Zit het auteursrecht in de weg als je iemands theorie wilt uitleggen in je cursus?

Een lezer vroeg me:

Ik ontwikkel cursussen die ik commercieel als e-learning verkoop. Daarin leer ik mensen over bijvoorbeeld de piramide van Maslow, maar ik moet dan natuurlijk de nodige tekst en visuals overnemen uit de bron(nen) die ik gebruik. Loop ik dan tegen auteursrechten aan en maakt het uit dat ik de cursussen verkoop?

Citaatrecht geldt ook bij commerciële publicaties zoals cursussen. Er is dus in principe geen probleem, want als je in een cursus wilt uitleggen hoe een theorie, model of iets dergelijks in elkaar zit dan kan dat binnen het citaatrecht. Je moet dan niet meer dan nodig overnemen uit de bron, en je moet de bron noemen natuurlijk.

Dat “niet meer dan nodig” betekent concreet vooral dat je zo veel mogelijk je eigen woorden gebruikt, en alleen een stukje tekst of afbeelding als je echt niet anders kan. Bijvoorbeeld de kernzin van wat iemands theorie inhoudt, de autoritaire formulering waar je niet omheen kunt of een superduidelijk stukje dat je niet kunt missen.

Eigenlijk is auteursrecht ongeveer hetzelfde als wetenschappelijk citeren. Ook daar leen je soms werk van anderen, maar door de bron te noemen en te erkennen is dat verder geen probleem. Ik vind deze uitleg van de RUG een mooie samenvatting van hoe je citeert en vooral wanneer je parafraseert in plaats van te citeren. Zeker bij figuren en andere visuals zou ik altijd zeggen: maak je eigen. Niet alleen verminder je dan de auteursrechtelijke problemen, het staat ook gewoon mooier want je kunt het in jouw huisstijl doen en de nadruk leggen waar jij die nodig hebt.

Bij sommige methodes en protocollen kun je tegen merkrechten aanlopen. In de hoek van de zelfhulpmethodes zijn nogal wat namen als merk vastgelegd, en als jij die methode dan gaat uitleggen onder het noemen van die naam, dan kun je daar tegenaan lopen. Het kan wel, zolang je maar duidelijk aangeeft dat jij die methode uitlegt en dat die als merk bekend staat. Ga je zelf “onafhankelijke cursussen” in dat gedachtengoed aanbieden, dan kun je de merknaam niet noemen.

Arnoud

Wie toestemming onder de AVG vraagt, snapt de AVG niet (of heeft een nieuwsbrief)

Een lezer vroeg me:

Van mijn garagebedrijf kreeg ik een toestemmingsformulier voor het verwerken van mijn gegevens: opname in klantenbestand, verstrekking van mijn persoonsgegevens aan derden in het kader van betalingen en verstrekking van mijn persoonsgegevens aan partners in het kader van een goede dienstverlening, zover dit nodig is. Waarom eist de AVG in hemelsnaam dat mensen in dit soort situaties toestemming vragen? Het spreekt toch voor zich dat ik dit wil als ik bij deze garage mijn auto wil laten repareren?

Als ik even zo vrij mag zijn op donderdagochtend: dit is pertinente onzin, en wie toestemmingsformulieren zit te maken onder de AVG mag daar gelijk mee ophouden. Kan me niet schelen wat je doet, je doet het fout. Behalve als je met nieuwsbrieven bezig bent.

Om een of andere reden hebben mensen het idee gekregen dat je onder de AVG overal toestemming voor moet vragen. Ik denk dat dat komt omdat toestemming als de eerste van de zes grondslagen in de wet staat (artikel 6.1 AVG) en men daarna ophoudt met lezen. Een kapitale fout wat mij betreft, met schandalige gevolgen zoals dat kinderen niet naar de tandarts gaan (wat ook volgens de AP onzin is.) Toestemming is de minst zinvolle en minst werkbare grondslag, en als organisatie moet je niet willen werken onder die grondslag.

Het hele idee achter de AVG is dat je eigenlijk alleen persoonsgegevens gaat gebruiken als het niet anders kan. Bij die garage: je hebt gegevens nodig voor de overeenkomst, je wilt je factuur betaald krijgen en soms moeten gegevens ingewonnen bij de dealer of gaat een stukje van het werk door een ander (zoals de verzekeraar). Dat mag gewoon van de AVG, we noemen dat “noodzaak overeenkomst”, grondslag b.

Ook kun je je vaak beroepen op de grondslag van het eigen legitiem belang (sub f), waarbij je dus een afweging van belangen maakt. Toestemming vragen is daarbij niet aan de orde. Verwarrend is daarbij wel dat je vaak een opt-out invoert als deel van die belangenafweging, want met opt-out houd je meer rekening met mensen hun privacybelang, maar die opt-out is heel wat anders dan toestemming. En je moet niet vergeten die afweging daadwerkelijk te maken en op papier te zetten, dat is waar Manfield over struikelde toen ze vingerafdrukherkenning wilde inzetten bij hun personeel.

Mij bekruipt het gevoel dat mensen niet weten hoe zo’n afweging te maken, of het eng vinden een standpunt in te nemen en dan maar toestemming gaan vragen. “Dan zit je in ieder geval goed, toch?” Nope. Al is het maar omdat je óók bij toestemming een noodzakelijkheids- en proportionaliteitstoets moet maken, en geen hond die dat doet bij z’n toestemmingsformulier.

Maar belangrijker: toestemming kan op ieder moment worden ingetrokken, zonder opgaaf van redenen en zonder enige consequentie. Als je dus een bedrijfsproces hebt dat afhankelijk is van toestemming, dan moet je er dus vanuit gaan dat je bedrijfsproces stilstaat omdat niemand toestemming geeft. Ik kan me niet voorstellen dat dat een nuttig bedrijfsproces is.

Behalve nieuwsbrieven dus. Die verstuur je met toestemming (opt-in) en het is geen ramp als iemand die toestemming intrekt. Dan haal je ‘m gewoon uit het bestand. Specifiek daar zie ik toestemming wel werken.

Maar afgezien van nieuwsbrieven dus is er géén zakelijk belang denkbaar waarbij je gaat drijven op toestemming. Wie denkt van wel, ik hoor het graag maar dan wel alsjeblieft inclusief uitleg wat er gebeurt als die toestemming 1 seconde na het geven ingetrokken wordt. Of beter gezegd, waarom het niet erg is dat er niets gebeurt nadat die toestemming ingetrokken blijkt.

Arnoud