Het verschil tussen een cybercrimetool hebben en cybercrime plegen

Een lezer vroeg me:

Als zelfstandig security onderzoeker en pentester heb ik natuurlijk allerlei tools om sites en diensten te checken. In theorie zou je dat strafbare middelen kunnen noemen, want ik kan er ook zonder opdracht mee gaan werken en dan ergens binnendringen, ik pleeg dan computervredebreuk. Hoe ziet de wet het verschil?
Het bezitten van security-tools is legaal. Het bezit van hacktools niet. Het verschil tussen die twee is niet met een technische term te geven, want het gaat erom of die tools bestemd zijn voor misdrijven én of het jouw bedoeling was om ze zo in te zetten. Dat kun je aan de tool niet zien. Aanbieders van tools kijken wel uit om er “hiermee hack je snel je moeder” erbij te zetten. Dan krijg je eerder “controleer uw organisatie” of, zoals bij ddos-tools, “check of je site ddos-bestendig is”.

Een arrest uit vorig jaar augustus laat mooi zien hoe de rechtspraak de grens trekt tussen die twee. In deze zaak had een jongen een tool gebruikt waarmee je kunt testen of een bestand door virusscanners zou worden herkend als malware. Deze internetdienst, Razorscanner genaamd, controleert dan je upload met alle virusscanners ter wereld – zodat jij weet of je malware daar voorbij zou komen. Zeer geruststellend voor de klant wordt tevens gemeld dat “De maker van Razorscanner garandeert dat de gegevens met betrekking tot de in het programma geüploade bestanden niet aan de makers van anti-virusproducten worden doorgegeven.” (Ik zou het hilarisch vinden als achteraf blijkt dat ze dat wel deden.)

Aanverwant is de dienst Razorcryptor, die malware kan verstoppen door het bijvoorbeeld te koppelen aan andere software. Deze dienst werd samen met Razorscanner aangeboden, op basis van pay-as-you-go met vooraf gekochte credits. De verdachte had credits gekocht, maar stelde alleen met Razorscanner te hebben gewerkt.

Het Hof begint met vaststellen wat er nu precies strafbaar is, en daar kwamen we natuurlijk voor. Artikel 139ab Strafrecht lid 2 bepaalt:

Met dezelfde straf [als computervredebreuk, lid 1] wordt gestraft hij die, met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 138ab, eerste lid138b of 139c wordt gepleegd: a. een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt of ontworpen is tot het plegen van een zodanig misdrijf, vervaardigt, verkoopt, verwerft, invoert, verspreidt of anderszins ter beschikking stelt of voorhanden heeft, of (…)
De discussie die we meestal hebben, is of een bepaalde tool ontworpen is voor het plegen van computervredebreuk of de andere genoemde cybercrimedelicten. Een security scanner heeft ook legitieme doelen, denk aan een bedrijfsnetwerk dat je controleert op brakke byod-apparaten of een onderzoek voor je ISO certificering.

Het Hof heeft er geen moeite deze scandienst te zien als hulpmiddel voor het plegen van computervredebreuk. Je kunt nu je malware (waarmee binnendringen vaak gepleegd wordt) beter afstemmen op het omzeilen van de antivirussoftware van organisaties. Dat is dus effectieve hulp, en duidelijk enkel en alleen bestemd voor computervredebreuk. Verzin maar eens een legitieme reden waarom je zou willen dat iets een virusscanner omzeilt.

Maar het artikel kent nóg een bepaling, namelijk dat je dat hulpmiddel voorhanden hebt met het oogmerk dat daarmee computervredebreuk wordt gepleegd. Oftewel, dat je als verdachte ook echt dat misdrijf ging plegen. Enkel dat je het hulpmiddel hebt, is dus niet genoeg. Misschien had je het per abuis, misschien was je het als journalist of researcher aan het uitpluizen, of misschien was je gewoon nieuwsgierig.

Nee, dat laatste vind ik ook geen héle sterke. Maar tot mijn verbazing zag het Hof hier dat -even kort gezegd- wél aanwezig.

