Auteursrechtenblog Futureofcopyright en ik gaan de komende tijd in dialoog over de toekomst van het auteursrecht. Elke zaterdag vind je hier of bij Future of Copyright een nieuwe post in de serie. We reageren op elkaars stellingen en hopen met een inhoudelijke discussie verder te komen in complexe auteursrechtelijke vraagstukken.
Future of Copyright slaat een weekje over in verband met vakantie en drukte. Ik wilde daarom graag eens jullie, mijn grote schare gewaardeerde lezers en commenters, de gelegenheid geven. Wat vinden jullie van de discussie tot nu toe?
Of, iets algemener: hoe zien jullie de toekomst van het auteursrecht? Waar gaat het fout, hoe kan het beter?
Arnoud
Veel problemen ontstaan omdat het auteursrecht zo lang zijn werking heeft. Het zou mooi zijn als het auteursrecht wordt beperkt tot bijvoorbeeld 5 jaar. Een auteur heeft dan genoeg tijd om zijn investering terug te verdienen (wellicht op een paar uitzonderingen na). En na 5 jaar behoort het werk tot het publieke domein en zal de auteur of anderen innovatieve diensten moeten bedenken om aan het werk te verdienen. Het totale maatschappelijk nut zal hierdoor enorm toenemen. Dit betekent inderdaad dat (laten we het even letterlijk nemen) indien iemand een bestseller heeft geschreven hij niet tig jaar van de inkomsten kan profiteren. En dat de Golden Earring niet nu (na 37 jaar) nog steeds profiteert van het schrijven van het nummer ‘Radar Love’. Maar is dat een probleem? Lijkt me niet. Zeker niet als auteurs dit van te voren weten.
Gemiddeld genomen compenseert een groter succes van een auteur de vele niet- of minder rendabele scheppingen.Vijf jaar is niks, dan maar gelijk helemaal alles vrijlaten en stoppen met scheppen.
Er worden wel veel problemen geconstateerd met auteursrecht maar er komen weinig zinvolle oplossingen aanbod die voor digitaliseerbare werken ook echt een praktische structurele oplossing zijn waarbij een soort van balans is tussen geleverde prestatie en inkomsten.
Zolang er geen verbetering (in wetgeving) is gevonden beter niets veranderen. De meeste auteurs hebben moeite het hoofd boven water te houden.Beleid moet niet worden ontwikkeld dat gericht is op uitzonderingen. Gemeenschappelijk bezit heeft bewezen uiteindelijk ten onder te gaan uit kortzichtig eigenbelang.
@Bernd:
Wel als de auteurs die dit van te voren weten om die reden voor een ander vak kiezen.Dat argument kun je gebruiken tegen elke wijziging van het auteursrecht. Of sterker nog, dat argument geldt eigenlijk ook nu al: het auteursrecht duurt maar tot zeventig jaar na de dood, mensen mogen zomaar gratis parodieren en citeren, er mag voor eigen gebruik worden gekopieerd en ga zomaar
dooddoor. Als we dat allemaal verbieden en auteursrecht eeuwigdurend maken, dan zullen er meer auteurs werken gaan maken.Ergens moet een balans getrokken worden tussen de stimulans voor de auteur en de beschikbaarheid van werken voor de maatschappij, dat zeker. Maar een beperking van het auteursrecht kun je niet te allen tijde afkeuren met het argument “dan worden er minder werken gemaakt”.
@Arnoud: Wellicht verrassend, maar ik keur wederom niets af (zie wat ik schrijf: “als”). Ik geef slechts een aspect aan dat niet uit het oog mag worden verloren. Bij een duur van 5 jaar tikt dit aspect duidelijk flink zwaarder aan dan bij “tot 70 jaar na de dood”. Zeker als je ook Bert’s opmerking in aanmerking neemt. De kans op beloning die het auteursrecht een maker in het vooruitzicht stelt moet wel groot genoeg zijn.
En ik neem aan dat je reactie een tikfout bevat, want anders ben je niet heel vriendelijk đ
Ik heb moeite met je argument, juist omdat het altijd opgaat. Ik kan er dan ook moeilijk inhoudelijk op reageren. Er zullen vast minder werken worden gemaakt, maar het gaat om de balans. Er worden nu ook minder werken gemaakt dan wanneer we het auteursrecht naar 120 jaar na de dood zetten of het recht op parodie afschaffen. Dat is kennelijk niet bezwaarlijk.
Uit je reactie op Bernd meende ik op te maken dat jij het als een daadwerkelijk probleem ziet: hij vraagt immers “Is dat een probleem” en jij zegt “Wel als..”. Ik lees dat als “het is/ik vind het een probleem want”.
Overigens, in de praktijk blijken de meeste inkomsten uit een werk in de eerste 10 a 20 jaar gehaald te worden. Ik zou er dan ook voor zijn als het auteursrecht naar 20 jaar na creatie/publicatie zou gaan. De facto verandert dat weinig voor wat betreft exploitatiemogelijkheden, en de ruimte voor de maatschappij wordt groter.
@Arnoud:
Omdat het argument altijd opgaat zou je het dus altijd moeten negeren? Beetje vreemd lijkt me.We zijn het er volgens mij wel over eens dat het auteursrecht er is om de creatie van nieuwe werken te stimuleren, en wel door potenti?le auteurs (= wij allemaal) een (kans op een) beloning in het vooruitzicht te stellen. Bij een wijziging van de auteurswet zal daar dus naar moeten worden gekeken. Een vermindering van de duur van het auteursrecht is een verkleining van die beloning. Dit is een factor die moet meewegen. Een verkorting van 70 jaar na de dood tot 65 jaar na de dood zal natuurlijk minder “negatieve” gevolgen hebben dan een verminder van 70 jaar na de dood van de maker tot 5 jaar vanaf de creatie of eerste publicatie.
Ik heb niet het idee dat Bernd in #1 dit aspect in aanmerking neemt. Hij lijkt meer te redeneren dat een monopolie van 5 jaar wel mooi genoeg is, zonder stil te staan bij de vraag of dit niet ten koste gaat van de productie van nieuwe werken. Daarom vul ik zijn reactie aan: zo’n drastische verkorting is w?l een probleem als potenti?le auteurs er daardoor voor kiezen om iets anders te gaan doen. Het probleem is inderdaad niet dat een maker over 37 jaar niet meer van wat hij vandaag cre?rt kan profiteren. Waar je naar moet kijken is of de maker er vandaag wel voor kiest om dat werk te cre?ren als hij er maar 5 jaar van kan profiteren.
Ik snap niet goed waarom alles steeds maar weer binair wordt opgevat.
Je zult specifieker moeten zijn. Waarom is het argument juist hier relevant? Waarom breng je het ter tafel als het niet specifiek nu belangrijk is?
Ik kan de relevantie alleen inzien als je uitgangspunt is dat minder werken dan nu onwenselijk is. Oftewel je wilt Bernd’s idee weerleggen.
Dat is waar, maar het enkele feit dat de beloning verkleind wordt, maakt de wijziging nog niet onwenselijk. Pas als de wijziging zou zorgen voor een onacceptabel kleine wijziging, wordt het argument relevant. Vandaar dat ik jouw reactie las als “Bernds idee is onaanvaardbaar want het zal tot minder werken leiden”. Ik vond juist die opvatting binair: een verkleining van auteursrechten mag nimmer want dan zullen er minder werken gemaakt worden, en ook maar 1 werkje minder is onacceptabel.
