Diefstal van game-credits – kun je daar eigenaar van zijn?

‘Een principieel verschil met het pikken van andermans knikkers is er niet.’ Planet – Arjan Dasselaar maakt zich boos over de sensatiezoekende berichtgeving over de pogingen om de Runescape-credits in te pikken.

Sinds wanneer komt het NOS Journaal opdraven op het moment dat een leerling van een middelbare school een paar tikken krijgt? Nou, sinds er internet bij kan worden gehaald.

Hoe die discussie afloopt, leest u bij zijn column op Planet. Ik was zelf meer geinteresseerd in of het nou strafbaar is, iemands credits aftroggelen. Natuurlijk is mishandeling en bedreiging strafbaar, ongeacht de reden waarom. Maar er zijn genoeg manieren om iemands credits of ander bezit bij Habbo, Runescape en World of Warcraft te pakken te krijgen. Mag dat?

In principe mag alles dat van de spelregels mag. Als ik weken bezig ben een duur harnas te pakken te krijgen, en mijn karakter wordt daarna door een medespeler vermoord, dan ben ik het harnas kwijt. Jammer maar helaas, dat zijn de spelregels. Het wordt twijfelachtig als die medespeler een bot gebruikt, dat is een vorm van valsspelen. Dan moet ik bij de spelleiding gaan klagen, zodat zij de boel ongedaan maken. Het via de rechter verhalen van schade door iemands overtreden van de spelregels kan vaak ook. Een voetballer die na een grove tackle ‘op de man’ zijn been breekt, kan de ziekenhuiskosten terug krijgen.

Het wordt juridisch relevant wanneer spelobjecten verhandeld worden voor echt geld. Je kunt op diverse sites bieden op zulke “in-game objects”. Na betaling komt er dan in het spel een karakter naar je toe, dat je het object geeft. Er gaat zo veel geld om in die activiteit dat het voor Korea al aanleiding was om er belasting op te heffen. Dan gaan er mensen beginnen over “eigendom” en “diefstal”, want die zijn hun dure investering kwijt.

Via R-win.com vond ik het boek Recht in een virtuele wereld (Word-bestand) over de juridische aspecten van Massive Multiplayer Online Role Playing Games (MMORPG), door Arno Lodder (red.) van het NVvIR met veel nuttige observaties over dit onderwerp.

Wie iets maakt of iets koopt, heeft daar gewoon het eigendomsrecht op. Alleen, dat iets moet dan wel een “voor menselijke beheersing vatbaar object” zijn, zo staat in het Burgerlijk Wetboek. Abstracte dingen zijn geen “zaken” en die kun je dus niet in eigendom hebben. Sommige abstracte zaken kun je met een intellectueel eigendomsrecht beschermen. Op een tekst heb je auteursrecht, en op een uitvinding kun je octrooi aanvragen. Je bent dan nog steeds geen “eigenaar van de uitvinding” maar je kunt wel anderen verbieden die commercieel toe te passen.

Hoe tastbaar is nu een spelobject? Genoeg om met een tafel of auto vergelijkbaar te zijn? Dat blijkt een lastige vraag. Je kunt heel natuurkundig kijken: een spelobject bestaat uit elektrische stroompjes of magnetische velden in een computersysteem, en die stroompjes of velden zijn uniek en bovendien voor menselijke beheersing vatbaar. De alfa’s die het Burgerlijk Wetboek hebben geschreven, wilden daar niet aan: “het begrip zaak mag niet worden vereenzelvigd met ‘stof’ in natuurwetenschappelijke zin, en uitsluitend de eisen van het ‘praktische rechtsleven’ bepalen wat het recht als zaak beschouwt.”

Oftewel: als maar genoeg mensen vinden dat ze eigenaar zijn van hun Habbo-meubilair of zeldzame Warcraft-uitrusting, dan is dat ook zo.

Voor zelf ontworpen objecten (bv voor in Second Life) zou de ontwerper waarschijnlijk wel auteursrecht kunnen claimen. Het zijn creatieve werken, en tekeningen op de computer zijn net zo goed beschermd als tekeningen op papier.

Bij standaard spelobjecten gaat die redenering niet op. Die zijn door de spelontwerper gemaakt, en de spelers kunnen ze alleen gebruiken en aan elkaar geven. Een speler kan dus geen intellectueel eigendomsrecht claimen.

Arnoud