat ook het handhavingstekort verdwijnt. Maar dan moet je nog steeds afvragen of zo’n radicaal medicijn niet veel erger is dan de kwaal. Belasting betalen is niet leuk, maar als niemand belasting betaalt is dat nog minder leuk. Het eigendomsrecht is maar lastig als het om andermans eigendom gaat, maar het is wel prettig dat ik zelf kan profiteren van wettelijke steun in de vorm van het eigendomsrecht. Maar jij komt niet verder dan “hoe kom je erbij dat Mulisch minder zou hebben geschreven als hij niets aan zijn boeken had kunnen verdienen”. Duh!)
Waarom niet? Je onderbouwt dit nergens, maar verlangt van mij wel een onderbouwing van het tegendeel. Jij komt dus net zo min als ik ‘verder’ met je argumentatie. In een welles-nietes heb ik niet zo veel zin.
“Waarom zou dit een grondslag voor het auteursrecht zijn?” Nou ja, omdat dat het is. Het 19e-eeuwse auteursrecht is ingevoerd om dure investeringen in het ontdekken en uitgeven van auteurs mogelijk te maken. Schrijf een boek, en vraag geld voor elk exemplaar. Dat is low-risk voor de uitgever, want als je niet verkoopt, is hij weinig geld aan je kwijt. Het verbodsrecht geeft de auteur en uitgever dan weer een veilig uitgangspunt tegen roofdrukken die de verkoopcijfers kunnen aantasten. Je vaste en vooral je variabele kosten komen in gevaar als een ander onder jouw duiven schiet. Met een verbodsrecht voorkom je dat die ander dat doet, zodat je zeker weet dat jij (bij voldoende vraag uit de markt) je investering terugverdient. Zie bv. The prehistory and development of intellectual property systems (ISBN 0421580305) of Copyright in historical perspective (ISBN 0826513735). Landis en Posner (ISBN 0674012046) is ook een goeie, maar erg Amerikaans geori?nteerd. Als je referenties hebt die een ander uitgangspunt betogen, dan lees ik dat altijd graag. Ik ken ze niet.
Jij lijkt uit te gaan van het eigendomsmodel, getuige je “Het eigendomsrecht is maar lastig als het om andermans eigendom gaat”, maar dat is dus expliciet nergens (dat ik kan vinden) als basis voor auteursrecht. De term intellectueel eigendom is wat dat betreft misleidend – en precies de reden om mijn site Ius mentis te noemen trouwens. IE is geen E. Het zijn monopolierechten die met een economisch doel verstrekt worden. Eigendomsrechten dienen niet of nauwelijks een economisch doel maar hebben veeleerder een natuurrechtelijke motivatie. En zijn zo’n 6.000 jaar ouder dan auteursrecht.
De kosten van druk en distributie zijn dusdanig gekelderd dat je je kunt afvragen waarom we die investering nog zouden willen beschermen. Voor een paar tientjes kun je elk boek on-demand printen. Waarom heb ik daar nog een uitgever voor nodig, of beter gezegd waarom zou zo’n printer nog een exclusief recht nodig hebben?
De investeringen in selectie en presentatie blijven, dat is waar. Maar ze gaan wel omlaag als iedereen uitgever/selecteerder kan worden. Zeg maar net zoals de handvol tijdschriften nu concurrentie krijgen van stapels bloggers. Ik weet zeker dat bv. Boek 9 meer lezers heeft dan de helft van de juridische tijdschriften over IE. En hoe veel juridische tijdschriften hebben trouwens meer dan 18.000 lezers? Mijn investering: een paar tientjes per jaar voor de domeinnaam, en verder bergen met tijd om alles te schrijven. Idem voor Boek 9.
Dus leg me dan nog eens uit waarom die tijdschriften zo’n streng auteursrecht nodig hebben? Waarom kunnen die niet hetzelfde als Boek 9 of als ik? Ik h?b een jaar aan deze blog gewerkt, plus een goed half jaar aan mijn boek. Iedere uitgever kan dat gebruiken om zijn boeken mee te vullen. Ik heb een bedrijfsmodel waarbij dat niet erg is, sterker nog waarbij ik dat graag zou willen. Laten meer auteurs eens na gaan denken over zo’n model voor hen.
