De nieuwe trademark-regels van het open source Rust project doen nogal wat stof opwaaien, las ik bij DevClass. Rust is een relatief populaire programmeertaal, die problemen met andere talen oplost. De taal wordt vanuit de opensourcegedachte aangeboden inclusief alle benodigde tooling, en in 2020 werd een stichting opgericht waarbij de naam als merk werd vastgelegd. De nieuwe voorgestelde regels over merkgebruik maken nogal wat los. Wat is hier aan de hand?
Zoals vrijwel iedere opensourceorganisatie heeft ook Rust een merkbeleid. Daar staat weinig controversieels in. De kern van zulk beleid is altijd een balans tussen enerzijds mensen de naam laten gebruiken (de software is immers open source) en anderzijds grip krijgen op ongewenst gebruik. Dat gaat met name over commercieel misbruik, zoals bij conferenties die zich al te officieel voordoen of herverpakte software die onder de merknaam wordt verkocht waarbij de naleving van de licentie hooguit een vage wens is, zal ik maar zeggen.
Het nieuwe beleid leek vooral bedoeld om wat puntjes op de i te zetten. Maar het gaf enorme heisa, onder meer vanuit de eerste ontwikkelaar Graydon Hoare die erover zegt:
Announcing “common practice in the community is now forbidden” is why everyone’s upset. If that’s not what’s intended, it needs a rewrite, because that’s what it says.De oude policy was vrij simpel van opzet: je mag de merken en logo’s gebruiken zolang je dat maar niet zo doet dat een vluchtig oplettend iemand zou denken dat jouw ding van de Rust Foundation komt. Ook mag je geen verwarring creëren over het vrije en open karakter van de taal en de tooling, of (buiten kleinschalige events om) geld verdienen met de logo’s an sich, zoals bij merchandise. Dat is natuurlijk volledig standaard, en dat is dan ook wat graydon bedoelt met “common practice”.
De nieuwe policy bevat enkele opmerkelijke zaken, zoals artikel 4.3.1 over zelfgeschreven programma’s in die taal:
Using the Marks in the name of a tool for use in the Rust toolchain, a software program written in the Rust language [AE], or a software program compatible with Rust software, will most likely require a license. The “RS” abbreviation can be used instead.Het is merkenrechtelijk volstrekt geen inbreuk als je bij een programma geschreven in Rust wil aangeven dat het in Rust geschreven is. Idem voor compatibiliteit, aangeven wat de aard of bestemming van de waar is, is al zo ongeveer sinds de uitvinding van het merkenrecht een toegestane handeling. Ik snap dus werkelijk niet wat hier de bedoeling van moet zijn geweest.
Ook over gebruik van het grafische logo staan er nieuwe regels, die neerkomen op “je mag niets veranderen behalve de grootte of het zwartwit maken”. Het is toch ook vrij gebruikelijk dat logo’s worden bijgekleurd in de huisstijl van een event of website. Dat zou niet automatisch een probleem moeten zijn. En natuurlijk kun je dan zeggen, laat die mensen gewoon even snel toestemming vragen. Maar dat is nogal een hindernis, ik ken geen bedrijf of stichting waar je snel even een merkenrechtelijke toestemming kunt vragen en dan een eenduiding antwoord in de mail zou krijgen. Dus dat zal mensen zeker hinderen.
Het kan wel, want er staat “contact us” bij – ik citeer even het voorbeeld van conferenties:
Events and conferences are a valuable opportunity to grow your network and learning. Please contact us at ‘Where to go for further information’ below if you would like to hold an event using the Marks in the event name. We will consider requests to use the Marks on a case by case basis, but at a minimum, would expect events and conferences using the Marks to be non-profit-making, focused on discussion of, and education on, Rust software, prohibit the carrying of firearms, comply with local health regulations, and have a robust Code of Conduct.Het is voor mij de eerste keer in m’n leven dat ik merkbeleid lees dat als voorwaarde voor een licentie eist dat de ontvangende organisatie het dragen van vuurwapens verbiedt. Maar ik snap het wel: diverse Amerikaanse staten hebben tegenwoordig regels waarmee je zonder wapenvergunning met een (vaak ook nog verborgen) vuurwapen mag rondlopen. En er zijn ook genoeg mensen die er een punt van willen maken en met een zeer zichtbaar wapen naar zo’n conferentie gaan. Dat verbieden is dan de standaardmanier om een veilige omgeving te creëren. Dit in aansluiting op de Code of Conduct, een verwijzing naar typische regels bij conferenties die lastigvallen, beledigende opmerkingen over bijzondere persoonsgegevens, stiekem fotograferen en dergelijke aan banden leggen. Allebei deze onderwerpen zijn controversieel bij conferenties in de VS, dus een deel van de discussie gaat dan meteen over het al dan niet ‘woke’ karakter van het merkbeleid.
Bij DevClass verzekert het Rust-stichtingsbestuur iedereen dat er echt niets aan de hand is en men teleurgesteld is in sommige reacties:
The goal of the Trademark Policy consultation phase is to involve interested members of the public so we can surface actionable comments, questions, and suggestions and apply them to the next draft. To do this effectively, we needed to set up a system to gather feedback from the Rust Project and community in an organized fashion, hence the form. We were disheartened to see misinterpretations of this intention.Men kondigt wel aan om direct na sluiting van de consultatieronde al feedback te geven, wat een positief signaal moet zijn. Ik ben benieuwd!
Arnoud
Dit doet me heel erg denken aan de heisa rond de OGL2.0 van Wizards of the Coast. Hoewel dat wel een heleboel erger was, was er wel het hele ‘dit was maar een draft, jullie reacties zijn overtrokken’ terwijl het duidelijk geen draft was.
Ach, wat maak je je nou druk Arnoud, dit is typische evangelistenbrol: “wij zijn beter en daarom gaan wij jou onze smaak opleggen”. Daar zijn we in .nl wel mee bekend, toch?
Net zoals het “problemen oplossende” (lees: verkleuterende) Rust zelf.