Wie een Europese octrooi heeft, denkt misschien dat hij dan in heel Europa octrooi heeft. Dat valt tegen. Met een Europees octrooi krijg je niet meer dan een verzameling nationale octrooien, waarbij je ook nog eens in elk land een vertaling in een landstaal aan moet leveren. Doe je dat niet, dan vervalt het octrooi in dat land. Ook voor rechtszaken geldt: in elk land afzonderlijk. Al dat procederen is een dure grap, en het lijkt nogal overdreven omdat de inbreuk vaak steeds hetzelfde bedrijf betreft in diverse Europese landen.
Kan dat nou niet anders, dacht het Gerechtshof in Den Haag, en men verzon de “spin in het web” theorie:
Deze theorie hield kort gezegd in dat als het hoofdkantoor van het vermeend inbreukmakende concern was gevestigd in Nederland, en vanuit dit kantoor een beleidsplan was uitgegaan, de Nederlandse rechter zich ook bevoegd achtte in een procedure waarin de andere buitenlandse vennootschappen van hetzelfde concern werden gedagvaard. De octrooihouder kon dus volstaan met een procedure in Nederland tegen meerdere vermeende nationale en buitenlandse inbreukmakers.
Slim bedacht, maar de constructie bleek in strijd met Europees recht. Je kunt niet zomaar in Nederland het Duitse dochterbedrijf dagen wegens inbreuk in Duitsland op je Europese octrooi, ook niet als je tegelijkertijd het Nederlandse moederbedrijf daagt wegens inbreuk in Nederland op hetzelfde octrooi. Want, zo oordeelde het Hof van Justitie, het is niet hetzelfde octrooi. Het zijn twee losse octrooien, die je naar nationaal octrooirecht moet toepassen.
Onlangs heeft onze eigen Hoge Raad uitspraak gedaan over een spin-in-het-web arrest, en de theorie definitief naar de prullenbak verwezen. Tot er dus een Gemeenschapsoctrooi komt, blijft het nodig om in elk land afzonderlijk te procederen.
Via Volledig bericht, pardon Boek 9.
Arnoud