Facebook en Gucci klagen samen verkoper van nepspullen aan

Facebook heeft een rechtszaak aangespannen tegen een verkoper van namaakspullen, las ik bij Tweakers. Facebook werkt daarbij samen met modehuis Gucci, de partij wiens producten nagemaakt werden door deze verkoper. Nu komt handel in namaak al vele decennia voor, ook met Facebook of Instagram als platform, dus het verbaast in zoverre niet dat er een rechtszaak komt, maar waarom doet Facebook mee zo vroegen veel mensen zich af?

Volgens de eigen blog is de zaak “part of our ongoing efforts to enforce our Terms and protect against abuse”. Immers, de TOS van Facebook verbieden al sinds het begin het schenden van rechten van derden. Daarnaast heeft men “robust IP protection measures including a global notice-and-takedown program, a robust repeat infringement policy and additional measures”, waartoe dan kennelijk ook behoort dat je samen naar de rechter gaat.

Het doet in zoverre raar aan dat dit volgens mij de eerste keer is dat Facebook meedoet met zo’n rechtszaak. Juridisch is het ook een tikje gek, want Gucci kan gewoon merkinbreuk (of auteursrechtinbreuk, eventueel) aandragen als basis voor haar claim maar Facebook moet het gooien op een wanprestatie onder de overeenkomst met de gebruiker – de juridische term voor “schending van de TOS”. En dat is juridisch iets heel anders.

In zoverre is het handig dat als Gucci aantoont dat haar merk geschonden wordt, Facebook meteen gelijk krijgt dat haar TOS geschonden is. Dus efficiënt is het wel.

Het onderliggende punt is natuurlijk dat Facebook zelf niet aansprakelijk is voor die merkinbreuk door haar gebruiker. Dus waarom doen ze dan die moeite, zo’n dure rechtszaak? Ze kunnen ook – zoals zo veel platforms al decennialang doen – achterover leunen en wachten op de notice & takedown en dan de specifieke advertentie weghalen. Kennelijk is er dus een reden waarom Facebook zelf ook van deze gebruiker af wil. Te veel klachten gehad? Een precedent willen zetten pour encourages les autres? Geld krijgen van Gucci voor actief meewerken?

Arnoud

Embedden van Instagram-foto’s is in Europa legaal, ongeacht wat dat bedrijf beweert

Instagram zegt dat foto’s die via een embed op sites worden geplaatst niet automatisch voldoen aan het auteursrecht. Dat meldde Tweakers afgelopen weekend. De embed-api valt niet onder de sublicenties die het bedrijf afgeeft voor het rechtmatig delen van foto’s, aldus moederbedrijf Facebook. Dat gaf enige consternatie want hele hordes mensen gebruiken die embedfunctie om foto’s te kunnen tonen op hun site, en dat zou dus nu ineens inbreuk op het auteursrecht van de fotograaf (meestal de Instagram-plaatser) zijn die dan dus een factuur kan sturen. Maar laten we even helder blijven: in Europa is dit een betekenisloze uitspraak van Facebook, aangezien embedden gewoon in het geheel geen inbreuk is. Kan me niet schelen wat Facebook of de TOS van Instagram zegt.

De discussie werd aangezwengeld door Ars Technica in het verlengde van een rechtszaak tussen een fotograaf op Instagram en een gebruiker van een van diens foto’s. Die laatste had eerst toestemming gevraagd om de foto te mogen herplaatsen, en toen die werd geweigerd dan de foto maar geëmbed met de daarvoor beschikbaar gestelde functie van Instagram. De fotograaf was not amused en stapte naar de rechter.

Nou dacht de gebruiker goed te zitten, maar dat viel dus vies tegen. Allereerst had hij in de terms of service van Instagram gelezen dat fotografen die daar foto’s neerzetten, een sublicentieerbare licentie verlenen door dat te doen. Oftewel, Instagram mag anderen toestemming geven om die foto te hergebruiken – en dat omvat dus ook het laten embedden van de foto. En ten tweede had in april een rechter bevestigd dit is hoe de TOS werkt.

