Overnemen van een disclaimer als auteursrechtinbreuk

Kan het overnemen van een “free disclaimer” inbreuk op het auteursrecht van de disclaimermaker zijn? Een recent vonnis stelt die kwestie weer ter discussie (via Menno Weij). Kort gezegd: ja dat is inbreuk, maar de wijze van presenteren maakt dat de schadeclaim fors omlaag gaat.

De disclaimer in kwestie werd overgenomen van www.freedisclaimer.eu. Het is een nogal lange tekst die er erg juridisch uitziet, dus als je dan als ondernemer op zoek bent naar een mooie afschriktekst dan zou je die wellicht willen overnemen. Maar dat mag dus alleen als je de gebruiksvoorwaarden in acht neemt, anders krijg je van de advocaat achter die site een stevige factuur: € 693,67 en enige tijd later € 962,00. Een bedrag waar zelfs menig claimend fotograaf even van opkijkt.

De rechter begint met constateren dat er auteursrecht zit op de disclaimer, want “de gebruikte woorden en opmaak van (de tekst van) de disclaimer is het gevolg van creatieve keuzes.” Dat vind ik wat erg makkelijk, maar goed er is geen verweer tegen gevoerd.

En tsja, als er auteursrecht zit op een tekst dan mag je die niet zomaar overnemen. Ook niet als er geen keiharde knipperende “Auteursrechtelijk beschermd materiaal”-tekst bij staat. Maar hier doet zich wat merkwaardigs voor: de site héét “Free disclaimer”. En de gebruiksvoorwaarden waren niet bepaald eenvoudig te vinden, dus dan wordt het wel een beetje onredelijk om zomaar claims te leggen:

Onder de nadere informatie is de zin (inclusief hyperlink) “Klik hier als u deze disclaimer op uw website wilt gebruiken.” opgenomen. Pas bij het doorklikken op “hier” komt de website van [eiser] in beeld, waar de gebruiksvoorwaarden staan vermeld. De kantonrechter overweegt dat het meer voor de hand ligt dat, als er gebruiksvoorwaarden zijn gekoppeld aan de disclaimer, deze ook op de site worden gepubliceerd waar de disclaimer op staat vermeld. Te meer, nu internet uitnodigt tot het overnemen van informatie, zonder daarbij in acht te nemen dat deze informatie auteursrechtelijk beschermd kan zijn, en nu het webadres van de website impliceert dat de disclaimer zonder nadere voorwaarden mag worden gebruikt. Door deze wijze van publiceren van de disclaimer, en dan met name gelet op het gebruikte webadres en het ontbreken van de gebruiksvoorwaarden op de hoofdsite, wordt er een grote kans op onbedoeld, dan wel onbewust, schadeplichtig gebruik gecreëerd.

Gezien deze situatie vindt de rechter het niet redelijk om de geëiste schadeclaim en advocaatkosten toe te wijzen. Hij beperkt het vonnis dan ook tot 148 euro aan kosten die zijn gemaakt na de eerste ontvangen sommatie, omdat de wederpartij toen niet direct de disclaimer had verwijderd.

Ik blijf het een rare zaak vinden. Disclaimers hebben juridisch geen waarde, dus waarom zou je ze überhaupt aanraden om te gebruiken? En dan ook nog eens geld vragen voor de overname, tegen een bedrag dat geen reële schade vertegenwoordigt. Hoezo mag een eisende advocaat zomaar zijn uurtarief als schade opvoeren, om eens wat te noemen.

Arnoud

Is een disclaimer genoeg tegen het merkenrecht?

tom-smeenk-geen-aupingIk kan niet eens meer een wandeling maken door de stad zonder disclaimers tegen te komen: “Wij zijn geen Auping dealer!” op het etalageraam van beddenhandel Tom Smeenk in Utrecht. Ook de website van Smeenk vermeldt deze tekst in diverse groottes.

Over het gebruik van merken doen veel misverstanden de ronde. De belangrijkste: het zou verboden zijn een merk te voeren, ongeacht omstandigheden, zonder toestemming van de merkhouder. Dat klopt niet, al was het maar omdat in het recht er niets toegestaan of verboden is “ongeacht omstandigheden”. Er zijn áltijd omstandigheden te verzinnen die iets dat in principe legaal is, toch verboden maken. Of andersom.

