Actrice Lisa Rinna werd afgelopen Juni aangeklaagd door Backgrid, een organisatie die paparazzi vertegenwoordigt. Dat meldde Boek9.nl recent. Een op zich juridisch eenvoudige zaak: Rinna zou auteursrechten hebben geschonden door acht foto’s van haarzelf en haar twee dochters te plaatsen, foto’s die waren gemaakt door paparazzi. De auteurswet is immers duidelijk: maker is rechthebbende. Maar toch maakte Rinna bezwaar.
Volgens Rinna wil Backgrid alleen de omzet verhogen, die gedaald is door de coronapandemie. Maar er is meer, Rinna ziet de situatie als scheefgegroeid, en dat is belangrijk genoeg om als juridisch tegenargument te moeten dienen:
It is only because of Ms. Rinna’s hard work, dedication to her craft and resultant success that her image confers monetary benefits on the Plaintiff,” the [claim by Rinna, AE] says. “Having taken and used Defendant’s images in this fashion, Defendant is informed and believes and thereupon alleges, that an implied license was created between herself and the Plaintiff (and subject photographers), whereby it was understood that Ms. Rinna would be permitted to use and comment on these photographs of her and her family without facing a claim of ‘infringement.’ “Kort en goed: omdat Lisa Rinna altijd bereidwillig was jegens de paparazzi, is er een sfeer ontstaan van elkaar helpen. Jij mag mij fotograferen en daar je boterham mee verdienen, ik mag de foto’s delen zodat mijn volgers zien wat ik doe. Een licentie tegen betaling met persoonsgegevens dus, als het ware.
Het is creatief en zonder precedent, wat voor juristen zo veel betekent als “leuk voor op de pleitwedstrijd maar kansloos bij de rechter”. Een ontstane sfeer lijkt me wat magertjes om een overeenkomst te claimen, zeker in de VS waar een overeenkomst een financiële (of gelijkwaardige) tegenprestatie eist – consideration.
In Nederland zou Rinna een ander argument hebben, namelijk op grond van haar portretrecht (artikel 19 lid 2 Auteurswet):
Ten aanzien van een fotografisch portret wordt mede niet als inbreuk op het auteursrecht beschouwd het openbaar maken daarvan in een nieuwsblad of tijdschrift door of met toestemming van een der personen, in het eerste lid genoemd, mits daarbij de naam des makers, voor zoover deze op of bij het portret is aangeduid, vermeld wordt.Dit heeft alleen dan weer twee andere lastige hobbels. Allereerst is het de vraag of Instagram telt als een “nieuwsblad of tijdschrift”. Er is wel betoogd dat een online magazine hieronder zou moeten vallen, maar dan bedoelt men eerder Grazia.nl dan een eigen blog, en Instagram voelt nog weer een stap verder.
Ten tweede gaat dit artikel alleen op wanneer het portret in opdracht van de geportretteerde is gemaakt. En dan zou je dus wederom die sfeer van overeenkomst moeten aanvoeren: Rinna liet niet zomaar toe gefotografeerd te worden, door mee te werken erkenden de fotografen dat eigenlijk zij de opdrachtgever was. Ook dit is een zeer creatief argument.
Arnoud
Hoe zit dat (binnen Nederland) eigenlijk met kinderen van bekende personen? Zijn die ook vogelvrij qua paparazzi? Lijkt mij van niet met het oog op de AvG, maar ben benieuwd of dat al een succesvol voor de rechter is betoogd.
De AVG kent een uitzondering voor journalistieke verwerking. Als je een foto maakt en publiceert vanuit journalistiek oogmerk, dan kun je met de AVG daar niets tegen beginnen. Natuurlijk wel op grond van onzorgvuldige journalistiek. Het lastige is alleen dat daar geen harde definities zijn, dus je kunt niet op voorhand zeggen dat een paparazzi foto of roddelpublicaties wel of niet journalistiek zijn.
Een zorgvuldige roddelpublicatie, dat is toch zo ongeveer de definitie van een contradictio in terminis.