De rechtbank waar zijn zaak diende, dacht er echter anders over: dat staat helemaal niet zo letterlijk in die TOS, dus geen onmiddellijke afwijzing van de claim (summary judgment). Dat was even schrikken, vandaar dat Ars Technica het navroeg. En wat zegt Instagram (of eigenlijk haar overlord Facebook) dan:

“While our terms allow us to grant a sub-license, we do not grant one for our embeds API,” a Facebook company spokesperson told Ars in a Thursday email. “Our platform policies require third parties to have the necessary rights from applicable rights holders. This includes ensuring they have a license to share this content, if a license is required by law.”

Met deze achtergrond is het natuurlijk een stuk lastiger om vol te houden dat er sublicenties zijn verleend. (Voor de fijnproevers, er staat sublicenseable in de TOS, oftewel Instagram mág sublicenties uitdelen aan bijvoorbeeld embedders. Maar dat hebben ze dus niet gedáán, tenzij je zegt, door die functie te maken ging je stilzwijgend akkoord met een sublicentie voor die context. En dat is dus lastig als Instagram hardop zegt dat men dat niet ging.

Afijn. Ook Europese embedders van Instagram-content maken zich nu zorgen. Dat is geheel ten onrechte: embedden van legaal gepubliceerde foto’s is volstrekt legaal want geheel geen inbreuk op het auteursrecht. Dat volgt uit de Svensson- en Bestwater-zaken die het Hof van Justitie een paar jaar terug wees. (Bij onrechtmatige bronpublicaties ligt dat wellicht anders, dankzij het Geenstijl-arrest). Die zegt gewoon keihard dat je mag linken en mag framen oftewel embedden.

Een discussiepuntje dat ik laatst in een Nederlandse zaak zag, is of het dan uitmaakt of je nog kunt zien dat er wordt geëmbed. Dat is niet perse het geval (helemaal niet bij wat vroeger inline linken heette), en die rechter bepaalde dus dat daarom embedden/inline linken wél inbreuk was. Dat is dus onjuist. In de woorden van het Svensson arrest:

Deze vaststelling wordt niet op losse schroeven gezet indien de verwijzende rechter zou vaststellen – hetgeen niet duidelijk blijkt uit het dossier – dat wanneer de internetgebruikers op de betrokken link klikken, het werk verschijnt en daarbij de indruk wordt gewekt dat het wordt getoond op de website waar de link zich bevindt, terwijl dit werk in werkelijkheid afkomstig is van een andere website.

Het maakt dus geen ene bal uit of je kunt zien of de foto van Instagram is geëmbed of dat het 100% lijkt of je hem hebt gekopieerd. Als je feitelijk de foto laat oproepen vanaf een Instagram-server, dan is het legaal.

Arnoud

Mensen boos omdat Google Docs hun privédocumenten als abuse aanmerkte

Mensen worden buitengesloten van hun Google Docs, en daar zijn ze boos over. Dat meldde Slate vorige maand. Om onduidelijke redenen merkte een grote groep mensen ineens dat de toegang tot bepaalde van hun documenten geblokkeerd was, met als melding dat hier de Terms of Service waren overtreden. Censuur, omdat het ging om privédocumenten?

Uiteindelijk bleek het een typefout in de software:

This morning, we made a code push that incorrectly flagged a small percentage of Google Docs as abusive, which caused those documents to be automatically blocked. A fix is in place and all users should have full access to their docs.

Het laat wel weer mooi de grote zwakte van de cloud zien: er is geen cloud, er is alleen uitbesteden en daarmee een afhankelijkheid van je leverancier. Die kan en mag de dienstverlening veranderen, en als hij door een foutje je gegevens ontoegankelijk maakt dan heb je even pech. Net zoals een butler die de boodschappen vergeten is.

Die vergelijking maak ik niet zomaar, want voor de wet is er geen verschil tussen een butler en een clouddienst. Het is allebei dienstverlening, en de regels zijn simpel: die mag worden aangepast of opgezegd, en dat is het wel zo’n beetje. Dus nee, er is niet veel te doen tegen dit soort grappen.

Tegelijk weet ik ook niet goed hoe dit op te lossen, want het gaat ook weer erg ver om te zeggen, clouddiensten moeten tot jaar en dag ongewijzigd beschikbaar zijn. Dat kun je ook weer niet van mensen vragen.

