Google wint van Oracle, maar de rest van de wereld heeft daar weinig aan

Google heeft geen inbreuk gemaakt op het copyright van softwarebedrijf Oracle toen het de code uit de programmeertaal Java gebruikte voor zijn mobiele besturingssysteem Android. Dat meldde RTL Nieuws onlangs. De Amerikaanse Supreme Court bepaalde namelijk dat de relevante code een fair use was onder eventuele auteursrechten van Oracle op diens Java-implementatie. Leuk voor Google, maar een uitspraak dat iets fair use is, daar heeft de rest van de wereld weinig aan. De kern van de zaak was namelijk: rust er überhaupt auteursrecht op een API definitie, wat de betreffende regels code uiteindelijk waren.

De zaak Google/Oracle draait om de universele programmeertaal Java, die begin jaren negentig is ontwikkeld door Sun Microsystems. In 2007 kwam het voor mobiele apparaten ontwikkelde besturingssysteem Android op de markt. Om ontwikkelaars over de streep te trekken Android-applicaties te maken, had Google daarin verschillende API’s opgenomen. Deze API’s bevatten elementen die ook aanwezig waren in de API’s van Java en droegen bovendien dezelfde namen. Alleen, de implementatie was verschillend.

Dat mag, zo dachten de meeste juristen destijds. Op een definitie of een naam rust geen auteursrecht. De implementatie wel, maar die was dus niet overgenomen. Desondanks kwam dit voor de Supreme Court en die bepaalde tot veler verrassing dat je op een API wél auteursrecht kunt hebben. Dit zou betekenen dat het interface-conform ontwikkelen van een implementatiekloon juridisch onmogelijk zou zijn, vandaar dat Google er met een truc een nieuwe zaak van maakte.

Die nieuwe zaak ging over fair use: mag je andermans werk gebruiken zonder toestemming als dat eerlijk of redelijk is, even kort gezegd. Dit Amerikaanse begrip is breder dan ons citaatrecht, parodierecht et cetera: weliswaar zijn al die dingen van ons vormen van fair use, maar wij hebben in Europa geen algemeen criterium “jamaar dat is toch doodnormaal, kom nou toch hoezo mag dat niet”. Dat is zowel een voordeel als een nadeel. Een nadeel, want als het niet in de wet staat dan vereist het dus toestemming. Maar ook een voordeel, want je weet nu precies wat wel en niet mag.

In de VS hebben ze dus die open norm, en de Supreme Court oordeelt nu dat Google daaronder dit mocht doen. Google had alleen die regels broncode gekopieerd – die API definities overgeschreven – die ze echt nodig had:

Google copied only what was needed to allow programmers to work in a different computing environment without discarding a portion of a familiar programming language. Google’s purpose was to create a different task-related system for a different computing environment (smartphones) and to create a platform—the Android platform—that would help achieve and popularize that objective. The record demonstrates numerous ways in which reimplementing an interface can further the development of computer programs.
Het probleem is alleen: geldt dit voor íedere herimplementatie van andermans API? Hoe ver gaat dat “what was needed”, hoe anders moet jouw eigen programmeeromgeving zijn en moet het gaan om een “bekende” (familiar) programmeertaal? Als ik de API van zeg de elearning-provider op de hoek kopieer, val ik dan hieronder? En dat is dan alleen nog maar wat ik in vijf seconden kan bedenken na het lezen van deze zin; kun je nagaan wat een advocaat van Oracle daarvan maakt als hij zes maanden fulltime 800 dollar per uur daarvoor mag rekenen.

Het Hof danst om de vraag heen of haar vorige uitspraak over auteursrecht op API definities terecht was. Dat is ook lastig want zelfs de Supreme Court kan niet zomaar haar eigen precedenten opzij zetten. Men houdt het dan ook bij

We shall assume, but purely for argument’s sake, that the entire Sun Java API falls within the definition of that which can be copyrighted. … As part of an interface, the copied lines are inherently bound together with uncopyrightable ideas (the overall organization of the API) and the creation of new creative expression (the code independently written by Google).
Dit laat dus het principe overeind dat er best auteursrecht op een API als zodanig kan zitten. Weliswaar niet heel veel, maar kennelijk net genoeg. En hoe je het idéé van een API hergebruikt zonder de letterlijke functienamen en dergelijke te gebruiken, daar laat men zich wijselijk niet over uit.

