Blogdialoog: Nu in boekvorm verkrijgbaar

blogdialoog-boek-cover.pngVoldoet het auteursrecht in een tijdperk waarin het kopiëren en verspreiden van informatie zo gemakkelijk is? Belemmert het auteursrecht innovatie in de online omgeving, of zorgt het juist voor een impuls voor creatievelingen? Moet downloaden verboden worden, of staan burgerrechten onder druk om een trage bedrijfstak te beschermen?

Van september tot december 2010 voerden Arnoud Engelfriet en Future of Copyright gezamenlijk een blogdiscussie. Op de respectievelijke blogs (www.iusmentis.com en www.futureofcopyright.com) plaatsten de auteurs hun mening en traden met bezoekers in discussie. De dertien bijdragen zijn nu gebundeld verkrijgbaar via Lulu.com (

De bundel is via Lulu.com verkrijgbaar! Het boek kost 9,95, het e-boek is gratis.

Arnoud

Blogdialoog: Waar gaan we heen? (toekomst van auteursrecht)

copyright-protect-pirates.pngAuteursrechtenblog Futureofcopyright en ik gaan de komende tijd in dialoog over de toekomst van het auteursrecht. Elke zaterdag vind je hier of bij Future of Copyright een nieuwe post in de serie. We reageren op elkaars stellingen en hopen met een inhoudelijke discussie verder te komen in complexe auteursrechtelijke vraagstukken.

Ja, het was me de dialoog wel. We hebben geworsteld met een paar fundamentele vragen. Wie beslist over exploitatie van een werk? Hoe gaan we om met het conservatisme bij rechthebbenden? Hoe gaan we om met uitzonderingen in het auteursrecht? Eén vraag blijft open: hoe nu verder?

Ik zie grofweg twee problemen, hoewel FOC waarschijnlijk liever heeft dat ik “uitdagingen” zeg (want “disbalans” mocht ook al niet). Twee uitdagingen: hoe trekken we de markt voor digitale werken vlot, en hoe maken we de Auteurswet eerlijk voor zowel auteurs als gebruikers?

Iedereen is het er wel over eens dat de markt voor legaal aanbod nu onder de maat functioneert. Dit zit hem vooral in de krampachtige houding van de grote rechthebbenden: die zien weinig been in nieuwe bedrijfsmodellen voor digitale exploitatie. Voor een deel zal meespelen dat die modellen lastig op te zetten zijn (en riskanter te exploiteren), maar voor een deel ook dat men liever de bekende kanalen uitmelkt en niet wil innoveren voordat het echt zou moeten. Om auteursrechtenprof William Patry weer te citeren:

I cannot think of a single significant innovation in either the creation or distribution of works of authorship that owes its origins to the copyright industries.

Ik denk dus dat het niet genoeg is om te wachten op de rechthebbenden. Het door FOC beloofde contentplatform voor pay-per-view zie ik er op korte termijn niet van komen – en op middellange termijn ook niet (mijn aanbod voor het kistje wijn staat nog steeds).

Voor de tweede uitdaging – de uitzonderingen – zie ik een sterk vergelijkbaar probleem. Het huidige stelsel werkt niet goed. Een aparte uitzondering voor user-generated content lijkt me op zich een goed idee, maar lastig te formuleren. FOC zegt daarover terecht:

Technische ontwikkelingen en toepassingen volgen elkaar tegenwoordig in een dergelijk snel tempo op, dat tegen de tijd dat de UGC-exceptie zou worden ingevoerd, er vast alweer een nieuwe technologische toepassing om een nieuwe exceptie roept.

Het grote voordeel van een expliciete UGC-exceptie is dat je een duidelijk signaal afgeeft dat je de UGC-cultuur erkent als legitiem. Bovendien geef je rechtbanken de ruimte om nieuwe toepassingen te erkennen onder de UGC-exceptie, zonder dat de wet daarvoor op de schop moet. Zoals FOC het zegt:

Voor wie niet duidelijk is of aanvoelt welk (her)gebruik fair is, zullen nieuwe rechtszaken daar vanzelf duidelijkheid in scheppen.

Maar daar zit het tweede fundamentele probleem, pardon uitdaging. Want hoe duidelijk we de wet ook maken, er zit een disbalans in de positie van rechthebbenden ten opzichte van gebruikers.

