Rechter veroordeelt webcamafperser ondanks claims over dubieuze keylogger

Een man is strafrechtelijk veroordeeld op basis van bewijs verkregen met een politie-keylogger. Dat meldde Tweakers vorige week. De politie heeft eind 2013 de woning van de man in het geheim betreden, waarbij op de aangetroffen laptop en desktop een keylogger werd geïnstalleerd. Zo kreeg men inzicht in zijn internetgedrag en pogingen dat te verhullen. Maar mocht dat wel?

Het vonnis laat zien dat de man in beeld kwam naar aanleiding van een onderzoek bij Facebook. Het bedrijf had accounts ontdekt die door dezelfde persoon werden gebruikt om mannen te chanteren middels valselijk verkregen seksueel materiaal. Het IP-adres kon door de politie worden getraceerd naar een bungalowpark in Nederland, waar -zo ontstond het vermoeden- de dader zou wonen.

Na nader onderzoek werd een verdachte aangehouden. In de paar dagen dat hij in voorarrest zat, betrad een politieteam die bungalow om daar een keylogger op de computer te installeren. Deze tool registreerde toetsaanslagen en maakte schermafbeeldingen wanneer op die desktop of laptop gebruik werd gemaakt van communicatieprogramma’s zoals Skype of een internetbrowser. Hierdoor kreeg het onderzoeksteam inzicht in het internetgedrag op deze computers en kon de afscherming door het gebruik van een VPN-verbinding worden omzeild. Dat leverde genoeg bewijs op om nogmaals tot arrestatie over te gaan, en ditmaal ook tot vervolging.

Een verweer van de verdediging was dat die keylogger onrechtmatig was toegepast en dat de resultaten van het hulpmiddel niet betrouwbaar zijn en daarom niet mogen worden gebruikt voor het bewijs. Er zouden onregelmatigheden zijn zoals chatteksten die wel op de gemaakte schermafbeeldingen zijn te zien, maar niet terugkomen in de geregistreerde toetsaanslagen.

In Nederland is het gebruik van dergelijke technische hulpmiddelen gereguleerd in het Besluit technische hulpmiddelen strafvordering. Dit Besluit heeft tot doel de betrouwbaarheid en herleidbaarheid te waarborgen van de gegevens die daarmee zijn verkregen. Het hulpmiddel moet voldoen aan technische eisen; van de keuring moet door een keuringsdienst een rapport worden opgemaakt en de keuring moet plaatsvinden overeenkomstig een goedgekeurd keuringsprotocol. Dat was hier het geval. En de Hoge Raad had eerder bepaald dat als zo’n keuringsrapport er is, de rechter in principe moet aannemen dat het hulpmiddel betrouwbaar is.

Dat er onregelmatigheden blijken te zijn, kan een tegenargument zijn. Echter, die waren hier niet – althans niet zo zwaar dat het tot uitsluiting van het bewijs zou moeten leiden. De meeste toetsaanslagen klopten wél met de screenshots (en andersom), dus die paar missers zien we dan als afrondingsfouten, zeg maar.

Ook merkwaardig was dat de keylogger verdwenen was na de tweede aanhouding. Onduidelijk blijft wat er is gebeurd – heeft een virusscanner het ding verwijderd als malware, is er de remote destruct optie ingeroepen? – maar dat maakt niet uit. Want zelfs als die verwijdering op de raarst mogelijke manier is gebeurd, dan nog staat vast dat het verkregen bewijsmateriaal betrouwbaar is. De keylogger was immers gekeurd en volgens de regels geïnstalleerd.

Als laatste was er nog het argument dat de keylogger meer opnam dan was toegestaan in het bevel van de Officier van Justitie dat de toestemming gaf voor het installeren van de keylogger. Zo waren er op de screenshots tabbladen te zien van andere applicaties dan waar de keylogger bij zou moeten komen. Maar dat maaktook niet uit: dat op schermafdrukken meer is te zien dan alleen de ingestelde programma’s, maakt naar het oordeel van de rechtbank nog niet dat sprake is van een verzuim.

Bij mijn weten de eerste keer dat zó expliciet een keylogger/spyware rechtmatig wordt verklaard bij de rechtbank. En het laat zien dat je als verdediging van goeden huize moet komen om daar dan nog gaten in te schieten.

Arnoud