Een hyperlink leggen naar illegale kopieën van wiskundesomuitwerkboeken is onrechtmatig, bepaalde het Hof Amsterdam gisteren. De term ‘veroordeeld’ die onder meer NU.nl gebruikt, wekt de indruk dat het om strafrecht gaat, maar dat is het niet. Het is ‘gewoon’ een gevalletje onrechtmatige daad, géén auteursrechtinbreuk.
Een oud-leraar wiskunde beheerde een site met links naar wiskundesomuitwerkingen die op externe sites (zoals Skydrive, Sqweebs en Nofeehost) geplaatst waren. Een aantal van de pdf’s daar waren van uitgevers Noordhoff en Thieme Meulenhoff, die een procedure startten op grond van auteursrechtinbreuk.
Het verweer dat de uitwerkboeken niet auteursrechtelijk beschermd zijn, wordt vrij eenvoudig verworpen. Hoewel op zich een wiskundesom maar één antwoord heeft, is de keuze van wélke sommen en de volgorde, layout en dergelijke wel degelijk iets waar je creativiteit in kwijt kunt.
Vervolgens was de vraag dus, schond meneer auteursrechten door te linken naar de uitwerkboeken. Daarbij speelde een wat merkwaardige situatie: hij was steeds de eerste die linkte naar die boeken wanneer ze online kwamen. En in één geval zou de uitgever zelf hem een boek hebben gestuurd dat enkele uren later te downloaden was. Eh. Maar de uitgevers krijgen de bewijslast niet rond dat de docent zélf de uploads had gedaan (in tegenstelling tot een kennis zoals hij stelde), dus dat gaat van tafel.
Het hyperlinken wordt niet als auteursrechtinbreuk gezien. De zaak lijkt wel héél erg veel op de GeenStijl/Playboy-zaak, want ook hier was de hyperlink van de docent de eerste die het werk ontsloot. Maar het Hof neemt de positie in dat er pas auteursrechten geschonden worden bij “bijzondere technische faciliteiten” om bij het werk te komen, en een “eenvoudige hyperlink” valt daar niet onder. Een leuke opsteker voor de GeenStijl-advocaat die bij ditzelfde Hof later dit jaar hun hoger beroep mag bepleiten.
De hyperlinks worden echter wél als “maatschappelijk onzorgvuldig” gezien – juridisch voor “het staat eigenlijk nergens in de wet maar dit moest toch niet mogen”. Inderdaad, precies waar sites als FTD, ZoekMP3 en Mininova het op verloren. En waar die sites dan nog mede om de oren geslingerd kregen dat zij grootschalig, structureel en met winstbejag opereerden, bepaalt het Hof Amsterdam nu dat óók een klein setje hyperlinks op een hobbysite maatschappelijk onzorgvuldig is.
Dat je mag downloaden uit illegale bron, en dat hij dus alleen maar linkt naar een legale activiteit, accepteert het Hof niet. Want makkelijker maken van dat downloaden gaat verder dan alleen maar linken, zeker als jij de enige bent:
De door [ Appellant ] geplaatste hyperlinks maken het voor derden mogelijk of in ieder geval veel eenvoudiger enthousiaste reacties in het gastenboek op de website van [ Appellant ] getuigen daarvan om de illegaal op het internet geopenbaarde uitwerkingen te vinden. [ Appellant ] heeft niet weten te concretiseren dat de uitwerkingen ook via zoekprogramma’s of andere links bereikbaar zijn, zodat het hof aan dat verweer, wat daar verder van zij, voorbij gaat. Dat [ Appellant ] door het plaatsen van de hyperlinks derden (in vergaande mate) behulpzaam is, is in dit geval in strijd met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt te achten.
Volgens mij maakt élke hyperlink het eenvoudiger om iets te downloaden, maar goed. Als je dus enthousiaste reacties in je gastenboek hebt, dan is dat bewijs dat je downloaden makkelijker maakt en dat is onzorgvuldig. Hoewel downloaden dus legaal is en het faciliteren van iets legaals lijkt mij dat ook.
(Oké oké: de downloadexceptie géldt niet voor boeken – de boekenbranche had destijds een betere lobby dan de platenindustrie – maar zeg dát dan in plaats van deze rare kronkel.
Ik krijg steeds meer hoofdpijn van hyperlinkjurisprudentie. Misschien moeten we het maar gewoon simpel houden en vanaf nu bepalen dat er alleen gehyperlinkt mag worden met toestemming van alle betrokkenen. Goed, dan gaat het internet stuk maar vanuit het auteursrecht gezien lijkt niemand daarmee te zitten.
Arnoud
Dit soort uitspraken werkt vervreemdend tussen mij en de rechterlijke macht. Waar zijn ze nou helemaal mee bezig? Wat voor goeds proberen ze hiermee te bereiken?
Ik denk dat we een maatschappelijke discussie moeten hebben over wat we liever hebben: ofwel het internet, ofwel het auteursrecht. Dat betekent niet per sé dat je één van beide moet afschaffen, maar wel dat je één van beide prioriteit geeft in geval van conflict. Het zou mooi zijn als er naast de piratenpartij nog meer partijen een duidelijke keuze maken in deze kwestie.