En over “waarom heeft het CC-model de werken nodig van mensen die er niet aan mee willen werken”: dat is nu precies wat in Free culture staat. Lessig noemt het de ‘remix cultuur’, cultuurgoederen komen tegenwoordig in overwegende mate tot stand door het mixen, aan elkaar plakken en hergebruiken van bestaande werken. Daarvoor is het dus nodig dat je dat kunt. Immers, als je niet kunt copy&pasten valt er weinig te remixen. Uiteindelijk komt dit neer op “het is goed als we met Disney kunnen doen wat Disney met de gebroeders Grimm heeft gedaan”.
(Erg jammer vind ik het als dat model wordt weggezet als “je wilt alleen maar ongestraft andermans films downloaden” want dat is wel erg makkelijk.)
Ik onderbouw dit wel. Dat het je niet opvalt komt waarschijnlijk doordat het zo vanzelfsprekend is: – schrijvers hebben brood nodig, brood kost geld, dus schrijvers moeten geld verdienen. – schrijvers die geld verdienen met spreekbeurten geven, kunnen de tijd die ze aan het geven van spreekbeurten besteden niet besteden aan schrijven. – voor andere activiteiten geld uiteraard hetzelfde.
Schrijven kost tijd, tijd is geld. Misschien kom je nu met voorbeelden van nobelprijswinnaars in de literatuur die voldoende andere bronnen van inkomsten hadden, maar van ge?soleerde voorbeelden raak ik niet onder de indruk. Dat het van belang is dat schrijvers op ??n of andere manier geld kunnen verdienen aan hun schrijfactiviteiten wordt volgens mij ook door de meeste tegenstanders van het huidige auteursrecht erkend. Maar tot nu toe wek je niet de indruk een alternatief systeem van compensatie voor te staan.
Wat betreft de grondslag van het auteursrecht, jij lijkt die zuiver in de bescherming van de uitgever te zien. Dat is volgens mij niet de meest voor de hand liggende grondslag. E?n grondslag voor het auteursrecht is de rechtvaardigheid: een beloning voor de inspanning van de auteur in de vorm van een tijdelijk monopolie. Een andere grondslag is het maatschappelijk nut: het stimuleren van creatieve prestaties (Van der Kooij en Mulder, Hoofdzaken intellectuele eigendom). Ik zie niet hoe het wegvallen van de fysieke kosten hier aan afdoet. (Daarnaast ben ik het dus niet eens dat die fysieke kosten zijn weggevallen. Wat doen al die boeken om me heen?) Zie ook Wikipedia; de bescherming van de uitgever lijkt slechts in de prehistorie van het moderne auteursrecht de grondslag te zijn geweest.
Hoe dan ook, als je nog steeds de uitgever wilt beschermen is het auteursrecht nu volgens mij harder nodig dan ooit tevoren. Je argument lijkt zich dus vooral tegen de rol van de uitgever te richten. Ik ben het eens dat het internet de macht van de uitgever aantast. Daarvoor is het echter niet nodig om het auteursrecht te wijzigen, tenzij je bestaande werken uit de klauwen van de uitgevers wilt “bevrijden”. Het aantasten van bestaande rechten komt echter neer op onteigening en is (zonder volledige schadeloosstelling) in strijd met art. 14 Grondwet en art. 1 van het 1e protocol bij het EVRM.
In #28 bedoelde ik met “eigendomsrecht” het echte eigendomsrecht op zaken, niet het “intellectuele eigendomsrecht” (ik zie nu dat je het anders kunt lezen). Bij nader inzien niet de beste analogie, want wie geen zaken bezit profiteert niet duidelijk van de eigendomsrechten waar anderen over beschikken. Bij het auteursrecht is dit anders: ik profiteer als niet-schrijver van het auteursrecht, omdat een hoop boeken anders niet waren geschreven (wegens de behoefte aan brood van schrijvers).
Overigens is het auteursrecht wel degelijk een eigendomsrecht in ruime zin. Het is een exclusief recht (het verbodsmodel), net als andere eigendomsrechten.
