Zo, ik ben weer terug van vakantie. En gelijk een leuk vonnisje gevonden: welke rechten kun je ontlenen aan de website van een gemeente? In een rechtszaak over het parkeerbeleid van de gemeente Den Haag genoeg om geen parkeerboete te hoeven betalen in ieder geval.
Een burger had haar auto geparkeerd aan de Suezkade te Den Haag, een “plaats waar mag worden geparkeerd tegen betaling van parkeerbelasting” zoals dat zo mooi heet. Zij kreeg een boete, haar digitale parkeervergunning zou niet op de juiste manier zijn aangemeld en daarmee niet geldig zijn geweest.
In de beroepsprocedure voerde de parkeerder aan dat de voorwaarden van de vergunning niet meegestuurd waren in de envelop waarmee de parkeervergunning opgestuurd was. Ze was daarom op de website van Den Haag gaan kijken, en ze had de instructies daar keurig opgevolgd. Dat die instructies dan onvolledig zijn, kon toch niet haar schuld zijn?
De gemeente vond van wel: ze had gewoon even moeten bellen en dan hadden ze de voorwaarden keurig op kunnen sturen. Wie gaat er nou op internet kijken als er een stuk papier ontbreekt in een envelop? Gelukkig vindt de rechtbank dat argument net zo’n onzin als ik:
Met eiseres is de rechtbank van mening dat – uiteraard indien en voor zover dat voorhanden is – daartoe kan worden volstaan met het raadplegen van de informatie op de internetsite van de gemeente Den Haag.
Op de website stonden enkele voorwaarden vermeld, zoals het moeten plaatsen van een parkeerschijf en niet langer dan twee uur aaneen parkeren, maar nu net niet de voorwaarde dat je de bezoekersvergunning na aanvraag nog eens moet aanmelden. Dat was waar de gemeente de boete op baseerde, maar de rechtbank verwijst deze eis naar de prullenbak:
Nu in de digitale gebruiksinstructie niets staat vermeld over het aanmelden van de digitale vergunning, behoefde eiseres niet te weten dat dit een noodzakelijke voorwaarde was. Eiseres heeft naar het oordeel van de rechtbank niet hoeven te twijfelen aan de op internet door de gemeente gegeven informatie. Dit geldt temeer daar de op internet – en op Schermprint I – weergegeven informatie en voorwaarden voldoende specifiek en uitgebreid zijn.
Het zou leuk zijn geweest als de rechtbank ook nog wat had gezegd over de proclaimer van de gemeente, want erg ‘pro’ vind ik die niet:
De gemeente Den Haag garandeert echter niet dat de inhoud van het Platform volledig, accuraat en juist is. … De informatie op dit Platform is uitsluitend bedoeld als algemene informatie en voor algemeen gebruik. Er kunnen geen rechten aan de informatie op het Platform worden ontleend. De gemeente Den Haag is niet aansprakelijk voor enige schade die is of kan ontstaan als gevolg van (blablabla).
Het idee van een proclaimer was toch juist vermelden “wat lezers en gebruikers wél kunnen verwachten”?
Prachtig hoe dat dan gaat: oh, we moeten een proclaimer, dan nemen we de aanbevolen proclaimertekst over maar laten we Juridische Zaken er even naar kijken. En die typt er dan toch weer precies die standaarddisclaimerzinnen in over die er nu net uitgegooid waren. Argh! Ik heb zo’n hekel aan copypastejuristerij.
Afijn, de rechtbank is gelukkig recht door zee: op de site staat het duidelijk en ondubbelzinnig, dus als burger kun je daar rechten aan ontlenen. Of de rechtbank (net als heel Nederland) vergeten is de disclaimerproclaimer te lezen of deze bij voorbaat al aperte onzin vond, weet ik niet, maar de uitkomst is hoe dan ook terecht.
Update (25 november) zie ook deze zaak over een verouderd postadres van de Belastingdienst dat nog op hun website stond. Ook daar mocht de burger vertrouwen op de site.
Update (30 september 2011) zie ook deze strafzaak waarin informatie op gemeentewebsites meewoog bij de vraag of verdachte “redelijkerwijze had kunnen vermoeden” (waar het om het primair tenlastegelegde gaat) of het “wist of redelijkerwijs had kunnen weten” van het subsidiaire tenlastegelegde. De gemelde informatie was onjuist maar dat bleek alleen uit recente nieuwe inzichten. Vrijspraak.
Update (12 juli 2012) voor het mogen heffen van parkeerbelasting op een extra koopavond in Nijmegen is de enkele vermelding daarvan op de website niet genoeg. Koopavonden moeten ook ter plaatse kenbaar zijn gemaakt.
Update (22 december 2013) dit vonnis moedigt disclaimers aan (ben ik bang) door te oordelen dat een uitgebreide webpagina over wat je verzekering dekt, bóven de verzekeringsvoorwaarden gaat.
(…) de tekst op de website van AnderZorg (ten aanzien van de vraag of kosten van plastische chirurgie onder de basiszorgverzekeringen vallen) uitgebreid is en uit niets blijkt dat de opsomming en tekst niet limitatief of niet volledig zou zijn. De conclusie is daarom dat [eisende partij] er op grond van de tekst van de website vanuit mocht gaan dat die tekst de volledige aard en omvang van de door haar gesloten zorgverzekering met AnderZorg, in elk geval voor wat betreft de kosten van plastische chirurgie, betrof.