We kunnen dus nu wel roepen dat Google gewonnen heeft, maar de conclusie die op lange termijn blijft staan is dat vrijwel iedere API auteursrechtelijk beschermd is, met als gevolg dat interoperabiliteit vrijwel onmogelijk wordt. Immers, wil je die herimplementeren dan heb je toestemming nodig tenzij je in een beperkte uitzondering valt.

Dit versterkt de macht van rechthebbenden enorm. En ja, ik maak me daar ook bij Europese bedrijven zorgen over. De meeste innovatieve softwaredienstverleners opereren immers vanuit de VS. De ervaring leert dat hun gedrag (en contractuele voorwaarden) sterk Amerikaans georiënteerd zal zijn, waarbij men niet snel Europeesrechtelijk water bij de wijn zal doen. Daar komt bij dat een concurrent binnen dit juridisch kader geen API-compatibele eigen dienst kan aanbieden, omdat dit op auteursrechtelijke bezwaren zal stuiten in de VS – en de dienst aldaar niet aanbieden is commercieel dan geen optie.

Daar staat natuurlijk tegenover dat zeker de web API’s vaak al onder bepaalde voorwaarden worden aangeboden, zodat de praktijk niet direct zal wijzigen. Maar API-aanbieders hebben nu wel een stuk steviger fundament voor hun voorwaarden, namelijk dat wie deze schendt, tevens het auteursrecht te buiten gaat. Een app die jouw voorwaarden schendt, kun je afsluiten van de API en dat is het. Een app die jouw auteursrecht schendt, kun je van de markt halen onder opvordering winst en een verbod voor de toekomst. Dus nee, ik vind deze ‘overwinning’ best zorgelijk.

Arnoud

Zit het auteursrecht in de weg als je iemands theorie wilt uitleggen in je cursus?

Een lezer vroeg me:

Ik ontwikkel cursussen die ik commercieel als e-learning verkoop. Daarin leer ik mensen over bijvoorbeeld de piramide van Maslow, maar ik moet dan natuurlijk de nodige tekst en visuals overnemen uit de bron(nen) die ik gebruik. Loop ik dan tegen auteursrechten aan en maakt het uit dat ik de cursussen verkoop?

Citaatrecht geldt ook bij commerciële publicaties zoals cursussen. Er is dus in principe geen probleem, want als je in een cursus wilt uitleggen hoe een theorie, model of iets dergelijks in elkaar zit dan kan dat binnen het citaatrecht. Je moet dan niet meer dan nodig overnemen uit de bron, en je moet de bron noemen natuurlijk.

Dat “niet meer dan nodig” betekent concreet vooral dat je zo veel mogelijk je eigen woorden gebruikt, en alleen een stukje tekst of afbeelding als je echt niet anders kan. Bijvoorbeeld de kernzin van wat iemands theorie inhoudt, de autoritaire formulering waar je niet omheen kunt of een superduidelijk stukje dat je niet kunt missen.

Eigenlijk is auteursrecht ongeveer hetzelfde als wetenschappelijk citeren. Ook daar leen je soms werk van anderen, maar door de bron te noemen en te erkennen is dat verder geen probleem. Ik vind deze uitleg van de RUG een mooie samenvatting van hoe je citeert en vooral wanneer je parafraseert in plaats van te citeren. Zeker bij figuren en andere visuals zou ik altijd zeggen: maak je eigen. Niet alleen verminder je dan de auteursrechtelijke problemen, het staat ook gewoon mooier want je kunt het in jouw huisstijl doen en de nadruk leggen waar jij die nodig hebt.

Bij sommige methodes en protocollen kun je tegen merkrechten aanlopen. In de hoek van de zelfhulpmethodes zijn nogal wat namen als merk vastgelegd, en als jij die methode dan gaat uitleggen onder het noemen van die naam, dan kun je daar tegenaan lopen. Het kan wel, zolang je maar duidelijk aangeeft dat jij die methode uitlegt en dat die als merk bekend staat. Ga je zelf “onafhankelijke cursussen” in dat gedachtengoed aanbieden, dan kun je de merknaam niet noemen.