Het is toch duidelijk dat ik aan de schrijvers en niet de uitgevers denk? Ik zou graag zien dat schrijvers hun geld kunnen verdienen met schrijven. (Natuurlijk als ze voldoende goed kunnen schrijven, en dergelijke.)
Wat vinden anderen van mijn stelling?
Een waarheid als een koe, of een uit de lucht gegrepen bewering die zonder nadere onderbouwing van de hand kan worden gewezen? Of iets daartussen?Voor zover je je tot mij richt vind ik het erg jammer dat je mijn argumenten volkomen verkeerd weergeeft.
Ook die zogenaamde steek onder water is nogal gezocht. Ik baseer alles op de stelling in mijn vorige bericht, en daar volgt uit dat het wegvallen van een geldelijke beloning zal leiden tot minder nieuwe hoogwaardige content. (Iemand die geld verdient aan schrijven mag toch wel geacht worden hoogwaardige content te produceren. Of in ieder geval content die door een groep mensen op prijs wordt gesteld.)
Ik durf zelfs te stellen dat er bij het verplicht stellen van CC personen zullen zijn die niet langer meer onder CC zullen publiceren (en dus helemaal niet meer publiceren maar iets anders gaan doen). Op dit moment kan CC helpen om bekendheid te verwerven, zodat uitzicht ontstaat op een professioneel schrijversschap.
“Ik onderbouw dit wel. Dat het je niet opvalt komt waarschijnlijk doordat het zo vanzelfsprekend is:” Tsja, ik zat misschien meer te denken aan bronnen die je stelling onderbouwen met onderzoek of iets dergelijks. Je redenering vind ik wat erg kort door de bocht. Het is niet automatisch zo dat alle tijd die in nevenactiviteiten gaat zitten, als verloren inkomsten dienen te gelden. Je moet in het klassieke model ook bv. contracten onderhandelen, de uitgever achter de broek zitten, je royalties incasseren, noem maar op. Los daarvan geven veel auteurs ook nu al voorleesbeurten, signeersessies en ga zo maar door.
Ik ben trouwens benieuwd of er veel auteurs zijn die ?berhaupt rond kunnen komen van royalties op hun boeken. Afgezien van Mulisch dan. Ik weet dat het in de nonfictie niet bepaald eenvoudig is, zeker niet binnen het Nederlands taalgebied. 1000 exemplaren verkopen is een knappe prestatie voor een computerboek. Met 5% – 10% royalties op de verkoopprijs kun je niet bepaald luxe uit eten.
Voor tijdschriftauteurs is het al helemaal huilen met de pet op. Voor 200 euro bruto per bladzijde mag je in je handjes knijpen. De vaktijdschriften betalen vaak helemaal geen vergoeding, en er zijn tijdschriften waar je voor moet betalen om in te mogen staan. Maar gelukkig hebben onderzoekers een andere bron van inkomsten. “Schrijven kost tijd, tijd is geld.” Da’s natuurlijk waar, maar het impliceert niet noodzakelijkerwijs afrekenen per verkocht exemplaar. Shakespeare kreeg geld van bezoekers van de toneelstukken die hij schreef, en kon daar kennelijk van rondkomen. Je moet genoeg verdienen om van rond te komen. Maakt het dan uit of het 2000 euro is voor een paar spreekbeurten of 2000 euro aan royalties?
“jij lijkt die zuiver in de bescherming van de uitgever te zien. Dat is volgens mij niet de meest voor de hand liggende grondslag” Ja nou ja, daar kan ik dus niets mee. Lees die boeken, dan snap je waarom ik dat ‘lijk te vinden’. Je wuift hier stapels literatuur weg en komt met je eigen verklaring die jou evident juist voorkomt, hoe moet ik daarop reageren? Hoofdzaken IE onderbouwt die stelling niet bepaald. En de stelling dat auteursrecht creativiteit stimuleert, is ook lastig te onderbouwen. Hoe toon je dat aan? Je kunt geen controlegroep ernaast houden.
De steek onder water ging over dat ‘hoogwaardig’, omdat jij professionele schrijvers tegenover bloggers zet, en het nut van de CC-licenties alleen voor bloggers lijkt te zien. Daarmee impliceer je dat bloggers geen hoogwaardige content produceren. Maar goed, laat maar.