Hallo Arnoud, Ik werk op een school en krijg nu al vragen van collega’s, ze willen onder andere van me weten of dat wat zij binnen onze (afgeschermde) elektronische leeromgeving doen mag. Is een goed antwoord: Als je weet dat de site waar je naar linkt van de eigenaar/maker van het materiaal is, is linken nooit een probleem. Daarnaast zijn er nog mogelijkheden via creative commons licenties. Of moet ik nu gaan zeggen: Je mag overal naar linken zolang je degene die het materiaal online gezet heeft niet kent. Daarnaast hebben we nog een docent die aangeeft mondeling toestemming van de uitgever gekregen te hebben om voor intern gebruik de antwoordenboeken in te scannen en op onze elo te plaatsen (hier kunnen alleen onze eigen leerlingen met inlogcode gebruik van maken). Volgens mij wordt het naar aanleiding van deze “zaak” tijd om die afspraak op papier te krijgen?
Dat lijkt me een prima vuistregel. Misschien ook “linken naar antwoorden uit commerciële lesmethodes mag niet” want dit vonnis lijkt dat te impliceren. Maar binnen een besloten ELO kun je je afvragen wat een derde zou kunnen achterhalen wat je aanbiedt en waar je naar linkt.
Die afspraak op papier krijgen is héél verstandig, en liever gisteren dan vandaag. Want je zult zien dat volgende week er een brief komt van de juridische afdeling, en dan kan je contactpersoon zich helaas niet herinnerne dat ooit gezegd te hebben. Of die is weg en zijn opvolger heeft dat niet meegekregen bij de overdracht.
Dus een mondelinge afspraak is alleen geldig zolang beide rechtspersonen zich er nog in kunnen vinden? Ik mag toch hopen dat je bij de rechter een redelijke positie hebt, als jij als docent redelijk aannemelijk kan maken dat jij iemand van de uitgever daar-en-daar gesproken hebt en dat je daar toestemming hebt gekregen.
Maar zeker ben je inderdaad pas als het zwart op wit staat.
Natuurlijk, maar mijn punt is dat je het niet kunt bewijzen als je contactpersoon weg is of selectief geheugenverlies heeft gehad.
Een voorbeeld van hoe dit alsnog op te lossen is deze zaak uit maart. Overname van krantenartikel, met als verweer dat er mondeling toestemming was gegeven. De betreffende redacteuren waren weg, de enigen die het nog wisten zaten bij de beweerdelijk inbreukmaker. Maar daar stond tegenover dat de kranten alleen maar identieke standaardteksten hadden afgegeven, en wel door mensen die er niet eens werkten in de tijd waarin het speelde. Dus tsja.
Ik vind de term ‘maatschappelijk onzorgvuldig’ in deze context nogal gevaarlijk. Het impliceert immers dat er een bepaald maatschappelijk belang in het geding is, maar het is maar zeer de vraag of de rechter hier alle relevante maatschappelijke belangen heeft meegewogen. In mijn ogen is het maatschappelijk belang dat er goed wiskundeonderwijs bestaat (niet alleen het vak op school, maar alles er omheen inclusief de site van de wiskundeleraar in kwestie) vele malen hoger dan dat het auteursrecht van de studieboekenindustrie wordt beschermd.
Dus moeten de uitgevers maar voor niets gaan werken?
Nee, het gaat hier slechts naar het linken naar de uitwerkingen. De boeken moeten de scholieren/scholen nog steeds kopen. Ik denk dat het zakenmodel van deze uitwerkingen gewoon krom is (zoals ik hieronder ook probeer te benaderen). Deze kunnen de scholen/docenten kopen om te gebruiken voor hun scholieren.
Ik weet niet hoe er tegenwoordig les wordt gegeven. Of dat er soms huiswerk wordt opgegeven die wordt nagekeken door de docent. Of een scholier zelf de opgaven maakt en dan zelf na kan kijken. Ik kan me voorstellen dat de lesmethode veranderd is maar het verdienmodel van die uitwerkingsboeken niet. Helemaal gezien de reactie hierboven, lijkt het mij dat de uitgevers het soms geen probleem vinden als een docent de uitwerkingen deelt.
Oftewel, het verdienmodel moet gewoon over de kop. Een goede lesmethode en slimme scholieren is toch veel belangrijker dan zo’n klein deel van de verdiensten?
Edit: Hoewel, het hoeft natuurlijk niet per se vanuit de uitgeversbranche te komen. Ik weet dat de organisaties van muziekverenigingen een bedrag aan Buma/Stemra betaalt, zodat muziekstukken gekopieerd mogen worden (zodat het dure origineel in de kast kan blijven liggen). Zo kan de onderwijsbranche als geheel toch ook deze kopierechten afkopen?
Stiekem is het met de boeken van deze uitgevers inmiddels zo slecht gesteld, dat het eigenlijk maatschappelijk onzorgvuldig is ze überhaupt te gebruiken.
