Hyperlink leggen is onrechtmatig, ook zonder winstoogmerk

Een hyperlink leggen naar illegale kopieën van wiskundesomuitwerkboeken is onrechtmatig, bepaalde het Hof Amsterdam gisteren. De term ‘veroordeeld’ die onder meer NU.nl gebruikt, wekt de indruk dat het om strafrecht gaat, maar dat is het niet. Het is ‘gewoon’ een gevalletje onrechtmatige daad, géén auteursrechtinbreuk.

Een oud-leraar wiskunde beheerde een site met links naar wiskundesomuitwerkingen die op externe sites (zoals Skydrive, Sqweebs en Nofeehost) geplaatst waren. Een aantal van de pdf’s daar waren van uitgevers Noordhoff en Thieme Meulenhoff, die een procedure startten op grond van auteursrechtinbreuk.

Het verweer dat de uitwerkboeken niet auteursrechtelijk beschermd zijn, wordt vrij eenvoudig verworpen. Hoewel op zich een wiskundesom maar één antwoord heeft, is de keuze van wélke sommen en de volgorde, layout en dergelijke wel degelijk iets waar je creativiteit in kwijt kunt.

Vervolgens was de vraag dus, schond meneer auteursrechten door te linken naar de uitwerkboeken. Daarbij speelde een wat merkwaardige situatie: hij was steeds de eerste die linkte naar die boeken wanneer ze online kwamen. En in één geval zou de uitgever zelf hem een boek hebben gestuurd dat enkele uren later te downloaden was. Eh. Maar de uitgevers krijgen de bewijslast niet rond dat de docent zélf de uploads had gedaan (in tegenstelling tot een kennis zoals hij stelde), dus dat gaat van tafel.

Het hyperlinken wordt niet als auteursrechtinbreuk gezien. De zaak lijkt wel héél erg veel op de GeenStijl/Playboy-zaak, want ook hier was de hyperlink van de docent de eerste die het werk ontsloot. Maar het Hof neemt de positie in dat er pas auteursrechten geschonden worden bij “bijzondere technische faciliteiten” om bij het werk te komen, en een “eenvoudige hyperlink” valt daar niet onder. Een leuke opsteker voor de GeenStijl-advocaat die bij ditzelfde Hof later dit jaar hun hoger beroep mag bepleiten.

De hyperlinks worden echter wél als “maatschappelijk onzorgvuldig” gezien – juridisch voor “het staat eigenlijk nergens in de wet maar dit moest toch niet mogen”. Inderdaad, precies waar sites als FTD, ZoekMP3 en Mininova het op verloren. En waar die sites dan nog mede om de oren geslingerd kregen dat zij grootschalig, structureel en met winstbejag opereerden, bepaalt het Hof Amsterdam nu dat óók een klein setje hyperlinks op een hobbysite maatschappelijk onzorgvuldig is.

Dat je mag downloaden uit illegale bron, en dat hij dus alleen maar linkt naar een legale activiteit, accepteert het Hof niet. Want makkelijker maken van dat downloaden gaat verder dan alleen maar linken, zeker als jij de enige bent:

De door [ Appellant ] geplaatste hyperlinks maken het voor derden mogelijk of in ieder geval veel eenvoudiger enthousiaste reacties in het gastenboek op de website van [ Appellant ] getuigen daarvan om de illegaal op het internet geopenbaarde uitwerkingen te vinden. [ Appellant ] heeft niet weten te concretiseren dat de uitwerkingen ook via zoekprogramma’s of andere links bereikbaar zijn, zodat het hof aan dat verweer, wat daar verder van zij, voorbij gaat. Dat [ Appellant ] door het plaatsen van de hyperlinks derden (in vergaande mate) behulpzaam is, is in dit geval in strijd met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt te achten.

Volgens mij maakt élke hyperlink het eenvoudiger om iets te downloaden, maar goed. Als je dus enthousiaste reacties in je gastenboek hebt, dan is dat bewijs dat je downloaden makkelijker maakt en dat is onzorgvuldig. Hoewel downloaden dus legaal is en het faciliteren van iets legaals lijkt mij dat ook.

(Oké oké: de downloadexceptie géldt niet voor boeken – de boekenbranche had destijds een betere lobby dan de platenindustrie – maar zeg dát dan in plaats van deze rare kronkel.

