Gastblog: Aanhaakverpakkingen: beter goed gejat dan slecht bedacht?

Omdat ik met vakantie ben vandaag een gastbijdrage. Vandaag: advocaat Nine Bennink die misgreep bij de supermarkt en met Vlugge Japie thuiskwam.

Een tijdje geleden deed ik mijn boodschappen bij een Duitse discounter (ja die, met dat blauw/gele logo) en ik zag daar in de schappen de “Vlugge Japie” ontbijtkoek liggen. Even dacht ik dat Japie het broertje was van Jelle, totdat ik besefte dat de “Vlugge Japie” een schaamteloze kopie is van de “Snelle Jelle” ontbijtkoek van Peijnenburg. Juridisch een eenvoudige zaak, zou je misschien denken. Andermans product kopiëren mag toch niet zomaar? Het ligt echter iets minder zwartwit.

Een merknaam, logo en/of verpakking zijn bedoeld om de consument te verleiden om het product aan te schaffen. Een A-merk geniet meer bekendheid dan andere merken, en is daarom beter in staat om de consument over te halen. Wanneer het andere merk wat betreft look and feel lijkt op het A-merk, voelt de consument zich er vertrouwd mee en is sneller geneigd om het andere, vaak goedkopere, product te kopen.

De fabrikanten van de A-merken zijn natuurlijk niet blij met deze kopieën. Zij investeren enorme bedragen in het (uiterlijk van het) merk, en moeten toezien hoe namakers dicht aanhaken bij hun ideeën. Opmerkelijk is ook dat de namakers niet alleen aanhaken bij de verpakkingen, maar ook bij de merknaam en logo van het A-merk. Wanneer het A-merk omringt wordt met producten met gelijksoortige merknamen en/of verpakkingen, valt het A-merk niet meer op. Wat kunnen fabrikanten nu doen?

Juridisch gezien moet er een onderscheid worden gemaakt tussen de verpakking van een product en de merknaam of logo. Dit heeft te maken met het feit dat deze elementen op een verschillende manier worden beschermd. Ik bespreek deze elementen allebei, en ik begin met de verpakking.

Veel producten hebben een bijzondere, unieke of originele verpakking die voor bescherming in aanmerking komt. Een verpakking kan worden beschermd door het auteursrecht, dat automatisch ontstaat zodra de verpakking creatief genoeg is. In sommige gevallen kan een verpakking ook worden beschermd door het modellenrecht, maar daar gelden strenge eisen voor bescherming dan het auteursrecht. Een verpakking moet een “andere algemene indruk” wekken dan verpakkingen die al op de markt zijn. Meer dan alleen een blauwe verpakking met een foto van een koe in het geval van halfvolle melk dus.

Merknamen en logo’s worden beschermd door het merkenrecht. Net zoals het modelrecht geleden er eisen, maar de meeste productnamen voldoen daar wel aan. Zodra een naam in staat is om producten van anderen te onderscheiden, ingeschreven is als merk in de registers en als merk wordt gebruikt, is de naam beschermd.

Zodra het merk is ingeschreven, mag een ander hetzelfde merk – of een naam die daar sterk op lijkt – niet gebruiken voor eigen, soortgelijke, producten. Het criterium dat geldt in het merkenrecht om te bepalen of het ene merk te veel lijkt op het andere, is de vraag of het “aanhaakmerk” voor verwarring zorgt bij de consument. Concreet komt dat neer op de situatie dat een consument onterecht denkt dat de Snelle Jelle en Vlugge Japie ontbijtkoeken van één en dezelfde fabrikant zijn.

De gekopieerde verpakkingen en merknamen zijn voer voor juristen, maar procedures over dit soort situaties zijn altijd onvoorspelbaar. Een rechter moet namelijk de subjectieve vraag beantwoorden of de nagemaakte verpakking of het nagemaakte merk te veel lijkt op het origineel. Een rechter heeft wel handvaten die in rechtspraak zijn ontwikkeld om die vraag te beantwoorden, maar uiteindelijk komt het neer op de mening van de rechter. Daar komt bij dat het juridisch gezien wel toegestaan is om bepaalde elementen over te nemen van een bestaand idee.

Ik denk wel dat het gezegde “beter goed gejat, dan slecht bedacht” slechts gedeeltelijk opgaat in dit soort kwesties. Grote fabrikanten van levensmiddelen zijn namelijk niet bang zijn voor een rechtszaak, en zeker niet wanneer zij enige kans maken om deze zaken te winnen. Als een rechter inderdaad zo beslist, ben je er als namaker goed bij. In alle gevallen moet de namaker dan direct stoppen met het gebruik van het namaakmerk of verpakking en vaak worden producten teruggeroepen en/of vernietigd, moet er schadevergoeding worden betaald en kan de rechthebbende ook winstafdracht vorderen. Daar komt bij dat dit soort zaken – in tegenstelling tot bijna alle andere zaken in Nederland – een volledige proceskostenveroordeling kennen. Dat betekent dat de verliezer (in dit geval de namaker) alle proces- en advocaatkosten van de ander moet betalen. Dit kan het de namaker nog wel eens duur komen te staan.

Afsluitend heb ik twee bekende voorbeelden opgenomen van verpakkingen en merken die op elkaar zouden lijken. Oordeel zelf.

vlugge-japie helmpjes
(bron: instagy.com)(bron: ah.nl en nederdropje.blogspot.com)

Het is als rechter niet altijd makkelijk om namaakverpakkingen te vergelijken. In het geval van de ontbijtkoeken vind ik de gelijkenis sterker dan de drop omdat bij de ontbijtkoeken zowel wordt aangehaakt bij de merknaam (snel en vlug, Jelle en Jaap) én het kleurenpalet/layout van de verpakking. Het is echter zeer goed mogelijk dat u daar anders over denkt. Ik ben heel benieuwd!

Nine Bennink is sinds 2014 werkzaam bij Damsté advocaten – notarissen op de sectie handels- en ondernemingsrecht. Zij houdt zich voornamelijk bezig met het intellectuele eigendom. Nine is rode lippenstift, latin dansen, brillencollectie en lekker eten/koken.