Het lijkt mij ook maatschappelijk onverantwoord dat de rechter niet altijd nette interpunctie gebruikt. Of heeft jure.nl het over moeten typen? Ik zie zo vaak scans van uitspraken, dat mij dat mogelijk lijkt. In dat geval zouden we het als maatschappij toch een stuk beter doen als alle uitspraken (die publiek zijn) netjes als HTML door de overheid gehost worden en waar verwijzingen naar andere uitspraken/bronnen ook daadwerkelijk (werkende) links naar de betreffende documenten zijn. Sorry, personal rant.
Op zich vind ik het wel verfrissend dat de rechter hier een eigen invulling vind. Bizar dat de enthousiaste reacties er toe doen. Maar blijkbaar waren andere muurhaakjes uitverkocht.
Maar goed, het gaat hier dus alleen om de gepubliceerde uitwerkingen? Dan moet die docent dus die uitwerkingen zelf even mooi in LaTeX uitwerken en als PDF publiceren. Klaar.
Edit:
Ik zie een aantal reacties van docenten (of gerelateerd beroep). Hoe zit het tegenwoordig met zulk lesmateriaal? De scholieren zullen het boek toch wel moeten kopen (of ‘lenen’ van de school), dan zitten er geen uitwerkingen bij? Ik kan me voorstellen dat het aan de docent is om sommige opgaven als huiswerk mee te geven, dan moeten daarvoor de antwoorden natuurlijk niet beschikbaar zijn. Dan lijkt het mij toch juist de bedoeling dat een docent deze met zijn/haar leerlingen mag delen wanneer hij/zij dat nodig acht. Dan is het toch bizar dat dat standaard niet mag? Of is het juist normaal dat iedereen alle uitwerkingen heeft (waarom hebben de scholieren die dan standaard niet meteen bij het leerboek gekregen)?
Hmm intrigerend. Ja, als je zelf antwoorden gaat zitten verzinnen en uitwerken op de vragen uit zo’n wiskundeboek dan lijkt me dat wel legaal om te publiceren. Je neemt alleen feiten over en de wiskundige benadering van de oplossing is jóuw creativiteit. Natuurlijk niet spieken in het officiële antwoordenboek wat ze willen horen.
Het commercieel belang dat de uitgever dan minder boeken verkoopt weegt dán hopelijk minder zwaar.
Reverse engineering in de wiskunde? Geniaal! krijgt de docent dan ook een echte clean room?
Vraag die nu bij mij opkomt is of een door een docent verzonnen antwoord dat hij op het bord schrijft voor zijn klas ook onder publiceren valt, want dan mogen we straks niets meer op het bord zetten?
Het probleem is natuurlijk dat het leerboek een bepaalde methode aanleert. Wat ik nog van middelbare school wiskunde weet is dat als je maar rigide die methode volgt iedereen (die het goed deed) niet alleen het juiste antwoord had, maar ook dezelfde stappen. Ik kreeg zelf namelijk vaak commentaar omdat ik die methode niet altijd volgde en mijn uitwerkingen daardoor anders waren. Vooral bij repetities was dat altijd leuk voor de docent, moest hij meer werk doen 🙂
Ik vrees dat binnen twee jaar iemand veroordeeld gaat worden, omdat een rechter het maatschappelijk onverantwoord vindt de mening te verkondigen dat het huidige auteursrecht uiterst slechte en immorele wetgeving is, die subiet zou moeten worden afgeschaft, omdat zij leidt tot grote economische schade door structureel de toegang tot kennis en cultuurgoed te belemmeren, en dat het inbreuk maken op auteursrecht niet zozeer moreel verwerpelijk is, maar een actie is waarbij je ervoor moet zorgen dat je niet gepakt wordt door een stelletje maffiafiguren die in hun voordeel de wetgeving hebben gecorrumpeerd, en daardoor het overheidsmonopolie op geweld tegen je kunnen inzetten.
Nu is dat precies de mening die ik verkondig…
Ik denk dat na deze veroordeling deze docent niet bepaald meer een fan van auteursrecht zal zijn, en dit ook duidelijk op zijn leerlingen zal overbrengen.
Het liefst zie ik als resultaat hiervan dat scholen geheel breken met de uitgevers van veel te dure schoolboeken, en een open-source model voor leermiddelen ontwikkelen. Ook nu al maken veel docenten hand-outs en ander studiemateriaal; als ze de handen ineenslaan en al dat materiaal onder een CC-BY-SA licentie online zetten is het snel gebeurd met de uitgevers.
Dat laatste gaat natuurlijk nooit werken met de onderwijsministers, of onderwijsmanagers die we de laatste tijd hebben en die WEER een nieuwe methode door drukken, waardoor alle oude lesmateriaal weer eens overbodig wordt (docenten, corrigeer/vul me aan wanneer nodig).
Gaan ze niet doen hoor. Alles wat ik uit onderwijs kringen hoor is dat geen enkele bezuiniging gaat werken. Het implementeren kost eerst geld en dan net als je de vruchten wil plukken is er een nieuwe regering en alles gaat weer op de schop.
Leermethodes volgen elkaar sneller op dan dat de docenten bijgeschoold kunnen worden, dus die zitten vrijwel jaarlijks in de cursus banken voor de volgende nieuwe rage.