Ik krijg steeds meer hoofdpijn van hyperlinkjurisprudentie. Misschien moeten we het maar gewoon simpel houden en vanaf nu bepalen dat er alleen gehyperlinkt mag worden met toestemming van alle betrokkenen. Goed, dan gaat het internet stuk maar vanuit het auteursrecht gezien lijkt niemand daarmee te zitten.

Arnoud

“Blinde bejaarde keihard belazerd” – over rectificaties en sociale netwerken

Op 27 mei 2011 verscheen in De Telegraaf onder de kop “Blinde bejaarde keihard belazerd” een artikel over een bejaarde dame met een contract met Pretium. In iets gewijzigde vorm verscheen dit ook op www.telegraaf.nl. Via Twitter en Facebook werd de URL gepubliceerd, en anderen bleken het bericht geretweet en geliked te hebben. Ook op netwerken als Hyves dook het bericht op.

Over telecombedrijf Pretium is veel te doen. Hun wervingsmethodes zijn laten we zeggen controversieel. Maar Pretium vond dit bericht zo schadelijk dat er een dikke week later al gedagvaard werd. Kennelijk was de Telegraaf het met ze eens dat het artikel niet kon, want uit het vonnis (via) blijkt dat ze zich niet verzetten tegen de stelling dat het bericht onrechtmatig was. Maar de geëiste maatregelen om de publicatie ongedaan te maken, gingen wel héél ver:

  1. een rectificatie plaatsen op de website www.telegraaf.nl, welke rectificatie dient te worden voorzien van een aankondiging op de homepage;
  2. een rectificatie plaatsen op dezelfde plaats van de website(s) waarop de artikelen zijn gepubliceerd;
  3. alle links naar de artikelen automatisch doorleiden naar de rectificatie;
  4. de artikelen en links zelf (en alle reacties) te verwijderen van eigen sites en andere sites waar deze geherpubliceerd waren;
  5. een verbod op herpublicatie waar dan ook;
  6. de Telegraaf opdragen de derden die het artikel ook gepubliceerd hadden, dit uit de Google cache te laten halen;
  7. ervoor zorgen dat Telegraaf-dochter Hyves alle links naar de artikelen zou vervangen door links naar de rectificatie en dat alle reacties op de artikelen worden verwijderd;
  8. ervoor zorgen dat sociale media van derden (lees: Facebook en Twitter) alle reacties op de artikelen zullen verwijderen en alle links en verwijzingen naar de artikelen zullen vervangen door links naar de rectificatie.

Holy chips wat een waslijst. Je kunt je voorstellen dat ze daar bij de Telegraaf Media Groep ook zenuwachtig over werden.

De rechter wijst de eis tot rectificatie toe, wat volstrekt gebruikelijk is. Ook mag de Telegraaf deze niet opnieuw publiceren (duh). Bij de online rectificatie wordt vermeld dat deze maar een week online hoeft te staan, omdat

de aard van het internet en de ontwikkeling daarvan meebrengt dat het onrechtmatige artikel tot in lengte van dagen op onverwachte momenten nog tevoorschijn kan komen en dat TMN deze aspecten van publicatie op internet onvoldoende heeft laten meewegen bij haar beslissing het artikel te publiceren, dit kan niet betekenen dat TMN gehouden is de rectificatie tot in lengte van dagen op haar website te laten staan

Ik denk dat dit betrekking heeft op de rectificatie op de homepage. Voor de rectificatie bij het artikel zelf lijkt het me juist de bedoeling dat die er tot in lengte van dagen blijft staan.

Telegraaf moet ook rectificeren via haar Facebookpagina en Twitterkanaal. De rectificatietekst daar moet een link naar de rectificatie op telegraaf.nl bevatten. Ook nog logisch en begrijpelijk allemaal, net als het gebod om Google, Yahoo en Bing aan te schrijven om de kopieën aldaar te laten verwijderen.