“Ik durf zelfs te stellen dat er bij het verplicht stellen van CC personen zullen zijn die niet langer meer onder CC zullen publiceren”.
Onderbouw dat eens?
Veel fictieschrijvers hebben een interne drang om te schrijven, en die schrijven dus omdat ze moeten. Waarom blijven er anders zo veel schrijvers in armoede worstelen om gepubliceerd te worden, terwijl ze ook bij wijze van spreke stratenmaker kunnen worden?
Er zijn weinig schrijvers die rond kunnen komen van hun royalties. Daarom ook al die signeersessies, spreekbeurten en andere secundaire voorwaarden. Je moet wel, anders wordt het droog brood deze maand. De vraag is dus of van weinig royalties naar geen royalties een groot verschil gaat opleveren voor wat betreft die secundaire bezigheden.
Oh, nog een leuke quote:
En toen groef ik nog even door naar wat je als schrijver verdient, en vond ik dit (2002, maar toch). “Vanaf 4.000 exemplaren krijgt de auteur 12,5 procent (was 10 procent tot 5.000 exemplaren). Boven de 100.000 verkochte boeken stijgen de royalties naar 17,5 procent (was maximaal 15).”
Dus stel je boek kost 20 euro (lijkt de mediaan bij Bol.com te zijn bij romans). Je verkoopt er 4.000, dan verdien je dus 2,50 per boek oftewel 10.000 euro per jaar. Verkoop je er 10.000, dan heb je een bestseller en dat levert je 25.000 euro op. Het bruto modale inkomen is volgens het CPB in 2008 ??? 30.500 (vakantietoeslag meegerekend). Dus met elk jaar een bestseller en een extra boekje zit je op een modaal inkomen als schrijver. Maar dat lijkt me nogal onrealistisch. Je moet ook dus ook nu al als schrijver nevenactiviteiten ontwikkelen.
@Arnoud: je zoekt een niche op in de discussie over het auteursrecht waarin je waarschijnlijk weinig medestanders vindt. Lessig, waar je herhaaldelijk naar verwijst, houdt er helemaal zulke extreme standpunten niet op na. Hij noemt Disney als voorbeeld omdat de ouwe Walt veel geleend heeft van de Grimms en anderen, terwijl de Disney Corporation nu juist alles in werk zet om het auteursrecht op Micky Mouse tot in de eeuwigheid te verlengen en fair use te beperken.
Het gebruik van de sprookjes van Grimm past echter prima in de fair use-doctrine, vandaar dat Lessig pleit voor versoepeling van hergebruik – niet voor afschaffing van het auteursrecht, ziehier. “I continue to believe copyright is important, primarily for economic reasons. But that again is precisely why we wanted to create a simpler copyright, for the many many creators who either are not creating for economic ends, or who believe that control over their creativity is not a necessary means to their economic success. Free law is the tool we created. A tool to enable people to achieve something at the legal layer, just as iChat enables people to achieve something at the application layer. But as iChat isn’t for everyone, or at least, for everyone for any end, neither is CC. I would not advise Britney to put her music under a CC license, but I would advise Gilberto Gil to.”
Essentie is dat zelfs veel critici van het huidig auteursrecht nog steeds geloven in een systeem dat beloning van makers mogelijk maakt, simpelweg omdat voor veel mensen de incentive tot publiceren anders wegvalt. Nee, niet al die bloggers. Maar wel de broodfilmers, acteurs, muzikanten, regisseurs en schrijvers die van hun werk leven. Kopi?ren vergt geen inspanning of investering, maar het eerste exemplaar van een boek of film kost enorm veel tijd. Niet de productiemachines worden beschermd door het auteursrecht, maar de makers. Althans, zo zou het moeten zijn. Alleen zou fair use breder toegepast moeten worden en kan de duur van dat auteursrecht bekort worden. Dat bevordert free (as in libre, not gratis) culture.
Het huidig Nederlands auteursrecht biedt trouwens behoorlijk veel ruimte voor hergebruik. Iedereen mag samenvatten, parafraseren en citeren, je kan alleen niet domweg kopi?ren – tenzij de nieuwsexceptie van toepassing is. Zelf maken, niet kopi?ren: dat is een stimulans voor creativiteit, zoals we op de lagere school al leren. De kopieerders moeten creatiever met de bestaande en nieuwe mogelijkheden omgaan; niet de mensen die nu reeds nieuwe dingen maken.