Je mag zonder toestemming een merk gebruiken wanneer je de merkproducten verkoopt. Je moet dan kunnen aangeven dat je die producten verkoopt, en dat doe je door het merk te tonen. (De merkproducten moeten met toestemming op de Europese markt gebracht zijn door de merkhouder; grijze import uit China mag hier niet worden doorverkocht.)

Wat dan weer niet mag, is het merk gebruiken om de indruk te wekken dat je een band hebt met de merkhouder. Dat is waar het vaak misgaat met webshops van handige jongens die merkproductjes verkopen, wat ik de “Welkom bij merknaam”-sites noem. Het gaat daar mis omdat men geen eigen naam noemt maar alleen “Welkom bij Aupingkopen punt nl, uw goedkope plek voor Aupingbedden – auping goedkoop aanbieding outlet dealer kopen bestellen” of iets dergelijks. Door stilzwijgen kun je verwarring wekken.

Smeenk doet het goed: een eigen bedrijfsnaam, het eigen logo groot linksboven op de site en ook dus nog een disclaimer. Hier is geen sprake van stilzwijgen dus.

Is die disclaimer nodig? In principe heeft een disclaimer geen zin. In 2013 verloor Talensshop een rechtszaak over merkinbreuk, omdat de totaalindruk van de site ten onrechte een affiliatie met verfproducent Talens suggereerde. De rechtbank vond dat een disclaimer daar niet tegenop kon. Hetzelfde bleek in een andere zaak over de term “Porschespecialist”.

Echter, bij twijfelgevallen kán het de doorslag geven. Als hij prominent naast de eigen bedrijfsnaam staat, dan versterkt dat het beeld dat de eigen naam en logo scheppen: dit is zomaar een bedrijf, geen outlet van de merkhouder. Maar ik zou altijd zeggen, bouw je site zónder disclaimer en toets dán of mensen gaan denken dat het een outlet is.

Arnoud

Weer zo’n disclaimer die nergens op slaat

Regelmatig sturen mensen me “De directie stelt zich niet aansprakelijk”-bordjes, waarvoor mijn dank. Af en toe zitten er ook varianten tussen waar ik schele juridische jeuk van krijg, zoals deze (dank GJ):

scholieren-tassen-eigen-risico

Waar te beginnen. Allereerst dat het een geprint tekstje is, dus iemand die dacht “dat ga ik eens even régelen, dan is het afgelopen met dat gezeik”. Altijd mooie motivatie voor allerhande bordjes.

Daarnaast het ontbreken van een punt en het gecentreerd zijn van alle tekst. Ergerlijk.

Juridisch belangrijkst is natuurlijk de combinatie van “je moet het afgeven” met “wij zijn niet aansprakelijk”. Ehm, nope. Je aansprakelijkheid afwijzen is sowieso al moeilijk met bordjes, maar als je mensen verplicht iets bij jou af te geven dan ben je daar verantwoordelijk voor. De wet noemt dat een bewaarnemingsovereenkomst en de bewaarnemer is gewoon aansprakelijk voor verlies of diefstal.

Wie nog meer van dit soort maffe bordjes heeft: ik houd me aanbevolen!

Arnoud

Disclaimers overnemen is een inbreuk op auteursrechten

no-nee-disclaimer.pngDe wijze waarop gedaagde de disclaimer gebruikt, levert een inbreuk op van het aan eiser toekomend auteursrecht. Ja, dat staat echt in het vonnis (via). U mag ook even de koffie van het beeldscherm vegen. Maar toegegeven, deze disclaimer is zo lang en wijdsprekig dat ik ‘m wel auteursrechtelijk beschermd vind. En als je een beschermde tekst kopieert, dan kun je problemen krijgen met het auteursrecht.

Om een of andere reden denkt iedereen dat je een disclaimer op je site moet hebben. Ik zou eerlijk gezegd niet weten waarom. Het is juridische dikdoenerij zonder enige waarde in de praktijk, maar iedereen doet het omdat iedereen het doet.

Het idee is dat je met een disclaimer je aansprakelijkheid kunt uitsluiten, maar dat kan alleen als de wederpartij daarmee akkoord gaat. En dát is een beetje lastig te betogen als je een virtueel bordje aan de muur van je website hangt, want het bezoeken van een website kun je moeilijk zien als een handeling die akkoord op zo’n bordje impliceert. (Het werkt wél als je mensen laat registreren en dan akkoord vraagt op algemene voorwaarden waarin je je aansprakelijkheid uitsluit.)

