De vrijheid van misselijkheid juridisch bekeken

Naar aanleiding van de actie van diverse sociale media om beeld van de onthoofding van journalist James Foley te verwijderen schreef Rejo Zenger een erg mooi betoog over grondrechten op die sociale media. Twitter en Youtube hebben de beslissing genomen die beelden niet meer toe te laten, hoewel je je zeer kunt afvragen of die beelden strafbaar zijn om te vertonen. En waarom zouden die bedrijven dingen weg moeten (mogen) halen als de inhoud niet strafbaar is?

Op zich heb je op andermans blog of site géén recht om je mening te uiten. “Freedom of the press is guaranteed only to those who own one” zei Abbott Joseph Liebling al in 1960. Je kunt natuurlijk een eigen blog beginnen, maar dat je dan geen lezers hebt is toch echt jouw probleem. Andere sites hoeven jouw mening niet toe te laten.

Het zou ook wel een grote uitholling van het eigendomsrecht zijn als een ieder al te gemakkelijk met een beroep op vrije meningsuiting zich onbeperkt toegang tot en gebruik van andermans eigendom kon verschaffen. Maar onmogelijk is het niet. Zo werd in de jaren zeventig het recht bevochten om andermans eigendom te mogen gebruiken ten behoeve van een eigen meningsuiting, namelijk door posters met meningen te mogen plakken op muren of gebouwen. Dat bleek heel soms te mogen bij de rechter: als de staat -de gemeente, meestal- totaal géén mogelijkheid gaf om legaal aan te plakken, dan moesten de burgers maar tolereren dat er op hun muur werd geplakt. Vandaar dus dat er allerlei openbare aanplakborden in vrijwel elke gemeente staan.

In de jaren tachtig speelde deze kwestie bij de vraag of verslaggevers toegang moesten krijgen tot voetbalstadions, dit op grond van het recht van vrije nieuwsgaring. De gebouwen zijn eigendom van de voetbalclubs, maar in principe kan iedereen (tegen betaling) naar binnen gaan. Mag de voetbalclub dan de voorwaarde stellen dat men alleen naar binnen mag indien men niet filmt? De Hoge Raad oordeelde van wel. Ook in situaties als deze behoort het eigendomsrecht boven de vrije meningsuiting te gaan. De stadions waren opgesteld voor publiek, maar nog steeds privé-eigendom.

Deze lijn kun je prima doortrekken naar sociale-mediasites als Google, Facebook of Twitter. Hun servers zijn privé-eigendom en zij beslissen dus wat daar gebeurt. Willen ze geen blote borsten, dan is dat hun keuze. Wil men wel expliciet geweld toestaan, nou ja hun keuze dan ook al word ik er misselijk van. Ik moet dan mijn sociale media maar ergens anders halen.

Alleen: wélke ergens anders. Twitter en Google zijn inmiddels zo groot dat hun beslissing om geen aandacht te schenken aan een bepaald nieuwsfeit bepalend kan zijn voor de verdere ontwikkeling daarvan, merkt Zenger terecht op. En je bent de facto ook als gebruiker best afhankelijk van deze sites. Je stapt niet zomaar op bij Facebook of Google.

En die marktmacht, die meningsmacht die die sites hebben, maakt dat hier wellicht een uitzondering moet gaan gelden op de ondernemersvrijheid van deze bedrijven om te kiezen wat ze wel en niet toestaan.

Daarvoor is een precedent. In de Europese Appleby-zaak uit 2003 wilde een groep demonstranten in een winkelcentrum – ook een semi-openbare ruimte – haar mening uiten. De (private) eigenaar verbood dit op grond van zijn eigendomsrecht. Het EHRM oordeelde dat dit in beginsel inderdaad toegelaten was. Het eigendomsrecht woog zeer zwaar en kon in beginsel slechts opzij gezet worden wanneer sprake was van

preventing any effectieve exercise of freedom of expression or [if] it can be said that the essence of the right has been destroyed (r.o. 47).

Bij het Appleby-winkelcentrum was hiervan geen sprake, omdat je als demonstrant ook de individuele winkels zou kunnen vragen of je daar mocht flyeren in plaats van in de algemene hal.