Pretium had ook geëist dat alle links naar het oorspronkelijke digitale artikel de bezoeker automatisch zouden moeten doorleiden naar de digitale rectificatietekst. Daarmee moesten “alle sporen naar de onjuiste publicaties worden uitgewist”. Telegraaf maakte bezwaar, omdat niet duidelijk was wat “alle links” waren. De rechter geeft ze daarin gelijk, hoewel hij niet expliciet onderbouwt waarom. Ik denk dat dit wel juist is: er zijn ondertussen zó veel diensten die links onthouden en zo veel alternatieve links die ook het CMS binnenkomen, dat je volgens mij hooguit een blokkade of omleiding op de canonieke URL kunt eisen.

Nu wordt het leuk: de links moeten ook weg van Telegraafdochter Hyves en van social media van derden, zoals Facebook en Twitter. Die eis toewijzen zou kunnen betekenen dat Telegraaf moet gaan procederen tegen twitteraars die hun timeline niet willen opschonen of Facebookers die het artikel hebben gecopypaste. Plus iedereen die erop reageert. Ehm, nee, aldus de rechtbank:

een dergelijke vordering, die betrekking heeft op een niet afgebakende groep derden, [is] niet toewijsbaar omdat zij het gevaar van executiegeschillen in zich bergt en omdat TMN het niet in haar macht heeft om ervoor te zorgen dat derden bepaalde handelingen verrichten.

Het roept natuurlijk wel een leuke vraag op: zou er een constructie denkbaar zijn dat je wél die kopieën, retweets, likes etcetera van een verboden artikel kunt verwijderen? Oftewel wat had een slimmere advocaat van Pretium moeten eisen hier?

Update (13 oktober) in hoger beroep licht aangepast: de rectificatie moet een jaar blijven staan, de vermelding op de homepage een week, én TMG moet drie internetzoekmachines plus vier nieuwskopieersites aanschrijven om verwijdering te verzoeken.

Arnoud

Het al-dan-niet illegaal bekijken van geo-restricted streams

not-available.pngEen lezer vroeg me:

Actueel gezien de Tour de France: als een officiële videostream geblokkeerd wordt op basis van het land waar je bent, is het dan legaal of illegaal om een proxy IP-adres te gebruiken? En hoe zit het met een door een particulier aangeboden stream via zo’n Chinese site?

In Nederland is het legaal om videos uit illegale bron te downloaden. Streamen is natuurlijk ook gewoon downloaden (maar dan irritant), dus dat valt onder dezelfde regeling. Er is dus weinig mis met zoeken naar een particulier aangeboden stream als de officiële bron weigert te leveren.

Een proxy gebruiken om de IP-blokkade te omzeilen, kan natuurlijk ook. Dat is wel iets meer gedoe, maar er lijkt me weinig mis mee, juridisch gezien dan. (En als hier wél wat mis mee is, dan is er ook wat mis met de Auteurswet: dan is het legaal om een illegale stream te bekijken maar niet om de legale stream te bekijken met een digitale regenjas aan.)

Natuurlijk wél illegaal is het zelf streamen (uploaden) van video’s zonder toestemming, net als het exploiteren van een site die structureel linkt naar illegaal beschikbare streams. In maart wonnen de diverse Europese voetbalbonden van MyP2P. De site had een structureel aanbod aan hyperlinks naar illegaal aangeboden streams, en dat was “maatschappelijk onzorgvuldig”, hoewel geen auteursrechtinbreuk omdat ze niet zelf de streams doorgeven.

Het wordt de hoogste tijd voor een Europees auteursrecht en een verbod op geo-specifieke levering van entertainmentcontent.

Arnoud

Belgische spoorwegmaatschappij verbiedt deeplinken naar zijn site

belgieDe Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen verbiedt sites om naar zijn internetpagina’s te linken, meldde Tweakers gisteren. Linken naar de startpagina mag alleen na toestemming:

Om een link te leggen, dient u de hierna volgende procedure te volgen:
  • u vraagt per e-mail (communicatie@b-holding.be) aan de NMBS of u een link mag leggen, met vermelding van de naam van de site, van de verantwoordelijke ervan en van het doel waarvoor de link wordt gevraagd; en
  • u verklaart uitdrukkelijk in voormelde e-mail dat u de voorwaarden van de NMBS om een link te leggen alle zonder enig voorbehoud aanvaardt en zal respecteren; en
  • de NMBS onderzoekt uw aanvraag en geeft u, voorafgaandelijk aan het leggen van de link, per e-mail haar akkoord of desgevallend haar weigering.