De disclaimer uit dit vonnis is een hele lap tekst en ziet er buitengewoon juridisch uit, dus het verbaast me dan niet dat mensen die tekst massaal overnemen. Maar bij deze disclaimer golden gebruiksvoorwaarden: je moet het document embedden, en je mag niet de tekst copypasten. Kopiëren en plakken werd echter gedoogd, zij het dat de auteur dan altijd eiste dat zijn naam en website erbij werden vermeld.

De gedaagde had de tekst gecopypaste maar zonder die naamsvermelding. Het verweer daarbij was dat er nergens in de voorwaarden stond dat dat moest. Nee grapjas, zie je de rechter denken: je mocht überhaupt al niet copypasten dus vind je het gek dat daar dan geen regels over staan?

Dat in de gebruiksvoorwaarden niet is opgenomen dat indien de disclaimer wordt gekopieerd en geplakt de bron moet worden vermeld, is gelet op het vorenstaande logisch omdat dit niet de te volgen werkwijze conform de gebruiksvoorwaarden is. [eiser] is gerechtigd om aan de ‘gedoogde’ werkwijze tot openbaarmaking van de disclaimer een voorwaarde te verbinden. Deze voorwaarde heeft hij aan [gedaagde] kenbaar gemaakt in het e-mailbericht van 19 september 2013. Nu [gedaagde] zich niet houdt aan die voorwaarde handelt zij ook in die zin in strijd met het auteursrecht van [eiser].

Een schadevergoeding wordt niet geëist, omdat je bij een gratis tekst op internet moeilijk van financiële schade kunt spreken. Maar de auteur krijgt wél de proceskosten vergoed, tot maar liefst € 6.865,58 aan kosten advocaat. En ja, dat is hoe het werkt in auteursrechtland.

(Het is vast flauw om te zeggen: genereer er gratis zelf eentje en doe ermee wat je wil.)

Arnoud

Engelse MP wil verbod op e-maildisclaimers, maar hoe dan?

email-e-mail-elektronische-post-envelopDe Engelse parlementariër Alan Duncan wil een verbod op de “meaningless missives” die iedereen klakkeloos onder zijn e-mails hangt, zo las ik bij de BBC. Heerlijke speech ook. Een verbod op e-maildisclaimers, hoe w00t is dat. Alleen: is het haalbaar, en hoe ga je dat in vredesnaam opschrijven?

E-maildisclaimers zijn velen al jaren een doorn in het oog. Vooral omdat het werkelijk nérgens op slaat, zo’n eenzijdige mededeling die dan juridische kracht zou moeten hebben. Of een volslagen zinloze mededeling bevat, zoals dat het bericht alleen bedoeld is voor de geadresseerde. Eh ja, voor wie anders? Waarom stuur je mij iets dat niet voor mij bestemd is en waarom zou ik daar vervolgens een probleem door moeten krijgen?

Je aansprakelijkheid uitsluiten naar je ontvangers voor bijvoorbeeld virussen of onjuiste informatie kan natuurlijk, maar dat vereist wel een áfspraak tussen jou en je ontvangers. En die is er eigenlijk nooit. Los daarvan vind ik het wel erg dom staan om te zeggen “hier is een mail met advies, maar als het niet klopt dan heb je pech”. Je stáát toch voor je advies?

Melden dat een bericht mógelijk vertrouwelijk is en dat je het dan moet uitprinten en opeten, ook zo’n veel voorkomend ding. Wie bedenkt dat? Wat voor informatiewaarde heeft dat, in een standaardtekst zeggen dat iets mógelijk vertrouwelijk is? Oké als je nu na zorgvuldige afweging een op maat gesneden “Dit bericht is topgeheim, meteen weggooien” erboven zet, dan voegt het wat toe. Maar als standaardtekst?

Waarom doet iedereen dit? Omdat iedereen het doet. Verder kom ik niet. En nee “omdat onze advocaat dat zegt” is geen rechtvaardiging: die zegt het óók omdat iedereen het doet. Ik daag iedere meelezende jurist uit om één vonnis te produceren waarin een standaarddisclaimer onderaan een mail iets nuttigs deed.

Oké, verbieden dus die hap. Maar hoe? Helaas is de bill van de Right Honorable Gentleman Duncan nog niet gepubliceerd, want ik was wel érg nieuwsgierig hoe je juridisch kunt omschrijven dat nutteloze zooi onderin een mail niet mag. Immers, wat is nutteloos?