Rechthebbenden zijn repeat players in het recht: ze procederen graag, veel en vaak, om hun positie te beschermen. Daar hebben ze immers alle belang bij, want elk gebruik dat onder een exceptie is toegestaan, levert hen geen geld op. Omgekeerd zijn gebruikers van werk meestal one shot players: zij meenden dat iets mocht en krijgen daar een factuur voor. Daarover procederen is lastig en duur voor hen, dus laten ze het er maar bij.

We hebben dit in het verleden regelmatig gezien. Denk maar aan de krantenuitgevers die dankzij procederen digitale knipselkranten niet meer hoefden te tolereren (een gevalletje voortschrijdend exploitatie-inzicht). Of aan deze zaak waarin de rechthebbende de persexceptie zó interpreteerde dat deze volgens de rechtbank “volledig zinledig [zou] zijn”. Gelukkig werd dat afgewezen, maar men blijft het proberen. Net als in alle rechtszaken rond linksites, torrentsites en FTD waarin men blijft proberen linken als openbaarmaken aan te laten merken.

In de VS zie je dat bijvoorbeeld in muziek en film fair use juist <A HREF=”http://books.google.nl/books?id=2eIv86spUR0C->minder wordt ingeroepen. Voor samples en flitsen wordt gewoon betaald, en logo’s en werk dat per toeval in beeld komt, wordt uitgeblokt om claims te vermijden. Lessigs favoriete voorbeeld is een documentairemaker die een flits van vier seconden The Simpsons moest verwijderen omdat hij de tienduizend dollar (nietcommercieel tarief) niet kon betalen en niemand durfde te garanderen dat dit fair use zou zijn.

Dit is een heel fundamenteel probleem. Wie werk als zijn eigendom ziet, is inherent geneigd het te verdedigen tegen alles waar hij geen zin in heeft. En wanneer de maatschappij creatieve werken als eigendom ziet, is elk gebruik zonder toestemming eigenlijk bij voorbaat al verdacht. Door iemands tuin lopen is niet netjes, en stukjes tekst overnemen eigenlijk ook niet. En die piraat zal vast wel een mooi verhaal hebben (“geen schade”, “overpad”, “citaatrecht”) maar het blijft gebruik van andermans werk zonder te betalen.

Daarom denk ik dat je er niet aan ontkomt om van het eigendomsdenken af te stappen en naar een fundamenteel andere aanpak te gaan, waarbij makers en gebruikers een even sterk uitgangspunt krijgen. Eén waarbij een rechthebbende niet kan besluiten dat een nieuwe innovatie onwenselijk is of een exceptie kapodt kan procederen. Maar hoe dat precies moet worden ingevoerd, weet ik ook niet. 🙁

Arnoud

Blogdialoog: Fairness (toekomst van auteursrecht)

tros-wondere-wereld-chriet-titulaer-computer-mac-internet.jpgAuteursrechtenblog Futureofcopyright en ik gaan de komende tijd in dialoog over de toekomst van het auteursrecht. Elke zaterdag vind je hier of bij Future of Copyright een nieuwe post in de serie. We reageren op elkaars stellingen en hopen met een inhoudelijke discussie verder te komen in complexe auteursrechtelijke vraagstukken.

Deze week de laatste bijdrage van Future of Copyright:

Arnoud vraagt zich in zijn voorlaatste post af hoe we in het auteursrecht de échte balans tussen maatschappij en rechthebbende weer terug kunnen krijgen. Ik zou niet zozeer willen zeggen dat we de balans terug moeten brengen (dat zou betekenen dat er een disbalans is), maar eerder dat we de balans kunnen verbeteren. De aanscherping en bijstelling van de balans lijkt me een continue proces, zeker in het licht van de snelle technologische, digitale ontwikkelingen die het (her)gebruiken en delen van auteursrechtelijk beschermde content mogelijk maken.

Lees verder bij Future of Copyright en reageer daarna daar én hier 🙂

Volgende week mijn afsluiter!

Arnoud

Blogdialoog: Omgaan met uitzonderingen (toekomst van auteursrecht)

ondergang-buma-recht-parodie-fair-use.pngAuteursrechtenblog Futureofcopyright en ik gaan de komende tijd in dialoog over de toekomst van het auteursrecht. Elke zaterdag vind je hier of bij Future of Copyright een nieuwe post in de serie. We reageren op elkaars stellingen en hopen met een inhoudelijke discussie verder te komen in complexe auteursrechtelijke vraagstukken.