Kan dit ook in Nederland, vroegen diverse mensen mij.

Nee, dit kan niet. Het is een volstrekt uitgemaakte zaak dat een gewone hyperlink naar een gewoon vrij online staande webpagina niet verboden kan worden. Pas als je linkt naar iets dat niet online hoort te staan of naar een pagina die niet direct toegankelijk hoort te zijn (maar dat door bv. een programmeerfout is) kán dat anders komen te liggen. Dat blijkt bv. uit de zaak Deutsche Bahn vs Indymedia) en XS4All/Deutsche Bahn).

Een site kan natuurlijk wel op basis van de referer mensen blokkeren die via jouw link op hun site komen. Het is hun site dus zij bepalen wie erop mag (Ab.Fab/XS4all).

Arnoud

Indexeringsites en auteursrechten, een spanningsveld? (gastpost)

Vandaag een gastbijdrage van Maarten van Amerongen, student Nederlands recht aan de Universiteit Utrecht en werkzaam bij de Centrale Raad van Beroep als zittingsgriffier. Deze bijdrage is een ingekorte versie van zijn afstudeerscriptie.

Er zijn honderden websites met een index aan eD2k-links, torrents en NZB’s, er hun aantal lijkt voortdurend toe te nemen. Voor mijn masterscriptie heb ik onderzoek gedaan naar drie P2P netwerken en evenzoveel websites die om verschillende redenen interessant zijn voor de behandeling van de problematiek rond de indexeringsites. Geclaimde massale inbreuken via zulke sites en gestelde miljoenenverliezen voor de rechthebbenden, een actueel probleem wereldwijd met in Nederland een tweestrijd tussen, voornamelijk, auteursrechtenbeschermer Stichting Brein en de beheerders van de indexeringsites. Veel indexeringsites worden door Stichting Brein als eendrachtig en inbreukmakend beschouwd maar de verschillen zijn zoveel interessanter.

In de loop van het afgelopen decennium is de werkwijze van Stichting Brein tegen indexeringsites en hun bezoekers veranderd. Ook de geleerden, rechterlijke macht en overheid lijken niet goed te weten wat men met de indexeringsites aanmoet. Zo haalde rechtenprofessor D.J.G. Visser in een artikel in Computerrecht 2001 de P2P dienst Napster aan. Destijds achtte hij Napster niet aansprakelijk voor auteursrechteninbreuk, wel leverde de dienst een onrechtmatige daad op. In een P2P dienst zónder centrale database zag hij geen probleem, het zijn dan uitsluitend de gebruikers die de auteursrechtelijk relevante handeling verrichten. Nu, enkele jaren later, staat Visser Stichting Brein bij in een procedure tegen de bittorrentindexeringsite Mininova. Een site die slechts torrentbestanden host voor het gedecentraliseerde Bittorrent netwerk en daarbij een streng Notice-and-takedown beleid voert. De inhoud van de procedure Stichting Brein/Mininova veronderstel ik als bekend.

De Stichting Brein voert keer op keer procedures tegen ISP’s of websitehouders om indexeringsites van het internet te krijgen. Hierbij verwijst Stichting Brein maar al te graag naar een paar behaalde matige successen uit het verleden. Relevante uitspraken die de stichting minder behagen worden doodgezwegen. De status van de indexeringsite is hierdoor, mijns inziens onterecht, op een hellend vlak gekomen waarbij de onrechtmatigheid van dergelijke websites dikwijls onterecht en steeds maar sneller wordt aangenomen, veelal door de voorzieningenrechter en zonder degelijk inhoudelijk feitenonderzoek. Een onterechte gang van zaken. Er mag vanuit worden gegaan dat de stichting weliswaar representatief is op het gebied van piraterijbestrijding maar dat hun zelfuitgeroepen expertise en oordeel in redelijkheid niet als waarheid overgenomen mogen worden in rechtelijke procedures. Ze zijn belangenbehartiger met een opinie en géén (onafhankelijk) expert, ook al profileren zij zich wel als zodanig. Een aanwezigheid van medewerkers van Stichting Brein bij doorzoekingen van woningen door de politie naar aanleiding van verdenkingen van intellectuele eigendomsfraude is derhalve volstrekt overbodig en ongewenst voor een deugdelijk onderzoek.