Arnoud

En nu eisen sitevoorwaarden ook al je eerstgeboren kind op

ie-aagree-ezelGaan we weer: hee kijk, niemand leest websitevoorwaarden, zelfs als je erin zet dat je je eerstgeboren kind moet afstaan, gaat iedereen blindelings akkoord. Dat las ik bij Ars Technica. Leuk nieuwtje weer, maar wat mij betreft nieuwswaarde nul.

Al sinds het begin van internet staat iedere site bol van de gebruiksvoorwaarden. Ergens wel logisch, want er was bar weinig geregeld. Bovendien kwamen de eerste commerciële sites uit Amerika, en daar staat sowieso alles dichtgetimmerd met voorwaarden. Dus dat schept een precedent, zeker bij sitebouwers die denken “het zal wel moeten” en de tekst van de vorige site copypasten. Sorry, ja, ik ben wat cynisch.

Hoe dan ook, iedere site heeft dus voorwaarden. Ze komen allemaal op ongeveer hetzelfde neer: doe normaal en zeur niet. Ah sorry, ga ik weer. Ze komen allemaal op hetzelfde neer: je mag de dienst gebruiken, hij kan wijzigen of uit de lucht zijn, wij zij niet aansprakelijk en als je je wangedraagt dan gooien we je er van af. Precies – zeur niet en doe normaal.

Omdat ze allemaal hetzelfde zijn, en vooral omdat je in de praktijk toch weinig verhaal hebt, leest geen hond die voorwaarden. Je kent de site van reputatie, je weet dus ongeveer wat moderatoren of auteurs gaan doen en je merkt het wel als je foto wordt geblokkeerd of je bijdrage wordt aangepast wegens schending voorwaarden. Daar heb je die voorwaarden niet voor nodig. Ook niet omdat uiteindelijk er altijd staat “naar ons inzicht”, dus hoe dan ook hebben ze gelijk. Zeur niet.

Dit experiment bewijst dus niets nieuws, wat mij betreft. Het is een feit van algemene bekendheid dat voorwaarden niet worden gelezen. Desondanks: je zit er in principe wél juridisch aan vast. Het zijn algemene voorwaarden zoals de wet dat noemt, en die zijn ook bindend als ze niet worden gelezen. Zolang je ze maar had kúnnen lezen. Dat je dan twee jaar van je leven kwijt bent met al die voorwaarden is juridisch niet relevant.

Omdat het dan wel érg hard door kan schieten – ze zouden eens je eerstgeboren kind kunnen opeisen – kent de wet daar een paar correctiemechanismes voor. Algemene voorwaarden mogen niet onredelijk bezwarend zijn. Zo mag een dienst niet zomaar zijn aansprakelijkheid op nul zetten, dat is onredelijk bezwarend zonder héle goeie reden. De voorwaarden ineens 100% omgooien is ook onredelijk. En voor zaken als kinderen opeisen is er een nóg hardere juridische stok om mee te slaan: overeenkomsten in strijd met de openbare orde of goede zeden zijn nietig. Bestaan niet. Je kúnt niet contracteren dat je kind wordt afgestaan.

Vervelend blijft uiteindelijk wel dat je daarvoor naar de rechter moet. En als je dat niet weet of niet ziet zitten, dan kun je een probleem hebben als de site toch die voorwaarden gaat handhaven. Denk aan het opeisen van maandbedragen of het eisen van een schadevergoeding voor het een of ander. Dat is natuurlijk niet specifiek voor sitevoorwaarden, maar het is wel een probleem.

Wat mij betreft schaffen we het hele zootje dan ook zo snel mogelijk af, in ieder geval voor consumenten. Dat hebben we in feite al gedaan bij de ecommerce: het is wettelijk vrijwel 100% geregeld wat je mag als webwinkel. Je kunt alleen nog in het voordeel van de consument dingen anders doen, zoals een dertigdagenretourtermijn in plaats van de wettelijke veertien. Waarom doen we dat nog steeds niet voor online diensten?

Arnoud

Gebruik van mijn browser betekent akkoord met mijn gebruiksvoorwaarden

ie-aagree-ezelGebruik van mijn browser betekent akkoord met mijn gebruiksvoorwaarden, een idee van David Rosenthal, digitaal conservator uit Amerika. Hij vroeg zich af waarom al die sites wegkomen met “Gebruik van onze site betekent akkoord met onze voorwaarden” en of dat niet om te keren was. Dan stel jij voorwaarden aan gebruik van je browser, en dat is niet gek als je bedenkt dat die bedrijven echt dingen dóen met je browser in plaats van alleen passief een tekst en een plaatje op te sturen.