Hoe trek je dit nu door naar internet? Als een site of dienst zó groot is dat zonder je daar te kunnen uiten je vrijheid van meningsuiting effectief dood is, dan mag de dienst niet zomaar je mening verbieden. Met het aantal gebruikers op Facebook en Twitter en vooral het feit dat grosso modo iedereen daar kijkt en nergens anders, zie ik dat nog wel een eind opgaan.

Alleen: dat zou betekenen dat je als Facebook dus ook misselijkmakende beelden moet laten verspreiden waar een hoop gebruikers niet op zitten te wachten. Dat kan ook weer niet de bedoeling zijn. Of wel? Zoals Rejo betoogt:

Hoe schokkend het filmpje van de onthoofding ook is, het is de keiharde realiteit van onze wereld. Dit soort beelden zijn medebepalend voor onze toekomst. … Dit soort beelden moet gezien worden – in ieder geval door hen die dat willen. Elk van ons moet dat voor zichzelf bepalen.

Facebook zou dus dit soort beelden wél door moeten laten maar mensen zelf laten zeggen “dit wil ik niet meer zien”, waarna het uit je gezicht blijft. Een grote verantwoordelijkheid. Maar ja, ze hebben dan ook een grote macht. En het is dan te makkelijk om te zeggen “onze servers, wij bepalen”. Als je zó veel invloed hebt, dan moet je rekening houden met anderen.

Arnoud

31 reacties

  1. Hah, toponderwerp! 🙂

    De redenering uit Appleby gaat hier inderdaad een behoorlijk eind op, maar het EHRM legt de lat vrij hoog: in beginsel impliceert art. 10 EVRM geen vrijheid van forum.

    Ik denk dat youtube er zonder problemen mee wegkomt om de betreffende filmpjes te censureren, aangezien er afdoende andere websites bestaat waar je filmpjes kunt posten. Met twitters en facebooks ligt het wat gecompliceerder, vanwege enorme netwerkeffecten, maar zelfs daar kun je je afvragen of bij een verbod van bepaald materiaal op die sites gesproken kan worden dat de essentie van het recht op vrije meningsuiting door hen kan worden vernietigd, zeker nu het in casu gaat om materiaal wat genoeg mensen niet willen zien. Bijgevolg hebben deze social networks een belang om dat niet op hun netwerk toe te laten. (En let wel: ook dat wordt door onder meer de vrijheid van meningsuiting beschermd!)

    Shameless plug: mijn afstudeerscriptie maakt een evrm-analyse van dit onderwerp. Wie weet is dat in dit verband interessant: http://dare.uva.nl/scriptie/482019

    1. Eens dat de lat erg hoog komt te liggen maar als Youtube niet groot genoeg is, welke videosite dan wel? Volgens mij is het netwerkeffect of naamsbekendheidseffect net zo groot als zeg Twitter of Facebook. Het voelt hetzelfde als mogen demonstreren op een industrieterrein versus in de binnenstad, en van dat laatste is bekend dat het niet telt als gelijkwaardig alternatief. Je mogen uiten op Dailymotion of Leakedvid.in voelt als een industrieterrein versus winkelcentrum Youtube zeg maar.

      En bedankt voor je scriptie-link!

      1. Het grote verschil tussen industrieterrein vs. binnenstad en youtube vs. dailymotion is dat het in het eerste geval gaat om openbare ruimte (en dus om directe verticale werking van grondrechten, waarbij de driestappentoets voorzien bij wet, legitiem doel, noodzakelijk in democratische samenwerking moet worden afgevinkt), en in het tweede geval om private ruimte, waarbij er slechts een indirecte horizontale werking van die grondrechten is, waarbij er bovendien een aantal in conflict zijn. Het hof volstaat dan met het vinden van een ‘eerlijke balans’, waarvan de inhoud effectief eigenlijk aan de lidstaten wordt gelaten door een enorme margin of appreciation.

        Inderdaad, je video zal op een kleine obscure videosite niet zo snel viral gaan als op youtube. Er is geen sprake van een gelijkwaardig alternatief, ook dat ben ik met je eens. Echter: het Hof vereist niet consequent dat alternatieven gelijkwaardig zijn (vgl zaken 38218/97, 44802/98, 38743/97. Iets strenger zijn ze in 24699/94. Nog iets strenger 23883/06, ro 45). Pas als het alternatief volledig onvergelijkbaar is, is er sprake van iets wat niet meer als bruikbaar alternatief geldt.