Is een uitzondering voor user-generated content haalbaar, vroeg FOC me vorige week. Zo’n uitzondering zou betekenen dat gewone internetters zonder toestemming werken mogen remixen, bewerken, combineren en transformeren tot eigen uitingen – én die online mogen zetten natuurlijk. Zo’n uitzondering lijkt me een goed idee. We leven vandaag de dag in een beeld/geluid/remixcultuur, en de wet dient dat te ondersteunen.

Wel lijkt het me heel lastig om deze uitzondering goed te formuleren. Hoe wil je onderscheid maken tussen ‘users’ en ‘non-users’? Waar houdt de blogger op en begint de krantensite? Is een fotosoep-actie nog UGC als ze op een blog met advertenties staan? En hoe trek je de grens tussen legale UGC en illegale piraterij?

De Europese Commissie heeft ooit een generieke uitzondering voor transformerend gebruik bepleit. Kort gezegd komt die erop neer dat het nieuwe werk een duidelijk eigen karakter moet hebben en niet alleen maar een lichte bewerking van een ander werk moet zijn. Dat lijkt me wel een goed idee. Je vermijdt zo het onderscheid tussen users en professionals en focust om waar het om gaat: mogen remixen en bewerken, in plaats van simpelweg reproduceren.

Mijn grote zorg bij een dergelijke uitzondering blijft: gaat hij wel werken? We hébben immers al de nodige uitzonderingen in de Auteurswet: de parodie-exceptie, het citaatrecht, de kopie voor strikt eigen gebruik, het “incidenteel ondergeschikt gebruik”, zesentwintig reproregelingen met bijbehorende incassostichting, de kunst op openbare plaatsen, de gemeentezang bij erediensten en ga zo maar door. De een wat duidelijker dan de ander, sommige vaker ingezet dan andere en niet allemaal even nuttig bij internetdiensten.

Maar allemaal met hetzelfde probleem: wil je je erop beroepen, dan moet je naar de rechter. Daarmee neem je een fiks risico, want als je verliest moet je de totale factuur van de advocaat van de wederpartij vergoeden. En neem van mij aan, die zijn duur. De rechthebbende heeft daarentegen over het algemeen geld zat om het op een procedure aan te laten komen, en geen advocaat die je kan garanderen dat je die zult winnen.

FOC’s voorbeeld van de Untergangparodie laat dat mooi zien. Het is evident dat dit een parodie is, en dat je die filmpjes met je eigen al dan niet flauwe ondertitels dus gewoon online mag zetten. Maar één claim van de rechthebbende en ze gaan offline. Gewoon, omdat het kan. Of die claim nu terecht is of niet.

We kunnen dus wel een UGC-exceptie invoeren, en een betoog tegen de driestappentoets is wellicht ook wel te verzinnen. Maar waarom zou ook maar één rechthebbende zich laten weerhouden door zo’n wetstekst om gewoon een claim in te dienen als een hem onwelgevallig filmpje online staat?

Laat ik het algemener vragen. Hoe krijgen we de échte balans weer terug in het auteursrecht – de balans tussen maatschappij en rechthebbende? Hoe zorgen we ervoor dat wetten en praktijk rond auteursrecht niet alleen maar de exclusieve rechten dienen, maar ook de belangen van de gebruikers?

Arnoud

Blogdialoog: Keeping the balance (toekomst van auteursrecht)

balans-geld-rechten-uitzonderingen.jpgAuteursrechtenblog Futureofcopyright en ik gaan de komende tijd in dialoog over de toekomst van het auteursrecht. Elke zaterdag vind je hier of bij Future of Copyright een nieuwe post in de serie. We reageren op elkaars stellingen en hopen met een inhoudelijke discussie verder te komen in complexe auteursrechtelijke vraagstukken.

En daar zijn we weer, na een paar weken iets minder activiteit komt nu Future of Copyright met een reactie op mijn recente blogs over de uitzonderingen in het auteursrecht.

Het is voor de rechtvaardiging van het toekennen van een exclusief recht (zoals auteursrecht) inderdaad van groot belang dat daar ook wettelijke excepties op bestaan. … Dat contenteigenaren als kranten nieuwe digitale exploitatievormen en businessmodellen zoals digitale (knipsel)kranten ontwikkelen, lijkt mij – met de huidige downloaddisussie in het achterhoofd – echter iets dat juist aangemoedigd moet worden. Zeker, de free flow of information moet goed worden beschermd, maar de dienst van een krantenuitgeverij die in zijn dienstverlening met de tijd mee gaat ook. Al kost het ze soms even wat tijd om die te ontwikkelen.