Het binaire komt denk ik door de steeds verder verhardende discussies, waardoor de pleidooien voor een realistische hervorming minder gehoord worden. Elk voorstel voor een verkorting of een nieuwe wettelijke uitzondering wordt gelijkgesteld met legaliseren van piraterij, en elk voorstel voor handhaving wordt uitgelegd als een aanloop tot handafhakken voor downloaders. Dat schiet niet op. Mensen met genuanceerde meningen raak je dan kwijt, en je blijft dan over met piratenpartijmensen en hollywoodlobbyisten die een partijtje tegen elkaar schreeuwen zonder nadere inhoud.
Ik vond deze blogdialoog nu juist een mooi middel om weer eens de nuance in te gaan en te zoeken naar inhoudelijke oplossingen. Helaas merk ik dat er toch weer veel holle retoriek (van beide kanten) naar voren komt en maar weinig inhoud. Ik vind dat jammer. De problemen zijn wel duidelijk volgens mij, maar waarom gebeurt er dan niets?
Het jammere van de discussie tot nu toe wat mij betreft is dat ik geen oplossing heb gelezen voor de volgende drie gebeurtenissen waar ik afgelopen jaar als Nederlander in Amerika tegenaan gelopen ben. 1. Ik kon de olympische schaatswedstrijden niet legaal zien, omdat de rechtenbezitter in Amerika ze weigerde uit te zenden (als ik mijn internetprovider had gewijzigd zou ik ze wel een dag later integraal hebben kunnen bekijken, maar ja, sport is nu eenmaal live veel leuker); terwijl de Nederlandse stream geblokt werd in de VS. 2. Mijn vriendin kreeg DVD’s van haar ouders en kon ze hier niet (legaal) afspelen door regiocodes en het DMCA verbod op het omzeilen van beveiligingsmethodes. 3. Ik wilde graag een computerspel kopen (om in mijn eentje op mijn computer thuis te spelen), maar om dat te spelen moest ik instemmen met de voorwaarden van Steam, die zeggen dat ik helemaal geen rechten heb.
Dit creeerde bij mij toch wel een heel grote neiging tot “piraterij”. Nu weet ik dat punt 2 iets Amerikaans is dat in Nederland niet geldt, maar, zeggen dat je bepaalde beveiligingsmethodes toch wel mag omzeilen is geen reden om ze dan toe te staan. En van de voorwaarden van Steam weet ik niet in hoeverre die uberhaupt geldig zijn (en dat zal in Nederland ook wel iets anders liggen), maar feit is, dat ze voor het gebruik van software waarvoor geen enkele reden te verzinnen is om contact te moeten maken met de buitenwereld, ze de mogelijkhed inbouwen om het spelen je vanaf een afstand onmogelijk te maken.
Nu is mijn instelling door mijn situatie misschien wat internationaal, maar de technische veranderingen hebben de verbondenheid van de wereld juist qua cultuuruitingen die vaak gedigitaliseerd kunnen worden enorm vergroot, dus een revisie van auteursrecht moet internationaal zijn.
In het bijzonder moeten we sterkere waarborgen hebben dat consumentenrechten niet geschonden worden, en ze bijvoorbeeld back-ups kunnen maken, ze werken kunnen uitlenen/doorverkopen, ze gebruiken met welke apparatuur ze zelf willen (voor zover technisch mogelijk), ze niet door toedoen van anderen (i.e. de rechthebbenden) de mogelijkheid tot gebruik (kunnen) verliezen en dergelijke. Daarnaast moeten we zorgen dat we een internationale markt krijgen: geen regio-codes, geen afscherming internetstreams binnen verschillende landen, geen verschillende prijzen voor hetzelfde lied afhankelijk van je IP-adres (uitzonderingen voor BTW-heffing daargelaten) enzovoort.
Een aanpassing van het auteursrecht waar alle problemen die er nu mee zijn fors kunnen worden beperkt is verlaging van de duur. Ik geloof niet dat er mensen zijn die rekening houden met inkomsten die zo’n 100 jaar verder liggen, bedrijven al helemaal niet; dus ik geloof dat verlaging kan zonder groot effect op de motivatie van makers, de vraag is alleen hoe ver. En dan denk ik dat 20-30 jaar na creatie waarschijnlijk wel voldoende motivatie is (dat dekt de meeste inkomsten die gemaakt worden toch wel, en bovendien worden inkomsten op zo’n termijn meestal met zo’n sterke verdisconteringsvoet verlaagt dat de huidige waarde van mogelijke inkomsten over 30 jaar toch verwaarloosbaar is).
Hier ben ik het dus niet mee eens: Het auteursrecht dient ervoor om de totale cultuurconsumptie van de maatschappij te maximaliseren. Hiervoor moeten er eerst werken gemaakt worden, maar ze daarna ook zo snel mogelijk vrij gegeven worden. Dit zijn vaak tegenstrijdige doelen, wat auteursrecht juist een interessant compromis maakt.
@Arnoud:
Ik schreef:Tja, waarom lees je mijn reactie dan zo? Moet ik echt aan iedere reactie toevoegen dat ik niet van mening ben dat aan de huidige duur van het auteursrecht niet te tornen valt? Ik heb dat denk ik al een keer of vijf in deze discussieserie geschreven om duidelijk te maken dat ik niet in binaire termen denk (een paar dagen terug nog), maar blijkbaar is dat niet voldoende.
Ik snap niet hoe ik je reactie anders had moeten lezen. Meestal zeggen mensen dingen omdat ze wat vinden. Jij hebt kennelijk geen mening over auteursrecht, maar je wilt soms wat dingen signaleren waar de discussiepartners aan moeten denken. Of die gesignaleerde dingen nu argumenten voor of tegen zijn en of ze al of niet zwaarwegend zijn, moeten wij zelf bepalen. Je wil alleen graag dat het punt even op tafel ligt. Zeg ik het zo goed?
Het punt is denk ik dat je constant precies datgene zegt wat normaal door auteursrechtadvocaten gebruikt wordt om stilstand bij de huidige toestand te bewaren:
Op zich vind ik het prima als je dat soort dingen van tijd tot tijd signaleert, maar kijk alsjeblieft niet gek op als mensen reageren alsof jij een verdedigende stelling betrekt als je dit zegt. Het is denk ik handiger als je in voorkomende gevallen het argument uitbreidt met waarom het specifiek nu zwaarwegend is. Zo snappen mensen dat je niet slechts een “oh pas op dat kan wel eens in strijd zijn met de wet”-roeper bent.
Wat ik jammer vind is dat ??n zin tot zo’n discussie moet leiden. Die zin spreekt toch al voor zich. Ik vind niet dat ik hoef te vertellen dat het argument zwaarder weegt bij een verkorting van de duur van het auteursrecht tot in totaal 5 jaar dan bij een verkorting tot zeg 50 jaar na de dood. De lezer begrijpt dit toch zelf ook wel. De suggestie dat ik op basis van dit ene argument van mening zou zijn dat enkele beperking van het auteursrecht toelaatbaar zou zijn is gewoon beledigend.
Op de Auteursrechtenrichtlijn en de Conventie van Bern heb ik in deze discussie geen beroep gedaan. Op de bescherming tegen onteigening alleen waar dat terecht is; dit bleek veel subtieler te liggen dan sommigen dachten (voorbeeld: dat de duur van het auteursrecht sowieso in de tijd beperkt is, is geen vorm van onteigening).