Hoe dan om te gaan met de indexeringsites? Naar mijn opvatting bestaat reeds afdoende wetgeving in de vorm van artikel 6:196c BW om de indexeringsite uit het juridische “grijze gebied” te halen. Een indexeringsite vormt in zekere zin een dienst van de informatiemaatschappij waarbij van de beheerder een vorm terughoudendheid van verlangd mag worden als het gaat om de controle van de inhoud van de door bezoekers geplaatste hashcodes, links of andersoortige data. Controle leidt immers te snel tot een ongewenste vorm van censuur.

In de lijn van de wetsgeschiedenis en jurisprudentie valt op te maken dat een beheerder van een website binnen het kader van de bescherming van artikel 6:196c BW valt indien hij adequaat optreedt bij meldingen van rechthebbenden inzake verwijzingen naar onrechtmatige data. Een dergelijke toepassing van art. 6:196c BW geeft een rechthebbende naar mijn mening in een procedure een sterke positie indien een beheerder weigerachtig blijft om links te controleren en verwijderen.

Het ligt derhalve voor de hand aan te nemen dat een beheerder van een indexeringsite in redelijkheid verplicht is informatie in de vorm van links, torrents, NZB’s etc. te verwijderen zodra hij wordt geïnformeerd door de rechthebbende over de onrechtmatigheid van de bestanden achter de verwijzing. Echter totdat de beheerder is geïnformeerd meen ik te kunnen concluderen dat de -mijns inziens ongefundeerde- klaagbeden van de nationale en internationale rechthebbendenorganisaties over de enorme verliezen die jaarlijks geleden zouden worden als gevolg van het downloaden van auteursrechtelijk beschermd materiaal als gevolg van links die opgenomen zijn bij de P2P indexeringsites, genegeerd kunnen worden. Ik zie in beginsel, en onder voorbehoud van speciale omstandigheden, weinig tot geen juridische problemen in het bestaan van dergelijke sites.

Maarten van Amerongen is student Nederlands recht aan de Universiteit Utrecht en werkzaam bij de Centrale Raad van Beroep als zittingsgriffier. Zijn scriptie is begeleid door mw. prof. mr. drs. M. de Cock Buning. Na het behalen van zijn masterdiploma ambieert hij een functie in de advocatuur, richting IT/IE.

Linken naar P2P stream is inbreuk op auteursrecht?

myp2p-televisie-kijken-links.pngLinken is geen openbaar maken, roep ik al een hele tijd. B/S roept al een hele tijd het omgekeerde. En zo af en toe komt er een vonnis langs dat de discussie weer eens lekker stimuleert. Boek 9 bericht over een ex parte beschikking (een vonnis-zonder-wederhoor, een juridisch onding dat op zich een blogpost of tien waard is) waarin wordt bepaald dat de site MyP2P zelfstandig openbaarmakingshandelingen verricht. Dit omdat zij verwijst naar peer-to-peer streams waar je live televisie kunt kijken.

In de beschikking trektvolgt de rechtbank de eiser in haarde analogie met hotelgasten die televisie kunnen kijken. In het Hotelkamers-arrest ging het Europese Hof van Justitie in op de vraag of de distributie van een signaal door middel van televisietoestellen aan klanten die in hotelkamers logeren, een mededeling aan het publiek (wat de Nederlandse wet een “openbaarmaking” noemt) in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29 vormt.

In die richtlijn staat dat deze term breed moet worden uitgelegd om “een hoog beschermingsniveau voor onder meer de auteurs te verwezenlijken, zodat dezen met name bij een mededeling aan het publiek een passende beloning voor het gebruik van hun werk kunnen ontvangen”. Het Hof ziet daarom geen problemen om het installeren en laten gebruiken van televisietoestellen in hotelkamers als nieuwe openbaarmaking te zien.

het doorgeven van een signaal door middel van televisietoestellen door een hotel aan de gasten die in zijn kamers verblijven, ongeacht de gebruikte techniek van doorgifte van het signaal, [vormt] een mededeling aan het publiek in de zin van artikel 3, lid 1, van deze richtlijn.