Laten we dan het financieringsmodel een beetje aanpassen. De docent maken we verantwoordelijk voor het verstrekken van benodigd lesmateriaal, en daarvoor krijgt hij een toelage op zijn salaris. Wat hij overhoud mag hij aan het eind van het jaar houden, zolang de resultaten van zijn groep maar voldoende zijn.
Het probleem is nu dat er een veel te grote afstand zit tussen de personen die besluiten over de boeken die gekocht moeten worden, en degen die moeten daarvan proviteren, waardoor er veel onnodige troep gepushed kan worden (Werkboeken waar je op de laatste dag nog een oefening in moet doen, zodat ze onverkoopbaar worden…)
Het probleem wat ik hiermee heb is dat de vorm en structuur van de uitwerk boeken direct zijn gekoppeld aan die van het leerboek. Omwille van die structuur is het uitwerkingen boek dus beschermd.
Zoals Arnoud al stelt zijn het wiskundige problemen met één juiste uitkomst. Als ik de opgaven niet van de uitgevers kopieer, maar gewoon aan de sommen in de boeken uitwerk, dan kom ik tot hetzelfde werk als de uitgever.
Betekent dit nu dus dat ik mijn eigen uitwerkingen niet mag publiceren? Of moet ik ze in willekeurige volgorde zetten? Als het uitmaakt of ik de uitwerkingen kopieer of zelf uitwerk: Hoe zie je het verschil tussen mijn uitwerkingen en middels OCR gescande uitwerkingen?
Een directe scan van het uitwerkingenboek is nog wel te herkennen, maar waar leg je nu de grens. Deze uitspraak lijkt te impliceren dat de uitwerking van opgaven uit een leerboek een afgeleid werk zijn en dat voor het uitwerken en verspreiden dus toestemming nodig is. Alle leerlingen die hun huiswerk aan de leraar geven zijn dus illegaal bezig? Om maar niet te beginnen over de slimmerikken die het huiswerk verdelen en elkaar de uitwerkingen geven 🙂
Beste meneer Engelfriet,
Graag zou ik vernemen of ik middels deze weg een onherroepelijke licentie zou kunnen verkrijgen om te linken naar deze blogpost middels een url op internet. Als dat mogelijk is, zou ik namelijk graag verwijzen vanaf mijn twitter account naar uw blogpost. Hierbij bestaat de kans dat andere gebruikers mijn bericht willen herhalen (“retweeten”). Is dan nodig om een ieder hier op te wijzen dat zij zelf ook een licentie moeten bemachtigen alvorens dit te herhalen?
In afwachting op uw reactie,
Freeaqingme
I gave it a shot, dit gaat ‘m niet worden 😉
Als je een licentie krijgt van Arnoud, check dan wel even of hij ook bevoegd is om deze licentie te geven. Het zou immers kunnen dat die bevoegdheid bij ICTRecht ligt.
Aanvulling: Tevens ontvang ik graag ondubbelzinnig bewijs dat uw persoon als mens van vlees en bloed gerechtigd is deze licentie te verstrekken, al dan niet namens de organisatie namens welke u handelt.
Ik wens google veel succes met het linken naar die paar miljard sites welke zij in hun index hebben staan. Not gonna happen.
Als directeur van Ius Mentis BV (de holding waarin de rechten op deze site zitten) verleen ik hierbij die toestemming.
En @Leo, je mag toch veronderstellen dat een directeur die op zijn blog een uitspraak doet, dat doet namens zijn rechtspersoon? Redelijkerwijs gewekt vertrouwen lijkt me.
En let op dat je dan wel linkt naar de pagina met alléén het artikel, want het auteursrecht op deze reactie ligt nog steeds bij mij en niet bij Arnoud. Redelijkerwijze kan het feit dat ik deze hier zit in te typen en vervolgens op een knop ‘Publiceer uw reactie’ als een toestemming gelden, deze op dit blog te publiceren, maar dat Arnoud toestemming heeft deze tekst te publiceren, impliceert natuurlijk nog niet dat hij óók toestemming heeft anderen toestemming te geven ernaar te linken.
Kijk even onderaan de pagina. Daar staat wat je wel en niet mag met deze pagina:
De rechterlijke macht maakt inderdaad een zootje van hun uitspraken over hyperlinken. De eerste stap is dat het nu zelfs voor rechters redelijk duidelijk is dat een hyperlink geen auteursrechtscheding kan opleveren. Helaas zijn de rechters nu een beetje het spoor bijster geraakt over het onrechtmatige daad aspect van hyperlinks. Om een onrechtmatige gedraging in het maatschappelijk verkeer vast te kunnen stellen, moet je volgens mij nagaan welke gedragingen van partijen als redelijk verondersteld mogen worden. Het controleren of een internet URI niet verwijst naar een bron die een auteursrechtschending oplevert is in zijn algemeenheid een bijzonder lastige taak. Veel digitaliseringsprojecten lopen stuk om te kunnen achterhalen welke partijen auteursrechten bezitten op materiaal. Dan lijkt het niet redelijk om voor het opnemen van een URI in een website te verlangen dat een dergelijke activiteit voor elke hyperlink gedaan moet worden. Het valt nog mee dat de rechter het betamelijk vindt dat auteursrechtschendingen niet direct gemeld worden bij de houder van het auteursrecht!