        Ook de redenering uit appleby dat de essentie van het recht verdwenen moet zijn is een hoge lat. Het Hof droeg daar als offline voorbeeld aan een corporate town, waarbij een demonstratie op geen enkele plaats in het dorp meer mogelijk was. Ik denk dat dat op internet niet zo snel aan de orde is.

        Dus, ik vermoed dat in de huidige situatie er in het algemeen geen enkele videosite is die je op grond van je eigen uitingsvrijheid kunt verplichten om je filmpje te laten zien. Pas als de belangen zo enorm in onbalans zijn dat er echt gevaar dreigt voor een goed werkende democratie (bijvoorbeeld: google besluit op al haar sites uitingen van linkse partijen niet te laten zien en uitingen van rechtse partijen wel) dan heb je denk ik een haalbare zaak bij het Hof.

  2. Een totaal onderwerp waar dit ook heel hard speelt is borstvoeding. Amerikanen zijn ontzettend preuts als het om beelden van borsten gaat (zie Nipplegate). Maar dat trekken ze dus ook door naar het volstrekt natuurlijke fenomeen van borstvoeding. Plaatjes van kinderen die gevoed worden, worden keihard van Facebook verwijderd.

    1. Het is inderdaad te gek voor woorden dat die rare Amerikaanse cultuur ons op deze manier wordt opgelegd. Maar, verder denkend: het hele menselijke lichaam is volstrekt natuurlijk. We zouden onze eigen preutsheid ook niet aan anderen mogen opleggen. Naturisten zouden hun vakantiekiekjes dus gewoon moeten kunnen delen op sociale media-sites.

      En dan: (niet-te-absurde) seks is ook volstrekt natuurlijk…

      1. Tja als je amerikaanse sites gebruikt…. dan is het niet zo gek dat je amerikaanse cultuur krijgt opgelegt.

        Op hyves was dit geen probleem geweest lijkt me. Zo kan je ook andersom redeneren, als een amerikaan op dumpert komt wordt hem de nederlandse cultuur op dezelfde manier opgelegd.

      2. Tja, dat iets natuurlijk is, betekent niet per definitie dat het maatschappelijk gewenst is. Seks met meisjes die voor het eerst vruchtbaar worden, is heel natuurlijk maar maatschappelijk willen we dat liever uitstellen tot hun 18e (althans met andere volwassenen). Zo verwacht ik ook dat verkrachtingen door Alpha mannetjes heel natuurlijk zijn, maar wederom maatschappelijk ongewenst.

  3. In de praktijk zal het ongeveer zo gaan: * Bekende videosite X weigert video * Video wordt gepost op obscure videosite Y, die de video wel accepteert * Geïnteresseerden wisselen links uit naar de video op Y * Sociale netwerksites blokkeren links naar de video op Y, of zelfs alle links naar Y * Mensen gebruiken redirect-URL services om te linken naar de video * Bekende redirect-URL services blokkeren de video-URLs, onbekende redirect-service-URLs worden geblokkeerd door de sociale media, en mensen moeten telkens nieuwe URLs maken om naar de video te verwijzen * Vanwege de snelheid van communiceren blijven de URL-makers de censoren een stap voor. De video blijft vindbaar, zij het dat je hooguit wat langer moet zoeken. De censurerende sites krijgen een slechte naam, aangezien het censureren nogal zichtbaar is, en de gebruikerservaring verslechtert.

    Mooi dat het ook op een juridische manier geregeld kan worden, maar in de praktijk zal het wel op bovenstaande manier gebeuren.

  4. “En die marktmacht, die meningsmacht die die sites hebben, maakt dat hier wellicht een uitzondering moet gaan gelden op de ondernemersvrijheid van deze bedrijven om te kiezen wat ze wel en niet toestaan.” Nee, hoe ik me er ook aan erger; dit zal ik nooit goedkeuren. Dat is inbreuk op iemands eigendomsrechten. Dat deze sites ‘machtig’ zijn, ligt aan de mensen zelf, die als een kudde schappen achter elkaar aanlopen. Wie echt wil, kan zijn mening wel uiten.

    1. Het is zeker inbreuk maar gezien de Appleby-zaak en die aanplak-zaken hierboven is er in theorie ruimte voor zulke inbreuk. Soms moeten rechten wijken voor andermans rechten. Net zoals mijn privacy soms moet wijken voor jouw uitingsvrijheid of andersom.