De meer klassiek opgevoede auteursrechtdeskundigen doet dit denken aan het HR-arrest 30 oktober 1981 (CAI Amstelveen). Daar werd doorgifte via de kabel van vrij te ontvangen televisiesignalen ook als een nieuwe openbaarmaking gezien. Het HvJEG hanteert dezelfde redenering als onze HR in 1981: je boort een nieuw publiek aan met die doorgifte op je eigen netwerk, en dat valt onder openbaar maken.

In deze beschikking zegt de rechtbank:

Myp2p verricht vergelijkbare handelingen als het hotel in bovengenoemd arrest. Immers: Myp2p is een andere organisatie van wederdoorgifte dan de oorspronkelijke. Zij verricht haar handelingen ten behoeve van een ander, nieuw publiek. Het nieuwe publiek bestaat uit mensen die niet aan een van de officiële partners van Verzoeksters betaald hebben voor het zien van de wedstrijden. (“)”

Nu is het absoluut waar dat MyP2P een andere organisatie is, en ik geloof onmiddellijk dat zij een nieuw publiek aanboort ten opzichte van de klassieke televisiekijkers. Ik wil best aannemen dat dat nieuwe publiek ‘bestaat uit’ mensen die niet willen betalen voor televisie (hoewel je je kunt afvragen hoe die streams dan het P2P netwerk binnenkomen, maar ok).

Maar op één cruciaal punt zit er een wezenlijk verschil: MyP2P geeft geen signalen door van de televisieprogramma’s.

MyP2P verwijst naar de plek waar je die signalen kunt ontvangen, maar biedt zelf geen faciliteiten of een afnamepunt voor de signalen. In eerdere zaken over MP3-zoekmachines, torrentsites en dergelijke wordt dan ook steeds geoordeeld dat dergelijke links, hashcodes, torrents en hoe ze allemaal ook mogen heten geen openbaarmaking zijn. Het is vaak wel onrechtmatig om zulke links, hashcodes etcetera aan te bieden omdat je er iemand willens en wetens schade mee toebrengt, maar dat is een heel andere uitkomst.

En ja, dat verschil is belangrijk: als iemand inbreuk op auteursrecht pleegt, kun je maatregelen nemen met zo’n ex parte beschikking (zonder wederhoor) en de volledige proceskosten vergoed krijgen van de inbreukmaker. Bij een gewone schadeclaim kan dat allemaal niet. Bovendien kan B/S komen afrekenen bij mensen die inbreuk maken op auteursrechten van hun leden.

Kan iemand me uitleggen waarom de rechtbank een verwijzing naar een P2P-stream als hetzelfde zit als in hotelkamers televisies ophangen en aan je kabelaansluiting koppelen?

(Oh ja, deze beschikking is geen jurisprudentie maar ik voel het echte vonnis al aankomen.)

Arnoud

URL-manipulatie is geen merkinbreuk

ebeat-hyperlink-merk.gifStel, iemand ontdekt een beveiligingslek in je website. Wat doe je dan? a) Je repareert het lek en bedankt die iemand of b) Je gooit die persoon van je website en je start een rechtszaak wegens merkinbreuk. U dacht a? Dan moet u misschien eens als consultant langs bij e-learning provider eBeat, want die kozen voor b. En haalden gelukkig bakzeil bij de voorzieningenrechter.

Het bedrijf Handyman had voor interne opleidingen een digitale leeromgeving bij the Beat Factory afgenomen. Een slimme werknemer van Handyman merkte dat je door de URL’s in dat systeem aan te passen, je je cursusresultaten kon aanpassen. Hij mailde dat naar eBeat De reactie van Beat Factory? De toegang van de werknemer afsluiten en haar advocaat op Handyman afsturen wegens inbreuk op het merkenrecht.

De eis wordt vooral afgewezen omdat er geen sprake is van een spoedeisend belang, wat toch een vereiste is voor een kort geding. Ook heeft Beat Factory op geen enkele wijze schade geleden door deze actie. Sterker nog, de rechter laat doorschemeren dat Beat Factory zich aardig aanstelt:

[de actie was] juist gericht op het behartigen van het belang van The BEAT Factory, die dit zeer wel zó kon begrijpen en er zó ook profijt van had kunnen hebben.