Stel je voor dezelfde uitwerkingen via neutrale tekst had aangeboden in plaats van de betwiste pdfs, zou er dan nog steeds een zaak mogelijk zijn?
Na het zien van de internet documentaire RIP – A Remix Manifesto is het mij volkmen duidelijk waar de lijn hoort te liggen. Het hele idee van intellectueel eigendom moet eruit. Overboord. Laat het los!!
En daarmee auteursrecht. Mensen die roepen dat auteursrecht hervormd moet worden missen het punt. Het moet afgeschaft worden! Weg ermee! Ouderwets gedachtegoed. We hebben er zo’n 200 jaar mee geexperimenteerd en het heeft ons een hoop ellende, steeds meer bureaucratie, valse concurrentie, en een heleboel achterhaalde businessmodellen opgeleverd.
Is het terecht dat de docent voor de schade moet opdraaien? Waarom niet, zoals ik zou verwachten, zijn werkgever!? Hobby of niet, dit heeft hij toch echt (mede) voor zijn leerlingen gedaan en dus voor zijn werkgever.
Waarschijnlijk heeft zijn advocaat gewoon vergeten dat verweer te voeren: ja, ik doe dit in het kader van mijn werk, je moet dus bij mijn baas zijn…
Dat lijkt me toch wel een érg basaal verweer om te vergeten.
In het arrest opent het met “is leraar wiskunde (geweest).” Ik concludeer daaruit dan dat hij eerder werkeloos thuis zat.
Ik begrijp niet waarom de rechters het onzin verweer van deze man accepteren. Hij was de enige die dat boek had gekregen maar hij had het zogenaamd doorgestuurd aan een kennis waarvan hij echter niet meer wist wie dat was maar beschikte daarna wel ineens over een link naar die bestanden die magischerwijs on line gekomen waren. Kom nou toch.
Zijn de rechters tegenwoordig seniel.
Het is toch evident dat deze man 100% verantwoordelijk was voor de openbaarmaking van deze werken. Wat voor soort bewijslast moet je dan in godsnaam nog aandragen in een civiele zaak. DNA bewijs?
Het Hof laat duidelijk horen wat ze zochten en wat de uitgeers hebben nagelaten:
“Hij is steeds de eerste die die linkjes heeft” is wel erg mager om aansprakelijkheid aan te nemen. En ik zou het best reëel vinden als er een vriendje achter zit die de upload doet. Het klinkt mij een beetje als “eh jongens mogen wij één snpper bewijs erbij, dit is wel erg mager” en vervolgens niets meer gehoord.Bewijslast ligt bij de uitgevers. Die mogen niet volstaan met “ja hij was het want hij had als eertse de links” en dan zeggen “en bewijs maar dat jij het níet was”.
Hij had niet alleen als eerste de links maar in een specifiek geval zelfs als enige het boek zelf. De uitgever had juist als extra bewijs een val gezet voor deze man waarbij hij als enige zou beschikken over een werk. Hij moest dus wel de bron zijn van de verdere verspreiding. Hij had al een paar uur na het ontvangen van het book in de mail een link op zijn site staan naar het geuploade werk. Door die val te zetten en daarmee aan te toenen dat deze man niet alleen maar de linkjers googlede maar juist ook betrokken was bij het uploadevan de bestanden vind ik dat de uitgever wel degelijk voldaan heeft aan een hogere bewijslast dan alleen maar aangeven dat hij de eerste was met linkje naar illegal verspreide werken.
In die situatie vind ik dus wel dat de rechter niet genoegen hoort te nemen met het verweer van ‘een kennis’ waarvan de gedaagde vervolgens niet eens de naam kan produceren. Dan moet deze meneer maar details overgeven over wie deze uploads dan wel gedaan zou hebben en van wie hij deze links toegestuurd had gekregen.
Als rechter bovenstaand constateringen al niet meer een voldoende basis vinden voor een oordeel dan wordt het wel erg moeilijk voor rechthebbenden om hun rechten in civiel recht nog te verdedigen. Dan heb je justitieel onderzoek nodig of zoiets.
Dus ik mail jou iets, mail het ook een ander en die zet het op internet, en dan ben jíj aansprakelijk? Hoe weten we dat Noordhoff de waarheid spreekt hier? Dat er geen medewerker illegaal zat te lekken? Of dat ze meerdere mensen hebben ‘uitgeprobeerd’ met die anonieme mails
Ik kan me zomaar voorstellen dat er een mailinglijstgroepje is dat uitwerkingen deelt en dat handige Pietje die op Rapidshare of zo zet.
Nee, Ik mail jou iets wat niemand anders nog kan hebben en een paar uur later wordt het dat werk illegaal verspreid op het internet. En jij publiceert een link daarnaartoe op het internet. (feiten die nergens betwist zijn)
Daarna beweer jij dat iemand anders (waarvan je niet weet wie) het op het internet verspreidt heeft. Dit is al heel ongeloofwaardig op zichzelf. Ik stuur in ieder geval geen mails met documenten naar willekeurige mensen.