De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij tijdens zijn middelbareschoolperiode geïnteresseerd is geraakt in de werking van malware en de detectiemogelijkheden van anti-malwareprogramma’s. Onder andere met behulp van MSFencode verstopte de verdachte malware in bestanden en uploadde deze bestanden naar onder meer Razorscanner. Ook testte hij bestanden die hij vond op internet. …
Een concrete aanwijzing was nog dat hij dezelfde malware meerdere malen uploadde, maar nooit malware had gewijzigd nadat de scanner had gezegd dat deze wel gedetecteerd zou worden. Daarom
kan aan de inhoud van het strafdossier en de hiervoor weergegeven informatie geen bewijs worden ontleend dat de verdachte bestanden met daarin malware naar Razorscanner heeft geüpload louter met de bedoeling te vermijden dat de omstandigheid dat de daarin aanwezige malware door geen enkele of slechts een beperkt aantal anti-malwareprogramma’s detecteerbaar was, ter kennis zou worden gebracht van de producenten van dergelijke scanners.
Er is sprake van een geloofwaardige weerlegging die de verdenking ontkracht, aldus het Hof. Dit is niet alleen maar een “nee ik was gehackt” of “ik wilde alleen maar controleren of internet tegen een ddos kon”, hier is een onderbouwing gegeven die past bij de persoon en de feiten die zijn gevonden. (Wie nu denkt, ik verzin op dat moment ook wel een leuk verhaal dat past bij de feiten – de politie heeft meer feiten dan jij denkt, deelt niet alles met je en hangt je, terecht, op aan je leugens.) De verdachte gaat dus vrijuit.

Arnoud

Jaar cel voor hacken en phishing, maar creditcardgegevens kun je niet stelen

Een man uit Amsterdam heeft vrijdag een celstraf van één jaar gekregen omdat hij verschillende websites heeft gehackt, e-mailadressen heeft gestolen en zich in phishing-e-mails heeft voorgedaan als een creditcardbedrijf. Dat meldde Nu.nl onlangs. Hij had ook creditcardgegevens te pakken gekregen, maar deze heeft hij niet gestolen want dat kan juridisch niet, zo blijkt uit het vonnis.

De man had tussen 2014 en 2016 via diverse phishingmails en -sites zich voorgedaan als creditcardfaciliteerder ICS om zo mensen over te halen hun logingegevens te verstrekken. Op die manier kreeg hij creditcarddata te pakken. Justitie wilde dit aanpakken door hem verduistering (onrechtmatig verwerven van een goed anders dan door diefstal) ten laste te leggen. Op zich niet ondenkbaar, want digitale goederen zoals Runescape-objecten of belminuten zijn te stelen, dus waarom creditcarddata niet?

Nou ja, omdat het verschil tussen die objecten en minuten enerzijds en creditcarddata anderzijds is dat die laatste niet “individualiseerbaar” is. Een belminuut is na een minuut op, en een virtueel zwaard kan worden afgepakt en is dan weg. Een creditcardnummer kan wel worden gekopieerd en gebruikt, maar daarmee is het nummer nog niet op.

Wél wordt hier het phishen van dergelijke gegevens gezien als oplichting. Iets dat vroeger niet kon – toen moest er zaken of geld worden afgetroggeld – maar sinds een paar jaar wel: het aftroggelen van informatie met listige kunstgrepen is ook oplichting. En oplichting is ook een ernstig misdrijf met stevige strafmaxima, dus dat is wel een billijke uitkomst. Ook het scannen en binnendringen van diverse websites (om daar de phishingsites te hosten) wordt strafbaar geacht, gewoon ouderwets computervredebreuk.

Leuk detail nog: bewijs was verkregen uit zijn laptop, die in de slaapkamer was aangetroffen bij een huiszoeking. Op de laptop had een politieagent de programma’s Sendblaster Pro, Gr3eNoX Exploit Scanner, Havij en een phishingwebsite gezien, waarna hij deze in beslag nam. Volgens de verdachte had dat niet gekund, omdat de laptop een screensaver had die de agent dan moet hebben weggeklikt. En dat zou dan onrechtmatig zijn, want bij een huiszoeking mag je niet zomaar in een computer kijken. Hoe dat precies zit met die screensaver wordt niet duidelijk, maar de rechtbank gelooft de agent dat deze de programma’s zag en herkende, waarmee de doorzoeking rechtmatig was.

En oh ja wie nog denkt dat rechtbanken technofoob zijn, moet dit vonnis sowieso even lezen.

Arnoud