Maar hoezo dan merkenrecht? Nou, de merk- en handelsnaam ‘ebeat’ stond namelijk in de aangepaste URL. Zoals Boek9.nl het droogjes omschrijft:

The BEAT Factory ziet dit als een inbreuk op haar intellectuele eigendomsrechten. De voorzieningenrechter niet.
Het gebruik van een tekst in een URL is geen inbreuk op een beeldmerk (ja, een beeldmerk!), noch een verboden gebruik van een handelsnaam.

Omdat Beat Factory haar vordering op het merkenrecht had gebaseerd, krijgt ze nu als verliezende partij de volledige proceskosten om haar oren: zesduizend euro voor de advocaat plus 4095 euro voor de ingeschakelde informaticus. Die trouwens met 195 euro uurtarief een aardige concurrent voor de advocaat lijkt te worden.

Mis ik iets of was dit een hele domme actie van Beat Factory?

Arnoud

Buma/Stemra treedt op tegen embedded muziekfilmpjes

De Buma gaat achter embeddende bloggers aan. Nee, niet embedded bloggers, maar bloggers die filmpjes of muziek van Youtube in hun berichten opnemen. Op C’T wordt Buma/Stemra als volgt geciteerd:

Embedden is volgens de wet echter ‘opnieuw openbaar maken’, zo zegt Buma/Stemra, en dus is er een webcasting-licentie voor nodig.

Volgens de wet? Dat dacht ik even niet. Embedden is een vorm van inline linken. Linken is geen openbaarmaken in de zin van de Auteurswet, zo blijkt uit de jurisprudentie (zie met name het ZoekMP3-arrest en de recente Shareconnector-zaak). Linken kan wel onrechtmatig zijn, omdat je door een link de inbreuk op auteursrecht faciliteert of zelfs aanmoedigt. Je moet dan wel, zo staat in diezelfde jurisprudentie, weten dat je linkt naar iets inbreukmakends. Nu denk ik dat dat vrijwel altijd wel opgaat bij embed-codes van Youtube, maar nog steeds: het is geen inbreuk maar hooguit onrechtmatig.

En nee, dat is geen gezochte juridisch-theoretische nuance. Of nou ja, dat is het misschien wel, maar hij is wel van belang. Want de manier waarop de Buma omgaat met deze onrechtmatige handelingen, is ietwat merkwaardig: men suggereert dat de blogger een webcasting-licentie nodig heeft voor dergelijke links. Zo schrijft de Buma aan Myownmusicindustry.nl:

[W]ij hebben geconstateerd dat u actief bent om (beschermde) muziekwerken uit het door Buma/Stemra beheerde wereldmuziekrepertoire ter beschikking te stellen, ontvangen wij van u graag de volgende gegevens ter bevestiging;

Dat wekt de indruk dat de embedded blogger inbreuk op auteursrecht pleegt. Alsof de embedded blogger hetzelfde doet als Youtube. Webcasting is een vorm van openbaar maken, daarvoor is een licentie nodig. Dat is duidelijk. Maar iemand die faciliteert bij webcasten, maakt zelf niet openbaar. En wie niet openbaar maakt, pleegt geen inbreuk op het auteursrecht en heeft dan ook geen licentie nodig.

Het is niet netjes om bloggers en Youtube dan zo over één kam te scheren. Youtube maakt openbaar en moet daarvoor een licentie nemen. De schade die de bloggers veroorzaken door hun embed-acties, is afgeleide schade en staat niet in verhouding tot de schade die Youtube veroorzaakt bij de auteursrechthebbenden. Die afgeleide schade kan dan niet leiden tot hetzelfde licentiebedrag als Youtube zou moeten betalen.

Buma zou met Youtube -de eigenlijke inbreukmaker- een ‘echte’ webcasting licentie afsluiten. En afhankelijk van de voorwaarde daarin zou men dan eventueel een apart, afgeleid tarief kunnen hanteren voor mensen die slechts embedden. Of, en dat zou uiteindelijk het beste zijn, Youtube laten afrekenen voor afspelen via haar embedded player, zodat bloggers vrijuit kunnen blijven bloggen.

UPDATE (17:21): De actie van Buma/Stemra was prematuur, zo meldt NU.nl zojuist.

