Mag een incassobureau blijven incasseren als de webshop failliet is en ik daar heb ontbonden?

Een lezer vroeg me:

Een webshop verkoopt producten op achterafbetaling aan consumenten, en verkoopt de vorderingen aan een incassobureau (en krijgt dus meteen haar geld minus 10%). De consument wil ontbinden binnen 14 dagen, maar de webshop is net failliet gegaan. Moet de consument nu betalen aan het incassobureau omdat de vordering is verkocht, of vervalt de betalingsplicht door de ontbinding?
Het recht van de consument om de koop op afstand te ontbinden (art. 6:230o BW) vervalt niet omdat de webwinkel failliet is. De algemene regel uit de wet is immers dat een faillietverklaring geen gevolgen heeft voor lopende overeenkomsten. Dus als je tegen een failliet bedrijf meldt dat je ontbindt, dan is dat rechtsgeldig.

Door ontbinding van de koop vervallen alle vorderingen die daarop zijn gebaseerd. Dat is immers het hele punt van ontbinding. Het product moet terug omdat dit weer eigendom van de webwinkel is, en een eventuele betaling moet teruggestort want er is geen koop meer. Is er nog niet betaald, dan vervalt de plicht om nog te betalen – want er is dus geen koopovereenkomst meer.

Webwinkels verkopen nog wel eens zo’n betalingsplicht aan een incassobureau. Dat is handig, want je hebt meteen je geld, zij het minus een bepaald percentage omdat het bureau het risico van wanbetalen wil meenemen. Maar bij zo’n verkoop moet je dus als bureau beseffen dat de koop rechtmatig zomaar ontbonden kan worden.

Een incassobureau weet natuurlijk niet dat de consument tegen de webwinkel de ontbinding heeft ingeroepen. Daarom zegt de wet (art. 6:149 BW) dat de consument de nieuwe schuldeiser zo snel mogelijk op de hoogte brengen van het feit dat hij gebruik heeft gemaakt van zijn herroepingsrecht. Daarna houdt het dus meteen op voor het incassobureau.

Arnoud

23 reacties

  1. Als onderdeel van de voorwaarden van de failliete webshop was dat je gratis producten terug kon sturen (of ze komen het ophalen), is die regel nog steeds van toepassing? Ik zou namelijk verwachten dat de webshop / curator geen verzendlabels meer uitgeeft.

    Kan je bij een ontbonden koop dan zeggen: “Stuur maar een label of kom het ophalen. Tot die tijd staat het product bij mij.” Zo ja, vanaf wanneer mag je product dan alsnog je eigendom beschouwen en weer gaan gebruiken (ipv in de doos laten zitten). Producten op afbetaling zijn meestal groter. Ik zou niet drie maanden met een extra eettafel of bankstel in huis willen zitten die ik niet mag gebruiken.

    1. Standaard mogen producten gratis retour, de uitzondering is als vooraf gemeld is dat jij voor de retourzendkosten opdraait. Die regel blijft bestaan door het faillissement, de algemene regel is immers dat alles overeind blijft nadat de wederpartij failliet gaat. Het punt is vooral dat de wederpartij niets meer kan of mag doen, met name omdat er geen geld meer is.

      Als de winkel geen instructies geeft over hoe gratis te retourneren (zoals een antwoordnummer) dan mag je als consument volstaan met daarnaar vragen en het product bij je houden tot je een adequaat antwoord hebt. Het zal dan van de curator afhangen of je een reactie krijgt, 50 euro transportkosten uitgeven om een tafel met stoelen van 1750 euro terug te krijgen lijkt mij in het belang van de boedel. Een PostNL zegel van 7,95 kopen om een boek van 19,95 terug te krijgen zou ik meer discutabel vinden. Krijg je geen reactie, dan moet je aanmanen met een redelijke termijn. Wordt die niet gehaald, dan mag je het product houden.

      1. Soms duurt een process van overgenomen worden of een doorstart maken weken tot maanden. Stel nu dat, na een of twee aanmaningen met een redelijke termijn, de failliete webwinkel geen instructies heeft gegeven voor retourneren en niets van zich heeft laten horen. Kan het bedrijf dan, enkele maanden later na de doorstart, alsnog aan komen kloppen om haar product op te komen halen?

  2. Het product moet terug omdat dit weer eigendom van de webwinkel is

    Dit stukje klopt niet. Bij ontbinding blijft de oorspronkelijke titel voor overdracht in stand (in tegenstelling tot bij vernietiging). Het product moet terug vanwege een ongedaanmakingsverplichting (art. 6:271 BW).

    en een eventuele betaling moet teruggestort want er is geen koop meer
    Bij wie ontstaat de verplichting tot terugbetalen? Bij de cedent of de cessionaris? Als je al een deel aan het incassobureau hebt voldaan, moet het incassobureau dat volgens mij terugbetalen, maar dat staat niet duidelijk in de wet.