Die discussie loopt nu waarschijnlijk ook in de Stichting Copyright en Nieuwe Media waar je bij betrokken bent. Ik zag dat een van je medebestuurders ontdekte dat haar column over bijzonder jenevergebruik gekopieerd was door Hooghoudt en dat ze prompt op hoge poten een vergoeding is gaan eisen. Mixen mag, maar niet met Hooghoudt? Saillant is dat zij een blogster is die onder een CC-licentie publiceert, maar de non-commerci?le variant. Je zult dus ook in eigen kring nog wat harder moeten evangeliseren voor totale vrijstelling.
Accepteren we dat een zekere bescherming gewenst is, dan komt de vraag van handhaving om de hoek. Cinner roept al een jaar dat haar vergrijp te vergelijken is met fietsen zonder licht. Ik stel daar tegenover dat het een gestolen fiets was waarmee ze nietsvermoedend op de digitale snelweg reed. Da’s vragen om problemen. Maar als we haar redenering volgen zou een waarschuwing passen (bij particulier copy-paste) en vervolgens een boete.
De pijn zit ‘m natuurlijk niet in particuliere bloggers (hoewel particulier hergebruik in de muziek- en filmindustrie wel een kwestie is) maar bij bedrijven/uitgevers die teksten en foto’s stelen. Da’s dankzij internet een stuk makkelijker. Voordeel van de nieuwe media is echter ook dat zulk ‘hergebruik’ nu veel sneller opgespoord kan worden. Google was een tijdje geleden bezig met een Claim Your Content-service, waarmee al te enthousiast hergebruik opgespoord kan worden. Op grond van de Digital Millennium Copyright Act kunnen bovendien links naar kopi?rende websites uit zoekmachines verwijderd worden, wat voor institutionele copycats behoorlijk pijnlijk is.
Verder zie je nu ook vakbonden, beroepsorganisaties en nieuwe intermediairs actief worden in dit domein. Dat riekt een beetje naar de bekende ambulance chasers, maar te voorzien is dat dit allemaal wat gestructureerder wordt en dat er meer jurisprudentie komt. Met name op het gebied van punitive damages bestaat er veel onduidelijkheid. Ik kan me voorstellen dat rechters mild zijn bij particuliere kopieerders, maar institutionele kopieerders verdienen een fikse pets op de vingers. Meer scrabbleclaims voor degenen die van twee walletjes eten.
Ook ben ik benieuwd wat er gebeurt wanneer geen schadevergoeding geeist wordt, maar de verdiensten van de kopieerder ingevorderd worden – wat volgens mij mogelijk is binnen het huidige auteursrecht. Het zou een goede zaak zijn wanneer de vertegenwoordigers van de creatieve industrie hun krachten bundelen om commercieel misbruik structureel tegen te gaan, in het bijzonder door jurisprudentie af te dwingen en deals in de openbaarheid te brengen.
Met geld heeft dat allemaal niks te maken. Althans niet direct. Het fundamentele probleem is dat er geen level playing field meer is wanneer (nieuwe) media die zich wel aan de kopieermores houden beconcurreerd worden door media die dat niet doen. Voor zover media nog in staat zijn inkomsten te genereren, verschuift dat geleidelijk van creatie naar copiraterij. Praat met uitgevers en ze zijn vaak bezig om de kosten van content te drukken, onder andere door gebruik te maken van wat vrij beschikbaar is. Reden te meer om duidelijk onderscheid te maken tussen free (as in gratis) content en free (as in libre) content. Een mix culture is prima, maar in die cultuur moet wel plaats blijven voor originele ingredi?nten en onafhankelijke journalistiek.
@bona fides.
Je verdedigt de onuitgesproken stelling dat het auteursrecht een noodzakelijk kwaad is om het voort bestaan van auteurs te garanderen. Dit is volgens mij niet alleen onjuist, maar daarmee sla je mijn inziens ook nog eens de plank mis.