UPDATE (14 februari) Heeft Buma/Stemra haar hand overspeeld? 3voor12 citeert Nicolien van Vroonhoven (CDA), lid van de werkgroep auteursrecht op internet: “Het is typerend hoe Buma hier nu op duikt. Het is lastig juridisch te beoordelen of ze het gelijk aan hun zijde hebben, maar je moet niet altijd het onderste uit de kan willen hebben. Youtube is een vrijplaats, en dat moeten we koesteren.”

Arnoud

Hyperlink naar opruiiend materiaal mogelijk strafbaar

Hyperlinks zijn legaal, behalve in bijzondere gevallen. Inbreuk op auteursrecht is de meest voorkomende uitzondering, maar ook bijvoorbeeld linken naar een smadelijke publicatie kan onrechtmatig zijn. Hyperlinken kan zelfs strafbaar zijn.

In een zaak over opruiing via internet heeft de rechter nu beslist dat een directe link naar een opruiiend geschrift strafbaar kan zijn. Het verspreiden van een “geschrift of afbeelding waarin tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag wordt opgeruid” is strafbaar (art. 132 Wetboek van Strafrecht). De rechter stelt een “directe link” hiermee gelijk:

Door het plaatsen van een dergelijke link kan de lezer met slechts één handeling (te weten het klikken/dubbel klikken op de link) het onderliggende document opvragen en lezen. Het onderliggende document is daarmee zodanig verbonden met de link dat door het plaatsen van de link het onderliggende document in zekere zin onderdeel is geworden van het stuk waarin de link is geplaatst. In die zin wordt naar het oordeel van de rechtbank door het plaatsen van de link ook het onderliggende document verspreid.

Van die conclusie schrok men zelf kennelijk ook, want vervolgens wordt deze vérstrekkende bepaling meteen genuanceerd:

De vraag die vervolgens moet worden beantwoord is of het enkel plaatsen van een link ook moet vallen onder de strafbaarstelling van artikel 132 van het Wetboek van Strafrecht. Die vraag is van belang omdat de rechtbank niet aannemelijk acht dat het de bedoeling van de wetgever is geweest om het enkele plaatsen van een link in alle gevallen onder die strafbepaling te laten vallen. Gevolg daarvan zou immers onder meer zijn dat (de exploitanten van) internetzoekmachines – die links produceren naar aanleiding van ingevoerde zoektermen – ook onder deze strafbepaling zouden komen te vallen als die links leiden naar opruiende geschriften en/of afbeeldingen. Bij bepaalde zoektermen is het immers onontkoombaar dat die links opleveren naar geschriften of afbeeldingen waarin tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag wordt opgeruid.

En u voelt ‘m al aankomen: het moet afhangen van de relevante concrete omstandigheden van het geval.

Arnoud

Nieuw op Iusmentis: Aansprakelijk voor hyperlinks (in Aansprakelijkheid @ iusmentis.com)

Een hyperlink is legaal, behalve wanneer de plaatser weet of redelijkerwijs moet weten dat de link naar een onrechtmatige publicatie wijst.

De hyperlink of URL is de basis van het internet. Links zijn ongeveer de enige manier om alle informatie te vinden die op internet staat. In de meeste gevallen zijn hyperlinks vergelijkbaar met een bronvermelding: waar komt bepaalde informatie vandaan, of waar is meer over een onderwerp te lezen. Dat is volstrekt legaal. Vandaar dat hyperlinks normaal legaal zijn.

Soms zijn hyperlinks echter niet legaal (“onrechtmatig”). Een link kan wijzen naar bijvoorbeeld een publicatie die auteursrecht schendt, of naar een tekst die smaad of laster bevat. Wie dat weet, of redelijkerwijs moet weten, kan aansprakelijk worden gesteld als hij er toch naar linkt.

Bij zoekmachines en linksites (startpagina’s, linkverzamelingen en dergelijke) ligt dit iets anders. Een zoekmachine of linksite die niet filtert, is pas aansprakelijk als hij gewezen wordt op het onrechtmatige karakter. Wie wel filtert, valt onder de hoofdregel van de vorige alinea.

Lees verder in Aansprakelijk voor hyperlinks (in Aansprakelijkheid @ iusmentis.com).

(En ja hij staat er al een paar weken maar ik was vergeten hem aan te kondigen)

Arnoud