Arnoud

Vijf auteursrechtelijke mythes die ook maar eens naar de prullenbak moeten

mythe-verhaalMijn blog over vijf juridische mythes riep veel reacties op. Dus ik dacht, tijd voor nog wat meer mythes die naar de prullenbak moeten, en dan nu over het onderwerp auteursrecht.

  1. Je mag iemands werk gebruiken als je maar bronvermelding doet (en niet commercieel bent.) Nope. De auteurswet kent geen algemene regel dat je een werk mag overnemen. De eis van naamsvermelding komt uit het citaatrecht, maar dat staat je niet toe een geheel werk te gebruiken. Er was een persexceptie maar die is de facto afgeschaft omdat je met een simpel “Alle rechten voorbehouden” de pers kunt verbieden je werk over te nemen. Alleen voor eigen gebruik (thuiskopie) mag je een werk overnemen, bijvoorbeeld een foto naschilderen voor je schildercursus of een artikel kopiëren om het later nog eens te lezen.
  2. Als je iets op een Amerikaanse site doet, valt dat onder Amerikaans auteursrecht (fair use). Nope. De locatie van de server is niet relevant bij de vraag welk recht (welke wet) van toepassing is. Het gaat erom in welk land je iets verspreidt (openbaar maakt) of kopieert. En dat kan best in meerdere landen tegelijk zijn. Als Google vanaf haar Amerikaanse serverfarm andermans werk als doodle opvoert bij Google.nl, wordt dat onder de Nederlandse auteurswet beoordeeld.
  3. Als er geen copyright-notice of watermerk bij staat, dan mag je het gebruiken (mits met bronvermelding). Nope. De auteurswet is duidelijk: je hebt toestemming nodig, of een wettelijke uitzondering. Het maakt niet uit of de maker bekend is of zijn auteursrechten actief claimt. En dat het zonder makernaam lastig is deze te vinden, is jouw probleem en niet dat van de maker.
  4. Als je een auteursrecht schendt, moet de rechthebbende je eerst waarschuwen voordat hij een schadeclaim mag doen. Nope. Juridisch gezien is het schenden van iemands auteursrecht hetzelfde als het bekrassen van iemands auto. Je moet de schade vergoeden, en de ander hoeft niet eerst te waarschuwen dat je daarmee op moet houden. Dat systeem van waarschuwingen (“notice/takedown”) bestaat wel maar dan alleen voor hostingproviders en andere tussenpersonen die niet zelf auteursrechten schenden. Zij hoeven geen schadeclaims te betalen als ze na klachten over hun klanten meteen ingrijpen.
  5. Als je de film al hebt gekocht, mag je deze ook downloaden. Dit is een subtiele. Downloaden uit illegale bron mag niet (meer), en iets van zeg Bittorrent afhalen is downloaden uit illegale bron. Of streamen met Popcorn Time. Dit wordt niet anders omdat je ook een dvd hebt gekocht met hetzelfde werk. De dvd-aankoop geeft je rechten met betrekking tot de film op de dvd, maar geen recht om uit eender welke bron een kopie van die film te betrekken. De dvd rippen naar een digitaal formaat mag wél.

Ik ben het onmiddellijk eens met iedereen die nu roept dat dit dus betekent dat auteursrecht niet goed samengaat met internet.

Misschien moet ik maar eens een mythische woensdag instellen?

Arnoud

UPC introduceert fair use policy, is dat niet oneerlijk?

UPC hanteert vanaf deze week een fair use policy, meldde Tweakers gisteren. Klanten die meer dan vijf keer dan het gemiddelde verbruiken, kunnen een boete krijgen. Nu heb ik zelden zo’n vage FUP gelezen, dus dat roept de vraag op: mogen ze dat eigenlijk wel?

Eerst even een verplichte mededeling van de afdeing Communicatie: “Een Fair Use Policy (FUP) is geen datalimiet. UPC heeft geen datalimiet op haar internetabonnementen.” Want iemands abonnement (tijdelijk) wijzigen naar een lagere snelheid als hij een FUP overtreedt, is héél wat anders dan iemand afknijpen als hij een datalimiet bereikt. Dat u het even weet.

