‘Politie kan ip-adressen en telefoonnummers Telegramgebruikers vorderen’

De Nederlandse politie zegt bij de chatapp Telegram telefoonnummers op te kunnen vragen die gebruikers juist geheim willen houden, zo ontdekte BNR via een Woo verzoek. Op de eigen website meldt Telegram dat het deze gegevens alleen deelt als het een gerechtelijk bevel ontvangt dat de betreffende gebruiker een terreurverdachte is. Eindelijk een kans me op te winden over die mega-irritante term “gerechtelijk bevel”.

Bij Security.nl leggen ze uit:

Op de formulieren die door de politie zijn gedeeld blijkt dat het om zogenoemde ‘emergency disclosure requests’ gaat. Meerdere chatdiensten bieden opsporingsdiensten deze optie om gegevens van gebruikers op te vragen als er sprake is van onmiddellijk dreigend levensgevaar. Dat opsporingsdiensten deze mogelijkheid ook bij Telegram hebben staat niet op de website van de chatdienst vermeld.
Maar dat iets niet op je website staat, betekent natuurlijk niet dat je het niet hoeft te doen. De wet is de wet, en zeker bij telecom-vorderingen kan de politie heel erg veel. En nee, daar is lang niet altijd tussenkomst van een rechter bij nodig.

Wat me bij mijn irritatie brengt: die term “gerechtelijk bevel” is natuurlijk de letterlijke vertaling van “court order”, de Amerikaanse constructie waarbij een rechtbank oordeelt over een kwestie en dan een -meestal voorlopige- uitspraak doet. Dat kan bijvoorbeeld een gag order zijn, hou je mond hierover, maar ook een bevel tot afgeven van gegevens of verwijderen van een publicatie.

De court order verscheen als term in websitevoorwaarden en dergelijke omdat dit het mechanisme is waarmee je in de VS dingen afdwingt. Niet eens met de publicatie? Wil je weten wie hier achter zit? Zoek je een persoon voor je schadeclaim? Haal maar een court order en dan doen we wat daarin staat. En zónder court order kun je roepen wat je wilt, maar blijven we lekker zitten waar we zitten.

De misvatting is hiermee ontstaan dat áltijd een court order nodig is, oftewel dat er altijd een rechter naar moet kijken. Wat niet waar is: in Nederland is bijvoorbeeld afgifte van NAW-gegevens van klanten zonder rechter verplicht, en je kunt schadeclaims krijgen als je daar niet aan meewerkt.

In het strafrecht is het allemaal iets strenger en vooral formeler. Maar we hebben een gelaagd systeem, waarbij de benodigde checks and balances afhangen van de ernst van de gevorderde maatregelen én van het achterliggende misdrijf. Neem bijvoorbeeld artikel 126na Strafvordering:

In geval van verdenking van een misdrijf kan de opsporingsambtenaar in het belang van het onderzoek een vordering doen gegevens te verstrekken terzake van naam, adres, postcode, woonplaats, nummer en soort dienst van een gebruiker van een communicatiedienst. Artikel 126n, tweede lid, is van toepassing.
Volgens dit artikel mag dus iedere politieagent vorderen tot afgifte van NAW gegevens en nummer (ip-adres, telefoonnummer, etc) van een gebruiker wanneer er vermoedelijk een misdrijf is gepleegd. Het maakt niet uit welk misdrijf. Hierbij is dus géén tussenkomst van de rechter nodig, dit mag de agent gewoon vragen en je moet dat dan geven als dienstverlener.

De reden dat dit zo mag, is omdat dit vrij basale gegevens zijn en een misdrijf toch wel iets ernstigs is. Met deze gegevens kan de politie dan bijvoorbeeld nagaan of het ip-adres matcht met het ip-adres dat men op een oplichtingssite vond.

Een agent mag hiermee echter géén inhoud van bijvoorbeeld mailboxes vorderen, want die gegevens staan hier niet genoemd. Daarvoor zou je bijvoorbeeld artikel 126nd inzetten:

In geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, kan de officier van justitie in het belang van het onderzoek van degene van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij toegang heeft tot bepaalde opgeslagen of vastgelegde gegevens, vorderen deze gegevens te verstrekken.
Dit mag dus alleen als het gaat om een ernstig misdrijf – artikel 67 Strafrecht bevat een lijst met wat we “ernstig” vinden. En de vordering moet gedaan worden door een officier van justitie, dus niet door iedere willekeurige opsporingsambtenaar. Dat is dus een iets hogere lat.

De rechter-commissaris komt in beeld als het nóg wat strenger moet, bijvoorbeeld bij het vorderen van gegevens die aan te merken zijn als bijzondere persoonsgegevens. Die zijn in artikel 126nd uitgesloten (lid 2) van de vordering. Wil de officier dat toch, dan moet zhij naar artikel 126nf:

  1. In geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, dat gezien zijn aard of de samenhang met andere door de verdachte begane misdrijven een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert, kan de officier van justitie, indien het belang van het onderzoek dit dringend vordert, van degene van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij toegang heeft tot gegevens als bedoeld in artikel 126nd, tweede lid, derde volzin, deze gegevens vorderen.
  2. (…)
  3. Een vordering als bedoeld in het eerste lid kan slechts worden gedaan na voorafgaande schriftelijke machtiging, op vordering van de officier van justitie te verlenen door de rechter-commissaris. Artikel 126l, zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
Hier bepaalt lid 3 dus dat een rechter-commissaris nodig is, deze machtigt de officier om de vordering te doen. Maar er is hier nóg een eis bijgekomen: het ernstige misdrijf moet nu ook nog eens “een ernstige inbreuk op de rechtsorde” opleveren, wat een nog weer hogere inhoudelijke toets betekent.

En om dan weer het bericht van BNR erbij te pakken: het gaat hier dus om telefoonnummers, wat een ‘licht’ gegeven is en waarvoor dus iedere opsporingsambtenaar een vordering mag doen bij verdenking van enig misdrijf. Daarvoor is dus zeer zeker geen rechter-commissaris nodig. Waarom Telegram dit niet op de site vermeldt, weet ik niet.

Arnoud

 

 

 

2 reacties

  1. En om dan weer het bericht van BNR erbij te pakken: het gaat hier dus om telefoonnummers, wat een ‘licht’ gegeven is en waarvoor dus iedere opsporingsambtenaar een vordering mag doen bij verdenking van enig misdrijf. Daarvoor is dus zeer zeker geen rechter-commissaris nodig. Waarom Telegram dit niet op de site vermeldt, weet ik niet.

    Waarschijnlijk omdat de website dan wel deels in het Nederlands beschikbaar is, maar er verder weinig zg. localisatie gedaan is. De Telegram Privacy Policy is al niet in het Nederlands beschikbaar, laat staan dat men na heeft gedacht over de lokale wetten en regelgeving.

  2. De inhoud van een mailbox vorderen moet via een vordering conform artikel 126ng lid 2, er vanuit gaande dat de betreffende mailbox van een verdachte is. Dit kan niet via 126nd omdat een leverancier van een mailbox een communicatie aanbieder is.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.