Is een Instagram-account een voorwerp dat vatbaar is voor verbeurdverklaring? Met die retorische vraag opent een persbericht van de Hoge Raad, en naar goed journalistiek gebruik is het antwoord evident: nee. In een strafzaak tegen verkopers van namaakmerkkleding werden onder meer twee Instagram-accounts in beslag genomen, omdat met die accounts mensen werden verlokt om de nepkleding te kopen. Dat kan, maar kun je ze ook daadwerkelijk afpakken oftewel verbeurd verklaren als de eigenaren veroordeeld worden? Als je Runescape-objecten kunt stelen in virtuele werelden, dan moet inbeslagname of verbeurdverklaring ook kunnen, zou je zeggen. Dat liep even anders.
De status in het recht van een account bij een dienstverlener is de laatste tijd wat vaker onderwerp van discussie. Daarbij maakt het nogal uit of je kijkt vanuit het strafrecht of het civiel recht. In dat laatste deel van het recht is een account in principe een stukje dienstverlening, waardoor je bijvoorbeeld toegang tot het account kunt eisen als nabestaande. Maar onderwerp van eigendom is het niet, het is geen ‘zaak’ zoals het wetboek dat definieert.
In het strafrecht kijken ze iets anders tegen die term aan. Naast dat ze het ‘goederen’ noemen (voor programmeurs: strafrecht is Pascal, civielrecht is C#) is het begrip wat breder in te vullen. Al in 1921 werd bijvoorbeeld elektriciteit een goed verklaard, iets dat je kunt stelen om precies te zijn. En in dat roemruchte Runescape arrest uit 2012 werd hetzelfde bepaald voor virtuele goederen. De kerngedachte daar was dat deze dingen geld vertegenwoordigen en uniek zijn, waardoor ze dezelfde bescherming verdienen tegen diefstal en dergelijke als fysieke goederen. Maar dat betekent dus niet automatisch dat ze zaken zijn in de zin van het civiel recht, oftewel dat je er eigendom op kunt claimen.
Als je dingen kunt stelen, kun je ze ook in beslag nemen (art. 94 Rv) als politie in het kader van een strafrechtelijk onderzoek. Dat is ook al vele malen gebeurd met bijvoorbeeld bitcoins, wat ook virtuele goederen zijn natuurlijk. Je kunt dan die goederen gebruiken in een onderzoek, en voorkomen dat de verdachte ze kwijtmaakt of weggeeft. Nog een stap verder is verbeurd verklaren: dat is een straf (art. 33 Strafrecht) die aan de dader van een overtreding of misdrijf kan worden opgelegd, naast eventuele boetes of gevangenisstraf. Kort gezegd, het afpakken van dingen die verkregen zijn door het strafbaar feit of waarmee ze zijn gepleegd (de lijst staat in artikel 33a).
In deze strafzaak werd opgetreden tegen twee houders van Instagram-accounts die daar nepmerkartikelen aanboden, iets dat natuurlijk strafbaar is. Daarom werden ook de accounts offline gehaald, in juridische taal in beslag genomen, en vervolgens dus de eis tot verbeurdverklaring. Maar daar wilde de strafrechter niet in mee:
Anders dan de officier van justitie, en met de raadsman van klager, is de rechtbank van oordeel dat een Instagram account geen voorwerp is in de zin van artikel 94 Sv. Voorts kan een Instagram account niet als een goed worden beschouwd en is tevens geen sprake van een vermogensrecht. De vergelijking die de officier van justitie in dit verband maakt met, zoals zij aangeeft, andere virtuele goederen zoals bitcoins, gaat naar het oordeel van de rechtbank niet op. Bitcoins vertegenwoordigen, net als bijvoorbeeld een bankrekening(nummer), immers een vermogensrecht waar wel beslaglegging als bedoeld in artikel 94 Sv op mogelijk is. Dat geldt naar het oordeel van de rechtbank uitdrukkelijk niet voor een Instagram account. Dat een dergelijk account waarde kan vertegenwoordigen, zoals betoogd is door de officier van justitie, maakt dit niet anders, nu voor een dergelijk account in dat verband geldt dat die waarde afhankelijk is van de gebruiker van dat account, bijvoorbeeld omdat iemand een bepaalde nationale of internationale bekendheid geniet.De term ‘vermogensrecht’ moet je hier lezen als “iets dat op zichzelf waarde vertegenwoordigt en geschikt is om over te dragen”. Een bitcoin of andere cryptovaluta voldoet aan die omschrijving, een Runescape-zwaard ook, een WoW-account met dikke level 100 Elden Mage Mage waarschijnlijk ook wel. Daar wordt althans geld voor betaald in iets dat lijkt op een vrije markt. Maar bij Instagram accounts is dat niet echt aan de orde. Een dergelijk account is vooral jouw stukje bekendheid op internet, je Insta dat ben jij.
De Hoge Raad bevestigt dat oordeel:
Voor het aannemen van de mogelijkheid van verbeurdverklaring – die ertoe leidt dat de Staat rechthebbende wordt op het betreffende voorwerp – is dus vereist dat het object van inbeslagneming is aan te merken als een zaak of als een vermogensrecht. Zaken zijn volgens artikel 2 van Boek 3 BW voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten. Volgens de – niet uitputtende – omschrijving van artikel 6 van Boek 3 BW zijn vermogensrechten rechten die, hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met een ander recht, overdraagbaar zijn, of ertoe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, ofwel verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel (vgl. HR 6 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1909).Daarmee is het dus niet mogelijk zo’n account verbeurd te verklaren. Begrijpelijk, maar in zoverre een tikje onbevredigend dat de daders na het uitzitten van hun straf weer terug kunnen en met hun nog steeds bestaande populariteit (=achterban, volgers) weer verder kunnen. De enige optie daartegen zou zijn dat de politie Instagram tipt over het vonnis, waarna het bedrijf het account sluit wegens overtreding van de gebruiksvoorwaarden (“trademark infringement, counterfeit, or pirated goods”).
Arnoud