Lees verder bij Future of Copyright en reageer daarna hier (én daar)!

Arnoud

Blogdialoog: Hoe bewaren we de balans (toekomst van auteursrecht)

driestappentoets-three-steps.jpgAuteursrechtenblog Futureofcopyright en ik gaan de komende tijd in dialoog over de toekomst van het auteursrecht. Elke zaterdag vind je hier of bij Future of Copyright een nieuwe post in de serie. We reageren op elkaars stellingen en hopen met een inhoudelijke discussie verder te komen in complexe auteursrechtelijke vraagstukken.

Omdat Future of Copyright vorige week met vakantie was, is het een beetje moeilijk reageren. Vandaar dat ik maar alvast een nieuw onderwerp aansnijd dat me al een tijdje dwars zit in verband met de wettelijke uitzonderingen (waar ik twee weken terug over begon). Denk aan citaatrecht, het recht van parodie of het recht om een thuiskopie te mogen maken.

Die uitzonderingen zitten in de wet omdat het auteursrecht een balans moet bieden: aan de ene kant een stimulans voor auteurs om werken te maken, en aan de andere kant de mogelijkheid voor de maatschappij om die werken te gebruiken. Als auteurs te weinig bescherming krijgen, zullen ze waarschijnlijk minder werken gaan maken, en onder een bepaalde grens is dat niet langer aanvaardbaar. Omgekeerd is het ook onwenselijk dat auteurs onbeperkte bescherming krijgen, want dan gaan werken ‘op slot’ en wordt voortbouwen op andermans werk of gebruik van cultureel erfgoed onmogelijk.

Er zit echter sinds een tijdje een mechanisme in de wet dat de rechthebbenden per definitie een voordeeltje geeft: als een uitzondering hen te lastig wordt, dan kan deze opzij gezet of uitgeschakeld worden. Dit mechanisme heet de driestappentoets en staat in artikel 5 van de Auteursrechtenrichtlijn. Deze toets zegt dat een beperking op het auteursrecht slechts mag als aan drie eisen is voldaan:

  1. Het moet gaan om “bepaalde bijzondere gevallen”.
  2. Er wordt geen afbreuk gedaan aan de normale exploitatie van de werken.
  3. De wettige belangen van de rechthebbende worden niet onredelijk geschaad.

Nu klinkt dat heel logisch en eenvoudig. Als het auteursrecht is bedoeld om exploitatierechten bij de auteur neer te leggen, dan moet een wetgever daar niet zomaar doorheen gaan fietsen en allemaal brede uitzonderingen in gaan voeren. Ineens het verveelvoudigingsrecht afschaffen kan niet, dat doet afbreuk aan de normale exploitatie. Maar een recht om stukjes te mogen citeren mag wel: dat schaadt de belangen van rechthebbenden niet want deze verkopen geen stukjes werk.

Maar let op: wanneer een rechthebbende een manier bedenkt om zijn werk op een nieuwe manier te exploiteren, dan valt die manier vanaf dan ook onder “normale exploitatie” en dienen wettelijke uitzonderingen daarvoor te wijken (Hugenholtz 2000). Concreet: als rechthebbenden hun teksten niet meer per artikel maar per zin gaan licentiëren, dan doet citeren van vijf zinnen ineens afbreuk aan de normale exploitatie.

Vergezocht? Nou, Associated Press doet het al. Vijf woorden gebruiken? Dat is dan $12,50 alstublieft. (Maar fair use dan? Tsja, ook het Amerikaanse fair use is in strijd met deze toets.)

Een iets minder vergezocht voorbeeld is de knipselkrant. In 2005 oordeelde de Haagse rechtbank dat een digitale knipselkrant niet mag worden opgezet zonder toestemming van de rechthebbenden. Dit terwijl in 1995 nog de Hoge Raad papieren knipselkranten legaal verklaarde. Het verschil? Ik citeer de rechtbank:

waar het gebruik van nieuwsberichten een economisch zelfstandige betekenis krijgt en die ook een exploitatiebelang van rechthebbenden raakt, bijvoorbeeld omdat rechthebbenden in die behoefte met behulp van dienstverlening voorzien. Nieuwe technologieën leiden tot het ontstaan van een nieuwe markt voor informatielevering op maat vanuit informatiedatabanken en elektronische nieuwsdiensten.

