“Geschil over open source software WordPress en WooCommerce”, zo opende een recent Amsterdams vonnis enigszins cryptisch. Het bleek te gaan om een beslaglegging door WordPress-eigenaar Automattic versus de eigenaar van Festinger Vault, een site die onder meer genullde premium WordPress/WooCommerce plugins aanbiedt. Dat geschil speelt in Nederland omdat die eigenaar hier woont. Wat is er aan de hand?
Het was even zoeken, maar dit is soort van een neutrale beschrijving van wat Festinger Vault doet:
Festinger Vault is a popular GPL (General Public License) site that provides access to a vast collection of WordPress themes and plugins at a fraction of their original price. Unlike traditional marketplaces where you pay for each theme or plugin individually, Festinger Vault offers these products under GPL, allowing users to download, modify, and use them freely, all within the legal framework of WordPress’s open-source philosophy.Dat “under GPL” moet hard werken om die omschrijving legaal te houden. Want die betaalde plugins staan daar in genullde vorm, wat WordPress-jargon is voor het weghalen van de controle of jij wel betaald hebt (exacte etymologie-links welkom). En dat is een zeer discutabele praktijk.
Enerzijds: als code (zoals een WP plugin) onder GPL vrijgegeven wordt, dan mag je iedere letter daarvan aanpassen. Dus ook de letters die die controle uitvoeren. Anderzijds: dit is héél hard niet de bedoeling, botst (discutabel) met de letter van GPL artikel 2(d), en wringt nog meer als je vervolgens geld vraagt en doet of het de officiële plugin is zoals tegen geld beschikbaar gesteld door de originele ontwikkelaar.
Dat laatste is meer een merkenkwestie natuurlijk. En dat was dan ook waar Automattic (het bedrijf achter WordPress en WooCommerce) met gestrekt been mee binnenkwam bij Festinger Vault. Via een zogeheten ex parte procedure (art. 1019e Rv) overtuigde ze de rechter dat hier een evidente en grote inbreuk op IE-rechten aan de gang was, die per direct moest stoppen en niet kon wachten tot er een hele zaak over was gevoerd.
De voorzieningenrechter had dat verzoek toegewezen, met een dwangsom van € 25.000,00 per dag (gemaximeerd op een half miljoen). Een dag later legde Automattic voor € 1.078,000,00 beslag op de bankrekening, het huis en de auto van de eigenaar van de site, in afwachting van de inhoudelijke uitspraak.
Nu is het handelen van Automattic en met name haar CEO de laatste tijd nogal opmerkelijk te noemen. Ik wil niet insinueren dat Rian van Rijbroek een nieuwe scharrel heeft, maar Matt Mullenweg doet nogal opmerkelijke uitspraken over wat er mag van de GPL of het merkenrecht. Zo zei hij in een inmiddels berucht interview:
… dat GoDaddy geen gebruik maakt van de merken van Automattic, maar nadat hij heeft gezegd dat het handelen van [bedrijf] niet in strijd is met de GPL, voegt hij daaraan toe: “We were able to use the trademark basically to shut them down.Wat GoDaddy doet, leek een heel eind op wat er bij Festinger Vault gebeurde. Het is dat licht opmerkelijk dat het ex parte verzoek uitgebreid motiveert waarom sprake is van auteursrechtinbreuk / schending GPL, en maar heel kort iets over merkenrecht zegt. Ook zegt Mullenweg dat hij normaal altijd eerst informeel contact opneemt, en dat is hier niet gebeurd.
Als achtergrond: het verlenen van ex parte toestemming en het laten leggen van conservatoir beslag is iets dat zonder wederhoor gebeurt. Rechters gaan er van uit dat een en ander eerlijk wordt voorgesteld (art. 21 Rv), en worden dus zéér sjachrijnig als dat niet het geval blijkt. Zoals ook hier:
Tot slot blijkt uit het interview dat de ‘online community’ – zoals [bedrijf] ter zitting ook heeft gezegd – forse kritiek heeft op Automattic, omdat zij haar merkrechten gebruikt om concurrent WP Engine aan te pakken (deze kritiek was de aanleiding voor het interview). De voorzieningenrechter merkt hierbij op dat uit het interview blijkt dat WP Engine een grote onderneming is (in omvang vergelijkbaar met Automattic/WordPress), met een private equity fund als investeerder – terwijl [bedrijf] een eenmanszaak is – en dat dit de enige andere onderneming is waarmee Automattic in een juridische strijd is gewikkeld. Uit de door [bedrijf] in het geding gebrachte (links naar) publicaties over de strijd tussen WP Engine en WordPress maakt de voorzieningenrechter voorts op dat de website van WP Engine gewoon (weer) in de lucht lijkt te zijn, terwijl de website van [bedrijf] – door het ex parte verbod – nog steeds op zwart staat.“Van een zekere schending van artikel 21 Rv door Automattic in dit kort geding lijkt in het licht van dit alles voorshands wel sprake”, is dan de conclusie. Dat betekent niet dat Festinger Vault inhoudelijk gelijk heeft: deze procedure gaat alleen over de vraag of het beslag er af moet.
FV krijgt hierin gelijk, mede omdat Automattic de schade als “véél te hoog” heeft geclaimd en omdat op die bankrekening ook het PGB van de directeur in privé binnenkomt. Het beslag wordt dus opgeheven en we gaan naar de volgende, inhoudelijke ronde. En dat zou zomaar eens de eerste uitspraak kunnen zijn over de scope van de GPL.
Arnoud
Beste zin van het jaar, Arnoud
Misbruik van de Ex Parte, wat al een gedrocht is in ons rechtssysteem, zou gepareerd moeten worden met een ander gedrocht dat we nog niet hebben: punitive damages. Méér geld dan wat je (wellicht slecht) kunt onderbouwen als schade.
Is er aantoonbare schade dat je PGB pas later kan gebruiken? Wellicht niet. Is het vervelend? Zeker weten!
Het kan subtieler: Sta het de rechter die het bezwaar tegen de ex-parte vordering behandelt toe op een boete op te leggen voor misbruik van recht (inclusief overtreding van art. 21 Rv) van maximaal drie maal de gevorderde dwangsom. Het lijkt me ook niet slecht om een dergelijke boete voor alle zaken in te voeren. (De boete gaat de staatskas in, niet naar een procespartij.)
Maar het is die procespartij die mogelijk kapot gaat door de gevolgen van die ex-parte, terwijl vaak de succesvol te onderbouwen schade vaak niet de lading dekt. Lekker makkelijk als je je tegenpartij kunt wegvegen door ze een niet in te halen achterstand te geven met een ex-parte, terwijl de schadevergoeding daarvoor niet in verhouding staat.