De centrale vraag zou moeten zijn of we wetgeving willen gebruiken om het voort bestaan van een bestaande praktijk te garanderen. De kruidenier op de hoek heeft ook plaats moeten maken van de supermarkt. Dat is normale marktwerking en zou m.i. dus geen reden mogen zijn om het auteursrecht op een bepaalde manier in te kleden.
Ja. Voor dat het octrooirecht werd ingevoerd was er ook research.
Je lijkt uit te gaan van de volgende stellingen: 1. Er is een behoefte aan goede schrijvers. 2. Goede schrijver gedijen alleen als ze voldoende geld kunnen verdienen (met het schrijven). 3. Voldoende geld kan alleen worden verdient als er een wettelijke bescherming is.
Je conclussie is vervolgens dat wettelijke bescherming wenselijk is om in de behoefte te voorzien van goede schrijvers. Maar volgens mij kunnen deze stellingen niet alle drie naast elkaar bestaan.
Als er een behoefte is aan goede schrijvers, dan zie ik niet in waarom dat niet aan marktwerking kan worden overgelaten. Als er geen behoefte is aan goede schrijvers, dan zie ik weer niet in waarom we er in zouden voorzien.
Het auteursrecht beschermt professionele filmers/fotografen/schrijvers niet tegen onbetaalde collega’s; het beschermt desgewenst wel iedereen tegen kopieerders. Creatieve professionals kunnen prima concurreren met vrijwilligers, maar ze kunnen niet opboksen tegen mensen die hun werk kopi?ren.
Dat de huidige auteurswet het openbaren en vermenigvuldiging aan banden legt was me wel duidelijk.
Opboksen tegen mensen die hun werk kopi?ren klinkt leuk, maar wat houd dat in? Ik vermoed dat deze leus geen betekenis heeft.
Leuk dat de discussie blijkbaar ook door anderen nog wordt gelezen 😉
Ik zie dat er m??r in mijn stelling wordt gelezen dan ik ermee heb bedoeld. Ik wil bijvoorbeeld niet beweren dat veel of zelfs de meeste schrijvers helemaal niet zouden hebben geschreven zonder royalties.
Mijn stelling is vrij beperkt: veel schrijvers niet de werken hebben geproduceerd die ze nu hebben geproduceerd als ze met hun werk niet hun brood hadden kunnen verdienen. Lees er vooral niets m??r in! Ik beweer dus niet dat schrijvers niet zouden schrijven, en ik zeg ook niet dat er per se royalties moeten worden betaald.
Aan voor wat onderzoek denk je dan? Empirisch onderzoek gaat niet lukken; een vergelijking met de periode v??r de invoering van het auteursrecht zal hoe dan ook scheef zijn. Ik ben weliswaar geen econoom, maar volgens mij werkt een heel groot deel van de theoretische economie met redeneringen binnen kwalitatieve of kwantitatieve modellen. Denk aan Adam Smith’s “invisible hand”.
Je hebt gelijk dat het te gelde maken van het auteursrecht ook tijd kost die niet kan worden besteed aan schrijven. Het lijkt me echter redelijk om ervan uit te gaan dat de tijd die wordt besteedt aan het te gelde maken, over het algemeen meer dan wordt gecompenseerd door de inkomsten die hierdoor worden gegenereerd. (En schrijvers waarvoor dit niet geldt zouden vroeg of laat moeten beseffen dat ze de tijd die ze besteden aan commerci?le aspiraties verdoen.)
Of de gemiddelde schrijver van alleen zijn schrijfwerk rond kan komen maakt voor mijn stelling niet uit.
En let op: het gaat mij ook niet om de vorm van betaling (royalties, subsidie, wat dan ook). Ook universitaire onderzoekers verdienen in mijn opvatting geld met schrijfwerk: het genereren van publicaties is een integraal onderdeel van het werk van zo’n onderzoeker. Als de universiteit geen salaris zou betalen voor dat deel van het werk, dan zou ik verwachten dat veel onderzoekers niet dezelfde publicaties zouden genereren als nu het geval is. Onderzoekers zouden veel meer (onbetaalde) vrije tijd hebben, waarin ze wellicht toch die publicaties gaan schrijven, maar vermoedelijk ook een deel van de tijd bij McDonalds hamburgers gaan flippen om hun karige loon aan te vullen. Met het auteursrecht heeft dit inderdaad helemaal niets te maken, maar in mijn stelling noem ik het woord auteursrecht ook niet. (Wel betrek ik de stelling om mijn standpunt ten aanzien van de auteursrecht te formuleren, maar dat is iets anders.)