Vervolgens heeft hij blijkbaar een link naar die upload teruggekregen en gepubliceerd. Maar hij heeft nog steeds geen idee van wie hij die link heeft gehad. Dat is nog ongeloofwaardiger.
En dat baanvullend op de constateringen dat deze man ook niet kon verklaren hoe hij aan eerdere links naar documenten kwam (links waarvan er geen andere of oudere verwijzing in Google stond dan de zijne). Die urls kwamen zeker via telepathie naar hem toe.
Ik wens wel dat een rechter zeker in civiel recht niet genoegen neemt met een verklaring die het niveau heeft van ‘de kabouters hebben het gedaan’.
“Wat niemand anders nog kan hebben”. Hoe weten we dat? Als die uitgever zo sneaky is om zelf een anoniem mailtje te sturen naar verdachte 1, dan kunnen ze ook verdachte 2 t/m 99 gemaild hebben.
Verder lijkt je argumentatie neer te komen op “zijn verweer is kul dús hij was het”. Maar zo werkt het niet; de eiser moet bewijzen dat hij het was, en dat moet meer zijn dan “zijn verhaal is kul”.
Hij hoeft helemaal niet te bewijzen van wie hij een link gehad heeft. De uitgever moet bewijzen dat hij de upload verricht heeft.
Als hij nu helemaal níets had gezegd, of had gezegd “eerlijk waar ik wás het niet, ik heb geen idéé hoe dit kan”, wat dan? Zou je hem dan ook veroordeeld hebben?
Kom op zeg, dat is toch helemaal niet te bewijzen. Zelfs als ze alles hadden vastgelegd met een notaris etc dan kan je nooit bewijzen of hij het geüpload had of iemand anders.
Alles wijst er op dat hij er bij betrokken is. Als het loopt als een eend, klinkt als een eend …….
@N.P., De uploader en de oud-leraar moeten met elkaar in contact hebben gestaan, anders was de link naar de uitwerkingenboeken niet op de website verschenen. Ik kan niet uit het vonnis opmaken hoe de uitgevers geprobeerd hebben om te bewijzen dat de oud-leraar de boeken ook geüpload heeft. Dat de oud-leraar heeft ontkend de eigenaar te zijn van de cloud-storage accounts waar de uitwerkingen verschenen is in zijn verdediging.
Wat we hebben is een vage verklaring van de uitgevers: Hij had het kunnen doen, tegen “Ik heb het niet gedaan (met een onderbouwing).” Terecht dat het hof zegt: We strepen beide verklaringen tegen elkaar weg, de uitgevers hebben niet aan hun bewijsplicht voldaan. Vergeet niet dat er duizenden kopieën van de uitwerkingsboeken in omloop zijn en dat een willekeurige derde ook zijn kopie in de cloud gezet kan hebben. (Wanneer de uitgevers een gewatermerkte kopie aan de oud-leraar hadden toegestuurd hadden ze hem beet kunnen hebben, in ieder geval als medeplichtige aan auteursrechtschending.)
@MathFox: Wat ik opmaak uit het verhaal is dat de uitgever een nog niet gepubliceerde versie aan de leraar heeft gestuurd. Deze versie was dus nog nergens verschenen.
Ook een gewaarmerkte kopie had niet geholpen. De leraar ontkent niet dat dit hetzelfde boek is, hij ontkent alleen maar dat hij het niet geüpload heeft en volgens mij is dat in een civiele procedure nooit te bewijzen. Als je dan de bewijzen op geloofwaardigheid naast elkaar legt, dan vind ik het raar dat ze tegen elkaar weggestreept worden….
@N.P., hAl: Kan een van jullie aangeven waar de uitgevers aangevoerd hebben dat de versie die zij hem gestuurd hadden nog niet gepubliceerd was. (En ik bedenk me, als de uitgever het zelf aangeboden heeft, is er een vermoeden van toestemming.) En de uitgevers hebben niet weersproken dat de oud-leraar niet de eigenaar van de cloud accounts was waar de uitwerkingen gepubliceerd waren…
Ik vraag me af waarom niemand in deze discussie het verschoningsrecht ter berde gebracht heeft.
Het wordt volgens mij helemaal niet betwist dat de versie die de uitgever hem stuurde, dezelfde is als waar hij enkele uren later naar linkte. Het enige verweer van de leraar is dat hij het niet zelf geupload heeft.:
Maar de uitgever voerde ook nog aan:
Voor mij een compleet raadsel waarom dit terzijde is geschoven. Leraar kan problemen op die server oplossen, linkt een paar uur na het ontvangen van een versie naar die zelfde versie op internet. Wat mij betreft weegt dat toch echt zwaarder dan,
ik heb het niet gedaan, een kennis deed het maar ik weet niet meer wie dat is...