Ik zou voorstander zijn van het principe dat men schijnbaar in Duitsland gebruikt en waar onder andere Sylvie Meis naar heeft gerefereerd. Wanneer de bekende ouders van het kind dit zelf uit de publiciteit houden door herkenbare foto’s te vermijden, dan is het voor de pers niet toegestaan om wel zulke foto’s te gebruiken.
Dat lijkt mij een goede standaard. Gevoelsmatig moet de belangenafweging tussen privacy van een kind en de persvrijheid in deze situatie altijd slaan naar privacy voor het kind. Het kind heeft er immers zelf niet voor gekozen (en kán dat juridisch zelf ook niet eens, mits onder de 16).
Als we toch creatief bezig zijn: het is natuurlijk de moeder van Lisa Rinna die dat gezicht initieel heeft “gemaakt”, en Lisa, die het verder heeft “gevormd”, en daarmee zijn zij de auteursrechthebbenden op dat gezicht, en dus maken de fotografen inbreuk op dat auteursrecht, alleen al door de foto te maken. (De auteurswet legt nergens vast hoe een werk gemaakt moet worden, of zelfs dat het het gevolg moet zijn van een zeker aansturen of “willen” van het creatieve process door het brein: als het gevolg van een paar emmers verf op een muur kwakken auteursrechtwaardig is, dan dit toch zeker ook?)
Ik zou zeggen dat de fotografen een bewerking/reïnterpretatie van het auteursrechtelijk beschermd ‘gezicht’ maken door het vast te leggen. Ze hebben zelf auteursrecht op die compositie. Maar ze gebruiken zelf al jaren andermans werk voor nop, dat beschermd is onder auteursrecht. Daar wordt al jaren dus niet voor betaald, behalve door wedergebruik.
Vind ik toch eigenlijk wel een mooie constructie.
Dus Lisa Rinna kan gewoon een aanklacht voor auteursrechteninbreuk gaan indienen. Als ik haar foto’s zo eens bekijk denk ik dat de plastisch chirurg en de make-up artiest ook zo kunnen aanschuiven in dat proces.
De tegenprestatie (consideration) hoeft niet gelijkwaardig te zijn. Het is aan partijen om de prestaties op subjectieve waarde te schatten en op basis daarvan een vrije keuze te maken om een overeenkomst aan te gaan.
Het is toch een verweer dat vaker voorkomt, bijvoorbeeld in Xposure Photos UK Ltd. v. Khloe Kardashian et al uit 2017 (Case 2:17-cv-03088-DSF-MRW, document 10): Deze zaak is uiteindelijk geschikt na mediation zonder dat de details openbaar zijn gemaakt (aldus ‘document 26’ van 12 maart 2018).“Een ontstane sfeer lijkt me wat magertjes om een overeenkomst te claimen”
Met andere woorden, Arnoud: als de pers besluit het Koningshuis op hun jaarlijkse skitrip na het bekende persmoment te blijven volgen, dan mag dat? Immers is die afspraak “fotografeer ons een halfuur lang en laat ons dan met rust” ook niets meer dan een “ontstane sfeer”.
Ik weet niet of je een contract moet tekenen alvorens je op het persmoment wordt toegelaten. Als je expliciet akkoord gaat met een beperking, dan is daar verder weinig tegenin te brengen. Ik had altijd begrepen dat de Mediacode een expliciet contract is: niet tekenen is niet uitgenodigd worden voor persmomenten en niet toegelaten worden op privéterrein waar leden van het Koninklijk Huis aanwezig zijn.
Het lijkt me dat de overheid gewoon gebonden is aan een stukje openheid, en die niet zomaar met contracten mag beperken. Een journalist zou er dus voor kunnen kiezen te proberen toegang tot dergelijke persmomenten af te dwingen via de rechter, zonder zo’n contract te hoeven tekenen. (En zolang het koningshuis formeel onderdeel is van die overheid en tientallen miljoenen publiek geld om niet incasseerd, moeten ze maar tolereren dat ze door de pers worden geschaduwd. Het liefst schaf ik dat archaische instituut vandaag nog af, als een permanente schoffering van democratische waarden.)
Consideration is m.i. niet zo zeer Amerikaans (bepaalde staten in VS hebben op Franse leest geschoeid recht) maar common law traditie. Zie de standaard case Carlill v Carbolic Smoke Ball Co (UK CA 1893) .