Oftewel: toen nieuws per krant werd verkocht, was het niet zo erg dat mensen wat knipselden en dat doorverkochten. Maar nu nieuws per artikel wordt verkocht, moeten die mensen daar per direct mee ophouden want dat is nu de normale exploitatie geworden.

In Nederland was in 2008 veel ophef over dat vonnis dat downloaden illegaal verklaarde omdat de

uitleg [van de thuiskopieregeling], waarbij ervan wordt uitgegaan dat een privé-kopie van een illegale bron legaal is, is in strijd met de drie-stappen-toets

Eenzelfde redenering kun je ophangen voor elke andere nu legale vorm van gebruik van een werk. Wat te denken van de reservekopie van software of e-boeken? Bied als rechthebbbende een optie “Download een extra exemplaar voor 50 cent” en de reservekopie kan het raam uit. Regel dat e-boeken een week te huur zijn en we kunnen bibliotheken afschaffen. En ga zo maar door, ook voor nieuwe manieren om werk te presenteren die nu nog niet eens technisch haalbaar zijn. In alle gevallen geldt: zodra rechthebbenden een manier weten om daar geld voor te vragen, kan en mag die vorm van gebruik alleen nog in ruil voor geld.

Hoe we de Auteurswet ook hervormen: zolang deze toets blijft bestaan, komen we vanzelf weer uit bij een situatie waarin de rechthebbenden vrijwel volledige controle over elk gebruik van hun werk krijgen en wettelijke uitzonderingen één voor één worden uitgekleed. Ik vind dat hoogst zorgelijk, zeker gezien het conservatisme van rechthebbenden. De driestappentoets verstoort de balans tussen makers en gebruikers op een onaanvaardbare wijze.

Arnoud

Blogdialoog: Wat vinden jullie eigenlijk?

Auteursrechtenblog Futureofcopyright en ik gaan de komende tijd in dialoog over de toekomst van het auteursrecht. Elke zaterdag vind je hier of bij Future of Copyright een nieuwe post in de serie. We reageren op elkaars stellingen en hopen met een inhoudelijke discussie verder te komen in complexe auteursrechtelijke vraagstukken.

Future of Copyright slaat een weekje over in verband met vakantie en drukte. Ik wilde daarom graag eens jullie, mijn grote schare gewaardeerde lezers en commenters, de gelegenheid geven. Wat vinden jullie van de discussie tot nu toe?

Of, iets algemener: hoe zien jullie de toekomst van het auteursrecht? Waar gaat het fout, hoe kan het beter?

Arnoud

Blogdialoog: Van portalen naar weeswerken (toekomst van auteursrecht)

trabant-innovatie-vooruitgang-ddr-communisme-baard.jpgAuteursrechtenblog Futureofcopyright en ik gaan de komende tijd in dialoog over de toekomst van het auteursrecht. Elke zaterdag vind je hier of bij Future of Copyright een nieuwe post in de serie. We reageren op elkaars stellingen en hopen met een inhoudelijke discussie verder te komen in complexe auteursrechtelijke vraagstukken.

Toen ik nog een heel klein nerdje was, ging ik met mijn ouders wel eens op bezoek bij kennissen in de DDR. We zijn daar ook een keer gaan winkelen, en dat was een zeer aparte ervaring. De keuze in de speelgoedafdeling was beperkt: er stond letterlijk één model bouwvliegtuig op de plank. Afrekenen was ook een hele ervaring. Eerst met de doos naar een streng kijkende mevrouw die de prijs noteerde op een briefje (met carbonnetje), waarmee ik dan naar een apart hokje moest met mijn vader. Daar moest het geld worden neergeteld, in ruil voor een ander bonnetje waarmee ik weer naar de eerste mevrouw mocht en eindelijk mijn bouwdoos mocht meenemen. (Helaas bleek de bijgesloten verf zwaar giftig maar dat terzijde.)

Die jeugdherinnering werd getriggerd door Future of Copyright’s opmerking over communistische baardmannen van vorige week. Want mijn voorstel om het auteursrecht en de maatschappij vooruit te werken door duizend <del”>bloemenbedrijfsmodellen te laten bloeien middels een systeem van verplichte licenties, was namelijk “contentcommunisme”, terwijl een streamingportaal van één aanbieder “vertrouwen in de efficiëntie van de markt” is. Ik hoop dan maar dat die portals van de entertainmentindustrie zelf minder karig en dichtgetimmerd worden dan die DDR-winkel (en Considerati krijgt een mooi kistje wijn als dat zo is).

