De Nederlandse politie heeft een man van 39 uit Deventer aangehouden op verdenking van grootschalige oplichting met zelfgemaakte cryptovaluta. Dat las ik bij Tweakers. In het jargon heet dit een “pump and dump scheme”: je praat de koers omhoog en daarna verkoop je snel je eigen voorraad, waarna je er met het geld vandoor gaat en iedereen ineens door een koersdaling gedupeerd is. Dat is niet hetzelfde als speculeren, omdat de koers hier kunstmatig opgedreven werd. En dat kan dus ook bij cryptomunten, hoewel die niet onder de Wet financieel toezicht vallen.
De cryptowereld kent ondertussen een heleboel shady figuren, die op allerlei manieren proberen mensen geld afhandig te maken door ze te pushen “nu in te stappen”. De NOS had er een mooi achtergrondartikel over. Nou is dat op zich natuurlijk legaal – handig naïeve mensen bespelen is moreel niet echt netjes maar dat is wat anders. Maar dit soort trucs evolueren snel tot “koop zelf goedkoop, laat anderen instappen en verkoop zodra de koers omhoog gegaan is door hun aankopen”. En dát is wel een juridisch probleem.
In eerste instantie dacht ik, waarom is het de politie en niet de AFM die ingrijpt. Maar bij nader inzien logisch natuurlijk: cryptomunten vallen buiten de Wft omdat ze geen financiële instrumenten in de zin van die wet zijn. En dan valt dus handhaving op grond van art. 5:58 Wft af.
In het persbericht spreekt de politie van oplichting, wat me een tikje verrast omdat er gewoon een specifiek artikel in het Wetboek van Strafrecht is dat hierover gaat, namelijk art. 334:
Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door het verspreiden van een leugenachtig bericht de prijs van koopwaren, fondsen of geldswaardig papier doet stijgen of dalen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vijfde categorie.Mogelijk dat men twijfelt of een cryptomunt een “koopwaar of fonds” is? In ieder geval is er jurisprudentie dat het verspreiden van half-ware berichten ook “leugenachtig” oplevert – zeggen dat de koers aan het stijgen is door een groot aantal aankopen, waarbij je niet zegt dat jij de persoon bent die die aankopen doet.
Wanneer je het oplichting noemt, kom je volgens art. 326 Strafrecht aan de vraag of je handelt
door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels.Ik zou het dan op dat laatste gooien, daarmee wordt namelijk grofweg bedoeld zo veel mooie verzonnen praatjes dat mensen je gaan geloven en doen wat je zegt. De vaste jurisprudentie is dat je laat meewegen:
de vertrouwenwekkende aard, het aantal en de indringendheid van de (geheel of gedeeltelijk) onware mededelingen in hun onderlinge samenhang, de mate waarin de in het algemeen in het maatschappelijk verkeer vereiste omzichtigheid degene tot wie de mededelingen zijn gericht aanleiding had moeten geven de onwaarheid te onderkennen of zich daardoor niet te laten bedriegen en de persoonlijkheid van het slachtoffer.Omdat bitcoins en andere cryptovaluta ‘goederen’ zijn in de zin van het strafrecht (de Runescape-zaak), voldoe je ook aan de eis dat men iemand beweegt tot afgifte van “enig goed”.
De tegenwerping is natuurlijk dat iedereen die met crypto bezig gaat, moet weten dat het gaat om speculatie op zeer snel op en neer bewegende koersen. Het kan bij iedere munt gebeuren dat je net instapt voor een crash, pardon dipje, al dan niet veroorzaakt doordat Elon Musk een emoji twittert. Dat is dan gewoon pech, en dat je adviseur wél net goed in- en uitstapte dat is dan wrang, meer niet.
Het gaat uiteindelijk echter om het oogmerk van de adviseur en om het kunstmatig karakter van de koersstijging. Dat is wat het oneerlijk maakt. De koers van die cryptomunt stijgt niet omdat de markt deze meer waard vindt, maar omdat iemand allemaal mensen voor het lapje houdt waardoor die gaan kopen. Zo’n self fulfilling prophecy is geen marktwerking maar oplichting. En als dat ook nog eens de bedóeling was van de adviseur, dan overtreedt zhij de strafwet.
Dit bewijs zal natuurlijk lastig zijn, als deze verdachte slim is en de mond houdt over motieven. Je houdt dan over dat er afgezien van deze persoon geen kopers waren tot het moment dat de reclame begon, en toen eigenlijk alleen de door deze persoon benaderde mensen aan het kopen sloegen, waarna de verdachte als eerste én grootschalig de cryptomunt verkocht. Ik kan dat niet anders zien dan lekker de winst pakken die je zelf gecreëerd hebt met je mooie praatjes, en dat is dus een vorm van oplichting.
Arnoud
Zou het ook op een piramide spel gegooid kunnen worden? De personen die er later inkomen zullen immers nieuwe mensen moeten trekken als ze hun inleg niet willen zien verdampen.