Arnoud<br/> Foto: Conanil, CC-BY 2.0
Ik kan mij wel een beetje voorstellen dat ze stellen dat men geen rechten kan ontlenen aan de informatie op de website.
Als dat wel zo zou zijn, dan stond er binnen de kortste keren vast een pagina op de site met “Lever een schermafdruk van deze pagina in bij de centrale balie en ontvang 100 Euro!”
Dit is tenslotte nog steeds het grote boze internet. Genoeg kwajongens die graag zo’n treek uithalen. 🙂
Lijkt me een beetje gezocht voorbeeld? Ik kan ook een nepfoldertje maken en dat bij de balie in zo’n folderrek hangen toch?
Los daarvan: als een ambtenaar iets tegen mij zegt aan de balie, dan is dat iets waar ik rechten aan mag ontlenen. Ik zou niet weten waarom dat anders moet zijn bij wat hij via een website tegen mij zegt.
De parkeerder zegt dat de voorwaarden & handleiding niet in de envelop zaten, de gemeente zegt van wel. Waarom gelooft de rechter de parkeerder? Is er een regel die zegt dat de bewijslast bij de gemeente ligt (hoe bewijs je zoiets trouwens)? Of is het gewoon waarschijnlijker dat de gemeente een foutje heeft gemaakt, dan dat de parkeerder liegt?
(PS Welkom terug. Fijne vakantie gehad?)
Hoofdregel: wie zich beroept op een bepaald rechtsgevolg, moet dat bewijzen. De gemeente wil de parkeerder aan voorwaarden houden en moet dus bewijzen dat de voorwaarden deel van de overeenkomst zijn. Daarvoor moet ze bewijzen dat ze meegezonden zijn. Het gaat er dus niet om wie de rechter gelooft.
Het is sowieso dom van de gemeente dat ze in hun ‘meegestuurde voorwaarden’ andere voorwaarden hebben vermeld dan op hun website.
Gaat het hier alleen om contractuele voorwaarden?
Je wordt als burger geacht de wet te kennen, maar er is geen verplichting iedere gemeentelijke verordening te kennen. Het zou onredelijk zijn als je voor een bezoekje aan Den Haag alle verordeningen moet kennen. Een gemeente heeft een informatieplicht.
“Hoe had ik moeten weten?” is bij parkeerzaken dan ook een belangrijke vraag. De gemeente is verplicht de parkeerinstructies duidelijk te maken. Ik kan me voorstellen dat bij valse voorlichting niet afdoende aan de informatieplicht is voldaan.
Een gemeente zal er voor moeten zorgen dat haar website zo is ingericht dat zowel inhoudelijk als technisch niet te twijfelen valt aan de betrouwbaarheid en authenticiteit van de inhoud. De Archiefwet 1995 met diverse uitvoeringsregelingen en specifieke normen en standaarden bieden hiervoor kaders en hadvatten. De vraag is of de sites van de gemeente Den Haag en van andere overheidsinstellingen hieraan voldoen.
> Wie gaat er nou op internet kijken als er een stuk papier ontbreekt in een envelop?
LOL!
Humor anno 2010. Historici zullen in 2210 deze site terugvinden (of moet ik zeggen: opgraven?) en concluderen dat internet in 2010 reeds volledig ingeburgerd was.
Los daarvan: als een ambtenaar iets tegen mij zegt aan de balie, dan is dat iets waar ik rechten aan mag ontlenen. Ik zou niet weten waarom dat anders moet zijn bij wat hij via een website tegen mij zegt.
Wat te denken van een door de wol geverfde projectontwikkelaar die van een ambtenaar een de balie te horen kreeg dat hij een supermarkt mocht vestigen in een pand terwijl dat volledig in strijd was met het bestemmingsplan. In dit geval oordeelde de Raad van State dat de projectontwikkelaar geen rechten mocht ontlenen aan de uitspraak van ambtenaar omdat deze helemaal geen bevoegdheid had om hierover te beslissen. Met name in bestuursrechtelijke zaken waarbij de belangen van omwonenden en buren een belangrijke rol spelen kan je niet rechten ontlenen aan onjuist verstrekte informatie. Dit aspect zal de rechter ook naar mijn mening meewegen in geval van onjuiste informatie die geplaatst is op de gemeentelijke website, afkomstige van een ambtenaar of zelfs een wethouder die teveel belooft.
Ja, goed punt. De ambtenaar moet wel bevoegd zijn om iets te zeggen over je vraag, anders kun je er nog steeds geen rechten aan ontlenen. Of in ieder geval moet hij bevoegd lijken: als ik aan een parkeerwachter vraag “mag ik hier parkeren zonder te betalen” en die zegt ja, dan krijg ik die parkeernaheffing echt wel van tafel.
Eerder is er een soortgelijke uitspraak gedaan:AW1928
Bedankt voor de tip! Die zaak is minstens zo leuk, vooral omdat hier expliciet de disclaimer wordt opgevoerd – en afgeknald: