Mag Blizzard spelers verbannen omdat ze betaald elkaar helpen?

Blizzard heeft spelers uit World of Warcraft verbannen, omdat ze in ruil voor geld andere spelers hielpen. Dat las ik bij Nu.nl. Veel van de verbannen spelers waren onderdeel van hooggeplaatste gildes binnen het spel. Ze hielpen andere spelers met het afronden van moeilijke opdrachten om zo beter te worden, en lieten zich buiten het spel om betalen met echt geld. Dat is tegen de spelregels, aldus Blizzard. Maar is dat juridisch echt zo makkelijk?

In principe natuurlijk wel. Een spelorganisatie mag spelregels stellen, want het is uiteindelijk hun spel. Die spelregels zijn er om het spel aantrekkelijk te maken, om valsspelen te kunnen bestraffen en een level playing field te creëren voor iedereen die mee wil doen.

Je hebt veel ruimte daarin als organisatie. Dat je zegt, geen dubbele accounts om met twee personages tegelijk te spelen: prima. Of: wie level X heeft, mag niet op terrein Y komen, ook prima. Of: campen of schelden leidt tot een weekje een ban. Dat soort dingen maakt het oneerlijk of verpest de sfeer.

Hier gaat het alleen niet echt om regels over hoe het spel moet worden gespeeld. Deze regel is puur bedoeld om te voorkomen dat mensen geld verdienen (echt geld dan, niet het door Blizzard zelf gecreëerde virtuele goud) door op een handige manier te spelen. En dat doet wat raar aan.

Natuurlijk, uit het verleden blijkt dat men vaker optreedt tegen real-money-transactions, zoals dat heet. Zo is het al jarenlang een probleem om je account voor geld te verkopen, of om dure spullen voor echt geld door te verhandelen. Dat is een hele economie ondertussen, maar het is tegen de spelregels en Blizzard treedt daar ook wel tegen op. Dat kan ik ergens nog begrijpen: je moet die spullen of dat account zien te veroveren in dat spel, en die hobbel vermijd je nu. Dat stuit tegen mijn eerlijkheidsgevoel.

Maar wat is hier het probleem? Spelers die elkaar helpen, dat is niet verboden. Dan zou je ook geen tutorial of handboek “Hoe win ik in WoW” meer mogen uitbrengen, toch? Bovendien stelt men expliciet dat het wél toegestaan is om anderen te helpen in ruil voor het in-game goud.

Dus het bezwaar is niet dat je elkaar helpt, het zit hem dus in het rijk worden buiten Blizzard om. Dat vind ik wat lastiger te verdedigen. Welke legitieme reden is er daar tegen? Natuurlijk, men wil vast zelf geld verdienen (bv. door een officiële wisselkoers van goud naar echt geld) aan dit soort praktijken, maar dat kan ik moeilijk legitiem noemen. Dus ik twijfel of men daarmee weg zou komen als het tot een rechtszaak zou komen.

Arnoud

Blizzard gaat echte namen weergeven in gamesfora

blizzard-real-id-real-name-echte-naam.jpgGamesaanbieder Blizzard (o.a. World of Warcraft, Diablo en StarCraft) gaat op haar online forums een wijziging doorvoeren waardoor alle posters verplicht met hun echte voor- en achternaam moeten posten, las ik bij Tweakers. Het doel van deze actie is kort gezegd de boel gezellig houden: door de anonieme nicknames die men nu graag gebruikt, loopt het getrol, geklier en geflame nogal de spuigaten uit. Blizzard is dat nu zat en voert daarom deze maatregel in.

Niet iedereen is daar blij mee, en lang niet alleen maar omdat ze dan niet meer kunnen trollen. Voor veel mensen is het een vervelend idee dat hun echte naam – en daarmee hun echte identiteit – ineens wereldwijd te zien is. Je kunt erop aangesproken worden op het werk (“haha, jij speelt World of Warcraft”) en mocht je iemand anders boos maken, dan weet hij nu hoe je heet en met enig googelen misschien ook waar je huis woont. Zeker als – zoals hier en daar wordt gemeld – Blizzard vervolgens je account koppelt aan je Facebook-account.