      Ja, het ligt aan de mensen. Net zoals dat het aan de mensen ligt dat er niemand wandelt op een braakliggend terrein, dus als je echt wil kun je prima daar demonstreren en dan komt je mening effectief over. Nope. Zo werkt het niet. Die bedrijven hébben marktmacht en als dat een verstorend effect heeft op grondrechten van échte mensen dan moet daar iets mee gedaan.

      1. Vilseledd is een libertariër. Grondrechten van échte mensen tellen daar niet. Volgens mij bedoelt Vilseledd dat als je genoeg geld hebt, dat je dan reclame kunt kopen en je mening kunt uiten. In de libertarische visie is dat “wie echt wil”, want mensen zonder geld, die wíllen gewoon niet hard genoeg. Succes is een keuze, snap je?

        1. “Succes is een keuze” is meer een adagium van neoliberalen, niet van libertariërs. Libertariërs weten heel goed, dat het leven niet altijd op rolletjes loopt en waar die kan zal hij – vrijwillig – deze mensen helpen. Maar de meesten vinden een dwangsysteem kennelijk beter. Daarnaast zie je, dat ik uitstekend in staat ben mijn mening te verwoorden zonder grote platformen. Er zal dan ook geen haar op hoofd zijn, dat erover piekert om mijn account bij Nujij weer te laten activeren, één van de platformen, die wel eens onder dit arrest zou kunnen vallen. Het vergelijk met een overheid, die de binnenstad als verboden terrein voor een demonstratie verklaart, gaat ook mank, want dat is volgens hun eigen zeggen “de publieke ruimte”. De voorstanders van het genoemde arrest vinden de ene private ruimte niet goed genoeg en weten middels dwang af te dwingen, dat de andere private ruimte aan hun toegewezen wordt.

  5. hoewel je je zeer kunt afvragen of die beelden strafbaar zijn om te vertonen

    De nabestaanden hebben toch portretrecht voor zover zij een belang hebben? Dat belang lijkt me in deze situatie een uitgemaakte zaak.

    Ik denk dat je je bij een onthoofdingsvideo heel moeilijk kan beroepen op citaatrecht of fair use omdat het belang van de nabestaanden in deze extreme situatie ineens veel groter is dan het belang van internetmedia.

    1. Portretrecht zoals wij dat kennen bestaat niet in de VS, en in de praktijk moet je in de VS een claim indienen bij zulke dienstverleners. Verder wordt daar zó veel waarde aan uitingsvrijheid gehecht dat je vrijwel nooit een ander belang daarboven kunt krijgen. Privacy heb je daar alleen thuis met de gordijnen dicht.

      1. Portretrecht zoals wij dat kennen bestaat niet in de VS,

        Niet op federaal niveau maar diverse staten kennen wel degelijk een vorm van portretrecht. Vaak gerelateerd aan commercieel gebruik van iemands naam/stem/beeltenis en dat recht is in verschillende staten ook overdraagbaar naar nabestaanden zoals in Californie waar veel amerikaanse ICT bedrijven zijn gevestigd. Ook is er veel jurisprudentie op het gebied van right to publicity die in de VS een rechtsbasis geven aan die rechten. De jurisprudentie zal ook veelal gaan over commercieel gebruik van iemands persoonlijkheidsrechten maar het is zeker niet zo dat een persoon dus geen rechten heeft op zijn portret in de VS.

        Ik denk dat er veel advocaten graag een grote media gigant zouden sueen over dit issue.

          1. Zelf commerciele exploitatie kun je al gebruiken als basis voor een rechtszaak. De publicatie van een dergelijke video kun je best als een commercieel belang zien voor de publicerende partij en ook is er ongetwijfeld (financiele) schade voor de nabestaanden aan te wijzen door de publicatie van de video. Het nieuws over dit onderwerp kan ook best gebracht worden met een tekst en een niet zo grafische foto. Bovendien zijn veel persoonlijkheidsrechten in de VS ontleend aan common law en dat is een bewegend doel waarbij de jury interpreteert en door uitspraken de reikwijdte kan verbreden. Zeker in een dergelijke zaak waar een jury de nabestaanden graag gelijk zal willen geven.

