De invloed van social media op getuigenverklaringen

social-media“Invloed social media op verklaringen”, samenvat Rechtspraak.nl het droogjes. In een strafzaak over poging tot moord waren de nodige getuigenverklaringen beschikbaar, maar uit reacties op een helaas geanonimiseerde website ontstond het vermoeden dat sommige van die getuigen best wel eens “anders dan de waarheid” zouden kunnen hebben verklaard. Waarom verklaringen op een website “invloed van social media” heten?

In 2012 was er een schietpartij in een woonwijk in Middelburg. Vrijwel direct daarna verschenen “op de website [naam website]” berichten met details daarover, kennelijk van getuigen dus. (Zouden ze Twitter.com bedoelen? Social media én website en typisch waar direct na een ophefmakende gebeurtenis berichten gaan komen.) Latere getuigenverklaringen leken niet helemaal overeen te komen met wat daar te lezen was, en dan moet je je als strafrechter toch even kritisch gaan opstellen.

Het is frustrerend hoe weinig details er zijn over precies welke berichten en waarom die twijfel opriepen over de getuigenverklaringen. Maar wat ook meewoog was dat een getuige had verklaard dat diverse mensen hadden afgesproken valse verklaringen te gaan doen. Er was al een tijd sprake was van oplopende spanningen tussen de verdachte en anderen, en die getuigen kwamen uit die groep anderen. Dus ja dan zou ik ook vraagtekens gaan stellen.

Een intrigerend punt dat de rechter aansnijdt is dat het mogelijk is “dat de verklaring (mede) is beïnvloed door informatie verkregen nadien van derden of mogelijke via social media.” Daarvan zou hier sprake zijn geweest (wat we dus niet kunnen analyseren wegens gebrek aan feiten) maar het punt op zich is al intrigerend genoeg. Als een gebeurtenis de nodige tweets, foto’s en dergelijke oproept dan kun je je als pseudo-getuige aardig geloofwaardig voordoen. Lees je in, prent wat dingen uit de foto’s in je hoofd en verwijder even je Facebookupdate dat je die avond ergens anders was. Wie heel gehaaid is, gaat meetwitteren op basis van wat hij leest en versterkt zo zijn geloofwaardigheid als aanwezige.

Dat klinkt ergens wel als een bug in het bewijsrecht. Maar hoe los je dat op?

Arnoud