Ik had artikelen gelezen over telegram groepen waarin ze periodiek een pump en dump coin kozen en gezamenlijk een moment afsproken om te dumpen. Hoe meer je betaald voor een abonnement op zo’n groep, hoe eerder je de gekozen coin te horen krijgen en hoe goedkoper je deze dus zelf kan inkopen.
Het verschil met een pyramidespel is dat je niet per se zelf die mensen moet trekken, er moet gewoon interesse in het algemeen zijn.
Ik denk overigens wel dat alle koersstijgingen van alle cryptomunten momenteel “een kunstmatig karakter” hebben.
Hier zitten twee aspecten aan die we uit elkaar moeten houden:
1) Hij heeft die specifieke crypto’s zelf gecreerd (misschien met het doel dat het ooit een serieuze crypto zou worden, misschien met een pump&dump doel, wie zal het zeggen). Die zijn dus anders dan ’traditionele’ crypto’s, waar een actieve markt voor is, die een bepaalde geschiedenis hebben en waar een community en (soms) significante bedrijven achterstaat (wat je er ook inhoudelijk van mag vinden).
Zijn crypto’s hadden niets gemeen met de bekende crypto’s, behalve een type-aanduiding.
2) Hij heeft (misschien) pump&dump gedaan.
Voor de zuiverheid van de discussie is het misschien goed om die twee zaken apart te bespreken.
Ik denk dat met betrekking tot punt 2 bewijs moeilijk zal zijn. Als hij het gooit op het uiten van eerlijk enthousiasme dat na korte bezinning eerlijk voorbij was, dan zal het nog niet zo eenvoudig zijn het tegendeel te bewijzen.
Voor punt 1 is het zo dat zijn crypto’s, zelfs in het cryptowereldje, extreem nieuw en dus speculatief waren. Dat zijn crypto’s niet van de grond kwamen, nog veel minder dan andere crypto’s, is ongewild. Ze werden in het begin niet voldoende opgepikt door invloedrijke medestanders, dat is onverwijtbare pech.
(Als iemand veel geld wil betalen voor een zakje zand van het strand van Ameland, omdat er heel misschien wel een een heel zeldzaam en mogelijk in de toekomst heel waardevol mineraal in zit, dan is dat zijn vrije keus, met acceptatie van het risico dat de kleine kans uiteindelijk niet bewaarheid wordt)
Wat dat laatste betreft: als Wim op Ameland een strandtent neerzet met “Zakjes Amelandzand, door mij wetenschappelijk onderzocht: 90% kans op waardevol mineraal” en die voor 99 euro verkoopt. En dan na een week er gauw vandoor gaat voor de boze klanten komen. Zou jij dan zeggen, eerlijk enthousiasme en na bezinning voorbij? Ik zou zelf namelijk dat oplichting noemen.
Natuurlijk kun je niet in de hoofden van mensen kijken. Dat is altijd een probleem bij dit soort delicten. Een moordenaar zal ook zeggen “ik was het niet van plan, het gebeurde spontaan”. Iedere oplichter zegt “ik geloofde er zelf ook heilig in”. Waarom zou je ook wat anders zeggen? Daarom mag je van de Hoge Raad uitgaan van de uiterlijke verschijningsvorm in plaats van enkel wat de persoon zelf denkt.
Iedere analogie gaat natuurlijk altijd mank, maarin mijn optiek is de stelling van de verkoper niet: ‘90% kans op waardevol mineraal’, maar is het meer in de richting van ‘Iedereen weet dat er strandzand uit Australie is dat voor een hoge prijs verkocht wordt omdat men denkt dat er een waardevol mineraal in zit, hoewel niemand kan uitleggen waarom. Ik heb ook strandzand te koop, en volgens de analyse is de samenstelling 90% hetzelfde als dat spul uit Australie’
De verantwoordelijkheid voor het aanprijzen van zijn crypto’s als objectief vergelijkbaar met andere crypto’s ligt natuurlijk bij die man, maar de verantwoordelijk voor het aanprijzen van crypto’s in het algemeen als zijnde waardevol niet, of niet per se.
Het ‘samenweefsel van verdichtsels’ rondom crypto’s is er al, dat kun je die man niet aanwrijven. Om in termen van de tulpenmanie te blijven: Dat hij zegt dat uit uien net zo mooie bloemen komen als uit tulpenbollen, dat is toch echt iets waar iedere potentiele koper zelf zijn oordeel over mag vellen en naar mag handelen.
Alle gekheid op een stokje: Netjes is het natuurlijk niet, maar als hij het zorgvuldig heeft aangepakt zie ik nog niet direct een gemakkelijke veroordeling in het verschiet.
Als ik het zo lees heeft hij het niet met één maar met 4 verschillende coins gedaan. Als de werkwijze telkens hetzelfde is (coin beginnen, promoten en na stijging direct alles verkopen) dan kan je niet volhouden dat het eigen enthousiasme was.