Voor het grootste deel is dat ook zo. Voor een deel kan ook het recht op vrij verkeer een rol spelen. En verder is geduld een schone zaak. Telefoon heeft er 100 jaar over gedaan om tot ieder huishouden door te dringen.
Ik denk dat we eventjes terug moeten naar het begin, terug naar de bron, de originele intentie van copyright (mijn excuses voor het gebruik van de Engelse term, maar omdat ik normaal gesproken voor een Engelstalige site schrijf is dat er enorm ingeroest). Met andere woorden: wat willen we bereiken met copyrightwetgeving? Wat mij betreft zijn er twee mogelijke antwoorden – of in ieder geval, twee antwoorden die momenteel met elkaar in de clinch liggen.
De eerste groep is wat ik altijd maar even big content noem. Deze mensen hebben maar ??n doel voor ogen: geld. Meer geld. Nog meer geld. Heel erg veel geld. Al hun acties, alsmede de manier waarop zij artiesten behandelen maken het meer dan 100% duidelijk dat voor hen copyright niets meer is dan een ‘license to print money’.
De tweede groep zijn mensen zoals ik – mensen die niet begrijpen waarom artiesten het recht zouden moeten hebben om multimilionair te worden. Voor mij is het stimuleren van de kunsten en de wetenschap oneindig veel belangrijker dan de portemonee van artiesten – of dat nu grote namen zijn of kleine bandjes, hun portomonee interesseert mij simpelweg niet.
Als je in het verleden kijkt zal je zien dat de bedenkers van copyright tot de tweede groep behoorden (de tijd van de Statute of Anne in Engeland). Ook toen al was er een strijd gaande tussen de eerste en de tweede groep; de eerste groep – exclusief bestaande uit de grote Briste uitgeverijen (toentertijdse big content, dus) – vocht voor een oneindig ‘common law’ copyright, terwijl de tweede groep – bestaande uit geleerden, wetgevers, en politici – copyright juist kort wilden houden, om zo het spreiden van kunst en kennis te bevorderen.
Lord Camden, een Britse politicus uit de 18e eeuw, waarschuwde al voor een wereld waarin de “Tonsons and Lintots of the age” zouden beschikken over een oneindig copyright: “All our learning will be locked up in the hands of the Tonsons and the Lintots of the age. […] Knowledge and science are not things to be bound in such cobweb chains.”
Dit is echter exact wat er gebeurd is, de angsten van de geleerden en politici van die tijd zijn waarheid geworden. We richten ons vaak puur of muziek en films omdat dat nu eenmaal meer tot de verbeelding spreekt, en omdat daar belachelijk idioot veel geld in om gaat, maar we vergeten dat copyright momenteel hele ladingen kennis opsluit, zodat armere universiteiten er simpelweg geen toegang meer tot hebben. Sterker nog – zelfs onse eigen Nederlandse universiteiten kunnen al niet eens meer toegang kopen tot alle wetenschappelijke literatuur. Het is gewoon te duur. Als dat voor ons rijke landje al geldt – wat denk je dan wel niet dat dit betekent voor de derde wereld? Zonder toegang tot kennis – gevolg van ons huidige copyrightsysteem – kunnen deze landen zich minder snel tot niet ontwikkelen.
Dan is er nog het probleem dat copyright er momenteel voor zorgt dat hele ladingen content gewoon vergaan, omdat niemand het aandruft om het te digitaliseren. Daar kun je hier meer over lezen:
http://www.osnews.com/story/23888/USLibraryofCongressCopyrightIsDestroyingHistoricAudio
Naar mijn idee moet copyright van nul af aan opgebouwd worden, met de moderne tijd als uitgangspunt, met als doel om kunst en wetenschap voor IEDEREEN toegankelijk te maken. Copyright is niet bedoeld om muzikanten en filmmakers idioot rijk te laten worden, maar om kennis en kunst te verspreiden. Dit zal inhouden korte dekking (vijf jaar klinkt goed), weeswerken onbeperkt vrijstellen, en oude werken (die nog niet onder deze nieuwe wet zouden vallen) die niet meer ‘in print zijn’ openstellen om door wie dan ook opnieuw uit te geven, mits rechthebbenden vergoed worden (m.a.w., deze werken moen door derden zonder toestemming openbaar gemaakt worden, maar dan wel tegen een vaste vergoeding).
Nou zeg. Sorry, maar ik snap werkelijk niet hoe je je beledigd kunt voelen als iemand je aanspreekt op een reactie op iemands stelling.
Ik ben heus wel overtuigd van je bona fides, daar gaat het niet om. Ik begrijp alleen niet wat je wil zeggen als dat niet is “Bernd, je voorstel is onaanvaardbaar omdat er dan auteurs zullen zijn die vijf jaar auteursrecht reden vinden om voor een ander vak kiezen.”
Overigens heb ik nooit gezegd dat jij auteursrechtconservatief bent, maar alleen dat je argument er eentje is die ik ook altijd van de conservatieven hoor (net als de andere uit mijn lijstje). Dat argument alweer lezen deed me denken aan dat stukje van Herman Finkers: “Waarschuwing voor de scheepvaart: pas op!”
Nogmaals, ik waardeer je bijdragen alleen begrijp ik nu echt niet wat je wilde zeggen met je opmerking aan Bernd.
@Thom: dank je voor je uitgebreide bijdrage. Ik ben het helemaal met je eens. We moeten auteursrecht opnieuw uitvinden, en daarbij een balans zoeken tussen de (op zich legitieme) behoefte van auteurs om geld te verdienen met hun werk en de (ook legitieme) behoefte van mensen om werk te gebruiken, te kopi?ren en te verspreiden omdat dat nu eenmaal inherent is aan de maatschappij van vandaag.
Veel van de huidige problemen ontstaan omdat het auteursrecht uitgaat van zeggenschap over elke kopie. Dat werkt in situaties dat kopi?ren zeldzaam en duur is (drukkerijtje hier, platenperserij daar) maar niet meer in situaties waarin letterlijk iedereen elke dag tientallen werken kopieert. Je moet dan naar een model toe waarbij kopieren mag en de auteur op een andere basis geld verdient. Vandaar mijn pleidooi laatst voor nieuwe bedrijfsmodellen, die verdienen ondersteuning en indien nodig ook juridische bescherming.
@Thom:
Ik ben het eens dat hier iets fout gaat, maar het gaat hier om een misstand die door de wetenschap zelf in stand wordt gehouden. Waarom nemen universiteiten geen afstand van uitgevers die grof geld verdienen aan het werk van wetenschappers?Je kunt het auteursrecht tot 5 jaar beperken, veel zal dat hier niet helpen.
@Arnoud:
Integendeel, het auteursrecht is JUIST van belang als kopi?ren eenvoudig en goedkoop is. Als kopi?ren vrijwel onmogelijk is, heb je het auteursrecht zelfs helemaal niet nodig. Denk aan schilderijen en beeldhouwwerken: dat Van Gogh al ruim 70 jaar dood is doet niets af aan de economische waarde van zijn schilderijen.@Piet Niet om jullie in een volgende discussie te storten, maar.., wat Arnoud zegt is dat het auteursrecht werkt (te handhaven is) als kopi?ren moeizaam is maar wanneer het dus minder belangrijk is. Wat jij zegt, Piet, is dat het auteursrechts belangrijker is wanneer kopi?ren makkelijk is, maar het dan moeilijker te handhaven is. Dus zeggen jullie hetzelfde.