Wat betreft de grondslag(en) van het auteursrecht. Ik haalde het vrijwel letterlijk uit Hoofdzaken IE, 4e druk, p. 94 en 5e druk, p. 82.
Precies, je kunt geen controlegroep ernaast houden dus empirisch onderzoek zal ook deze stelling uit Hoofdzaken IE niet kunnen staven. De vraag lijkt mij wederom: wat is er dan nodig om jou ergens van te overtuigen? Het idee is dat wie een wortel krijgt voorgehouden, harder gaat lopen. Ontbijtkoek kan ook. Wil je daar een wiskundig bewijs van zien? Dat heb ik niet. Het idee is dat het vooruitzicht van een tijdelijk monopolie voor de gemiddelde persoon met enige creatieve gaven een bewuste of onbewuste reden kan zijn om die gaven (vollediger) uit te buiten. Op mij komt deze stelling in ieder geval heel plausibel over.
(Wel zou ik de stelling liever formuleren als “het auteursrecht stimuleert creatieve prestaties”. Ik denk niet dat het auteursrecht een geestverruimende werking heeft!)
Zie #33. Ik vermoed dat er personen zijn die ervoor kiezen om onder CC te publiceren om exposure te krijgen, niet om in beeld te komen voor het geven van spreekbeurten, maar om in beeld te komen voor betaald schrijfwerk. Een te gewaagde veronderstelling? Vergelijk het met vrijwilligerswerk voor een liefdadigheidsinstelling, met het idee een CV op te bouwen voor later. Maar in feite is het slechts een zeer kleine variatie op jouw model, dus waarom zou ik naar andere voorbeelden zoeken.
@Merijn(#35, #36): mijn stelling gaat niet over royalties.
@Alex(#38): mijn stelling gaat niet over het auteursrecht.
Ik stel dat het wenselijk is dat schrijvers op ??n of andere manier geld kunnen verdienen aan of met hun schrijfwerk. Daarmee bedoel ik niet dat iedereen die schrijft daarvan moet kunnen leven of zo. Het gaat mij om “het is mogelijk om schrijftalent te verzilveren” tegenover “wie schrijftalent heeft en daar wat mee wil doen, moet ook leren om spreekbeurten te geven”. (Dat laatste geeft mij het beeld van een schrijver met zijn eigen agent, waarbij de agent betaalde spreekbeurten verzorgt om het schrijven van de schrijver te financieren. Als algemeen model klopt er voor mij iets niet aan.)
Vervolgens kun je je afvragen wat voor modellen er bestaan om schrijfwerk geldelijk te belonen. Wie een goed alternatief compensatiesysteem weet mag het zeggen. Ik kan overheidssubsidies en liefdadigheid bedenken, maar erg aantrekkelijk lijkt me dat niet.
Blijkbaar helpt de wortel die hen wordt voorgehouden. De droom van een betaald schrijverschap doet hen schrijven. Natuurlijk kunnen deze schrijvers beter wijs worden en op internet onder CC publiceren, want wie weet slaat hun werk aan (en vindt een uitgever hen).
@Alex(#40):
Daar kun je je toch wel iets bij bedenken? Denk aan een eerste tv-zender die zelf programma’s produceert en uitzendt, terwijl een tweede tv-zender die programma’s met 1 seconde (satelliet)vertraging integraal kopieert en uitzendt. Welke zender kan de goedkoopste reclametijd aanbieden?Hopelijk geeft het voorbeeld van de kopi?rende tv-zender ook op een eenvoudige en inzichtelijke manier aan wat de implicatie zou zijn van invoering van een “verplicht CC”-model? Of moeten we sowieso af van reclame op tv?
@Alex(#38): wat je schrijft over marktwerking kan ik niet goed volgen, maar ik merk op dat een huizenmarkt alleen bestaat dankzij een wettelijke bescherming in de vorm van het eigendomsrecht. (Goed, er is een niet-wettelijk alternatief: bescherming met de eigen wapens.)