    1. Ah sorry, je hebt gelijk: het moet weer eigendom worden van de webwinkel, want dat is waar de ongedaanmaking over gaat.

      De vordering is overgedragen, dus de ongedaanmakingsplicht komt te liggen bij het incassobureau, die is wederpartij van de vordering. Dus ja, die moet dan terugbetalen en moet dan uit eigen zak die 10% of wat de risico-afkoop maar was erbij leggen.

      Ik had dus altijd begrepen dat incassobureaus bij dit soort vorderingen altijd wachten tot na de 14 dagen voordat ze iets betalen aan de webwinkel, precies zodat ze niets kwijt zijn als de consument ontbindt.

      1. De verkoper moet het geld terugbetalen. Artikel 6:271 BW spreekt namelijk over dat de partijen (verkoper en koper) bevrijd worden van hun verbintenissen en geeft hen eventueel een ongedaanmakingsverbintenis. De cessionaris is geen partij in de overeenkomst tussen de verkoper en de koper en krijgt daarom vanuit dit artikel geen verbintenis opgelegd.

          1. Ik ben het met je oneens. Het punt is dat de ontbinding wordt uitgeroepen van de overeenkomst tussen verkoper en koper. De partijen in die overeenkomst worden niet gewijzigd door de overdracht van één van de verbintenissen. Het is daarom de verkoper die de verplichting heeft om de door de koper geleverde prestatie ongedaan te maken. Nu de door de koper geleverde prestatie bestaat uit het betalen van geld levert dat ook geen probleem op.

            1. Nee, de partijen zijn wel degelijk gewijzigd. De wederpartij van de verbintenis tot betaling is nu het incassobureau. Als de verbintenis ongedaan gemaakt moet worden, dan ligt die plicht juridisch gezien dus bij het incassobureau.

              Heel praktisch: waarom moet ik betalen aan het incassobureau en vervolgens mijn geld terug krijgen van de webwinkel? Het incassobureau hééft het geld, laat die het gewoon teruggeven.

              1. Ik lees partij in heel titel 6.5 BW als partij bij de overeenkomst. Artikel 6:262 stelt dat wanneer een der partijen haar verbintenis niet nakomt, dat de wederpartij dan haar daartegenover verplichting mag opschorten. Het incassobureau heeft tegenover de betalingsverplicht zelf geen verplichting.

                Wat betreft je vragen: je moet betalen aan het incassobureau, omdat dit de rechthebbende is van de de verbintenis, en de verkoper je moet het geld terugbetalen, omdat dit de wederpartij in de overeenkomst is.

                Als de koper aan het incassobureau heeft bestaat en de verkoper tekortschiet in zijn nakomingsverplichting, bijvoorbeeld wegens non-conformiteit, en de koop wordt ontbonden, dan zou het incassobureau in jouw lezing het geld jaren later moeten terugbetalen. En dat moet vervolgens de verkoper weer aan het incassobureau vergoeden. Het incassobureau kan ook inmiddels failliet zijn. Volgens mij heeft de wetgever dat niet zo bedoeld.

                1. Je moet niet betalen omdat je partij bent bij een overeenkomst, je moet betalen omdat je een verbintenis hebt. Die kan uit een overeenkomst zijn ontstaan, maar enkel “je hebt een overeenkomst” is juridisch niet genoeg.

                  Ik zie geen rechtsgrond voor een verbintenis tot terugbetalen. Er is een ongedaanmakingsplicht die in de plaats komt van de originele betalingsverbintenis, maar die verbintenis is dus gecedeerd. Daarmee is de ongedaanmakingsplicht ook bij het incassobureau terecht gekomen.

                  De verbintenis tot levering van een conform product is niet gecedeerd. De consument moet dus de webwinkel aanspreken bij nonconformiteit, ook na betaling aan het incassobureau. Na ontbinding (7:22 lid 1(a) BW) moet dan inderdaad het incassobureau de betaling terugstorten. Het risico van faillissement is daarbij irrelevant. De webwinkel kan net zo goed failliet zijn.

                  1. Ik ben het met je oneens.

                    Artikel 6:271 BW Een ontbinding bevrijdt de partijen van de daardoor getroffen verbintenissen. Voor zover deze reeds zijn nagekomen, blijft de rechtsgrond voor deze nakoming in stand, maar ontstaat voor partijen een verbintenis tot ongedaanmaking van de reeds door hen ontvangen prestaties.