“Het is verboden in elektronische communicatie standaardteksten toe te voegen die geen rechtskracht hebben” is natuurlijk vragen om problemen: iedereen zal denken, misschien heeft het wél rechtskracht dus laten we het maar blijven doen. “Bepalingen op te nemen die aanvaarding door de wederpartij vereisen”? Nee, dat werkt niet bij vertrouwelijkheidsgereutel.

“Standaardteksten in elektronische communicatie mogen niet langer zijn dan 4 regels van 80 tekens elk.” Ja. Gewoon ouderwets de RFC van toen e-mail nog, eh, gewoon was?

Arnoud

Sorry, disclaimers op je wall gaan echt niet helpen tegen Facebooks nieuwe voorwaarden

facebook-dislike-like.pngMenig lezer wees me op de voorgenomen nieuwe voorwaarden van het sociale netwerk Facebook. Kort gezegd komt het erop neer dat het bedrijf nóg meer informatie over je wil verzamelen, en in het bijzonder toegespitst op je locatie, en dat je daar toestemming voor geeft door vanaf 1 januari op Facebook te blijven. Slikken of stikken dus, en dat in een lange lap juridische taal. Dus wat doen mensen dan? Die gaan een lap tegentekst publiceren.

De lap tekst komt in diverse varianten voor, maar dit is volgens mij de kern:

Due to the fact that Facebook has chosen to use software that will allow the theft of my personal information, I do declare the following: on this day 2nd December 2014, in response to the new Facebook guidelines and under articles L.111, 112 and 113 of the code of Intellectual Property I declare that my rights are attached to all my personal data, photos, text etc . . . published on my profile since the day I opened my account. For commercial use of the foregoing my written consent is required at all times.
By this release I tell Facebook and anyone else that it is strictly forbidden to disclose, copy, distribute, broadcast or to take any other action against me on the basis of this profile and/or its contents. The actions mentioned above apply equally to employees, students, agents and/or other staff under the direction of Facebook or any other company.
The contents of my profile include private information. The violation of my privacy is punished by the law(UCC 1 1-308 – 308 1 – 103 and the Rome Statute). Facebook is now an open capital entity.
Those reading this text can copy and paste it on their Facebook wall. This will allow them to place themselves under the protection of copyright. If you have not published this at least once, you will tacitly allow the use of elements such as your photos as well as the information contained in your profile update.

Grote hemel, waar te beginnen. Eerst maar eens mijn schoenen uit want mijn tenen trekken té krom anders.

Ik weet niet wat artikelen “L.111, 112 and 113 of the code of Intellectual Property” inhouden, maar toen je lid werd van Facebook sprak je met ze af dat zij je auteursrechtelijk beschermde werken mochten gebruiken voor zover nodig voor hun dienst. En dat is ook logisch gezien de aard van de dienst. Dus hoe hard je ook rechten gaat voorbehouden, Facebook mág er gewoon mee wat ze er redelijkerwijs mee moet kunnen.

En Facebook een “open stad” verklaren? Mijn juridische hoela. Dat is een term uit het oorlogsrecht: de stad verklaart af te zien van alle verdediging en smeekt de aanvaller om haar dan verder met rust te laten. Wat dat met privacy te maken heeft, ontgaat me ten ene male.

Maar wat hier ook van zij: dit gaat hem niet worden.

In het algemeen geldt namelijk, je mag voorwaarden niet wijzigen achteraf, en al helemaal niet met een eenzijdige mededeling op een plek waar een bedrijf normaliter niet zal kijken. (Maar mag FB dan wél de voorwaarden wijzigen? Ja, want dat stond in de oude voorwaarden én ze communiceren het best wel hard naar alles en iedereen die het wil horen.) Dus het voegt weinig toe om welke tekst dan ook op je Facebook Wall te plakken met als doel Facebook van juridische gedachten te doen veranderen.

Arnoud

Heeft deze disclaimer zin?

no-nee-disclaimer.pngEen lezer vroeg me:

Recent kreeg ik een mail van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, en die zetten onderaan hun mail deze disclaimer: “Deze e-mail is informatief van aard. Een officiële stellingname van de VNG wordt alleen schriftelijk (op papier) verstrekt.” Is dit ook zo’n onzintekst zoals alle disclaimers?

Dat is een van de weinige disclaimerteksten waar ik over twijfel. Doel van deze tekst is te voorkomen dat de VNG contractueel gebonden wordt gehouden aan zaken die ze in e-mail zeggen. Denk aan een informele mededeling “prima offerte” of “ja dat klopt”. Ze willen zich daartegen weren door in de mail te bepalen dat zulke mededelingen ‘informatief’ zijn, oftewel geen bindende toezeggingen opleveren.