Deze jeugdherinnering biedt me tevens een mooi opstapje naar een nieuw onderwerp rond innovatie in het auteursrecht: de wettelijke uitzonderingen, oftewel de mogelijkheden om legaal een werk te gebruiken voor maatschappelijk relevante doelen. Het auteursrecht bevat immers een balans tussen de belangen van de maker en de belangen van de maatschappij. Die uitzonderingen zijn er om te zorgen dat een maker cultuur niet ‘op slot’ kan doen: mensen moeten een werk kunnen bespreken, bekritiseren, parodiëren of kunnen bewaren.

Laten we eens met dat laatste verder gaan. Het is goed dat er 1200 Nederlandse films en honderden series digitaal beschikbaar komen, maar Nederland heeft veel meer dan 1200 films en series. Om over oude boeken nog maar niet te spreken. Dit is de problematiek van de weeswerken: werken waarvan de eigenaar niet bekend is, zodat hergebruik een juridisch risico is. Want ook al investeer je een hoop in het restaureren, digitaliseren en verkopen van dat werk, de eigenaar kan zich op elk moment melden en je investering teniet doen met een beroep op zijn exclusieve recht. De maker beslist, nietwaar?

Kortom: laten we het even niet meer hebben over het actuele aanbod maar over de oudere werken die ook dolgraag digitaal beschikbaar willen komen (zoals ook onze Koninklijke Bibliotheek al signaleerde). Hoe maken we dat mogelijk?

Arnoud

Blogdialoog: Een stimulerende interactie tussen makers en maatschappij (toekomst van auteursrecht)

portal-portaal.jpgAuteursrechtenblog Futureofcopyright en ik gaan de komende tijd in dialoog over de toekomst van het auteursrecht. Elke zaterdag vind je hier of bij Future of Copyright een nieuwe post in de serie. We reageren op elkaars stellingen en hopen met een inhoudelijke discussie verder te komen in complexe auteursrechtelijke vraagstukken.

Deze week weer een bijdrage van FoC, ditmaal over de afweging tussen de rechten van makers en de rechten van consumenten (en een verzoek aan mij geen baard te laten staan):

Het resultaat in een notendop: wij hebben vertrouwen in de efficiëntie van de markt als ontwikkelingsplaats voor goede oplossingen; Arnoud kijkt liever naar de publieke sector om een systeem voor digitale distributie van content en eerlijke vergoedingen te ontwikkelen.

Vanuit welk uitgangspunt er ook aan nieuwe modellen gewerkt wordt, het auteursrecht neemt er een centrale plaats in.

Lees verder bij Future of Copyright en reageer daarna want met jullie hulp wordt de discussie alleen maar beter! 🙂

Arnoud

Blogdialoog: De weg naar nieuwe businessmodellen (toekomst van auteursrecht)

platform-ja-grappig-he.jpgAuteursrechtenblog Futureofcopyright en ik gaan de komende tijd in dialoog over de toekomst van het auteursrecht. Elke zaterdag vind je hier of bij Future of Copyright een nieuwe post in de serie. We reageren op elkaars stellingen en hopen met een inhoudelijke discussie verder te komen in complexe auteursrechtelijke vraagstukken.

Een downloadverbod, een Europees auteursrecht en state-of-the-art legale online contentdistributie-platforms. Dat is volgens Future of Copyright wat er nodig is voor een competitieve en bloeiende creatieve industrie waar de consument mee gediend is. Het is maar goed dat ze erbij zeggen dat het in alfabetische volgorde is, anders zou ik ze nog gaan verdenken van de drogreden dat die platforms vanzelf komen als je downloaden maar verbiedt. Het is simpelweg niet reëel om te verwachten dat een downloadverbod de “krampachtige houding van de grote rechthebbenden” richting internetdistributie en -verkoop ook maar 1 sikkepit zal veranderen door zo’n wetswijziging.

Zoals ik twee weken terug al betoogde, het probleem is fundamenteler dan koudwatervrees of het enkele feit dat er illegale bronnen zijn. Auteursrecht geeft rechthebbenden een machtsmiddel om verstorende innovaties in de markt voor distributie tegen te houden. Dit is iets unieks, geen enkele andere markt heeft dat. Ja, verstorende innovaties komen overal voor, maar dat een partij uit markt A een innovatie in markt B kan tegenhouden is echt uniek voor de auteursrechtenbusiness. En fundamenteel is die mogelijkheid slecht: verstorende innovaties zijn goed voor de maatschappij, en behoren niet tegengehouden te kunnen worden door een kleine belangengroep die graag het oude model wil behouden.