Wat betreft het octrooirecht en Philips, in ieder geval hoefde Philips de gloeilamp niet zelf uit te vinden. Verder is NatLab opgericht in 1914, dus na de herinvoering van een octrooistelsel, en volgens Wikipedia:
Het verbaast me dat je dat zegt, want je haalde het eigendomsrecht in een vergelijking aan.
Wat is je punt?
Ook zonder een eigendomsrecht is er een behoefte naar huizen. Het bestaan van de markt is niet gekoppeld aan het in eigendom hebben. Zo’n markt zal er uiteraard anders uitzien, maar een afwezigheid van eigendomsrecht houd niet
Verder is een discussie over het eigendomsrecht en octrooirecht toch andere discussies omdat er andere argumenten gelden of de argumenten moeten op z’n minst anders gewogen moeten worden.
De redenering is dat de wettelijke bescherming nodig is omdat schrijvers anders niet kunnen bestaan. Ik vind het iets hebben van dat er een wet tegen supermarkten had moet komen omdat de kruideniers er anders niet tegen hadden kunnen opgebokst. Er wordt geen argument gegeven die iets over de legitimatie van de wet zegt.
@Alex. Opnieuw: het auteursrecht beschermt auteurs niet tegen concurrenten, het beschermt auteurs tegen kopieerders. Kruideniers worden ook beschermd door de wet als supermarkten hun schappen vullen met gestolen levensmiddelen. Free Record Shop betaalde vorig jaar 50.000 euro boete aan het Openbaar Ministerie voor de verkoop van illegale gekopieerde cd’s. Daarmee kocht FRS vervolging af. De afkoopsom is waarschijnlijk hoger dan de inkomsten die FRS met verkoop gegenereerd heeft en de schade die door rechthebbenden geleden is (punitive award), maar ik weet niet of het OM de rechthebbenden vergoed heeft….
@Toine: Ik maakte de vergelijking omdat geen reden zie waarmee getracht wordt de legitimiteit van de wet te onderbouwen. Dat kopieerders geen concurrenten zijn maakt de wet nog niet legitiem. (Dat vrouwen geen mannen maakt het niet legitiem om hen het stemrecht te onthouden.) Dat er gehandhaafd wordt evenmin.
Dat moet natuurlijk zijn: Dat vrouwen geen mannen zijn maakt het niet…
@Alex:
Dan lees je een andere draad dan ik…Kun je trouwens concreet aangeven wat je met legitimiteit bedoelt?
@Alex(#44):
Lees de draad nog eens na. Ik reageer op jouw #38, jouw #38 reageerde op mijn #32, neem ik althans aan. Daarin noem ik het auteursrecht niet. Zie #41 voor een meer volledige uiteenzetting.Tja, lees gewoon waar ik op reageer. Ik reageerde op jouw suggestie dat Philips ook research zou doen zonder octrooistelsel. Welnu, ik citeer een bron die een andere kant op wijst.
Je zin is niet af, misschien omdat je de redenering ook niet kon rondkrijgen?
Het is toch echt zo hoor, als je een huis niet voor jezelf kunt houden (eigendomsrecht) ga je er ook niet voor betalen.
Eigendomsrecht op zaken is inderdaad wat anders dan het auteursrecht, maar jij probeerde iets met marktwerking tussen schrijvers. Ik beweer dat je daar geen logisch coherent verhaal van kunt maken zonder een vorm van wettelijke bescherming. Probeer het maar.
Maar wat vind je nu van het voorbeeld van de kopi?rende tv-zender?!
Met legitimiteit doel ik op een redenering waarmee men aangeeft waarom een bepaalde wet noodzakelijk of wenselijk is.
Auteurs moeten (tot 70 jaar na de dood) het alleen recht op openbaringen en verveelvoudigen hebben, omdat….. De indruk die ik hier krijg is dat deze afgemaakt wordt met “ze anders kunnen ze niet bestaan”. Dat vind ik niet sterk en vandaar mijn vergelijking met de kruidenier.
Je kunt net zo goed schrijven: gunnen we kruideniers een inkomen uit hun werk en vinden we daarom dat ze beschermd moeten worden tegen supermarkten?