Nu is Blizzard een Amerikaans bedrijf, en de Amerikaanse privacywet kan worden samengevat als “zodra je met de buitenwereld interacteert, heb je geen privacy meer”, dus heel veel zal er niet aan te doen zijn. Maar hoe zou dat volgens de Europese privacyregels uitpakken?

Hoofdregel van de privacywet is hier dat je toestemming nodig hebt van de betrokkene, in dit geval dus de persoon die op het forum gaat posten. De richtsnoeren van het CBP vermelden hierbij:

Als het gaat om een openbaar toegankelijk discussieforum of gastenboek op internet, hoeft de verantwoordelijke echter niet expliciet toestemming te vragen voor publicatie van een reactie; hij mag er redelijkerwijs van uitgaan dat de betrokkene begrijpt dat de reactie op internet verschijnt.

Daarbij wordt echter vooral gedacht aan de situatie dat mensen zelf kíezen om hun naam (of andere dingen over zichzelf) in te vullen. Omdat de identiteit hier door het systeem van Blizzard wordt ingevuld, weet ik niet of die regel zonder meer opgaat.

Ik dénk dat het uiteindelijke wel mag, omdat Blizzard vooraf duidelijk genoeg meldt dat het gaat gebeuren. Niemand is verplicht de forums te gebruiken (ze staan los van de spellen). En de forums zijn niet dusdanig van levensbelang dat iemand per se anoniem moet kunnen posten daar.

Wanneer een site zó groot wordt dat het gebruik daarvan vrijwel onvermijdelijk is (zeg Hyves), dan zou dit wel eens anders kunnen liggen. Als zo’n site de regel invoegt dat iedereen met echte voor- en achternaam bekend moet zijn, dan word je namelijk wél gedwongen je identiteit te onthullen bij alles wat je online doet. Nu heeft World of Warcraft meer spelers dan Hyves leden, maar ik denk niet dat iemand kan zeggen dat het spelen van WoW (laat staan discussiëren op hun forum) onvermijdelijk is.

Update (12 juli) Blizzard ziet er vanaf naar aanleiding van massale protesten, pardon ‘feedback uit de gemeenschap’.

Arnoud

Habbo-meubi’s wegnemen is diefstal (en computervredebreuk)

Met andermans (geraden of afgetroggeld) wachtwoord inloggen op Habbo Hotel is computervredebreuk. En haal je dan die ander zijn meubels naar je eigen account, dan pleeg je heel ouderwets diefstal. Dat bepaalde de rechtbank Amsterdam gisteren in twee grotendeels eensluidende vonnissen (LJN BH9789 en LJN BH9791, via Boek9.nl).

Dit is de Habbo-zaak waarover ik in november 2007(!) berichtte. Twee (veertienjarige) verdachten hadden wachtwoorden van Habbo-gebruikers bemachtigd en vervolgens de meubi’s die bij die accounts hoorden naar hun eigen kamer overgezet. En dat kwalificeert de rechtbank als computervredebreuk (het achterhalen en gebruiken van de wachtwoorden) en diefstal (het overzetten van de virtuele goederen).

De wachtwoorden werden achterhaald middels een fake-site (phishing) waarbij het slachtoffer dacht bij Hotmail in te loggen. Vervolgens werden die Hotmail-inloggegevens gebruikt om de mailbox van de slachtoffers in te zien. Handig, want daar was in de tussentijd net het “u was uw wachtwoord vergeten”-mailtje binnengekomen. En zo kwamen ze dan bij Habbo terecht. Het vonnis noemt nog keyloggers, maar ik zie even niet waar dat is gebruikt. “Hij heeft daartoe zelfs een speciaal programma gedownload waarmee hij op professionele wijze aan de inloggegevens van een ander kon komen” maar een fake-site is toch geen programma?

Vervolgens had men “met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening” de virtuele meubelen uit deze speelwereld weggenomen uit de macht van de eigenaar. En dat is, zoals ook in het Runescape-vonnis van afgelopen oktober werd bepaald, een standaard gevalletje diefstal.

