Een lezer mailde me:
Vorig jaar heb ik een bezwaarschrift ingediend tegen het plan van de gemeente om een nieuw gemeentehuis te gaan bouwen op ons dorpsplein. Nu blijkt dat de gemeente mijn bezwaarschrift, plus vele andere, ingescand heeft en op internet heeft gezet. Hierdoor ziet iedereen die mijn naam via Google opzoekt dat ik dit bezwaarschrift heb ingediend. En mijn adres staat er ook nog bij! Nu weigert de gemeente dit te verwijderen. Kan dat zomaar?
Het lijkt me dat je hier met een beroep op de Wet Bescherming Persoonsgegevens wel tegen op moet kunnen treden. Een bezwaarschrift bevat persoonsgegevens van de betrokkene, en publicatie daarvan op internet is dus juridisch gezien een ‘verwerking van persoonsgegevens’. Er is een vrijstelling voor zulke verwerkingen in het kader van beroep en bezwaar maar die zegt niets over publicatie op internet. Verstrekking aan “anderen” dan de betrokken ambtenaren mag volgens dit besluit alleen als:
– de betrokkene zijn ondubbelzinnige toestemming heeft verleend voor de gegevensverwerking, of
– de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de nakoming van een wettelijke plicht door de verantwoordelijke, of
– de gegevensverwerking noodzakelijk is vanwege een vitaal belang van de betrokkene (bijvoorbeeld een dringende medische noodzaak), of
– de gegevens verder worden verwerkt voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden. Voorwaarde hierbij is dat de verantwoordelijke ervoor zorgt dat de gegevens ook alleen voor deze specifieke doeleinden verder worden verwerkt.
Artikel 7:4 lid 2 van de Algemene Wet Bestuursrecht bevat zo’n wettelijke plicht:
Het bestuursorgaan legt het bezwaarschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken voorafgaand aan het horen gedurende ten minste één week voor belanghebbenden ter inzage.
Alleen is voor zover ik kan zien, nergens uitgewerkt hoe een gemeente (een bestuursorgaan) deze stukken ter inzage moet leggen. Op zich lijkt me weinig mis met terinzagelegging via internet. Dat is snel en goedkoop, en maakt het voor anderen veel eenvoudiger om te kijken of een eigen bezwaar nog iets toe zou voegen.
Wel moet je bij publicatie op internet zeker rekening houden met de persoonsgegevens in het bezwaarschrift. Toevallig vond ik een handreiking voor publicatie van bouwvergunningen van het ministerie van VROM. Bij bouwvergunningen blijkt hetzelfde probleem te bestaan: ook die moeten worden gepubliceerd en ook dat kan op internet. In deze handrekening wordt onder andere aanbevolen om PDF-bestanden niet doorzoekbaar te maken voor zoekmachines, en om gegevens zoals het BSN van de aanvrager altijd weg te laten voordat je publiceert. Dat lijkt mij een prima manier om dit op te lossen.
Arnoud
Let op, je hebt het steeds over “publicatie op internet”. Voor een ‘publicatie’ is het CBP extra streng (de handreiking bouwvergunningen is daarop gebasseerd). Indien dit actieve openbaarheid is in de zin van de WOB, zijn de eisen een stuk minder streng. Een bouwaanvraag met alle persoonsgegevens mag bijvoorbeeld van het CBP niet ‘gepubliceerd’ worden op internet, maar indien het vanuit de WOB openbaar wordt gemaakt, mag het wel. Het medium maakt dan niet uit. Internet of inzagebalie, de bouwaanvragen mogen ingezien worden. Het woord ‘publicatie’ is hier een sleutelwoord.
Neemt niet weg dat het op deze manier verwerken van de persoonsgegevens m.i. niet ‘noodzakelijk’ is voor het nakomen van een wettelijke plicht (zoals de WOB).
Ik ben er eerlijk gezegd een beetje van geschrokken dat de gemeente zich aan dit soort dingen schuldig maakt. Het feit dat ze je naam op zo`n “zwarte lijst” zetten, om het zo maar even te noemen, gaat mij al te ver, laat staan met NAW gegevens. Ik hoop dat het CBP hier wat tegen gaat doen.
Als de overheid er is om ons te berispen, wie is er dan om de overheid te berispen? Het lijkt wel niets/niemand, de doofpot heet niets voor niets zo.
Nou, een zwarte lijst is het niet. Het is gewoon 1-op-1 online zetten van stukken die “ter inzage” gelegd moeten worden. Volgens mij is dat meer slordigheid dan iets anders.
Hier valt nog wel wat meer over te zeggen. Het is zeker niet alleen een kwestie van slordigheid! Veel gemeenten en andere bestuursorganen voeren de laatste jaren een actief openbaarheidsbeleid, met vaak een belangrijke rol voor het online kanaal. Daarbij wordt soms inderdaad uit slordigheid of onwetendheid de hand gelicht met de WBP, maar vaak worden ook bewust de grenzen van die wet opgezocht.
In mijn laatste maanden bij het CBP heb ik me intensief met dit onderwerp beziggehouden, wat geresulteerd heeft in het consultatiedocument concept-Richtsnoeren “Actieve openbaarmaking van persoonsgegevens” (maart 2008). Daarin worden de openbaarheidswensen en -plichten van de overheid naast de privacyregels gelegd. De consultatie die medio vorig jaar heeft plaatsgevonden heeft nog niet geleid tot het vaststellen van definitieve richtsnoeren door het CBP.
Het CBP treedt de laatste tijd behoorlijk actief op tegen onrechtmatige publicaties op internet, maar het gaat daarbij niet om overheidswebsites. Als je wilt bevorderen dat het CBP (meer) specifieke aandacht aan dit onderwerp besteedt, kun je het beste een signaal geven.
Op 24 juli schreef ik: De consultatie die medio vorig jaar heeft plaatsgevonden heeft nog niet geleid tot het vaststellen van definitieve richtsnoeren door het CBP. Inmiddels is het wel zover: gisteren blijkt het CBP definitieve Richtsnoeren ???Actieve openbaarmaking en eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer??? te hebben gepubliceerd.