      1. Het nieuws kan dan wel relevant zijn en kan natuurlijk wel altijd gebracht worden maar het belang van het tonen van de onthoofdingsvideo bij dat nieuw is veel minder groot. Ik denk niet dat het kunnen bekijken van onthoofdingsvideo’s voordelen biedt voor de maatschappij. Terwijl het belang van de nabestaaanden om die video niet gepubliceerd te zien juist wel heel groot is.

        1. Het Internet maakt het voor journalisten mogelijk om naar hun bronmateriaal te linken. Sommige mediaorganisaties doen dat uit overtuiging, zodat hun lezers niet hoeven blind te varen op de interpretatie van de journalist.

          Voor hen is het van belang dat het mogelijk blijft om te linken naar (walgelijk) materiaal. Ik vind niet dat we van het Internet een roze droomwereld moeten maken, De realiteit is soms hard en misselijk; een “collectieve shock” is vaak de eerste aanzet tot politieke actie. Hoe vaak heeft de publicatie van een video van politiegeweld tot een onderzoek en bestraffing geleid? Hoe vaak leidt een ooggetuigenverslag zonder beelden tot veroordeling? Je kunt gaan mopperen over het portretrecht van het slachtoffer, maar het algemeen belang is gebaat bij effectief optreden tegen misstanden.

          1. Hoe vaak heeft de publicatie van een video van politiegeweld tot een onderzoek en bestraffing geleid?

            Niet zo vaak als je denkt.

            Het bekenste voorbeeld van een video van politiegeweld is die van Rodney King die als zwarte verdachte door een stuk of 4 blanke agenten met wapenstokken in elkaar geslagen werd en daarbij was juist die video die origineel door een TV station getoond werd ingekort om een kort stukje agressie van Rodney King zelf eruit te knippen.

            De complete video werd wel door de jury gezien werd en leidde toch in eerste instantie niet tot een veroordeling van de politieagenten. Later zijn twee agenten alsnog veroordeeld maar dat is waarschijnlijk meer onder druk van rassenrellen dan de video zelf.

            Het is dus sowieso voor media al gevaarlijk om videomateriaal bij een nieuwsverhaal op te nemen omdat videomateriaal vaak geedit is door degenen die het uitbrengt en niet een objectief verslag vormt. Dat was ook het geval bij de wikileaks video van een helicopteraanval in bagdad waar beelden geedit waren zodat er geen gewapende personen in beeld kwamen terwijl die wel op de originele beelden stonden.

  6. Ik heb er op zich niet zoveel problemen mee dat sociale media bepaalde beelden (foto’s en/of video) niet willen tonen. Alleen moet hetgeen wat zij niet op hun site willen, wel duidelijk vermeld staan in de ‘gedragsregels’ (code of conduct). Die lijst moet dan wel consistent worden nageleefd. Dus als YouTube zegt geen geweld op hun videosite te willen, dan moeten ze ook filmpjes van vechtende scholieren verwijderen.

    Juist bij dit soort punten waarbij men al snel (vaak onterecht) roept censuur en is het dus belangrijk dat consistent is in het niet toelaten van bepaalde content. Echt zwart/wit dus en als men het als een grijs gebied ervaart, dan zal men hier altijd discussie over houden.

    Maar dat betekend dus ook al je filmpjes van IS niet accepteert, je dan bijvoorbeeld ook niet het anti-IS filmpje van de Amerikaanse overheid moet accepteren..

      1. Een site moet zich wel aan de contractuele afspraken houden. Zeker als ze die zelf eenzijdig hebben opgesteld. Als een site in de AV zegt “geen geweld” dan is het onredelijk dat ze de ene keer wél dat verbod handhaven en de andere keer niet. De pest is dat dit juridisch lastig te handhaven is, aangezien jij geen partij bent bij het contract tussen mij en Youtube. En als Youtube naar mij coulant is dan is er niet meteen een juridisch haakje voor jou om naleving af te dwingen. Maar dat haakje zou er wel moeten zijn.

  7. “Dit soort beelden moet gezien worden – in ieder geval door hen die dat willen” moet gezien of moet gezien kunnen worden. Ik zou niet willen dat mijn kinderen dit zo maar even zien bij trending youtube filmpje.

    Dus als het te zien is dan achter een zware opt in weer je zeker dat je dit wilt zien?? Ja wil je echt misselijk worden?? Alstu.

    Maar hoe zit het dan met filmpjes van andere strafbare feiten? Kinderporno, dierensex, roofmoord etc. moet dan alles maar vrije mening ga je gang? Ja moet je wel zien hoe erg dat is?