Het verweer dat het er bij Habbo toch om gaat “om zoveel mogelijk meubels te verzamelen”, wordt verworpen. Veel meubels verzamelen ok, maar dat rechtvaardigt niet dat je andermans meubels afneemt door hun wachtwoorden te raden. Dit heeft “niets meer te maken met de spelregels van het Habbohotel” zoals de rechtbank het terecht formuleert.

Kortom, weinig verrassend wat mij betreft maar wel goed dat deze lijn wordt aangehouden. Want: “Het internet dient daarom gevrijwaard te blijven van het zogenaamde ‘hacken’.” zoals de rechtbank fijntjes opmerkt.

Arnoud

In een virtuele wereld kun je ook stelen

runescape-diefstal.jpgEen amulet in een virtuele wereld blijkt een zaak die je kunt stelen, zo vonniste de rechtbank Leeuwarden eergisteren. Twee jongens wisten september vorig jaar van hun slachtoffer enkele virtuele goederen in de online roleplaying game Runescape af te pakken. (Dit is dus niét de Habbo-zaak waarover ik in november vorig jaar berichtte) Het slachtoffer werd met geweld gedwongen om naar het huis van één van de daders te gaan, waar men inlogde op Runescape en het slachtoffer verplicht werd om in te loggen zodat men de controle over zijn account over kon nemen en al zijn virtuele goederen naar hun eigen avatars kon overzetten. Ook dit ging gepaard met het nodige fysieke geweld.

Het is duidelijk dat hier sprake was van bedreiging met en gebruik van geweld, maar het opmerkelijke aan deze zaak was dat men diefstal van de goederen ten laste had gelegd. Het is namelijk geen uitgemaakte zaak dat je dergelijke virtuele zaken kúnt stelen.

Waarom was dit dan wel diefstal? De rechtbank formuleert een aantal eisen. Zo moet de bezitter waarde hechten aan het item, maar dat hoeft geen financiële waarde te zijn. Dat was in deze zaak duidelijk het geval. Ook moet je de feitelijke macht erover kwijt kunnen raken, en dat kan bij dit soort virtuele zaken natuurlijk prima.

De belangrijkste eis is echter dat sprake moet zijn van “voor menselijke beheersing vatbare objecten”. En dat is een lastige als het gaat om dingen die geen pijn doen als ze op je voet vallen. Computergegevens zijn bijvoorbeeld geen zaken die je kunt stelen, en bandbreedte ook niet. Elektriciteit dan weer wel, wat voor de fysici onder u misschien moeilijk te verteren is, maar dat mag u in de comments kwijt. In ieder geval, de rechtbank is daar vrij makkelijk in:

De virtuele amulet en het virtueel masker als bedoeld in de onderhavige zaak zijn geen stoffelijke goederen, alhoewel ze wel waarneembaar zijn. Gelet op de bedoelde jurisprudentie is dat geen beletsel om ze als goed als bedoeld in artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht aan te merken.

Daarmee is de strafbaarheid gegeven. Vanwege de jonge leeftijd van de verdachten (14 jaar ten tijde van de diefstal) krijgen ze een werkstraf van 160 uur.

Dit is een baanbrekend vonnis, dat bij mijn weten één van de eerste keren vormt dat in Europa een virtueel item als steelbaar aanmerkt. Wat mij betreft een goede ontwikkeling. Wat offline moet online gelden heet het altijd, en het wegnemen van virtuele goederen is in principe net zo kwalijk als het wegnemen van “echte” goederen.

Natuurlijk betekent dat niet dat elke kopieeractie nu diefstal is. Het uploaden van muziek valt dus niet onder 310 Strafrecht (lees je mee, Tim?), want daarmee raakt de uploader noch de rechthebbende de feitelijke macht kwijt over de muziek. Dit vonnis gaat over situaties waarin één specifiek persoon de macht heeft over een object, en die kan overdragen. Het zal dus vooral voor virtuele werelden zoals Runescape, maar ook Habbo Hotel of World of Warcraft van belang zijn.

Update (12 november 2009): bevestigd in hoger beroep.