In de kern geen gek argument. Als bezoek van een website akkoord impliceert met voorwaarden waaraan alleen in lichtgrijze tekst onderaan wordt gerefereerd, dan zou je dat ook om kunnen keren. Bijvoorbeeld door in het HTTP verzoek een header op te nemen (“License:”) met een link naar jouw voorwaarden. Ja, dat is nauwelijks opvallend en op een gekke plek, maar niet minder gek dan zo’n lichtgrijze zin. En als de een bindend is, waarom de ander dan niet?

Als eigenaar van een computer heb je zeggenschap over wat daarop gebeurt. Dat weten we in Nederland uit het XS4All/Ab.Fab arrest: de intenetprovider mocht reclame weren van het directmailbedrijf op grond van haar eigendomsrecht op de mailservers. Als dat voor een bedrijf geldt, dan ook voor mij als consument. Eigendom is eigendom. En zeker als je de cookiewet erbij haalt – er mag niets op mijn pc komen zonder mijn toestemming, en waarom zou ik daar geen voorwaarden aan kunnen verbinden?

Persoonlijk geloof ik niet dat browsewraplicenties (want dat zijn dit) rechtsgeldig zijn, precies vanwege dit soort dingen die dan mogelijk worden. Het kan niet waar zijn dat het ophangen van een bordje of het neerzetten van voorwaarden an sich leidt tot gebondenheid daaraan. Er moet iets zijn van een handeling waardoor je aangeeft ermee gebonden te zijn. Enkel een link is niet genoeg, ook niet met een toverformule die een willekeurige handeling tot akkoord verklaart. Door deze blog te lezen, zegt u toe namens uw werkgever drie jaar lang exclusief met ICTRecht zaken te zullen doen, en garandeert u bevoegd te zijn deze toezegging te doen. Giechel.

Maar stel dat je zegt, zoals die sites doen is het wél rechtsgeldig want het is nu eenmaal maatschappelijk aanvaard dat voorwaarden via lichtgrijze zinnen worden aangereikt. Ben je er dan met Rosenthals tegenargument? Dat betwijfel ik dan nog steeds. Hij stopt de tegenvoorwaarden op een wel érg rare plek, in de HTTP headers. En het is bepaald nog niet maatschappelijk aanvaard dat er voorwaarden in headers staan.

Arnoud

Je mag een kind niet bannen zonder ouderlijke toestemming?!

you-are-banned-permabanEen lezer vroeg me:

Ik beheer een (gratis) online spel en daar zitten regelmatig kinderen op. Prima, maar die misdragen zich soms en dan krijgen ze van mij een tijdelijke en soms een permanente ban. Meestal gaat dat goed, en komen ze met hangende pootjes terug of ze alsjeblieft weer mogen spelen. Alleen nu heb ik er eentje wiens moeder zich boos meldt: alleen ouders zijn bevoegd strafmaatregelen jegens de kinderen op te leggen, en we hadden dus met haar moeten overleggen voor we zoonlief hadden geband. Klopt dat?

Eh, nee.

Wanneer kinderen gebruik maken van diensten van derden, mogen die derden daar huisregels aan stellen, net zo goed als ze dat bij volwassenen doen. En als die huisregels worden overtreden, dan mogen de exploitanten van die diensten gepaste maatregelen nemen, zoals een ban of permaban.

Het is wel zo dat kinderen niet zomaar contracten kunnen sluiten zonder toestemming van hun ouders – tenzij het soort contract normaal is voor kinderen van die leeftijd (art. 1:234 BW). Ook mogen kinderen niet zonder ouderlijke toestemming op diensten die hun persoonsgegevens verwerken (art. 5 lid 1 Wbp). Een argument dat het kind niet gebonden is aan het contract voor die dienst, is dus wel te maken. Alleen: de consequentie is dan dat het kind de dienst niet mag gebruiken, permaban tot je 18e dus.

Ik ken werkelijk geen enkele regel uit de wet die zegt dat een dienstverlener geen maatregelen jegens een kind mag opleggen, aangenomen natuurlijk dat de maatregel op zich redelijk is gezien de overtreding (en in het reglement is beschreven). Ook overleg met de ouders is voor zover ik weet geen wettelijke eis, en ik vind het ook onredelijk om bij een internetdienst te verlangen dat je dat doet als exploitant.