Het juridische probleem met fair use policies is dat ze (per definitie) onduidelijk zijn: wat is fair immers. En hoewel het recht altijd een stukje onduidelijkheid in zich heeft, loop je hier dan tegen het punt aan dat een fair use policy een oneerlijke handelspraktijk kan zijn. Hoe veel je mag up- en downloaden is immers nogal essentieel, en het weglaten of slechts vaag presenteren van essentiële informatie mag niet. In het bijzonder noemt de wet als essentieel:

b. de voornaamste kenmerken van het product, zoals beschikbaarheid, voordelen, risico’s, uitvoering, samenstelling, accessoires, klantenservice en klachtenbehandeling, procédé en datum van fabricage of verrichting, levering, geschiktheid voor het gebruik, gebruiksmogelijkheden, hoeveelheid, specificatie, geografische of commerciële oorsprong, van het gebruik te verwachten resultaten, of de resultaten en wezenlijke kenmerken van op het product verrichte tests of controles;
d. de prijs of de wijze waarop de prijs wordt berekend, of het bestaan van een specifiek prijsvoordeel;

Beiden lijken me zeer relevant voor een FUP. De uitvoering en levering van de dienst worden er direct door beïnvloed (afknijpen) en ook de prijs verandert (je gaat naar een duurder abonnement). Bovendien wéét je niet wanneer je een FUP overtreedt. Wanneer haal ik “meer dan vijf keer de gemiddelde gebruikte datahoeveelheid van alle abonnees met hetzelfde type abonnement”? Hoe weet ik dat? Nou ja, niet – want UPC meldt doodleuk dat ze me dat níet gaan vertellen:

Het is niet mogelijk om via UPC te controleren wat uw datagebruik is. Er zijn wel gratis verbruiksmeters te downloaden op het internet. UPC bepaalt of uw gebruik overmatig is.

Eh. Dus UPC bepaalt en ik heb dat maar te slikken?

Een schending van netneutraliteit is het niet; immers het afknijpen of extra belasten gebeurt objectief, zonder te kijken naar het soort verkeer. Wel is het mogelijk in strijd met het opzegverbod: samen met netneutraliteit staat er namelijk ook in de Telecommunicatiewet onder welke voorwaarden een IAP je contract mag opzeggen:

Een aanbieder van een internettoegangsdienst aan een eindgebruiker kan de levering van deze dienst slechts geheel of gedeeltelijk beëindigen of opschorten:
a. op verzoek van de abonnee;
b. bij een tekortkoming in de nakoming van de betalingsverplichting door de abonnee of faillissement van de abonnee;
c. bij bedrog in de zin van artikel 3:44 van het Burgerlijk Wetboek door de abonnee;
d. wanneer de looptijd van de overeenkomst van bepaalde duur tot levering van de internettoegangsdienst afloopt en de overeenkomst met instemming van de abonnee niet wordt verlengd of vernieuwd;
e. ter uitvoering van een wettelijk voorschrift of rechterlijk bevel; en
f. bij overmacht en onvoorziene omstandigheden in de zin van artikel 6:258 van het Burgerlijk Wetboek.

Goed, je kunt discussiëren of “gedeeltelijk opschorten” hetzelfde is als “afknijpen” maar ik zie “excessief gebruik door de abonnee” niet als grond hier genoemd. En nee, UPC komt er ook niet met “maar het staat in de algemene voorwaarden” want óók “overtreding van de algemene voorwaarden” staat niet in dit artikel. (En nee, UPC of een collega-IAP mag je dus óók niet afsluiten wegens abuse want abuse staat er óók niet.)

Natuurlijk mag je je contract opzeggen wanneer UPC dit doorvoert. Dat recht heb je bij iedere nadelige contractswijziging, en introductie van een FUP is nadelig. Maar dat is een nogal waardeloos recht: meestal heb je weinig keus qua televisie- en internetproviders. Ik zou dus liever hebben dat de OPTA, pardon Autoriteit Consument en Markt, dit gewoon verbiedt.

Arnoud

Is fair use een goed idee in ons auteursrecht?

fair-use.pngVorige week werd het congres “Towards flexible copyright” gehouden. Ik kon er helaas niet bij zijn maar de diverse tweets van aanwezigen lieten al zien welke kant het op ging: moeten we het Amerikaanse fair use overnemen in de wet of niet ?