Is het niet zo dat bij maatschappelijk belangrijke dingen de overheid een copyright/patent kan opeisen? (danwel tegen vergoeding) Bijvoorbeeld als iemand het geneesmiddel voor aids uitvindt of i.d.? Zou een regering in dit geval dan ook niet die bepaalde informatie moeten opkopen zodat alle universiteiten over de nodige kennis beschikken? (ik vind niet dat kennis als product aan universiteiten moet worden verkocht, maar even als tussenoplossing)
Wat ik zie is dat het Internet zich ontwikkelt tot een enorm dominant medium in het dagelijkse leven en dus ook voor enorme veranderingen zal zorgen in de manier waarop wetten zullen worden aangepast. Dit is dan niet alleen voor het auteursrecht maar ook wetten die de vrijheid van meningsuiting moeten beschermen. Denk hierbij aan de WikiLeaks affaire waar diverse overheden helemaal niet blij om zijn. Maar ook fraudewetten en strafrecht in het algemeen zal zich moeten aanpassen naarmate mensen steeds aktiever bezig gaan met het Internet. Vooral omdat het een internationaal medium is zal er aandacht gegeven moeten worden aan het leggen van goede, internationale afspraken. Maar ook de toepassing van censuur zal steeds meer aandacht krijgen en goed wettelijk geregeld moeten worden.
Hoe het zich laat veranderen is moeilijk te voorspellen. WikiLeaks gaat er mogelijk voor zorgen dat er strengere regels komen zodat deze site in diverse landen geblokkeerd kan worden. Aan de andere kant, WikiLeaks zorgt er ook voor dat er een grotere vraag naar openheid op het Internet komt en meer “geheime” informatie gewoon met het publiek gedeeld wordt, als het erom gaat om de waarheid over bepaalde politiek-gevoelige kwesties naar boven te brengen.
Echter, overheden kunnen zich maar moeizaam aanpassen aan de ontwikkelingen op het Internet. Ik denk dan ook dat er de komende 10 jaar nog weinig zal veranderen. Eerst zal er op internationaal niveau iets moeten komen dat door alle landen geaccepteerd zal worden. Maar ook dat zie ik niet snel gebeuren.
@Wim
Het internet laat eens te meer zien dat hoewel onze overheden in de letter democratisch en transparant zijn, het toch inherent aan het idee overheid vastzit dat ze willen ‘controleren’. Dat is niet de schuld van individuen, maar meer van het collectief aan mensen die tezamen de overheid uitmaken.
Daarom zijn pro-copyright organisaties ook zo gevaarlijk; zij willen immers hetzelfde – controle op de informatiestroom op het internet – en daarom is het voor hen makkelijk overheden achter zich te scharen. Iedereen die denkt dat “het zo’n vaart niet zal lopen” – kijk naar het democratische Australi?, gevoelsmatig toch een laid-back land met een laid-back volk.
Zij hebben inmiddels een landelijk internet filter dat op dezelfde manier werkt als dat van China. Zogenaamd tegen “objectionable content” (wat zowiezo al een dubieus begrip is), maar uiteraard ook gewoon gereedschap voor de overheid om kritische noten te controleren, en eventueel te blokkeren.
Dat is natuurlijk onzin. Het auteursrecht geeft rechten aan de auteur en beperkt rechten van de consument. Het is bedoeld om auteurs een compensatie te geven voor originele prestaties in werken met als idee dat auteurs gestimuleerd worden om meer originele werken te creeren en daarmee dus ook meer culturele rijkdom creeeren.
Auteursrecht is niet bedoeld om de consumptie van werken te stimuleren/maximaliseren.
@Lepelaar:
In principe kan dat. De Auteurswet bevat ook inderdaad uitzonderingen als art. 12 lid 5 Aw: en art. 15c lid 2 Aw: en art. 16 Aw: Maar zodra je universiteiten het recht geeft om wetenschappelijke tijdschriften integraal te kopi?ren en via de universiteitsbibliotheek aan te bieden heeft dat natuurlijk nogal wat gevolgen. Veel andere afnemers dan universiteitsbibliotheken hebben die tijdschriften niet, dus commerci?le uitgevers zullen daar gewoon mee stoppen.Wat mij betreft is dat overigens op de langere termijn geen probleem, want ik zie sowieso niet in waarom wetenschappers altijd maar hun auteursrecht afstaan aan commerci?le uitgevers, terwijl die uitgevers niet veel anders doen dan andere wetenschappers inschakelen om ingezonden papers te reviewen. Zoiets kan m.i. uitstekend in een (bij voorkeur wereldwijd) samenwerkingsverband van universiteiten worden georganiseerd. Geld is geen enkele probleem: de enorme bedragen die universiteitsbibliotheken nu ieder jaar kwijt zijn is (veel) meer dan genoeg.
Auteursrecht op wetenschappelijke teksten afschaffen is op zich dus wel een mogelijkheid (als je “wetenschappelijk” tenminste kunt defini?ren), maar het zou nogal een schokeffect geven en het beoogde effect is ook zonder zo’n ingreep te bereiken.
In een kort bestek wat ik vind van het auteursrecht (waarbij dan natuurlijk de nuances een beetje wegvallen)
De termijnen zijn veel te lang voor het beoogde doel: een termijn van 20 jaar is ruim voldoende om alle vormen van rationele investering in een werk mogelijk te maken. Een langer auteursrecht is voor het bevorderen van het maken van meer werken overbodig, sterker het is schadelijk, omdat het de mogelijkheden om voort te bouwen op werken beperkt, en daarmee de levendigheid van de cultuur beperkt (en dus tot niet goed kwantificeerbare, maar zonder twijfel grote, verliezen voor onze cultuur leidden) Met het verkorten van termijnen los je het probleem van weeswerken in een klap op.
De reikwijdte is veel te breed: allerlei handelingen die verricht worden vereisen toestemming, betalingen, e.d., die allemaal leidden tot een enorme overhead, en die daardoor niet echt significant bijdragen aan de inkomsten van auteurs, maar wel aan een hele riedel rechtenclubjes laten bestaan… Ergo, nog meer welvaartsverlies.
De macht van de uitgeverskartels (en dan met name in de muziekwereld, waar nog maar vier significante partijen bestaan) is veel te groot vis-a-vis zowel de auteurs als de consumenten. Dit moet doorbroken worden, zelfs als een algehele verkorting van het auteursrecht niet mogelijk is, door de mogelijkheden van overdracht van het auteursrecht te verbieden, en exclusieve licenties een maximum termijn van zeg 7 jaar mee te geven — of een terugclaimrecht in te voeren als de betaalde royalty’s in een jaar onder de 1000 euro zakken. (Ik ben zelf voor een soort van progressieve belasting op bedrijven die een monopolypositie benaderen, zodat dat automatisch onaantrekkelijk is, maar dat valt buiten deze discussie, en is zeer lastig vorm te geven.)
De filosofisch insteek dat je elke potenti?le toevoeging van waarde van het werk bij de auteursrechthebbende moet landen is fundamenteel onjuist. Een zelfde norm houdt men ook niet aan bij auto’s of stoelen: er zijn geen extra-dure auto’s, alleen maar omdat je hem dan wel mag verhuren. De insteek moet juist zijn dat we met zo klein mogelijke correcties het marktfalen opvangen dat inherent is aan producten die een grote initi?le investering maar lage marginale kosten hebben.