Ik twijfel of het ook opgaat voor domeinnamen. Ook die zijn maar door één persoon tegelijk te gebruiken, en je kunt op dezelfde manier als deze jongens deden zorgen voor de overdracht van een domeinnaam. Wat denken jullie? En waar zou dit vonnis nog meer toepassing vinden?

Arnoud

Real human rights in virtual worlds (bij NJblog)

second-life-protest.jpgAlweer even geleden, maar ik was er helemaal over vergeten te bloggen. Dit voorjaar volgde ik het interessante mastervak Electronic Commerce: international legal aspects bij de Universiteit van Tilburg. Samen met twee medestudenten schreef ik als onderdeel van dat vak de column “Real human rights in virtual words”, die werd gepubliceerd bij NJblog:

Virtual worlds are artificial, fictitious, and invented, they are unreal. But this does not mean they fall entirely outside the ambit of reality – or the law. Virtual worlds are no longer “just a game for nerds.” By 2011, four out of every five people who use the internet will work or play in virtual worlds. 1 Millions of people spend a large portion of their waking lives in virtual worlds.2 And more than just work or play: they form communities, social groups of people that share a common interest or background. Virtual worlds therefore mean a great deal to a large number of people and social activities that are conducted in virtual worlds should be protected by real-world laws.

People and communities have human rights. They are allowed to assemble on the church square, demonstrate in front of the town hall or preach their convictions in the park. But how far do these rights go in virtual worlds? Operated by companies and regulated by the End-User License Agreement (EULA), these worlds are private spaces. While most human rights are also in force in horizontal relations between citizens, it is possible to surrender the exercise of these rights as a condition of access to someone else’s private space.

Lees verder in Real human rights in virtual worlds bij NJblog.

En teken daarna snel alsnog in voor mijn boek!

Arnoud<br/> (Afbeelding via Freakitude)

Mag ik alleen jongens in mijn clan?

Ok, deze is origineel. Een speler van Runescape was een clan begonnen en wilde daar geen meisjes bij. Eén van de geweigerde meiden was kennelijk juridisch onderlegd, want zij kwam met de Wet Gelijke Behandeling aanzetten. Als een werkgever een sollicitant niet mag weigeren omdat ze vrouw is, waarom deze clanleider dan wel?

De Wet Gelijke Behandeling verbiedt onderscheid op geslacht in veel gevallen. Wie een dienst aanbiedt of een aanbod tot een overeenkomst doet, mag in principe geen ongeoorloofd onderscheid maken (art. 7 lid 1 WGB). Dat geldt ook voor natuurlijke personen die niet handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf, als zij het aanbod in het openbaar doen.

Je zou kunnen zeggen dat een clan, een samenwerkingsverband tussen spelers in een virtuele wereld, een soort van dienst is. Of in ieder geval een samenwerkingsovereenkomst. Je belooft elkaar te helpen en je samen in te zetten voor de clan. Zolang zo’n clan beperkt blijft tot een klein groepje waar je alleen op uitnodiging lid van kunt worden, staat de WGB toe dat de leider op elke grond die hij wil mag kiezen of iemand lid mag worden of niet.

Wordt het aanbod in het openbaar gedaan, dan ligt het moeilijker. De enige redding voor deze jongen is dan nog de uitzondering dat het onderscheid mag als het gaat om “eisen die gelet op het privé-karakter van de omstandigheden waarop de rechtsverhouding ziet in redelijkheid kunnen worden gesteld.” (artikel 7 lid 3). Dat zie ik niet zo snel opgaan in deze situatie.

Van een andere orde is als de exploitant van het spel een dergelijk onderscheid zou maken. Dat speelde in 2006 bij datzelfde WoW toen een speler een ‘guild’ voor homoseksuele en lesbische spelers wilde opzetten. Exploitant Blizzard verbood dat omdat het aanleiding zou geven tot gescheld en geruzie van andere spelers.

Wat zal ik deze jongen adviseren? Wees blij dat er meisjes meedoen? 🙂

Arnoud

Diefstal van game-credits – kun je daar eigenaar van zijn?

‘Een principieel verschil met het pikken van andermans knikkers is er niet.’ Planet – Arjan Dasselaar maakt zich boos over de sensatiezoekende berichtgeving over de pogingen om de Runescape-credits in te pikken.