Fair use is een Amerikaans concept. Kort gezegd komt het erop neer dat een gebruik van een werk geen inbreuk is als dat ‘fair’ oftewel billijk is, zeg maar dat de rechthebbende eigenlijk niet behoort hierover te kunnen klagen. Het concept is in de rechtspraak ontwikkeld en op zeker moment expliciet vastgelegd in de wet. Er zijn vier factoren waarmee een belangenafweging wordt gedaan, waarbij onder meer het al dan niet commerciële karakter van je gebruik en de mate van letterlijk of transformerend gebruik wordt betrokken.

Bij ons bestaat dat systeem niet. In Europa geldt dat auteursrecht over álle vormen van verveelvoudiging en openbaarmaking gaat, tenzij er een expliciete uitzondering in de wet aan te wijzen is die zegt van niet. De Auteursrecht-richtlijn zegt expliciet

Deze richtlijn bevat een uitputtende opsomming van de beperkingen en restricties op het reproductierecht en het recht van mededeling aan het publiek.

en voor het geval iemand toch nog eens zo’n beperking of restrictie gebruikt op een manier waar een rechthebbende van gaat huilen, is er de driestappentoets waarmee de beperking afgeschoten kan worden. Waar vroeger nog de Hoge Raad een gaatje openliet voor zelfbedachte uitzonderingen wanneer “de behoefte aan de desbetreffende begrenzing door de wetgever niet is onderkend en zij past in het stelsel van de wet”, kunnen we dat nu -met dank aan Europa- eigenlijk wel vergeten.

Het voordeel van het Amerikaanse systeem is dat je veel flexibeler kunt zijn. Wanneer een nieuwe technologie langskomt, kan de rechter bepalen dat het eigenlijk fair is dat er op deze manier gebruik van werken gemaakt wordt. Als bij ons zoiets gebeurt, dan moet de wet worden aangepast en dat duurt járen. In de tussentijd is de technologie eigenlijk illegaal. Vanwege een beroep op fair use wist Sony in de VS dan ook de videorecorder legaal te krijgen. De Supreme Court vond timeshiften een billijke vorm van gebruik van films en televisieprogramma’s.

Het grote nadeel is echter dat het tot onzekerheid leidt. In het sue-happy Amerika zie je dan ook dat in de praktijk er lang niet zo vaak op fair use wordt gerekend als je wellicht zou denken. Wie wel eens Discovery Channel of MTV kijkt, heeft ongetwijfeld de afgeblokte petjes of shirts gezien: daar staan auteursrechtelijk beschermde werken op, en die rechten zijn niet gecleard dus ze mogen niet worden getoond. Dat het tonen van een werk op een shirt wellicht fair use is, zou kunnen maar het zóu ook kunnen dat er wordt gesued en dat de rechter het dan niet fair noemt.

Dit heeft natuurlijk ook te maken met de gigantische kosten van een rechtszaak in de VS. Wie niet minimaal een ton advocatenbudget heeft, kan het wel vergeten. Dus ook al lijkt een fair use defense haalbaar, je kunt maar beter voorkomen dat een claim gebracht kan worden.

Bij ons zijn rechtszaken iets goedkoper, en bovendien ook een stuk sneller klaar. Dus als onze rechter een mogelijkheid krijgt een eerlijke afweging van de belangen te maken, dan lijkt fair use een prima systeem bij ons. Maar ik weet het niet. Je zult de factoren héél duidelijk moeten vastleggen om aan te geven wat de bedoeling is en wat niet. En daar gaat dan een hele partij gelobby overheen, waarna we ongetwijfeld iets heel vaags met voorbehouden en mitsen en maren overhouden – en als je niet uitkijkt met de mits dat het niet de normale exploitatie van het werk mag aantasten want dan is de exceptie meteen dood te slaan.

Verder blijft het hoofdprobleem dat 90% van het gebruik van andermans werk ook onder fair use niet legaal is. Wat er op Bittorrent of Usenet gebeurt krijg je met geen honderdduizend fair use factoren rechtgepraat. Mensen die dat soort diensten willen ontwikkelen, blijven dus met het probleem zitten dat ze dat niet mogen. Want toestemming krijg je niet. Laat je vooraf zien wat je dienst kan, dan is het te speculatief of worden er irreële royaltybedragen geëist. En lanceer je zonder toestemming, dan ben je een piraat. En dát schiet niet op natuurlijk.

