“Voor je het weet ruil je je kind voor gratis wifi”

wifi-hotel.pngJe leest de voorwaarden niet en voor je het weet ruil je je kind voor gratis wifi, las ik bij NRC. In een experiment van het Cyber Security Research Institute in Londen in samenwerking met het bedrijf F-Secure werd gratis wifi aangeboden met “the recipient agrees to assign their first born child to us for the duration of eternity” verstopt in de algemene voorwaarden. En dat is dan “legally binding” aldus een geraadpleegde Engelse advocaat. Ehm, ja, nou, eh, nee.

EULA’s, TOS’sen en andere dergelijke juridische documenten zijn in beginsel snel juridisch bindend. Maar je moet wel altijd uitkijken met wat men bedoelt met die term.

‘Bindend’ betekent meestal “je bent ermee akkoord gegaan dus nu moet je doen wat er staat”. Maar dat is niet per se de hele juridische waarheid. Vaak zijn clausules uit contracten of algemene voorwaarden eenzijdig opgesteld en is er geen onderhandelingsruimte. Zeker op internet – er is niet eens een fatsoenlijk communicatiekanaal met iemand met wie je zou kunnen onderhandelen over die voorwaarden. Vandaar dat de wet daar een paar waarborgen tegen ingebouwd heeft.

Bij algemene voorwaarden hebben we allereerst de norm van “onredelijk bezwarend” zijn (art. 6:232 BW). Dat wil zeggen dat ze toch best wel vervelend eenzijdig zijn. Als de wederpartij daar last van heeft, en dat hard kan maken, dan mag hij ze ongeldig (proberen te) verklaren. Dit heet juridisch ‘vernietigen’, en het resultaat is dat we dan doen of de clausule nooit heeft bestaan. Maar vindt de wederpartij het prima, dan geldt de clausule gewoon.

Stel bijvoorbeeld in algemene voorwaarden staat een opzegtermijn van 3 maanden voor een consument. Dat mag niet van de Wet Van Dam, dus een consument kan deze clausule vernietigen en daarmee geldt er géén opzegtermijn meer. (Ook niet de standaard éénmaandstermijn uit de wet.) De consument kan dan per direct van het contract af. Maar vindt die consument het prima om drie maanden van tevoren even op te zeggen, dan is dat rechtsgeldig.

In het algemeen is er nog de norm dat contractuele afspraken niet “naar redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar” mogen zijn (art. 6:248 BW). Dit komt ongeveer op hetzelfde neer als “onredelijk bezwarend” bij algemene voorwaarden (Wessels et al. p. 129), maar die norm uit 6:248 BW mag bij élke afspraak worden ingezet, ook bij specifieke op maat gemaakte en uitonderhandelde clausules. En de toets bij een algemene voorwaarde wordt wat abstracter uitgevoerd – is de clausule onredelijk bezwarend – dan de algemene norm – is in déze situatie het uitoefenen van de clausule onaanvaardbaar.

Als een contractuele afspraak leidt tot een oneerlijke handelspraktijk, dan kan daarmee de gehele overeenkomst worden vernietigd (art. 6:193j lid 3 BW). Die sanctie is er niet bij een beroep op onredelijkbezwarendheid of 6:248 BW; als dat beroep slaagt dan gaat de clausule van tafel maar staat de rest van het contract nog wel. Je abonnementskosten uit het voorbeeld hierboven moeten worden betaald tot aan de opzegging.

Sommige dingen vinden we zó erg dat je ze niet eens mág afspreken. Je kind afstaan aan een ander voor geld bijvoorbeeld, of een huurmoord. Dergelijke zaken zijn per definitie nietig; hoe hard je het allebei ook wilt, er is geen rechtsgeldige afspraak op dat punt. Juristen hebben het dan over “strijd met de openbare orde of goede zeden”. Hier kom je niet vaak aan maar je kind in ruil voor wifi voldoet er toch echt aan.

Het lastige is: de meeste clausules zijn niet zo evident te vernietigen. Zo zie je vaak dat er in algemene voorwaarden staat “wij mogen deze aanpassen en als je het niet bevalt dan hoepel je maar op”. Een sterk argument waarom dat onredelijk bezwarend zou zijn, heb ik nog niet. Maar het vóelt niet eerlijk, zeker niet als het elke dag kan gebeuren en je daardoor een prettige dienst moet verlaten en aldus met een hoop ongemak komt te zitten. Tijd voor een Wet op de clouddienstverlening.

Arnoud