Laten we een andere casus bekijken. Jij ligt de halve nacht in de sneeuw voor de platenwinkel om om 8 uur ’s ochtends bij de eersten te horen die de CD van je favoriete band kunnen kopen. Om 9 uur zie jij dat de eerste torrent (anoniem) op de piratebay geplaatst is en dat meld je op de fansite. Hoe bewijs jij (een jaar later) dat jij niet degene bent die de torrent gestart heeft?
Dat bewijs ik door te zeggen dat ik het niet gedaan heb. In dat geval moet de rechter bepalen wie er gelijk heeft.
Wat nu als blijkt dat ik elke maandag voor de deur lig, en dat elke CD die ik koop binnen een uur op een site staat en ik ook binnen dat uur telkens naar die site link? En tevens dat ik dat niet doe naar andere CD’s die ik niet gekocht heb. Als nu ook nog blijkt dat een van mijn bezoekers meldt,
he de download bevat maar 3 nummers
en ik later zeg, dat ze nu wel alle nummers er in staan? Dan zou een rechter dat toch mee moeten wegen.En nogmaals, het gaat er hierbij niet om dat er betwist wordt dat het om exact hetzelfde boek gaat. De leraar zegt alleen, ik heb het zelf niet geüpload, een onbekende kennis heeft dat gedaan en ik link er alleen maar naar toe. En dat zelfde geldt voor al die andere bestanden. Dat hij toevallig ook nog problemen op die upload servers kon oplossen (en dus toegang had) moet je ook nog meewegen.
Leg mij eens uit wat de uitgever volgens jou had moeten aandragen, want ik zie echt niet in wat voor ander bewijs ze aan hadden kunnen voeren. Let wel, het gaat niet om een opsporingsinstantie die IP adressen op kan vragen.
Er is nog steeds geen bewijs dat jij een concrete upload gedaan hebt; er zijn alleen correlaties. Wanneer worden correlaties bewijs?
Ik denk trouwens dat een aanpassing van het auteursrecht aan de realiteit van Internet (waar iedereen uitgever kan zijn) hard noodzakelijk is.
Correlaties worden bewijs als het niet (voldoende aannemelijk) ontkracht wordt.
Maar nogmaals, hoe kan de uitgever dan bewijzen dat hij het wel was? Dat is dan toch onmogelijk?
Dat staat in het originele vonnis waarin de rechter het verweer van deze man nog wel afwees. http://www.boek9.nl/files/2011/20110817RechtbankHaarlemNoordhoffA.pdf (paragraaf 4.8)
Er staat (mijn samenvatting): Noordhoff voert aan dat het betreffende hoofdstuk nog niet op Internet beschikbaar was. Dat is subtiel iets anders dan nog niet gepubliceerd. Geef mij iets op papier en ik maak er zo een scan van.
Een gescand document herken je zo tov een origineel
Ja want hij publiceerde een paar uur na het opsturen van het bestand die link ernaartoe. Daarvoor zou ik als rechter toch een valide verklaring willen. En ook hoe hij aan die eerdere links die hij had gepubliceerd was gekomen. Ik vind dat de uitgever voldoende argumetnatie heeft aangedragen om een plausibele verklaring van deze man te verwachten. De hudige verklaring is niet voldoende om de informatie en argumenten van de uitgever te negeren.
Dit is een civiel proces en dan mag je toch verwachten dat je met valide tegenargumentatie komt en niet met wat vaag en weinig geloofwaardige verklaring over een zogenaamd onbekende persoon aan wie hij wel documenten opstuurt maar niet weet wie het is en van wie hij vervolgens url opgestuurt krijgt en ook dan niet weet wie dat zou zijn.
Dit soort zaken ergert me dus mateloos. Je linkt naar informatie waarvan je op je klompen kan aanvoelen dat het auteursrechtelijk beschermd is en dan ga je je verdedigen met “ik heb er niets mee te maken, ik plaats alleen maar een linkje.” Keihard de kop indrukken, dat soort gespeelde domheid.
Het “ja, maar…” is dan dat anders zoekmachines en prikbordeigenaren in de problemen zouden kunnen komen als ze zonder het te weten naar iets linken wat niet helemaal kosher is of dat de vrijheid van meningsuiting in het geding is. Terwijl iedereen die meer dan twee hersencellen heeft het verschil kan inzien tussen een zoekmachine, een journalist die naar onthullend document linkt of iemand die een site heeft die linkt naar scans van antwoordboeken van een wiskundemethoden op allerlei downloadsites.
Wat is dat verschil dan? (help mij aan m’n derde hersencel)
De intentie.
Ik durf ook wel te beweren dat de soms wat vreemde hyperlink vonnissen waarschijnlijk meer als oorzaak hebben dat rechters een broertje dood hebben aan mensen die verantwoordelijkheid proberen te ontlopen door een ‘wie weet hoe de link er is gekomen wink wink‘ constructies dan dat ze het idee van een hyperlink niet snappen.
Een gerenommeerd jurist zei ooit ‘you can’t hack the law’.