Ik sta positief tegenover persoonlijkheidsrechten (meestal morele rechten genoemd), maar zie deze dan meer als een soort uitbreiding van het merkrecht, en moet wat mij betreft ook op een vergelijkbare manier worden ingekleurd.
De handhaafbaarheid in het digitale tijdperk wordt een enorm probleem. Zo groot dat ik voorstel dat we wat het priv? gebruik betreft gewoon moeten erkennen dat het niet te handhaven is, en dus gewoon de uitzonderingen voor eigen studie en gebruik laten bestaan, zelfs al is hun impact op de markt tegenwoordig veel groter dan vroeger — omdat de offers die we voor handhaving moeten brengen op het gebied van privacy en andere fundamentele rechten meer waard zijn dan alle auteursrechten bij elkaar.
Het “vergoeden” van door deze “uitzondering” misgelopen inkomsten is daarom ook niet nodig, want bij het inboeken van deze inkomsten, moeten de “rechthebbenden” ook de handhavingskosten meerekenen, het is immers onredelijk deze op de maatschappij als geheel te laten drukken. Het zal dan blijken dat de kosten hier niet tegen de baten opwegen. Er valt dus niets te vergoeden.
Heffingen/Belastingen/Flat Fees op lege media en bandbreedte zijn onwerkbaar en moeten worden afgeschaft, omdat er geen zinnige relatie is tussen de waarde van een werk en het media waar het op staat, en er geen zinnige verdeelsleutel is te bedenken waarmee die gelden verdeeld moeten worden.
DRM als technische poging het status-quo te herstellen is gedoemd te mislukken. Elk DRM systeem hoeft maar een keer doorbroken te worden, waarna zich of de van DRM ontdane werken, of de methode van het kraken van de DRM zich via het “darknet” verspreidt. Daarnaast wordt wel DRM op allerlei oneigenlijke manieren gebruikt: ik denk aan garagedeuropeners en inktpatronen. Ik zou dan ook de juridische bescherming van DRM afschaffen.
Dat alles neemt niet weg dat ik niet uitsluit dat de impact van priv? kopi?ren en delen op de markt zo groot is, dat zij het investeren in nieuwe werken daadwerkelijk in de weg gaan staan. Hiervoor moeten dan andere modellen bedacht gaan worden. Buiten het auteursrecht om kun je dan denken aan het model van de omroep of boekenclub, waarbij werken vooruit in plaats van achteraf betaald worden. Ik denk hierbij aan bijvoorbeeld het recente idee om de negende van Beethoven op te laten nemen door een professioneel orkest, en dan rechtenvrij beschikbaar te stellen, zodra voldoende mensen hiervoor een tientje oid hebben toegezegd.
Een typisch voorbeeld van misbruik van auteursrecht zijn de wetenschappelijke tijdschriften, waarbij grof geld verdient wordt met onderzoek dat al grotendeels door de maatschappij betaald is, maar waar de uitgevers het “kwaliteitsstempel” in handen hebben. Hier moet het heel goed mogelijk zijn om bij het toekennen van publiek geld voor onderzoek te eisen dat werken onder een liberale licentie beschikbaar komen.
Ook bij leermiddelen moet het heel goed mogelijk zijn voor de overheid (de enige afnemer van dit soort werken!) om ipv exemplaren van een werk te kopen, en het auteursrecht bij uitgevers te laten liggen, offertes te vragen voor te ontwikkelen methodes, waarvan de rechten bij de overheid komen te liggen, en dan aparte offertes voor het drukken van die werken. (Beide volgens de normen van de Europese aanbestedingsregels) Daarmee zou de overheid dramatische bezuinigingen (of dramatische kwaliteitsverbeteringen) in het onderwijs tot stand kunnen brengen.
Intellectueel eigendom moet eeuwig onvervreemdbaar blijven. Of hervertolking of her-interpretatie door anderen dan de auteur is toegestaan, moet door de auteur of zijn erfgenamen worden beoordeeld, en door niemand anders. Is de auteur dood en zijn er geen erfgenamen, dan is het werk “vrij”.
Dit betekent dat de instanties die ervoor zorgen dat royalties worden ge?nd en uitbetaald aan de auteur of diens erfgenamen, geen winstoogmerk mogen hebben. Heeft BUMA/Stemra winstoogmerk? Meen van niet, het zijn stichtingen.
Het betekent ook dat uitgeverijen uitsluitend facilitair mogen zijn aan auteurs en evenmin winstoogmerk mogen hebben, dwz alle overwinst moet worden geherinvesteerd in nieuwe werken. Een uitgever van bijvoorbeeld medische naslagwerken moet kunnen voortbestaan, en zal dus enige winst moeten maken om het bedrijf gezond te houden.
Vooral de uitgeverijen die hun megawinsten willen beschermen leveren de juridische strijd. Het zijn uitgeverijen met een beursnotering, ik noem het haaien. Die zou je het liefst willen verbieden, maar dan ben je nog wel een eeuwtje bezig met juridisch touwtrekken.
Er zijn legio manieren om de haaien buitenspel te zetten en te houden. E-books, indie-bands, internetmusea en -galeries, en zo voort. Die kant moet het op. Daar hebben de haaien geen vat op.
Wetgeving hobbelt altijd achter de feiten aan. Eerst sloeg Ka?n Abel dood, pas daarna kwam “gij zult niet doden”. Ik denk dus dat je niet moet proberen de wet te veranderen. Dat is uiteindelijk het werk van politici. Kun je daarop vertrouwen? Nee, nu even niet, sorry.
Dus: neem zelf initiatief en zorg dat je baas blijft over je eigen intellectuele eigendommen.
@Jeroen:
Gelet op art. 12 lid 3 Aw (“met uitzondering van bouwwerken en werken van toegepaste kunst”) heeft de wetgever hierbij stilgestaan. Het is dus een bewuste keuze van de wetgever geweest om verplichte licenties voor de verhuur van een DVD mogelijk te maken.Ik zie nog steeds niet in wat hier mis mee is. Er is toch een heel wezenlijk verschil tussen een videotheek en een consument. De prijs van een DVD hangt sowieso nauwelijks af van de marginale kosten; waarom moet die prijs voor wezenlijk verschillende soorten van gebruik dan hetzelfde zijn?
Ik ben er niet tegen om de uitzondering voor kopi?ren voor priv?gebruik te laten bestaan (iets anders is het toestaan van het aan het publiek aanbieden beschermde werken), maar het argument dat er anders “offers” moeten worden gebracht klopt gewoon niet. Het is strafbaar om je vrouw en kinderen te slaan, toch staat er niet in elke huiskamer een camera waarmee dit verbod wordt afgedwongen. Het “strafbaar betekent 100% handhaven”-argument is een enorme drogreden.
Dan ben je, naar ik aanneem, ook geen voorstander van het voorstel van Arnoud om tegen een “billijke vergoeding” een dwanglicentie op alles (zeg: alle muziek) te verstrekken?
Voor de negende van Beethoven gaat dat vast werken. Dat dit geen algemene oplossing vormt hoef ik niet uit te leggen.
Een model moet “psychologisch” kloppen om algemeen bruikbaar te zijn.