Op zich kan dat. Als ik duidelijk maak dat een bepaalde opmerking niet als bindende toezegging is bedoeld, dan kan de wederpartij daar geen aanspraak op maken. Als ik bovenin een mail zet “Dit is geen officieel aanbod maar” of “hou me ten goede maar ik denk dat dit voor X euro kan”, dan is dat niet bindend voor mij. Ook als je gezien de omstandigheden had moeten begrijpen dat ik geen aanbod wilde doen maar slechts hardop nadacht of iets dergelijks, dan kun je me er niet aan houden.

Juridisch is het criterium (art. 3:35 BW) of je

eens anders verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, [terecht] heeft opgevat als een door die ander tot hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking

Dit criterium is ook waar de vele Otto-typefoutzaken over gaan: mocht je een lage prijs opvatten als een reëel aanbod of niet?

Het gaat bij zulke zaken nooit om één tekst of één dingetje. Als de gehele advertentie “ademt” dat dit een stuntaanbieding van €99 is, dan is een disclaimer “Prijzen onder voorbehoud” niet genoeg om dat te weerleggen. Staat er “vanaf €99, vraag naar de voorwaarden” dan mag je dit niet per se opvatten als “wat ik wil, kan voor €99”.

Bij deze VNG-disclaimer is de vraag dus of een specifieke mail “ademt” dat men echt akkoord is. Dan lijkt me die zin niet genoeg om dat te weerleggen. Maar als de akkoordverklaring voor twijfel vatbaar is (“Lijkt me prima, Arnoud”) dan moet je navragen. Bedoelt hij dan een akkoord of slechts “ik ga het akkoord halen en je ziet het wel in de post als de directeur niet dwarsligt”?

Hoe zouden jullie “Lijkt me prima” met zo’n disclaimer onderaan opvatten als het een reactie is op een concrete offerte?

Arnoud

“Je mag ons niet meer aanklagen want je hebt ons geliket!”

facebook-dislike-like.pngOntbijtproducent General Mills claimt op haar website dat wie haar liket of een coupon downloadt, afziet van het recht haar te mogen aanklagen. Dat meldde de New York Times een paar dagen terug. Deze acties zouden volgens grijze-letter-op-witte-achtergrondtekst leiden tot aanvaarding van gebruiksvoorwaarden waarin een arbitrage-beding is opgenomen. Na een hoop herrie werd dat voorstel snel weer ingetrokken maar de reputatieschade zal nog wel even doorlopen. En dat roept de juridische vraag op: kan dat dan, iemand binden aan voorwaarden door het klikken van een like!-knopje?

Arbitrageregels zie je in steeds meer gebruiksvoorwaarden opduiken. In plaats van naar de rechter, moet je dan naar een panel van juristen dat een bindende uitspraak oplegt in jouw zaak. Dat is voor Amerikanen belangrijk, want via class action suits (massaclaims) kunnen gehaaide advocaten miljoenenclaims neerleggen die dan tegen forse bedragen worden geschikt. En de Supreme Court heeft in 2011 gezegd dat wie toestemt in arbitrage, zijn recht opgeeft later mee te doen aan een class action.

Naar Nederlands recht ligt dat anders: een verplichte arbitrage staat op de zwarte lijst van algemene voorwaarden die altijd verboden zijn. Men moet een consument te allen tijde een maand of meer geven om te beslissen alsnog naar de rechter te willen. En dan wel een maand nadat de ondernemer zegt, ik wil de arbitrage inroepen. Niet -zoals in de VS- een maand nadat de voorwaarden zijn geaccordeerd.

Handig dus om mensen akkoord te laten geven op je voorwaarden met arbitragebeding. Laat je mensen lid worden van je site, dan is dat makkelijk: geen hond die de registratievoorwaarden leest, en in de VS is dat dan pech voor die hond die op I-agree klikt. Maar veel sites hébben geen registratie. En dan is het dus iets lastiger om een vinkje bij “I agree” te laten zetten.