Iemand enig idee waar moeder dit op baseert?

Arnoud

Franse Facebookgebruikers mogen in Frankrijk rechtszaak voeren over terms of use

facebook-dislike-like.pngEen Franse Facebook-gebruiker wiens account werd geblokkeerd na het plaatsen van een naaktafbeelding, mag het sociale netwerk in Frankrijk voor de rechter slepen. Dat meldde Nu.nl vorige week. Facebook had in eerste instantie gesteld dat alleen de Californische rechter bevoegd is zo’n geschil te horen, omdat dat nu eenmaal in de TOU staat. Maar de Franse hogerberoeprechter oordeelt anders.

De gebruiker is een Parijse leraar die linkte naar een artikel over de schilder Gustave Courbet, en daarbij een foto van een naaktschilderij toonde. Facebook zag dit als overtreding van de TOU en blokkeerde zijn account. De leraar maakte bezwaar, wat uiteraard weinig uithaalde, en stapte naar de (Franse) rechter.

Daar was Facebook het mee oneens: in de Terms of Use van het netwerk staat duidelijk dat alleen de Californische rechter bevoegd is bij geschillen. Maar zowel in eerste instantie als in hoger beroep veegt de Franse rechter dat van tafel. In het Europese consumentenrecht is het een vrij uitgemaakte zaak dat je de toegang tot jouw rechter niet kunt ‘wegtekenen’ met een contract. De rechtbank voor jouw woonplaats is eigenlijk altijd bevoegd. En dat geldt dus ook wanneer het gaat om internetdiensten.

Inhoudelijk is er dus nog niets beslist, het enige dat we nu weten is dat Facebook met haar TOU niet de consumentenrechten opzij kan zetten. Dat heeft een redelijk juridisch ‘duh’-gehalte, maar het is toch fijn om te weten. De volgende slag gaat zijn of Facebook haar (Amerikaans-morele) regels mag opleggen ten koste van wat in andere landen gebruikelijk is. Naakt, en zeker in de kunst, is in Europa vrij normaal. Amerikanen zijn zo preuts als wat – een tepel is eigenlijk al bizar, toon liever een machinegeweer of een afgehakt hoofd.

Op zich zou je zeggen, het is Facebooks netwerk dus hun regels. Maar Facebook is wel iets meer dan een dorpscafé waar de eigenaar wat rare opvattingen heeft. De discussie hebben we al vaker gehad – wanneer moet een internetdienst zich conformeren aan de mores van een land, in plaats van andersom. Ik ben heel benieuwd hoe dit uit gaat pakken, want het zou een interessant precedent zijn. Er is immers niets illegaals aan de uitingen, noch in de VS noch in Frankrijk. Het zou dus zuiver gaan over “mag Facebook haar eigen regels stellen”, en die had ik nog niet eerder gezien.

Arnoud

Mag een groepsblog met mijn artikelen worden verkocht?

Suske en Wiske en de Sinistere SiteEen lezer vroeg me:

Ik ben dichter en schrijf op een groepsblog dat is gegroeid tot een respectabele omvang. Nu kreeg de beheerder een aanbod van een uitgever om de gehele site te verkopen, en zij is daarop ingegaan. Wij krijgen echter geen cent, ondanks dat het werk door ons als gebruikers is geleverd. Zij zegt dat ze eigenaar is van alle gedichten omdat het haar site is. Maar hoe zit dat nu juridisch?

Er is een zeer hardnekkig misverstand dat zegt dat een website eigenaar kan zijn van content die gebruikers plaatsen omdat dat in de algemene voorwaarden, TOS, EULA (of hoe het maar heet) staat. Dat is onjuist. Tenzij je schriftelijk en met handtekening hebt gezegd “u wordt eigenaar” blijf je zelf eigenaar van alle content die je plaatst.

De auteurswet zegt dat de rechten toekomen aan de partij die een werk maakt, in dit geval aan de dichters dus. Door plaatsing op een site geef je de site een licentie, en die kan conform de voorwaarden behoorlijk uitgebreid zijn. Maar eigenaar blijf je, tenzij je dus een handtekening zet dat je afstand van je recht doet.