Zeker het dump gedeelte valt niet te rijmen met de goede bedoelingen. Immers de coin zat in een stijgende lijn en werd opgepikt. Het is dan uiterst vreemd om er in één keer uit te stappen om vervolgens met een nieuwe naam opnieuw te beginnen.
Ik ben geintrigeerd door deze wetstekst:
En dan vooral door het gebruik van het woord wederrechtelijk. Want uiteindelijk is het alleen wederrechtelijk omdat hier staat dat het niet mag. Is dit een rare quirk van juridische teksten of dit gewoon mijn autistische blik op tekst?Je vindt de term ‘leugenachtig’ niet ook een hint dat er iets gebeurt dat we maatschappelijk onwenselijk vinden?
Peter heeft, lijkt me, wel een punt in dat het woord ‘wederrechtelijk’ hier overbodig lijkt te zijn.
Men name komt de vraag op: Is ‘wederrechtelijk bevoordelen’ een bijzondere vorm van bevoordelen en een voorwaarde om dit artikel in te roepen; of wordt bevoordelen, als aan de voorwaarden in dit artikel wordt voldaan, automatisch ‘wederrechtelijk bevoordelen’ ?
Taalkundig staat er volgens mij het eerste, maar ik vermoed dat het tweede bedoeld wordt.
Op die manier. Ik weet niet waarom dat er staat, misschien om het onderscheid te maken met een rechtmatige bevoordeling zoals een vergoeding voor mijn advies? Het moet gaan om voordeel waarbij hij “moest daarbij beseffen dat het voordeel hem niet toekwam”. In ieder geval, het is een standaardfrase in een hele trits strafrechtartikelen dus mogelijk is dit uit gewoonte hier ook maar bij gezet. Er lijkt geen jurisprudentie te zijn die specifiek bij dit artikel 334 duidt wat wel of niet wederrechtelijk is.
De vraag was ook zuiver taalkundig en juist omdat leugenachtig er ook al bij staat lijkt wederrechtelijk een beetje redundant.
Ja, die zie ik. Het komt dus neer op de vraag, is het denkbaar dat je leugenachtige praatjes je rechtmatig voordeel opleveren? Ik kom niet verder dan iemand die een betaalde lezing komt geven en daarin de leugens poneert, waarna hij snel zijn aandelen verkoopt en de winst pakt. De prijs van de lezing is dan rechtmatig voordeel, de winst van de aandelenverkoop wederrechtelijk.
Bij nader inzien nog een andere interpretatie:
‘leuchenachtig’ hoeft niet perse met kwade bedoelingen te zijn. Het kan ook gewoon een vergissing zijn of een gebrek aan kennis van de materie weergeven. Dus ‘leugenachtig’ alleen is niet voldoende om tot bestraffing over te gaan.
Er moet dus wel een element bij, in dit wetsartikel, dat de slechte intenties van de pleger kwalificeert alvorens hij gestraft kan worden. Of de term ‘wederrechtelijk bevoordelen’ ideaal daarvoor is, daar kun je over debatteren, maar het zou zomaar kunnen dat het er om die reden staat.
Ik zou een vergissing of naïeve opmerking geen “leugen” noemen, jij wel? Ik kan zo snel geen jurisprudentie vinden bij dit artikel, want die lijkt sowieso heel zeldzaam te zijn (de AFM kan veel praktischer handhaven). Maar in andere wetsartikelen wordt “leugen” echt opgevat als een opzettelijk verzwijgen van iets relevants.
Tja, zo zie je maar dat iedereen dingen toch weer anders ziet.
Naar mijn persoonlijke taalgevoel: Als het over feiten gaat die je zou moeten weten, dan impliceert het woord leugen wel dat je er kwade opzet in het spel is: ‘ik heb gisteren tien bitcoins gekocht’ is een leugen.
Maar als het over concepten gaat, impliceert ‘leugen’ niet perse een kwade opzet:
Ik zou een betoog over de platheid van de aarde een leugen noemen, maar wil best geloven dat die persoon dom is en niet opzettelijk mij voor de gek wil houden. Ook kun je religie een leugen noemen, zonder dat (zelfs fanatieke) gelovigen van die religie leugenaars zijn.
Ik denk ook dat er iets van kwade opzet in zit. Maar dat is voor mij een dualiteit met naïviteit. “Ik heb gisteren 10 arnoudcoin gekocht want die gaan echt enórm veel waard worden” is of buitengewoon naïef of een truc van mij om jou die coin te laten kopen, waarna ik de winst pak. Zie jij andere opties?
Nee natuurlijk niet, maar het ging erom of de term ‘leugenachtig’ in de wetstekst reeds kwade opzet impliceert. Laten we dit stoppen, want dit leidt tot niet, dit wordt een discussie over het geslacht van de engelen.