Maar juridisch gezien, hoeft dat niet, zo’n vinkje. Zowel hier als in de VS geldt, een overeenkomst komt tot stand doordat iemand een aanbod aanvaardt. Aanbod en aanvaarding mogen op alle mogelijke manieren worden gedaan. Wie hieronder in de reactiepanelen zegt “Ik wil graag dat boek Webwinkels van jullie, €19,95 plus verzendkosten is prima”, die heeft zich gebonden aan een bestelling. Goed, ik zal een probleem hebben als mensen hun adres er niet bij zetten en een valse naam/adres is snel getypt, maar in beginsel is dat gewoon een probleem bij de uitvoering. Geen reden waarom contracteren per reactiepaneel juridisch niet rechtsgeldig zou zijn.

Dit bedrijf gaat nog een stapje verder: ze zeggen dat ze het akkoord afleiden uit op zich gewone handelingen. En dat voelt wat dubieuzer: ik doe die handelingen immers voor een ander doel. Het is nog wel te billijken dat je zegt, “typ deze tekst en je bent akkoord met die bestelling”. Maar zeggen, “al wie reageert vandaag, koopt een boek”, gaat wel even wat verder. Wéét je dat, moet je daarop beducht zijn als reageerder? Ik denk dat dat er echt expliciet bij zou moeten staan. En zelfs dan: mensen lezen niet, hóeven ook niet te lezen als ze iets doodnormaals gaan doen. Het is onredelijk om aan zo’n handeling welk rechtsgevolg ook op te hangen als dat afwijkt van het gewone verwachtingspatroon.

Wat vinden jullie? Wanneer ga je akkoord met website-voorwaarden, afgezien van registratie en vinkje met “I agree”?

Arnoud

Mag mijn werkgever eisen dat ik op persoonlijke titel twitter?

twitter-scheld-dreig.pngLeuke vraag via Twitter:

Ik wil wel eens weten of iemand z’n baas gebeld is over tweets. En aansprakelijk is gehouden over inhoud. Ondanks TWEETS MY OWN DISCLAIMER

Oftewel: als je twittert, en je zet erbij “op persoonlijke titel” of “All tweets are my own”, kunnen mensen dan nog je werkgever aanspreken?

Op zich staan werk en privé los van elkaar. Maar als de twee mengen, dan heeft de werkgever zeker wel een grond om daar wat van te vinden. Ook als dat mengen onbedoeld gaat of uit situaties voortkomt die niet op werkdagen tussen 8:30 en 17:00 behoudens pauze plaatsvinden.

Een werknemer die in zijn vrije tijd gaat bloggen of twitteren over werkgerelateerde zaken, kan tegen het bedrijfsbelang handelen afhankelijk van wat hij daarin schrijft. En dan bedoel ik niet alleen wanneer hij bedrijfsgeheimen onthult of roddelt over collega’s. Een bankmedewerker die uitgesproken negatief is over wurghypotheken, heeft echt een probleem, arbeidsrechtelijk gezien. Die mening kun je honderd keer je eigen mening noemen, het stráált af op je werkgever omdat het zo gek is dat iemand die bij een bank werkt, zo negatief is over zo’n bankproduct. En als de werkgever er last van krijgt, dan moet je er wat mee als werknemer.

Natuurlijk gaat dat niet onbeperkt op. Als iets echt privé is dan mag de werkgever daar geen mening over hebben. Hoe vuil je tackles op het voetbaldveld ook zijn, klachten daarover horen niet bij de werkgever en dat hoort niet mee te wegen bij je beoordelingsgesprek. Alleen: wat nu als de werkgever vervolgens de hele week door platgebeld of -gemaild wordt omdát een hoop mensen wat willen zeggen over die vuile voetbaltackle? Dan wordt niet de tackle het arbeidsrechtprobleem maar de berg telefoontjes of mailtjes. Hoe dat op te lossen, is een hele moeilijke.

Bij twijfelgevallen kan “op persoonlijke titel” het verschil maken. Wel zou ik zeggen dat het dan moet gaan om persoonlijke belevenissen of zaken die uit openbare bronnen te vinden zijn. Bespreek je dingen die je alleen als werknemer kon weten, dan helpt “op persoonlijke titel” je niet. Verder kun je je natuurlijk afvragen wat het toevoegt om te mélden wat je werkgever is als je vervolgens op persoonlijke titel dingen wilt gaan vertellen.

Het verstandigste is en blijft om, áls je wilt bloggen of twitteren over werk, dit vooraf even te overleggen. Wellicht heeft de werkgever bezwaren, en die kun je dan vooraf wegnemen of proberen op te lossen. Dat werkt altijd beter dan achteraf als het conflict er al ligt.

Arnoud