Dat recht kan zó uitgebreid zijn dat men het mag overdragen, of anderen licenties verlenen (sublicenties). Dat moet er wel expliciet staan, maar het is mogelijk dat op te eisen. Dan ben je dus weliswaar nog steeds eigenaar, maar de website kan anderen toestaan je gedicht te publiceren in een bundel, het op mokken af te drukken en ga zo maar door. Om die reden is het dus verstandig om de voorwaarden te lezen voordat je uitgebreid dingen gaat plaatsen op een site.

Ik zit nog te denken of dit wel redelijk is. De meeste mensen doen niet mee aan een site met de gedachte “dit wordt over een paar jaar keihard juridisch verkocht allemaal”. En dan kom je in een leuk uithoekje van het recht terecht: de beperkende werking van redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 BW). Meer specifiek:

Een overeenkomst heeft niet alleen de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen, maar ook die welke, naar de aard van de overeenkomst, uit de wet, de gewoonte of de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien.

Je zou dan kunnen zeggen, het is de gewoonte op internet dat je je content publiceert op die site en dat men geld verdient met toegangsgeld en/of advertenties. Maar iedereen begint te steigeren als die content ineens in boekvorm verkocht wordt of als de hele site voor $veel verkocht wordt zonder iets aan de auteurs te geven, dus dát is kennelijk in strijd met de gewoonte. Dat doe je niet, dat hoort niet. Of, anders gezegd: dat is onredelijk.

En het leuke is dan, als het inderdaad onredelijk is dat mensen dat doen, dan mág het dus niet. Dan kan het wel in het contract staan, maar dan is die bepaling in strijd met de redelijkheid. Die bepaling moet je minder breed lezen, er is weliswaar een recht bedongen tot commerciële exploitatie maar dat gaat niet verder dan advertenties en premiumabonnementen.

Wat vinden jullie? Is die gewoonte er, of is het doodnormaal dat de website-eigenaar binnenloopt op content van zijn gebruikers en moet je daar maar tijdig op bedacht zijn?

Arnoud

Hoe bewijs je je gelijk in een online game?

persoon-gebruiker-verbannen-bannedEen lezer vroeg me:

Laatst werd ik geband in een online spel, omdat ik volgens de beheerder onfatsoenlijk taalgebruik had gebruikt. Op mijn vraag wat dan, kreeg ik te horen dat logs vertrouwelijk zijn maar dat zij volgens de spelvoorwaarden altijd gelijk hadden. Kan dat zomaar?

Dergelijke situaties kom ik vaak tegen. Het is erg frustrerend voor spelgebruikers om te merken dat ze zomaar ineens verbannen zijn, al dan niet permanent, op basis van bewijs dat ze niet mogen inzien.

We hadden die recente discussie bij hosters die niet willen overleggen met hun gebruikers. Dit is in feite het omgekeerde perspectief: wat doe je als een bedrijf zegt “je zit fout, kickban, toedeledokie”.

Ik heb nog eens zitten denken over welke grond je nu kunt gebruiken tegen zo’n toedeledokie-opzegging. Volgens mij kom je met dit artikel van de grijze lijst een eind:

d. dat de gebruiker van zijn gebondenheid aan de overeenkomst bevrijdt of hem de bevoegdheid daartoe geeft anders dan op in de overeenkomst vermelde gronden welke van dien aard zijn dat deze gebondenheid niet meer van hem kan worden gevergd;

Opzeggen zonder genoemde grond of zonder ernstige grond (“kan niet worden gevergd”) door de gebruiker van de voorwaarden (de dienstverlener dus) is dus verdacht, en de dienstverlener moet dus bewijzen dat hij wél zomaar mag opzeggen zonder genoemde grond of op basis van iets triviaals. Dat geeft hem een achterstand maar een keihard verweer is het niet.

Maar goed, stel er staat iets in de AV van “geen onfatsoenlijk taalgebruik” of “verboden vals te spelen bv. met een bot“en men zegt “onze logs bewijzen dat je dat deed, ernstige en genoemde overtreding, toedeledokie”. Wat dan?

Allereerst is er de vraag of je het bewijs mag inzien. Dat lijkt me vrij evident vanuit mijn juridische onderbuik maar een specifiek artikel heb ik niet. Eisen dat iets gemotiveerd wordt met bewijs, zou ik alleen vanuit de algemene regels van redelijkheid en billijkheid kunnen onderbouwen. Of heel misschien via de Wbp – dan doe je een inzageverzoek voor persoonsgegevens over jou. Men is verplicht je die inzage te geven, maar dat is een apart traject los van de discussie of het bewijs terecht is.