Ik vind de discussie nuttig maar ook voorspelbaar en saai. Moet hierbij aantekenen dat ik sociale wetenschapper ben. De bijdrage van socioloog Dr. Jason Rutter [http://www.futureofcopyright.com/index.php?page=news&id=1304] vond ik op futureofcopyright dan ook het boeienste: ik haal er even een een paar dingen uit –
“vanuit het perspectief van een socioloog zijn wetten sociale constructen die als doel hebben om de manier waarop groepen mensen met elkaar omgaan te structureren. Vaak hebben wetten als bottom line om schade te beperken en eerlijkheid te bevorderen. Consumenten voelen zich steeds verder verwijderd van het auteursrecht omdat ze het idee hebben dat het meer in het voordeel van rechthebbenden werkt dan in hun voordeel.”
“Nu ons gedrag zich op een heeft veranderd als gevolg van technische mogelijkheden, gaat het auteursrecht steeds meer over het reguleren van menselijk gedrag. Gedrag is echter bijna niet te veranderen met alleen een wet. Gedrag is het resultaat van een complexe onderhandeling van heel veel factoren zoals gewoontes, instincten, normen en waarden van de groep waar we bij horen, hi?rarchie?n, financi?le en materi?le mogelijkheden, regels etc.”
“Ik zeg niet dat we het auteursrecht vaarwel moeten zeggen, maar het behoeft wel aanpassingen. Wat mij betreft moet je, wanneer je kijkt naar het hervormen van het auteursrecht, of eigenlijk elke wet, een antwoord geven op drie vragen: 1. Wie beschermt de wet? 2. Wie beloont de wet? 3. Wie verliest er door de wet?
Momenteel is het auteursrecht vooral gericht op de rechthebbende. Het is de rechthebbende die beschermd en beloond wordt. Veel consumenten hebben het idee dat in de huidige situatie zij degenen zijn die de boot missen. Ze zien gewoon niet hoe het auteursrecht hen voordelen biedt. In die zin denk ik dat het auteursrecht flexibeler moet worden. “
“Voor veel mensen is file-sharing een geaccepteerde manier va consumptie. Het zoeken naar een oplossing zou daar moeten beginnen. Het marginaliseren van file-sharers brengt de oplossing niet dichterbij. Integendeel, dat verergert de zaak alleen maar.”
Einde citaat.
Voor mij persoonlijk is dit de kern. Het recht wordt gebruikt om een achterhaalde toestand te handhaven. Uiteindelijk is dit kansloos. De grote vraag voor mij is: waarom toch? waarom toch zo vasthouden aan vroeger? Ik zelf kom dan op korte-termijn belangen, geld, macht.
Op argumenten is zo’n strijd denk ik nauwelijks te winnen, de partijen draaien al sinds eind jaren ’90 om elkaar heen. Alles is gezegd.
Grote vraag is: hoe kom je een stap verder in het debat?
Ik denk dat de voornaamste bijdrage wordt geleverd door de uploaders en downloaders en die met hun daden het oude systeem slopen. Laten we wel wezen, systemen veranderen niet op basis van argumenten maar op basis van de “feiten op de grond”.
@Piet: Ik denk dat het feit dat de wetgever wel een onderscheidt maakt tussen verhuur van auto’s en DVD’s niet gedragen wordt door het overgrote deel van de bevolking, die dit maar een heel vreemd onderscheidt vindt. De reactie van Hgndrn @ 27 geeft dit in zekere zin al aan: de wet is hier geen weerspiegeling van de mores van de gemiddelde Nederlander.
Ook de vergelijking van het slaan van vrouw en kinderen gaat hierin mank: er zijn geen camera’s nodig om dit te detecteren: de vrouw kan (en zal hopelijk) dit zelf wel kenbaar maken. Het downloaden van materiaal is echter breed geaccepteerd, dus zal niemand dat echt aankaarten.
Indien het huidige auteursrecht wel 100% zou worden gehandhaafd (gesteld dat dat kan), dan ben ik ervan overtuigd dat bij de volgende verkiezingen de Piratenpartij een dusdanige monsterzege zou halen dat het hele auteursrecht een week later op de schop gaat. Voor mensen die dit voorstaan heb ik dus maar een advies: Be careful what you wish for!
Ik ben inderdaad geen voorstander van zogenaamde “billijke vergoedingen”, om precies dezelfde redenen: er is nauwelijks een zinnige manier om een billijke vergoeding vast te stellen. We moeten wel goed nadenken over hoe we in de veranderde omgeving het opnieuw zo inrichten dat werken gemaakt kunnen worden en zo effectief en breed mogelijk beschikbaar zijn. Dat ik constateer dat het historische systeem niet meer werkt, legt nog niet de plicht op mij een werkbaar alternatief systeem voor te stellen…
Ik ben het met je eens dat het model van vooraf betalen voor een prestatie alleen dan werkt als de prestatie enigszins kwantificeerbaar is, wat voor een uitvoering van Beethoven, een vertaling, of het verzamelen van feiten en opinies redelijk kan werken (vandaar dat kranten bv. eigenlijk nauwelijks auteursrecht nodig hebben — een termijn van twee of drie dagen zou daar genoeg zijn), maar dat dat voor geheel nieuwe creatieve werken een stuk lastiger is: hoe weet ik van te voren dat een nieuwe Harry Potter in de smaak gaat vallen?
Tenslotte heeft volgens Hgndrn gelijk: het feitelijk gedrag van de consument zal uitgevers en makers dwingen zich hier op aan te passen; ongeacht de wat de wet zegt, en dus nieuwe modellen ontwikkelen die niet afhankelijk zijn van het afdwingen van auteursrecht in de priv?sfeer.
@Hgndrn:
Natuurlijk is juist de lange termijn belangrijk: dat er ook in de toekomst nog nieuwe werken worden gecre?erd. Als dat niet nodig zou zijn, dan is er inderdaad geen reden om het auteursrecht te handhaven.Het geciteerde betoog vind ik niet erg overtuigend. Waarom zou het marginaliseren van file-sharers de oplossing niet dichterbij brengen? Als filesharing marginaal is en blijft is er geen probleem. Dat is het mooie van het auteursrecht: het gaat om de grote aantallen; 100% handhaving is nergens voor nodig.
Welke oplossing je ook uiteindelijk ook zou willen kiezen, zolang je de creatie van nieuwe werken op een schaal als nu in stand wilt houden, zal er geld naar de rechthebbenden moeten vloeien. Dat geld moet van de burger komen. Dat kan door belasting te heffen. Dat kan door te heffen op internetaansluitingen. Dat kan door af te rekenen voor daadwerkelijke consumptie. Het laatste is in ieder geval het “eerlijkst”, vanuit sociologisch oogpunt volgens mij ook niet onbelangrijk.
@Jeroen:
Ik legde uit waarom 100% handhaving niet nodig is. Als dat niet nodig is bij een verbod om je vrouw te slaan (en dat is het niet), dan is het al helemaal niet nodig bij auteursrechtelijke verboden. Gedeeltelijke handhaving kan ook zonder te kijken wat er in de huiskamer gebeurt. Bewust kinderporno downloaden is strafbaar, toch kijkt de overheid niet de hele tijd met je mee. De overheid heeft bij mijn weten nooit overwogen om te proberen het verbod op bewust downloaden van kinderporno voor 100% te handhaven.Noem eens iemand die een verklaard voorstander is van 100% handhaven van het auteursrecht?
Dat is waar, maar je kunt dan niet al te ontevreden zijn dat het huidige systeem vooralsnog blijft gehandhaafd.
Wat het begrip “billijke vergoeding” betreft, het HvJ EU heeft daar in de zaak C-467/08 recent een arrest over gewezen.