You can’t hack the law… Toch zien we systematisch kapitaalkrachtige partijen de wet schrijven en door het parlement loodsen. Hele hoofdstukken van de auteurswet komen rechtstreeks uit de pennen van de lobby-organisaties en zijn daarna door het parlement afgehamerd, die daarmee vele miljarden aan andermans geld herverdeelden zonder enig maatschappelijk belang te dienen (zie bijvoorbeeld de recente verlenging van de naburige rechten, of de invoering van zoiets naars als het volgrecht wat langer geleden).
Wat je ook inhoudelijk vindt van de akties van de docent, het echte probleem zit ‘m m.i. in het rechterlijk oordeel en niet in de feiten. Er is nu in hoger beroep geoordeeld dat het onrechtmatig, althans maatschappelijk onzorgvuldig kan zijn iemand behulpzaam te zijn bij het uitvoeren van een legale aktiviteit. Hoe bizar wil je het hebben…
Ik hoop dat de HR deze logica nog eens tegen het licht kan houden. Hoewel ik van het vermogen tot logisch redeneren binnen dat gremium sinds Knooble/Staat (LJN: BW0393) ook niet zo’n hoge dunk heb.
Hij verspreidde niets. Hij wees waar het stond, en vervolgens gingen mensen downloaden. Is dat al “verspreiden”? Dan is de tv-gids dat ook.
Hij faciliteerde de verspreiding met die links.
Schaf dan het hele internet af. Iedereen is strafbaar. En als je het echt waterdicht wil krijgen zo, kan je het beste sociale interactie over de hele linie verbieden…
Onzin. Het werk stónd al op die sites. De enige “verspreiding” was het downloaden vanaf die sites, en downloaden uit zo’n bron is legaal. Dus wat hij faciliteerde was legaal.
Je argument is Bittorrentspecifiek want daar is een download meteen óók een verspreiding (upload). Klassiek downloaden is geen uploaden.
Ook bij klassiek downloaden vanaf het internet is er nog steeds sprake van een uploadende server. Een cloudserver zoals skydrive is in deze niet in principe anders dan een usenetserver. Bij een usenetserver is het plaatsen van verwijzingen naar illegale verspreding al eens beoordeeld als faciliteren. Bij een verwijzing naar illegale verspreiding via een cloudserver geldt dat dus ook.
Nee, de upload gebeurt noodzakelijkerwijs vóór dat er kan worden gedownload. Als je bedoelt, de datatransmissie tussen server en client is tegelijkertijd een upload én een download: nee. Dat is een download in het gewone spraakgebruik.
Die mag je me even aanwijzen. In de FTD (die je denk ik voor ogen hebt) was het verwijzen naar materiaal op Usenet juist niet onrechtmatig. Wat FTD deed was mensen laten verwijzen naar materiaal in de illegale bron.
Wél onrechtmatig was het faciliteren van uploaders:
Maar dit ging nadrukkelijk over het uploaden naar de Usenetserver door degene die de film (oid) had geript en geconverteerd. Niet over de gemiddelde Usenetgebruiker die er een film vandaan haalt. Dat is immers alleen een downloader. Eén upload, duizend downloads. En die ene upload mocht FTD niet faciliteren. De uploader laten zeggen “hij staat er hoor”, dat hoort niet.De rechtbank heeft anders in de rechtszaak tegen usenetprovider NSE al aangegeven dat NSE wel degelijk zelf verveelvoudigt en openbaarmaakt en dus direct inbreuk maakt. Het is dus wel degelijk het handelen van de usenetprovider die de verder verspreiding van het werk doet dat inbreukmakend is en niet alleen het handelen van de uploader.
In deze zaak tegen de leraar, waar het boek op een skydrive stond, zal de cloudprovider niet aansprakelij zijn voor die inbreukmakende handelingen omdat hij beschermd wordt door de europese richtlijnen die bedoeld zijn om hosters te beschermen maar in de zaak tegen NSE voldeden zij niet aan die bescherming.
Omdat ze de artikelen zelf doorzette naar resellers, en daarbij meer deed dan enkel fysieke faciliteiten beschikbaar stellen. Net zoals een fotosite zelf openbaar maakt als ze uit geuploade foto’s van gebruikers zelf de foto van de dag kiest. Dan doe je meer dan anderen laten uploaden en verspreiden.
@ hAL 16:21 Dat laatste (verspreiden) zie ik niet terug in het arrest. Er staat alleen mbt downloaden dat het tegenovergestelde (downloaden mag uit alle bronnen) in zijn algemeenheid niet als juist kan worden aanvaard (ro 2.8).
Ik heb verder at moeite met het (weliswaar gebruikelijke) gebezigde begrip ‘illegale bron’. Wanneer grondwater besmet is en ik heb een waterput, is dan de waterput (zelf) besmet of het water in de put? Voor de downloader is zijn bron het systeem dat hem de download levert. Dat systeem is gewoon een systeem, vrij van waarden. Het is de uploader die zaken naar dat systeem heeft ge-upload die (wellicht) illegaal bezig is. Daarmee is het systeem (voor de downloader: de bron) zelf m.i. nog niet niet illegaal.
Bij auterusrechterlijk beschermde werken is illegale bron heel makkelijk definieeerbaar. Elke verspreiding zonder toestemming van de rechthebbende kun je als illegaal bestempelen.