Vervolgens zou je dan tegenbewijs willen leveren. Wellicht maak je filmpjes van alles dat je doet, en kun je die terugkijken om te zien of je werkelijk raar speelgedrag vertoonde. Art. 6:236 sub k BW zegt dat algemene voorwaarden niet mogen bepalen dat de gebruiker geen tegenbewijs kan leveren, of dat het bewijs van de dienstaanbieder altijd bindend is. Er moet dus ruimte zijn voor tegenbewijs.

Heb je geen tegenbewijs, dan houdt het vrij snel op denk ik. En soms ís het ook gewoon een vrije beoordeling; wanneer is taal onfatsoenlijk of wanneer is spelgedrag nu typisch iets voor een bot?

Arnoud

Nogmaals de rechtsgeldigheid van gebruiksvoorwaarden, EULA’s en zo

algemene-voorwaarden-kleine-lettertjes-tos-eulaEen lezer vroeg me:

Regelmatig moet ik bij het installeren van apps gebruiksvoorwaarden accepteren. Wanneer is dat nou rechtsgeldig?

Gebruiksvoorwaarden, TOS, EULA of hoe je het maar wilt noemen: deze juridische regeltjes zijn altijd goed voor veel ergernis. Met name van het soort “waarom val je me hiermee lastig”.

Naar Nederlands recht zijn dergelijke voorwaarden algemene voorwaarden, net als de bijlagen met kleine lettertjes die je bij veel offertes krijgt. Hoe ze heten, of in welke context ze worden gebruikt, of je ze op software hangt of bij een dienst, dat doet er allemaal niet toe: het zijn voorwaarden die zijn opgesteld om in gelijke vorm in meerdere contracten gebruikt te worden, en dat is de definitie van een algemene voorwaarde.

Algemene voorwaarden zijn snel van toepassing. Je hoeft als dienstverlener alleen te melden dát je ze gebruikt. De wederpartij hoeft ze niet te lezen en hoeft ook geen gelegenheid te hebben gehad te onderhandelen of bezwaar te maken. Het is slikken of stikken.

Daar staat tegenover dat algemene voorwaarden niet onredelijk bezwarend mogen zijn. Omdat ze eenzijdig opgelegd worden, is de kans immers groot dat er onredelijke voorwaarden verzonnen worden. Vandaar dat de wet zegt dat als je dat doet, de wederpartij (de gebruiker van de dienst) deze mag vernietigen oftewel ongeldig verklaren.

Bewijzen dat iets onredelijk is, valt niet mee. De wet helpt de consument daarom met een grijze en zwarte lijst. Wat op de zwarte lijst staat, is per definitie onredelijk. Zo mag je de consument niet verbieden je aan te klagen als je het contract niet nakomt.

En wat op de grijze lijst staat, mag als je als bedrijf kunt bewijzen dat het wél redelijk is. Een omgekeerde bewijslast dus. Zo staat het beperken van je aansprakelijkheid op de grijze lijst. Dat mag dus alleen als je kunt aantonen dat het redelijk is om dat te doen (en dat valt in de praktijk nog niet mee).

Een grote valkuil voor partijen die met algemene voorwaarden werken, is dat deze correct ter hand gesteld moet worden anders tellen ze niet. In een elektronische omgeving betekent dit dat je een PDF of ander makkelijk op te slaan document moet aanbieden. Enkel op een scherm tonen telt niet, ook niet als gebruikers het kunnen copypasten naar Notepad. En dit is waar het het vaakste misgaat bij online diensten en met name bij apps en software.

In de VS bestaan al deze regels niet. Daar geldt alleen dat je vooraf gezegd moet hebben welke voorwaarden je hanteert. Kunnen opslaan is geen wettelijk recht, en een zwarte of grijze lijst bestaat daar al helemaal niet. Je moet maar goed lezen waar je aan begint, en als een dienstverlener dat moeilijk maakt, nou dan ga je toch ergens anders heen. Tsja, het is ook een manier van werken. Maar ik prefereer toch de Nederlandse.

Arnoud