@30: Ik ben in het geheel niet tevreden met de huidige situatie, met name vanwege de enorme welvaartsverliezen die dit systeem met zich meebrengt. Het maakt via juridische weg onmogelijk wat door technologische mogelijkheden nu wel heel goed kan. Dat mensen het bestaande systeem massaal omzeilen is hiervoor een duidelijk bewijs, maar kan niet compenseren voor de grote verliezen die het systeem nu met zich meebrengt.
Ik denk dat iedereen die de wet serieus neemt ernaar streeft dat de spelregels worden nageleefd. De meeste wetten worden niet nageleefd door afgedwongen handhaving, maar omdat (vrijwel) iedereen het gewoon doet omdat ze het ermee eens zijn: er is consensus over. Gedoogbeleid is in die zin een falen van het politieke proces, het ontbreken van een consensus, dat leidt tot een systeem waarin ongelijkheid en willekeur troef is. Het lijkt me dat we dat met zijn allen niet willen.
Dezelfde problematiek zie je in het drugsbeleid, waarbij de wetgever ook gigantisch out-of-touch is met de realiteit, en uiteindelijk een gigantisch handhavingsapparaat in het leven roept, dat voornamelijk zichzelf probeert in stand te houden. Als je je realiseert dat de helft van het politieapparaat aan drugsgerelateerde criminaliteit zijn brood verdient, dan moet je geen oprechte oplossing van drugsproblemen uit die hoek verwacht: dat zou broodroof zijn — en na de war on drugs, is er steeds meer een war on copyright aan het ontstaan, waarin systemen worden opgezet die niets bijdragen aan de cultuur, maar wel zichzelf als bureaucratische monsters in stand willen houden. Ik herinner me bv dat rechtenorganisaties hier in Nederland actief gelobbyd hebben voor het “volgrecht”, iets waar lang niet alle betrokken kunstenaars voorstander van waren, maar dat wel lekker dik betaalde baantjes voor de betrokken organisaties kon opleveren.
In de definities van het begrip “billijke vergoeding” zitten natuurlijk een aantal behoorlijke kromme redenaties. Zo wordt er in het genoemde arrest gesproken over “invoeren van een uitzondering voor priv? gebruik”, terwijl een dergelijke beperking van het auteursrecht er van meet af aan heeft ingezeten. Het gaat over potentieel verlies aan inkomsten hiervoor, maar gaat voorbij aan het feit dat zo’n verlies niet bestaat, juist omdat het auteursrecht zich nooit heeft uitgestrekt tot dat gebied. Iets vergelijkbaars geld bijvoorbeeld voor het leenrecht: ook dat is een zeer recente innovatie.
Op dezelfde kromme manier zou je een “billijke vergoeding” voor het citaatrecht in het leven kunnen roepen: natuurlijk is er nu geen markt voor het verkopen van “citaatlicenties,” want het mag gratis, maar als we dat recht afschaffen is die er misschien wel. Stel dat we een paar mensen zo gek vinden een “citaatlicentie” te kopen, dan hebben we kennelijk een marktprijs bepaald, blijkbaar dus billijk. Nu kunnen we die lekker aan iedereen gaan vragen, niettegenstaande het feit dat het vroeger gewoon mocht.
Ik denk dus dat we hier niet teveel naar de juridische fijnslijpers moeten luisteren, maar terug naar de basis: waarvoor dient dat auteursrecht nou eigenlijk, en vaststellen wat dan minimaal nodig is om dat beoogde doel te behalen.
Gelukkig heeft het Hof volgens mij ook wel eens bepaald dat een “billijke vergoeding” nul kan zijn. Zo kan het dat je in Luxemburg wel kopie?n van CD’s voor eigen gebruik mag maken, maar dat er geen heffing zit op lege media.
Welvaartsverliezen ten opzichte van welke situatie? Waarmee vergelijk je, als je geen alternatief hebt?
Zat de thuiskopie-exceptie al in de oorspronkelijke Auteurswet 1912? Ik betwijfel dat ten zeerste.
Hoe dan ook legt het HvJ EU slechts de richtlijn uit. Het staat de (Europese) wetgever natuurlijk vrij om die richtlijn te veranderen.
Ah, dat had ik nog niet gezien. Dat is ook voor de Nederlandse situatie niet zonder belang.
@33: Vergelijken is inderdaad moeilijk, omdat het internationaal nu redelijk is gelijkgetrokken. Maar vergelijk het met de Amerikaanse situatie in de jaren 50, veel korter auteursrecht, zeker niet minder boeken beschikbaar dan in het VK. Het probleem is idd dat de schade moeilijk kwantificeerbaar is.
De thuiskopie heette misschien niet zo, maar het maken van kopie?n voor eigen studie en gebruik is al heel oud. Natuurlijk was het in 1912 wat lastiger te effectueren gegeven de technologie. Ik zal ’s kijken of ik die oorspronkelijke wet kan opduiken, of dat de Beaufort er iets over zegt…
Gevonden in de Beaufort, Het Auteursrecht in het Nederlandsche en Internationale Recht:
Dat lijkt me redelijk oude jurisprudentie voor het bestaan van de mogelijkheden van de thuiskopie.
Mooi gevonden, al kan ik er nu natuurlijk op wijzen dat de Auteurswet 1912 in 1891 nog niet in werking was getreden ;). Maar je hebt dus inderdaad een punt. Wat De Beaufort beschrijft lijkt wel heel veel op de thuiskopie-exceptie…
Terzijde, ik vind rov. 58 van het arrest zeer zwak. Ter ondersteuning van het oordeel in rov. 57 dat het voor de billijke compensatie voldoende is dat de drager gebruikt kan worden voor het maken van een thuiskopie overweegt het Hof:
Het Hof lijkt hier verveelvoudigen te verwarren met openbaren. Voor een openbaarmaking is het voldoende dat het werk ter beschikking wordt gesteld aan het publiek; het is niet nodig dat iemand daadwerkelijk kijkt. Dat is wat C-306/05 zegt. Daaruit kun je niet afleiden dat een “mogelijke” verveelvoudiging moet worden aangemerkt als een verveelvoudiging.Laat ik ook eens een duit in het zakje doen: Een situatie waarin het ‘handhavingspercentage’ erg laag is, is misschien economisch haalbaar, maar het gevolg is dat je een grote oneerlijkheid krijgt: er zijn dan een paar kopieerders die grote boetes moeten betalen doordat ze betrapt zijn, maar daarnaast zijn er ook hele volksmassa’s die ongestraft gratis door blijven gaan. Dat is geen recht, dat is willekeur. Je krijgt dan een erg ongezonde relatie tussen de handhaver en de samenleving, waarbij grote delen van de samenleving een angst/haat-houding tegenover de handhaver hebben. Niet het soort samenleving waarin mensen onbezorgd kunnen leven.
Ik denk dat het beter is om na te denken over manieren om auteurs te belonen in een samenleving waarin iedereen vrij is om te kopi?ren en te delen. En dat hoeft echt niet te leiden tot het zelfde aantal werken als we nu produceren. Doordat werken dankzij digitale, foutvrije kopieermethoden effectief het eeuwige leven hebben, kunnen we voor een onbeperkte variatie aan amusementsaanbod putten uit de decennia die achter ons liggen.
Denk aan de werken van klassieke componisten, en van iemand als Shakespeare: die werden gemaakt in een tijd zonder copyright. Misschien lag het productie-tempo toen niet zo hoog als nu, maar de echte topproducties van toen waren wel zo goed dat we er nu nog steeds van genieten. Weliswaar is een aantal van deze werken tot stand gekomen m.b.v. overheidssteun, maar goed: ook dat is een businessmodel.
