Hongarije geeft Facebook miljoenenboete voor pretenderen gratis te zijn

De Hongaarse concurrentiewaakhond Hungarian Competition Authority heeft een boete uitgedeeld aan Facebook voor het pretenderen een gratis dienst te zijn. Dat las ik bij Nu.nl. De boete bedraagt ruim 3,5 miljoen euro en is gebaseerd op het idee dat je betaalt met je persoonsgegevens, als ik de bron Bloomberg goed begrijp (mijn Hongaars is wat minder). Gebruikers zouden door de term ‘gratis’ misleid zijn; ze gaven immers gegevens van enige financiële waarde aan het bedrijf – ook gaat het om hooguit 50 cent per gebruiker. Maar ik vind dit een vervelend precedent.

Menig scriptie over social media en persoonsgegevens opent met de bekende quote dat als je niet betaalt, je niet de klant bent maar het product (de werkelijke quote). Want ja, het geld moet toch ergens vandaan komen. Dat is een wat defaitistische blik; op Facebook ben je niets, behalve een soort halffabrikaat dat als een dikke worst aan adverteerders wordt voorgeschoteld.

Het idee dat je betaalt met je persoonsgegevens klinkt dan iets positiever. Je maakt een keuze met welke tegenprestatie jij de dienstverlener compenseert voor het harde werk. En dat mag, juridisch gezien. Er zijn meer overeenkomsten mogelijk dan enkel de koop, en binnen de koop is betaling in natura (niet lachen daar achterin) zeker een optie.

Het enige is, dan heb je dus wel de aanname gedaan dat persoonsgegevens objecten zijn die een geldswaarde vertegenwoordigen. Vermogensrechten, zeg je dan. En dat haakt in op de recente discussie over persoonsgegevens als object van eigendom. Ik heb er dus moeite mee om dezelfde redenen:

Verder is eigendom natuurlijk iets dat je kunt verhandelen. Vanuit dat perspectief wordt je positie zelfs zwakker dan nu: de AVG geeft je sterke zeggenschap over je persoonsgegevens, en die blijven altijd bestaan. Zou je de eigendomsrechten op je persoonsgegevens verhandelen (artikel 23.7 in de Facebook TOS) dan kun je daarna dus helemaal niets meer vinden over wat dat bedrijf ermee doet.

In deze context: als je zegt dat je betaalt met persoonsgegevens, dan moet je daarna niet meer zeuren dat men dingen doet met die gegevens. Die heb je immers zelf afgestaan, als wederprestatie voor een afgenomen dienst. En dat is precies dezelfde puur economische visie, die niet past bij de omgang met persoonsgegevens. Het gaat bij dat recht om zelfbeschikking en expressie, jezelf kunnen zijn. Als je dat tot een prijs verklaart, dan devalueer (haha) je dat hele principe. Dan is privacy en dingen geheim kunnen houden gewoon een stukje handelswaar, in plaats van onderdeel van je menselijke waardigheid.

Dus nee, ik ben het er niet mee eens. Facebook is gratis. Ze besnuffelen en bespioneren je, en dat tolereren we tot op zekere hoogte omdat ze als onderneming nou eenmaal ook grondrechten hebben. Maar inbreuken op iemands grondrechten tolereren is niet hetzelfde als betalen.

Arnoud

Een gratis proefpakket met stilzwijgende verlenging

Het blijkt nog steeds te bestaan: het gratis proefpakket met stilzwijgende verlenging. Een buitengewoon ergerlijke praktijk, waar ik veel klachten over krijg. Het is heel lastig om hier iets aan te doen, want hoewel de wet verlenging van proefabonnementen verbiedt, is er geen regel voor proefpakketten

Een mooi voorbeeld van zo’n ergerlijke proefpakketconstructie is het bedrijf DutchPharma, dat op haar bestelpagina deze voorwaarden vermeldt:

Actievoorwaarden: U kunt zich vrijblijvend één maand lang overtuigen van de kwaliteit van onze producten. Bent u tevreden: dan hoeft u niets te doen !. Aan het eind van de probeermaand krijgt u dan vanzelf een volgende pakket met voldoende voor twee maanden voor slechts € 12,50 per maand (exclusief verzendkosten). Wilt u deze vervolgzending niet, dan kunt u dat eenvoudig tot zeven dagen voor deze vervolgzending aangeven.

Goed, het staat er duidelijk maar de insteek “als u niets doet, mogen wij..” is buitengewoon consumentonvriendelijk. Als ik al expliciet toestemming voor een cookie moet geven, waarom zou dit dan wel mogen?

De Wet Van Dam verbiedt sinds 1 december vorig jaar het stilzwijgend omzetten van proefabonnementen naar “echte”, maar dat geldt alleen voor dag-, nieuws, weekbladen en tijdschriften. Een pakketje van DutchPharma valt daar niet letterlijk onder.

Het is bepaald merkwaardig dat deze beperking er staat. In de parlementaire stukken is geen motivatie te vinden voor deze keuze. Misschien bestellen parlementariërs geen vitaminepakketten?

Je kunt proberen te redeneren dat nu het voor kranten en tijdschriften verboden is, het toch op zijn minst verdacht is om het voor andere soorten periodieke dienstverlening wel te doen. Dat kan, want de zwarte en grijze lijsten van algemene voorwaarden zijn niet de énige verboden zaken: alles waarvan je kunt aantonen dat deze onredelijk bezwarend zijn, is ongeldig te verklaren door de rechter.

En in de praktijk heeft menig rechter daar geen moeite mee, zoals ik blogde in februari vorig jaar. Ik citeer even de kantonrechter uit Eindhoven die het concept tot op de grond toe affakkelde:

[M]et die voorwaarde maakt Lis het zichzelf gemakkelijk, zonder daar een rechtens te beschermen belang bij te hebben: van zo’n belang is althans niet gebleken. Daartegenover is het de klant juist moeilijk gemaakt; die moet maar zien dat hij het nodige doet om het abonnement op tijd opgezegd te krijgen, terwijl hij toch het rechtens te beschermen belang heeft dat hem niet als hij even niet oplet, en dus ongewild, een voortzetting van het abonnement aangesmeerd wordt.

Ook zie je bij proefabonnementen via internet regelmatig uitspraken (zoals deze en deze) dat een dergelijke constructie in strijd is met de Wet koop op afstand. Het gaat dan om het punt of duidelijk wordt aangegeven hoe het zit met opzeggen, iets dat wel verplicht is bij kopen via internet. Of de leverancier kan niet bewijzen dat het proefpakket is aangekomen.

Wat nog het beste zou werken is als we gewoon niet meer ingaan op “gratis” lokkertjes. Je wéét dat dingen niet gratis zijn.

Arnoud