PEGI classificatie van spellen toch wel verplicht?

Ik moet toch even terugkomen op mijn blogpost van onlangs over gamen en internetten in de bieb. Daarin schreef ik dat de PEGI classificaties in Nederland geen wet zijn. Dat blijkt niet helemaal te kloppen: enkele PEGI classificaties kunnen wel degelijk juridische consequenties hebben. Het gaat dan met name om de classificatie 16+, die meldt dat het spel niet geschikt is voor zestienminners.

Artikel 240a Wetboek van Strafrecht verbiedt namelijk het vertonen of verstrekken van beelden aan zestienminners indien dat schadelijk voor hen zou zijn. En computerspellen vallen onder dit begrip “beelden”. Dat blijkt uit de memorie van toelichting bij een bundel wetswijzigingen uit 1999, waarin de Wet op de Filmvertoningen werd ingetrokken en de Mediawet en het Wetboek van Strafrecht werden herzien op dit punt. Bij het aanbieden van het onderzoeksrapport Horen, zien en verkrijgen? afgelopen februari schreef de staatssecretaris dat de brancheorganisaties “een voor haar leden bindende regeling dienen te treffen” om hier meer duidelijkheid te bereiken.

Maar, zo blijkt uit diezelfde brief:

In 2006 is vastgesteld dat deze wettelijke bepaling niet meer vertaald is in een bindende regeling, waarmee de ondernemers hun eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid tot uitdrukking kunnen brengen. Daarmee is de vraag gerezen in hoeverre zelfregulering daadwerkelijk leidt tot de bescherming van jongeren aan het einde van de distributieketen.

Uit het rapport maak ik op dat de PEGI-classificatie echt puur zelfregulering is. Er is nog nooit een rechtszaak gevoerd over overtreding van art. 240a bij gewelddadige spellen, en al helemaal niet over de vraag of de PEGI code 16+ daarbij uit zou maken.

Ik heb het NICAM gevraagd om een reactie. Per e-mail meldt het NICAM dat zij en de betreffende ministeries (Justitie, OCW) er van uit gaan dat de leeftijden van Kijkwijzer en PEGI (omdat het serieuze geaccepteerde systemen zijn) geldig zijn in relatie tot art 240a.

Uit het rapport blijkt dat veel winkeliers tekort schieten bij de controle op leeftijdsgrenzen. En de labels zouden ook nog eens de verkeerde aantrekkingskracht hebben. Daarom kondigt de staatssecretaris in datzelfde document publiekscampagnes aan. Ook onderzoekt hij de mogelijkheid van de inzet van specifieke toezichthouders op de naleving van art. 240a Strafrecht voor games.

Arnoud

Over gamen en internetten in de bieb

library-bieb.pngJaja, lezersvragenweek. Een lezer mailde me:

In onze bibliotheek zijn onlangs computers neergezet met internettoegang waar games kunnen worden gespeeld. In principe mikken we daar op publiek van zestien jaar en ouder, maar eigenlijk controleren we niet hoe oud gebruikers zijn. Maar sommige spellen hebben een PEGI classificatie van 16+, dus nu zitten we met een probleem: moeten we nu leeftijdscontroles invoeren, of kunnen we maar beter die spellen weghalen? En hoe zit het met kinderen die meekijken?

De PEGI classificaties zijn in Nederland geen wet maar een richtsnoer voor consumenten die games willen aanschaffen. Het is dus niet verboden om een kind van 10 een PEGI 16+ game te laten spelen, maar het wordt wel sterk afgeraden.

Hetzelfde geldt eigenlijk voor minderjarigen die meekijken. Ook dat is niet verboden, maar als het gaat om extreem gewelddadige of seksistische spellen, zou ik me wel twee keer achter de oren krabben voor ik het op openbare computers aan zou bieden.

Als het gaat om pornografische spellen, dan ligt dat anders. Ik kan me dat moeilijk voorstellen in een bieb, maar als mensen kunnen internetten dan kunnen ze ook pornosites bezoeken. En dan heb je een probleem als er zestien-minners in de buurt zijn. Het is namelijk strafbaar om personen onder de zestien jaar pornografie te laten zien (art. 240a Strafrecht).

Als een achttienjarige dus porno bekijkt terwijl hij weet dat er minderjarigen (onder de 16) meekijken, dan pleegt hij een misdrijf. In de bieb is de kans groot dat die minderjarigen er zijn, dus ook als hij zegt geen kinderen gezien te hebben heeft hij een juridisch probleem.

Ik zou dus als bieb zijnde gewoon het bekijken van dergelijke sites verbieden. Ook omdat je dan voorkomt dat je als medeplichtige wordt aangemerkt omdat de bieb ‘opzettelijk gelegenheid of middelen tot het plegen van het misdrijf’ zou aanbieden.

Arnoud