Sinds wanneer komt het NOS Journaal opdraven op het moment dat een leerling van een middelbare school een paar tikken krijgt? Nou, sinds er internet bij kan worden gehaald.

Hoe die discussie afloopt, leest u bij zijn column op Planet. Ik was zelf meer geinteresseerd in of het nou strafbaar is, iemands credits aftroggelen. Natuurlijk is mishandeling en bedreiging strafbaar, ongeacht de reden waarom. Maar er zijn genoeg manieren om iemands credits of ander bezit bij Habbo, Runescape en World of Warcraft te pakken te krijgen. Mag dat?

In principe mag alles dat van de spelregels mag. Als ik weken bezig ben een duur harnas te pakken te krijgen, en mijn karakter wordt daarna door een medespeler vermoord, dan ben ik het harnas kwijt. Jammer maar helaas, dat zijn de spelregels. Het wordt twijfelachtig als die medespeler een bot gebruikt, dat is een vorm van valsspelen. Dan moet ik bij de spelleiding gaan klagen, zodat zij de boel ongedaan maken. Het via de rechter verhalen van schade door iemands overtreden van de spelregels kan vaak ook. Een voetballer die na een grove tackle ‘op de man’ zijn been breekt, kan de ziekenhuiskosten terug krijgen.

Het wordt juridisch relevant wanneer spelobjecten verhandeld worden voor echt geld. Je kunt op diverse sites bieden op zulke “in-game objects”. Na betaling komt er dan in het spel een karakter naar je toe, dat je het object geeft. Er gaat zo veel geld om in die activiteit dat het voor Korea al aanleiding was om er belasting op te heffen. Dan gaan er mensen beginnen over “eigendom” en “diefstal”, want die zijn hun dure investering kwijt.

Via R-win.com vond ik het boek Recht in een virtuele wereld (Word-bestand) over de juridische aspecten van Massive Multiplayer Online Role Playing Games (MMORPG), door Arno Lodder (red.) van het NVvIR met veel nuttige observaties over dit onderwerp.

Wie iets maakt of iets koopt, heeft daar gewoon het eigendomsrecht op. Alleen, dat iets moet dan wel een “voor menselijke beheersing vatbaar object” zijn, zo staat in het Burgerlijk Wetboek. Abstracte dingen zijn geen “zaken” en die kun je dus niet in eigendom hebben. Sommige abstracte zaken kun je met een intellectueel eigendomsrecht beschermen. Op een tekst heb je auteursrecht, en op een uitvinding kun je octrooi aanvragen. Je bent dan nog steeds geen “eigenaar van de uitvinding” maar je kunt wel anderen verbieden die commercieel toe te passen.

Hoe tastbaar is nu een spelobject? Genoeg om met een tafel of auto vergelijkbaar te zijn? Dat blijkt een lastige vraag. Je kunt heel natuurkundig kijken: een spelobject bestaat uit elektrische stroompjes of magnetische velden in een computersysteem, en die stroompjes of velden zijn uniek en bovendien voor menselijke beheersing vatbaar. De alfa’s die het Burgerlijk Wetboek hebben geschreven, wilden daar niet aan: “het begrip zaak mag niet worden vereenzelvigd met ‘stof’ in natuurwetenschappelijke zin, en uitsluitend de eisen van het ‘praktische rechtsleven’ bepalen wat het recht als zaak beschouwt.”

Oftewel: als maar genoeg mensen vinden dat ze eigenaar zijn van hun Habbo-meubilair of zeldzame Warcraft-uitrusting, dan is dat ook zo.

Voor zelf ontworpen objecten (bv voor in Second Life) zou de ontwerper waarschijnlijk wel auteursrecht kunnen claimen. Het zijn creatieve werken, en tekeningen op de computer zijn net zo goed beschermd als tekeningen op papier.

Bij standaard spelobjecten gaat die redenering niet op. Die zijn door de spelontwerper gemaakt, en de spelers kunnen ze alleen gebruiken en aan elkaar geven. Een speler kan dus geen intellectueel eigendomsrecht claimen.

Arnoud