    1. Dat verschilt van persoon tot persoon. Sommige mensen zijn zo gevoelig dat “kop-in-het-zand-steken”, en dus NIET bekijken, voor hen nodig is uit zelfbescherming. Ik ben zelf meer iemand die alles aan kan, en ik heb graag de toegang tot de hele, ongefilterde waarheid, omdat ik denk dat ik op basis van een ongefilterd beeld van de werkelijkheid betere beslissingen kan nemen.

      Eerlijk gezegd betekent dat nog niet dat ik behoefte heb gehad op die onthoofdingsvideo te bekijken; het feit dat die ergens openbaar beschikbaar is, is voor mij voldoende om te weten dat het echt is gebeurd. Ik zou wel geïnteresseerd zijn in een transcript van wat er allemaal wordt gezegd in de video.

      In sommige van jouw voorbeelden speelt er nog iets anders mee, namelijk het belang van een slachtoffer dat in beeld komt.

      Tot slot: wat misselijkmakend is, is uiteindelijk een kwestie van smaak, en welke smaak wel en niet “mag” is een kwestie van maatschappelijke opvattingen, en daarmee aan verandering onderhevig. Je zou kunnen zeggen dat mensen ziek in hun hoofd zijn als ze genieten van iets dat overduidelijk immoreel is, maar dan zou je de bezoekers van gladiator-spelen in het Romeinse rijk zo’n beetje allemaal ziek in hun hoofd moeten noemen; kijk eens naar het Collosseum voor hoeveel dat er waren.

  8. Er wordt te weinig gedacht in termen van propaganda. Stel dat de elektrocutie of het anderszins ter dood brengen van Eichman indertijd op de TV zou worden getoond. Zou dat toen verboden moeten worden? In veel speelfilms wordt soms extreem geweld geënsceneerd. Verbieden? Het gaat niet om de beelden zelf, die zeggen niet zo veel, nog afgezien van het feit dat ze te manipuleren of ensceneren zijn. Maar de echte manipulatie zit in de begeleidende tekst en context. En volgens mij moet er op propaganda wel degelijk worden gecensureerd als die oproept tot geweld, vooral op oproepen tot geweld tegen (groepen) burgers. Uiteraard moeten feiten wel gemeld worden, maar dan in “onze” termen. Dus “ISIS heeft een Engelse journalist afgeslacht”

    1. “Propaganda” is een term die niet neutraal is. En uit naam van de “vrijheid van meningsuiting”, waarom zou het commentaar van Rutte en Wilders wel op de TV mogen en een filmpje met daarin de motivatie van IS niet? Of, om een ander conflict te nemen, moeten we Poetin’s uitspraken over de Oekraïne maar censureren als “propaganda” en alleen Porosjenko’s kant van het verhaal laten horen?

      1. Het gaat in de eerste plaats om oproepen tot geweld. Daar is in jouw voorbeelden niet direct sprake van. Het rechtvaardigen van geweld valt daar vaak wel onder, bijvoorbeeld de bewuste ISIS onthoofding, maar ook de manier waarop “burgerslachtoffers” geframed worden. Daarnaast zijn zijn er lasterlijke of smadelijke uitspraken die bepaalde politieke doelen dienen, zoals de holocaustontkenning, die dient om antisemitisme salonfähig te maken. Zie ook mijn blog: Goebbeliaanse Propaganda

  9. Ik vind het wel een omdraaiing. Een gemeente die aanplakken verbiedt, doet dat meteen op elke vierkante centimeter in de hele gemeente. Bij Google en Facebook is het toch echt jammer dat ze zo groot zijn, maar echt niet de enige mogelijkheid om een foto te plaatsen. Het feit dat veel mensen ergens kijken geeft je toch niet het recht om daar een poster te mogen plakken? Je kunt blijkbaar publicatierecht eisen, maar geen eisen stellen aan de plek waar je dat krijgt. Zo ook met een voetbalclub: Het is blijkbaar niet voldoende dat je die wedstrijd Roda-Heracles – of dat concert van Prince – alléén daar kunt zien; je mag nog steeds niet gratis met een camera naar binnen.

Geef een reactie

Handige HTML: <a href=""> voor hyperlinks, <blockquote> om te citeren, <UL>/<OL> voor lijsten, en <em> en <strong> voor italics en vet.