Arnoud

Haalt Google de Belgische kranten uit haar index, is het weer niet goed

gnews-be.pngDiverse Franstalige kranten uit België zijn niet meer te vinden in de zoekresultaten van Google, meldde Nu.nl. Franstalige kranten als La Capitale (dat het een boycot noemt) zijn uit de complexe index van de zoekmachine verwijderd. Het Belgische Hof van beroep had in mei Google News inbreukmakend geacht, en volgens Google moet men nu zo handelen om aan dwangsommen te ontkomen.

Met dank aan Tweakers vond ik het arrest van begin mei dit jaar. Hoewel wat Google doet, best wel lijkt op citeren, is daarvan geen sprake. Google neemt telkens het “hart” van het artikel over volgens het Hof. Dat lijkt me echter onvermijdelijk bij nieuws: nieuwsberichten zijn eigenlijk altijd zo opgebouwd dat je in de eerste drie zinnen de kern leest, en pas als je dan doorleest krijg je meer achtergrond.

De persexceptie gaat ook niet op, want daarvoor moet het gaan om actueel nieuws dat nú nú nú gebracht moet worden. Google bewaart nieuws 30 dagen, daar is geen haast bij. Bovendien publiceert Google geen eigen nieuws, ze is meer een knipselkrant (wat het Hof onderbouwt met een link in het arrest naar een Frans Wikipedia-artikel ter onderbouwing).

Google herpubliceert volgens het Hof eenvoudigweg het nieuws, en zorgt er daarbij voor dat de bron inkomsten en bezoekers misloopt. Dat is dus in strijd met de driestappentoets (zie ook het Infopaq-arrest van het Europese Hof). Je mag stukjes uit andermans werk gebruiken maar zij mogen er geen boterham minder om eten.

Vanwege deze schendingen van het auteursrecht werd Google verplicht

à retirer des sites Google.be et Google.com, plus particulièrement des liens en cache visibles sur «Google Web» et du service «Google News», tous les articles (…)

Dit was in lijn met de eisen van de kranten, die ook hun pijlen hadden gericht op “tout ses sites (Google News et «cache» Google sous quelque dénomination que ce soit)”.

Het draait dus om “plus particulièrement” oftewel “meer in het bijzonder”. Bedoelt het Hof daarmee “deze specifieke diensten op Google.com/.be” of “alle diensten op Google.com/.be en met name maar niet alleen deze specifieke”? De dwangsom van 25.000 euro per dag dat niet voldaan wordt aan het bevel zou voor een gemiddeld bedrijf reden moeten zijn om de conservatieve interpretatie te kiezen.

Nu is Google geen gemiddeld bedrijf, maar ook voor hen lijkt me 25.000 euro per dag toch aan te gaan tikken. Hoewel men recent in Taiwan toch enige tijd de boetes voor schenden van het retourrecht op apps willens en wetens heeft laten oplopen, maar dat is nu ook gestopt. Het komt natuurlijk wél heel goed uit dat het vonnis hier net een tikje ambigu is.

Arnoud

AP boos over Obama-foto

obama-foto-auteursrecht-associated-press-oeps.pngHet Amerikaanse Associated Press (AP) wil geld hebben van de kunstenaar Shepard Fairey, meldde NRC Handelsblad woensdag. Fairey, de maker van het beroemde Obama-schilderij (rechts), heeft zich namelijk gebaseerd op een foto van AP-fotograaf Mannie Garcia (links). De overeenkomsten zijn evident, en Fairey heeft ook toegegeven de foto te hebben gebruikt.

Nu doet Associated wel vaker gek, maar hier lijken ze toch een punt te hebben. Een schilderij maken van een foto vereist toestemming van de fotograaf. Dat is een ‘verveelvoudiging in gewijzigde vorm’, zelfs als je een geheel nieuw werk schept in plaats van alleen de foto wat bij te snijden bijvoorbeeld.

Maar kan Fairey hier toch mee wegkomen? De Nederlandse pers heeft het consequent over een beroep op het citaatrecht, maar dat zal hem niet redden. Het Amerikaanse fair use-begrip daarentegen is een stuk breder, en dit lijkt mij een duidelijk voorbeeld van een ‘eerlijk gebruik’ van andermans werk.