Er zijn misschien mensen die problemen hebben met overheids-financiering. Toch denk ik dat het wel valt te verdedigen: * Het hoeft niet het enige aanbod te zijn, en de overheid krijgt dus geen absolute macht over content. Vergelijk het met de publieke en commerci?le omroepen die naast elkaar bestaan. Private producties kunnen tot stand komen met open source / community based modellen, of het eerder genoemde “vooraf betalen” model. Er zijn genoeg modellen bedacht, en nee, die werken niet altijd, maar ik heb er wel vertrouwen in dat mensen voor de meeste situaties werkbare modellen kunnen ontwikkelen. De overheid zou dan de ‘ontbrekende stukjes’ kunnen invullen.
De overheid is misschien niet zo effici?nt als de markt waar het gaat om het peilen waar mensen behoefte aan hebben, maar peilen is wel degelijk mogelijk. Je zou iedereen kunnen vragen naar zijn/haar top 10 van meest waardevolle muziek / films / software / boeken, en makers aan de hand daarvan belonen.
Een andere vorm van kennis, wetenschap, is met overheidsgeld groot geworden, zonder auteursrechtelijke bescherming. Bij wetenschappelijke kennis heeft men juist in een vroeg stadium erkend dat dit ‘open’ en voor iedereen beschikbaar moet zijn.
36 Voorlopig is de huidige overheid de andere kant op gegaan; het btw-tarief voor culturele evenementen is verhoogd naar 19 ipv 6 procent en de subsidiekraan is volledig dichtgedraaid voor theaters.
Wanneer je zou gaan peilen naar populariteit ga je eenheidsworsten cre?ren, zoal de programma’s die op de commerci?le zenders te vinden zijn (IMO bagger). De culturele juweeltjes worden vaak pas achteraf erkend.
De wetenschap is minder open dan je denkt; de farmaceutische industrie gebruikt (lees: misbruikt) elke juridische mogelijkheid om concurrenten te dwarsbomen. Vele delen van ingredi?nten voor medicijnen zijn gepatenteerd en mogen niet worden toegepast door de concurrentie. In het geval farmacie zou globale overheidssteun wel het beste zijn, en de produktie niet met licenties af te schermen, zodat meerdere bedrijven kunnen produceren. Bovendien is de hoogte van de huidige budgetten voor ontwikkeling bekend, zonder de kosten voor patenten/octrooien zijn deze stukken lager en kan er puur op onderzoek gefocust worden. Ik vind de farmaceutische industrie een ander verhaal dan de entertainmentindustrie; de farmacie is in het algemeen belang.
@ #37:
Het zelfde geldt voor het gros van wat Hollywood nu produceert. Het verschil is wel dat in Hollywood populariteit ‘verplicht’ is, omdat je anders je geld niet terugverdient. Een overheid heeft tenminste nog de vrijheid om soms af te wijken van het meest gevraagde. Uit jouw opmerking volgt bijvoorbeeld impliciet dat publieke omroepen {minder|geen} eenheidsworst leveren.Overigens verwacht ik de meeste creativiteit in de hoek van de onafhankelijke producenten, die low-budget iets in elkaar zetten vanwege de passie die ze voor hun idee hebben.
Je geeft zelf aan hoe het gebrek aan openheid in de huidige wetenschapspraktijk tot misstanden leidt. Dat bevestigt dus precies mijn punt. En nee, het is niet ‘minder open dan ik denk’: ik heb op dit punt helemaal geen illusies. Als ik het heb over het succes van het ‘open’ wetenschappelijke model, dan heb ik het over de ontwikkeling van de wetenschap tot aan de twintigste eeuw. Zeg maar, ruwweg, van Newton tot Einstein.
Als entertainment niet in het algemeen belang is, dan hoef je ook niet hele bevolkingsgroepen te criminaliseren met een auteurswet om de auteurs te beschermen.
Mensen die tegen overheidssubsidies op creatieve produkties zijn, moeten beseffen dat de auteurswet ook een middel is waarmee de overheid in de maatschappij ingrijpt. Ik denk dat niet-exclusieve(*), overheids-gesubsidieerde producties, vergelijkbaar met de publieke omroepen of met de open ontwikkeling van wetenschap, in de moderne samenleving minder verstorend zijn dan het auteursrecht.
(*) daarmee bedoel ik dat de overheid geen ‘productie-monopolie’ moet opeisen. Net zoals bij de omroepen en de wetenschap moet er alle ruimte zijn voor onafhankelijke ontwikkelaars.
@ #38: Uiteraard is er sprake van een algemeen belang bij entertainment/cultuur, maar minder dan bijvoorbeeld (levensreddende) medicijnen. Ik denk dat we qua opinie heel dicht bij elkaar zitten. Cultuur is de spiegel van een samenleving/beschaving. Het is IMHO echt een belachelijke actie van de huidige regering om de BTW voor culturele evenementen op te krikken naar 19% ipv 6% en veel subsidies in te trekken. Het had wat minder resoluut gekund. Theaters gaan zware tijden tegemoet (i.t.t. bioscopen)
Om weer On Topic te komen; Wat betreft hervorming van het auteursrecht, met name voor de entertainmentindustrie, denk ik dat verkorting van de duur passend in deze tijd moet zijn (bijv. muziek <=1 jaar na publicatie/uitgifte). Alles gaat sneller en de wetgeving ijlt na. Nieuwe muziek vindt vaak zijn oorsprong uit delen van bestaand werk. Wanneer de termijn verkort wordt komt dit de creativiteit ten goede.
Bovendien zou het auteursrecht IMO niet mogen vervreemden, dus de werken blijven eigendom van de artiest, en niet van de ‘financierende platenmaatschappij’, tenzij deze ingehuurd is en geen financi?le verplichting (lening/voorfinanciering) aangaat. Verder moet priv?gebruik (dus gebruik zonder winstoogmerk) vrijgesteld zijn.
Maar een situatie als die van “Bitter sweet symphony” (The Rolling Stones vs The Verve) is niet gewenst. The Verve heeft niets verdiend aan het nummer, sterker nog: het liet de kassa rinkelen bij de Stones. Een goede reden om de duur flink aan te pakken.
De oude distributiemethodes en verdienmodellen veranderen, of de industrie dit nu wil of niet. CD en DVD zullen verdwijnen, net als vinyl, cassettebandjes, telefoons met een draadje, videobanden, floppy discs, USB-sticks, etc. Bij elk nieuw medium schreeuwt de industrie moord en brand (herinnert u zich “Home taping is killing music” nog?) en probeert de status quo koste wat het kost te handhaven. En de lobby is succesvol. 70 jaar is toch absurd?
Het merkenrecht is afdoende om de inkomsten van de artiest (merchandise en concerten) enigszins zeker te stellen. Dat is toch het voornaamste doel van het auteursrecht? De bescherming van auteurs/artiesten? Er zijn legio artiesten die met ‘gratis muziek’ heel wat geld binnen halen (bijv Trent Razor, Radiohead etc.).
Voor boeken kan er uiteraard wel een langere termijn gehanteerd worden.
Ik ben geen jurist, maar besef wel hoe lastig het is om een goede, sluitende wet te maken. Daar komt nog eens bij, dat we niet meer op een eiland zitten, maar ook met omringende landen een verbond zijn aangegaan (EU), waar ook weer wetgeving wordt gemaakt.