Verder valt me op dat de discussie vaak heel snel in een cirkeltje terecht komt: de maker heeft auteursrecht, dus hij beslist, dus hij mag een onwenselijk geacht distributiekanaal sluiten. Maar waarom is het wenselijk dat hij dat mag? Ja, omdat hij auteursrecht heeft en dat is nu eenmaal het recht om te beslissen wat er gebeurt met zijn werk. En waarom heeft hij dat recht? Ja, omdat het wenselijk is dat hij piraterij tegengaat. En waarom is dat piraterij? Nou, omdat de maker dat kanaal niet goedgekeurd heeft. En waarom is het wenselijk dat hij dat mag? Afijn, u voelt hem al aankomen. Dat schiet dus niet op.

(Dat het eigenlijk niet over de maker gaat, maar over de contentindustrie, is een terecht punt uit de comments dat op zichzelf een essay waard is.)

Ik pleit daarom voor een fundamentele discussie. Je kunt niet uitgaan van de huidige wet als je wilt zoeken naar een oplossing. Die huidige wet heeft ons het probleem gegeven, en zonder een grondige wetswijziging levert deze ons echt geen oplossing. Vandaar mijn pleidooi voor de maatschappij die moet beslissen. Meer rechten bij de distributiekanalen, en minder mogelijkheden om innovaties tegen te houden puur omdat ze de huidige businessplannen verstoren. Een nieuwe balans in het auteursrecht. En daarvoor moeten we niet kijken bij het uitgangspunt van de huidige wet, maar bij de plek waar we willen uitkomen. Aan welke criteria voldoet dat utopia, en hoe kunnen we die voor elkaar krijgen?

De legale markt die er nu is, laat op een paar plekken zien wat er werkt: een groot aanbod, een redelijke prijs en uitgebreide mogelijkheden om als koper met je content te doen wat je wil. Vele eerdere initiatieven hebben laten zien wat er niet werkt: uitgebreide DRM, hoge prijzen en beperkte mogelijkheden.

De illegale markt bevestigt dat beeld. Mensen willen graag een breed aanbod aan content hebben, en liefst ook in diverse formaten. Streaming, P2P download, all-you-can-eat Usenet, noem maar op: de techniek staat voor niets. Tuurlijk, het is (vaak) gratis, maar daar gaat het even niet om: mensen betalen graag voor kwaliteit en convenience (zie iTunes).

Het komt dus neer op de vraag: hoe realiseren we een florerende markt met vele distributieplatformen en businessmodellen, waar content in alle gewenste formaten, bundels en betaalmodellen beschikbaar is? Wil je graag pay-per-view of liever een vast bedrag per maand? Bewaren of éénmalig streamen? Kijken wat je vrienden leuk vinden en daar weer op reageren? En misschien is er wel een slimmerik die zijn eigen distributiekosten kan drukken door met P2P te werken. Er zijn tientallen voorbeelden van werkende modellen te vinden – in die illegale markt. Innovatie kan dus wel, maar we noemen het piraterij. En dat vind ik raar.

Mijn zorg is dan ook dat we het antwoord op die vraag niet van de industrie mogen verwachten. Zij is daar niet op ingesteld, omdat hun verdienmodellen gebaseerd zijn op de huidige distributieplatformen en businessmodellen. En het valt niet te ontkennen dat er met nieuwe platformen en modellen minder per kopie aan rechten afgedragen zal worden. Dat is namelijk tot nu toe bij elk nieuw medium het geval geweest. Alleen: de aantallen waren elke keer zo veel groter dat het uiteindelijk toch winstgevend genoeg bleek.

Ik maak me dan ook weinig zorgen over de toekomst van content, als we het initiatief bij de huidige innovators leggen (en afspreken dat er een faire beloning naar de maker gaat). En ik ben zeer benieuwd hoe FoC de ontwikkeling van die state-of-the-art legale online contentdistributie-platforms ziet gebeuren als die eerst toestemming van de contentindustrie nodig hebben.

Minstens zo benieuwd ben ik naar jullie comments 🙂

Arnoud