De eisen voor een beroep op fair use zijn:

  1. Het doel en karakter van het gebruik, inclusief de vraag of het gebruik commercieel is of educatief en non-profit; het kunstwerk was ooit als non-profit bedoeld, maar tegenwoordig zijn er tientallen varianten op t-shirts, mokken en dergelijke te vinden. Ik denk dus dat het gebruik als commercieel gezien moet worden. Dit pleit dus tegen een beroep op fair use. Het gebruik is wel als transformerend te zien, er is echt iets nieuws van gemaakt. Dat pleit sterk vóór fair use.
  2. De aard van het beschermde werk; het gaat om een nieuwsfoto, waarvan het te verwachten is dat deze veel verspreid worden. Dit pleit dus voor fair use. Hoe exclusiever het werk, hoe moeilijker een beroep op fair use.
  3. De omvang en de scope van het overgenomen deel in verhouding tot het beschermde werk als geheel; het hele werk is overgenomen, zij het in bewerkte vorm. Dat pleit minder voor fair use.
  4. Het effect van het gebruik op de potentiële markt voor of waarde van het beschermde werk; dit effect lijkt me nul want de markt voor nieuwsfoto’s en voor dit kunsticoon zijn volstrekt gescheiden. Niemand gaat minder foto’s van AP kopen omdat dit schilderij (of een t-shirt met dit schilderij) bestaat, en niemand wil de AP-foto op een t-shirt zetten en verkopen.

Alles bij elkaar dus een duidelijke neiging naar fair use. De verwachting is dan ook dat er geschikt zal worden. Ik hoop echter stiekem dat dit toch naar de rechter zal gaan en dat die een vonnis zal wijzen waarin dit wordt bevestigd. Dit om een duidelijk signaal af te geven dat dit soort gebruik gewoon toegestaan moet zijn.

Ik kan ook maar moeilijk een reden bedenken waarom AP deze zaak begint, afgezien van het simpele geldruiken natuurlijk. Welk zakelijk belang wordt er hier geschaad? Waarom is het vervelend voor AP-fotograaf Garcia dat Fairey deze foto bewerkte en als schilderij uitbracht? Waarom zou je hier met je auteursrecht iets tegen moeten kunnen doen?

Arnoud

Dierenbescherming bij filteren van filesharing

Dolfijnen zijn populair in het circus, en worden ook wel gebruikt bij het opsporen van zeemijnen. En de Electronic Frontier Foundation gebruikt ze nu ook om te pleiten voor verantwoord filteren van P2P en filmpjessites zoals Youtube.

Half oktober publiceerde een consortium van bedrijven en rechthebbenden een set principes voor user-generated content zoals wordt geplaatst op Flickr of Youtube. Deze principes kwamen voor een groot deel neer op filteren van filesharing en user-generated content. Hier kwam de nodige kritiek op, omdat er te weinig aandacht besteed zou zijn aan fair use. Het is tenslotte mogelijk dat mensen een werk legitiem hergebruiken, bijvoorbeeld in de context van een citaat bij kritiek of bespreking van het werk, of wat dan bij ons heet een “incidentele verwerking van ondergeschikte betekenis” (art. 18a Auteurswet).

De EFF heeft nu haar eigen set principes gepubliceerd, die een betere balans zouden bereiken. Filteren mag worden gebruikt als hulpmiddel om mogelijke inbreuk te signaleren. Maar een filter mag niet preventief alle verdachte handelingen blokkeren. Er moet aan drie eisen worden voldaan:

  1. De video is ontleend uit een beschermd werk.
  2. De audio uit het bestand moet uit hetzelfde beschermde werk komen.
  3. Het beschermde werk beslaat meer dan 90% van het bestand.
Aan deze drie eisen is natuurlijk vrijwel altijd voldaan wanneer iemand gewoon een film uploadt. Zelfs wanneer hij de titels of de eerste paar minuten er af knipt. Maar op het moment dat iemand een kort stukje ontleend materiaal gebruikt, mag dat niet leiden leidt tot blokkeren of verwijderen van een heel bestand. En mixen van audio en video uit verschillende bronnen hoort ook niet automatisch tot blokkeren te leiden.

Als een inbreukmakend werk volgens deze criteria wordt gedetecteerd, mag verspreiding tijdelijk worden geblokkeerd. Wel moet de uploader dan onmiddellijk op de hoogte worden gesteld, zodat hij een kans krijgt te reageren op de claim. Dit is nu al zo geregeld in de Amerikaanse DMCA.