                    Partijen duid hier m.i. de partijen van de overeenkomst. De oorspronkelijke verbintenis komt niet in de plaats van de verbintenis tot ongedaanmaking. Het is ook niet de oorspronkelijke verbintenis maar de prestatie die ongedaan gemaakt moet worden. We hebben het hier over de koper die bijvoorbeeld € 100,- heeft betaald en deze prestatie is ongedaan gemaakt wanneer de koper die € 100,- terug heeft.

                    Jouw uitleg komt op mij over als ontzettend en nodeloos moeilijk doen. Verkoper en koper zijn overeengekomen dat er een blender wordt geleverd in ruil voor de betaling van € 100. De verkoper verkoopt dan de betalingsverbintenis aan het incassobureau en krijgt direct 90% van de koopsom. Vervolgens ontbindt de koper de overeenkomst en nu zou de verkoper 100% van het bedrag niet aan direct aan de koper maar aan het incassobureau moeten betalen en die laatste moet dan het bedrag doorschuiven naar de koper. Als het incassobureau failliet gaat, net nadat de koper het bedrag aan het incassobureau heeft betaald, dan ziet de koper het bedrag nooit meer. En dat zonder dat de koper hiermee heeft ingestemd. Het wordt nog opmerkelijker als er ontbinden wordt wegens het herroepingsrecht, omdat het incassobureau dan zou moeten terugbetalen op grond van artikel 6:271 BW en de handelaar op grond van artikel 6:230r lid 1 BW.

                    Artikel 6:261 lid 1 BW Een overeenkomst is wederkerig, indien elk van beide partijen een verbintenis op zich neemt ter verkrijging van de prestatie waartoe de wederpartij zich daartegenover jegens haar verbindt.

                    Het zijn de partijen uit de overeenkomst die de verbintenissen op zich nemen. Dat een van de partijen zijn verbintenis later door verkoopt aan een derde maakt dat niet anders.

                    Artikel 6:262 lid 1 BW Komt een der partijen haar verbintenis niet na, dan is de wederpartij bevoegd de nakoming van haar daartegenover staande verplichtingen op te schorten.

                    Dit artikel is voor mij alleen goed te begrijpen als partijen slaat op de partijen bij de overeenkomst en veel minder goed te begrijpen als partijen slaat op de partijen bij de verbintenis.

                      1. Ik lees daarin steun voor mijn lezing.

                        “231. (…) Voor het antwoord op de vraag tussen wie ongedaan moet worden gemaakt in een door een overeenkomst beheerste echtsverhouding, is bepalend wie partij zijn (of waren) bij de overeenkomst. Alleen tussen deze partijen ontstaan ongedaanmakingsverbintenissen.”

                        “234. De Hoge Raad heeft het ‘grammaticale’ argument (iemand kan niet terugbetalen wat niet aan hem is betaald) al geruime tijd geleden verworpen in een uitspraak over een geval van overgang van een huurovereenkomst. ” (HR 23 mei 1924, NJ 1924, p. 829-831.)

            1. Het antwoord is een simpel nee. In de hypotheekovereenkomst (akte) staat veelal expliciet dat de overeenkomst naar Nederlands recht is afgesloten. Als fall-back (ook voor andere vorderingen) geldt onder EU consumentenrecht dat de rechter in het woonland van de consument bevoegd is.

              Met name Amerikaanse rechters zijn heel scherp op dit soort bepalingen (52 staten plus federale rechtspraak.)

      2. Ik had dus altijd begrepen dat incassobureaus bij dit soort vorderingen altijd wachten tot na de 14 dagen voordat ze iets betalen aan de webwinkel, precies zodat ze niets kwijt zijn als de consument ontbindt.

        Heel weinig winkels voldoen aan de informatieplicht (bijvoorbeeld het stukje over de duurzame gegevensdrager, art. 6:230v lid 7 BW) en dan bedraagt de termijn maximaal een jaar.

        1. Je maakte mij nieuwsgierig en ik heb mijn laatste bestellingen eens naast de wet gelegd. Amazon, Bol en CoolBlue sturen de informatie mee met het product en voldoen. Een direct door een 3rd party seller verzonden Amazon pakketje voldeed niet.

  3. Zijdelings verwant: is het OK als ruim een maand na een faillissement alle websites (ook van eveneens failliete werkmaatschappijen) nog in de lucht zijn en de gebruikelijke juichende teksten vertonen? Moet de curator die niet sluiten, of minstens een banner oid plaatsen over het faillissement?

    Ik noem geen namen, maar … Waren jaren geleden klanten van me. Alles altijd netjes betaald, dat is het punt niet.

      1. Men zegt dat het hele spul inmiddels voor 1 euro is overgekocht door Powerling, en dat daarom de websites open blijven.

        Maar ook wordt gemeld dat in jaarverslagen renteloze privéleningen aan een directeur staan. Rare zaak, vind ik. Maar verder hier eigenlijk off-topic.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.