In een mooie beeldspraak pleit de EFF als laatste nog voor een contactmogelijkheid met de rechthebbende, zodat de uploader in discussie kan gaan over de blokkade:

Every system makes mistakes, and when fair use “dolphins” are caught in a net intended for infringing “tuna,” an escape mechanism must be available to them. Accordingly, content owners should create a mechanism by which the user who posted the allegedly infringing content can easily and informally request reconsideration of the content owner’s decision to issue a DMCA takedown notice and explain why the user believes the takedown was improper.

De EFF heeft filmpjes op Youtube verzameld die in ieder geval niet door zo’n filter geblokkeerd zouden mogen worden. Eéntje daarvan wil ik u niet onthouden: het bedrijfslied van advocatenkantoor Nixon Peabody.


DRM Watcher Bill Rosenblatt is verrassend positief (gezien zijn eerdere negatieve uitlatingen over de EFF):

Thus the above statement is a welcome retreat from the EFF’s more typical stance on this issue, which has seemed to rely on fair use as a means of keeping digital copyright policy disputation within the domain of the traditional legal system, and has shown an inherent distrust of technological solutions — a stance that we have found to be both counterproductive and slightly hypocritical given the EFF’s overriding belief in the power of technology.

Arnoud

Google mag toch pornothumbnails tonen

Gevonden op Tweakers.net: Google’s afbeeldingenzoekmachine mag miniaturen (thumbnails) laten zien van de foto’s op de pornografische site van Perfect 10, zo besliste het Amerikaanse 9e Hof van Beroep woensdag.

De afbeeldingenzoekmachine laat kleine versies van een plaatje zien, en linkt door naar de oorspronkelijke pagina. Dat ziet er bijvoorbeeld zo uit:

Iusmentis gif framed

Hierbij wordt gebruik gemaakt van frames, iets waar begin jaren 2000 een hoop juridisch gedoe over was, maar omdat frames eigenlijk best onhandig zijn is dat een beetje op de achtergrond geraakt.

Nu dan toch weer de vraag: mag een zoekmachine de resultaten van een zoekopdracht in een frame laten zien, met daarboven een frame met haar eigen logo?

Naar Amerikaans recht is het antwoord dus ja, wanneer er sprake is van een fair use.

Om een gebruik als “fair” te laten kwalificeren, moet een analyse worden gemaakt van de volgende factoren:

  1. Het doel en karakter van het gebruik, inclusief de vraag of het gebruik commercieel is of educatief en non-profit;
  2. De aard van het beschermde werk;
  3. De omvang en de scope van het overgenomen deel in verhouding tot het beschermde werk als geheel; en
  4. Het effect van het gebruik op de potentiële markt voor of waarde van het beschermde werk.

Het moge duidelijk zijn dat deze analyse in de praktijk bijzonder lastig kan zijn. De interpretatie van deze vier factoren wordt bepaald door eerdere rechtspraak in vergelijkbare gevallen. Alleen afgaan op de omschrijving uit de wet is dus niet voldoende.

Google had recht op fair use omdat het doel en karakter van het gebruik “transformative” was, zoals dat heet. Ze veranderden het originele plaatje significant, door er alleen een thumbnail van te maken en er bij te zetten waar het origineel vandaan komt. Uit het vonnis:

Although an image may have been created originally to serve an entertainment, aesthetic, or informative function, a search engine transforms the image into a pointer directing a user to a source of information. … [A] search engine provides social benefit by incorporating an original work into a new work, namely, an electronic reference tool.

Of deze zaak in Nederland ook zo zou uitpakken, is nog maar de vraag. De Nederlandse auteurswet kent het begrip fair use niet. Google zou moeten betogen dat zij citeren uit de site in kwestie om aankondiging te doen van de inhoud. Dat kan werken maar is nog niet eerder in een rechtszaak verdedigd.

Er is een eerdere zaak over frames geweest, maar daarbij werd door de framer de indruk gewekt dat het materiaal waar hij naar verwees zijn eigen werk was. En dat doet Google niet.

UPDATE: bij Ars Technica wordt nog de vraag gesteld wat dit kan betekenen voor Google Book Search.

Arnoud