Kan de AP wat doen tegen een bioscoop die geen contant geld wil?

Een lezer vroeg me:

Ik las dat er een rechtszaak speelt van privacy-activist Michiel Jonker tegen de weigering van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) om handhavend op te treden tegen de weigering van arthouse-bioscoop Focus Filmtheater in Arnhem om contante betaling te accepteren. Hoe kansrijk acht jij deze zaak?
Er spelen hier twee dingen. Allereerst gaat het hier om een zaak tegen de Autoriteit Persoonsgegevens, die dit niet belangrijk genoeg vindt (of niet genoeg redenen ziet) om handhavend tegen op te treden. En ten tweede is het zeer de vraag of die weigering inderdaad in strijd met de AVG is.

Deze rechtszaak gaat dus niet direct om de vraag “mag een bioscoop contant geld weigeren vanwege de AVG”. Die vraag is aan de AP voorgelegd: wilt u de AVG handhaven tegen een bioscoop die dit doet. De AP wilde dat niet, en dan kun je de rechter vragen te verklaren dat de AP dat wel moet doen. (Een beetje zoals je het OM iemand kunt laten vervolgen via de artikel 12-route bij het Gerechtshof Arnhem.)

De rechter beantwoordt dan niet de juridische vraag, maar kijkt of het AP met een goede analyse tot haar besluit (om er niets aan te doen) is gekomen. Dat kan zijn omdat de AP een goed antwoord op de vraag heeft, maar ook omdat ze bijvoorbeeld een goede motivatie hebben gegeven waarom dit geen prioriteit moet krijgen. En in dat geval kom je niet eens meer toe aan de juridische vraag. Een bestuursorgaan als de AP heeft veel ruimte om daarin zelf te beslissen, dus de kans is gewoonlijk groot dat de rechter de AP gelijk geeft in haar weigering tot handhaven.

Uit het nieuwsbericht haal ik dat de AP hier echter inhoudelijke redenen heeft aangevoerd:

Volgens de AP is niemand verplicht om contant geld als wettig betaalmiddel te accepteren. Tevens stelt de toezichthouder dat de bioscoop via haar algemene voorwaarden een “contract” met de bioscoopbezoekers tot stand brengt, waaruit een noodzaak zou voortvloeien om persoonsgegevens van de bioscoopbezoekers te verwerken.
Hier zitten twee juridische argumenten in. Allereerst dus het punt dat er geen wettelijke plicht is om wettige betaalmiddelen te aanvaarden. Dat klopt. De wet zegt alleen dat wie een geldschuld hééft bij iemand, deze heeft voldaan door met een wettig betaalmiddel het bedrag te voldoen.

Achteraf pas zeggen “ik wil die lening giraal terug” is niet mogelijk (voorbeeld). Maar zeg je het bij het aangaan van de afspraak (juridisch: je neemt een betalingsvoorwaarde op in je aanbod) dan is dat prima. Dit is bijvoorbeeld waarom je bij sommige winkels zo’n sticker “Hier alleen pinnen” ziet: dat is een algemene voorwaarde, een betalingsvoorwaarde die voor het sluiten van de koop wordt getoond. Dat is dus bindend. Als je het vooraf zegt, mag je wettige betaalmiddelen geheel weigeren.

Het tweede punt is of je door contant geld te weigeren en pinbetaling te eisen, de AVG overtreedt. Het argument is dan dat je die pinbetaling vraagt om de overeenkomst uit te voeren (art. 6 lid 1 sub b AVG), maar dat de daarmee verwerkte persoonsgegevens boventallig oftewel niet noodzakelijk zijn om die overeenkomst uit te voeren. Er is immers een alternatief, namelijk contant betalen, dat net zo goed mogelijk is. (Het bewijs: je kon al die jaren aan de kassa contant betalen.)

Ik noem dit wel de innovatieparadox: er is nooit een noodzaak om iets nieuws te doen, want het bestaande werkt prima en heeft eigenlijk altijd minder persoonsgegevens nodig. Dat kan in het algemeen niet waar zijn. Je moet dus kijken naar specifiek de situatie rond pinbetaling: waarom wil een bioscoop met alleen pinbetaling werken, en wat doen ze met de gegevens?

Als de reden bijvoorbeeld is (zoals deze bioscoop aangeeft) de zorg om berovingen, en de pingegevens worden direct na de transactie weggegooid, dan zou ik het wel redelijk vinden. Men biedt ook een alternatief, namelijk de bioscoopbon. Ik moet zeggen dat ik dan alleen nog héél algemene tegenargumenten kan bedenken (“het gaat om het principe”) en dat vind ik in concrete situaties nooit erg sterk. Ik denk dus dat ook inhoudelijk de bioscoop erg sterk staat en de zaak dus weinig kansrijk is.

Arnoud

Mag een winkel verplichten dat je pint?

hier-alleen-pinnen-geld-betalingEen lezer vroeg me:

Laatst was ik in een winkel waar bij de deur een grote sticker hing “Hier kunt u uitsluitend pinnen” met een uitleg dat dat veiliger en gemakkelijker was. Maar contant geld is toch gewoon een wettig betaalmiddel, dus hoezo kunnen ze me verbieden met contant geld te betalen?

De term “wettig betaalmiddel” komt in de Nederlandse wet niet voor. De wet (art. 6:112 BW) spreekt van “gangbaar geld” als het middel waarmee schulden kunnen worden voldaan. Dat betekent Euro’s, en wel contant. Heeft de schuldeiser een bankrekening, dan is girale betaling ook goed (art. 6:114 BW).

Waar het op neerkomt, is dat je een schuldenaar niet mag weigeren een schuld te voldoen als deze aanbiedt de schuld met gangbaar geld te voldoen. Dat is niet hetzelfde als “iemand die iets te koop aanbiedt, moet de prijs in contant geld accepteren”. Een schuld voldoen betreft iets dat er al is. En bij een aanbod is er nog geen juridische band.

Iets preciezer: dit is “regelend recht”, zoals dat heet bij juristen. Oftewel: je mag hier andersluidende afspraken over maken. Wil je niet dat mensen contant betalen, dan zeg je dat erbij als ze vragen wat het kost. Zet je dat op een bordje, dan is dat ook rechtsgeldig hoewel het dan een algemene voorwaarde is geworden, maar ook op de zwarte en grijze lijsten voor algemene voorwaarden staat niets dat dergelijke afspraken zou hinderen. Hetzelfde geldt voor een webshop die dat in haar voorwaarden of op haar site meldt.

Ik kwam toevallig dit verstekvonnis waarbij de eisende partij achteraf pas meldde dat er per bankoverschrijving moest worden betaald en de gedaagde met contant geld wilde betalen. Daar wilde de rechter niet aan: contant geld is wettig betaalmiddel, en zonder andersluidende afspraken mag je daar je schulden mee voldoen. Dit is trouwens een verstekvonnis, waarbij er dus geen verweer werd gevoerd. Verliezen terwijl er geen verweer is, is best wel knap.

Een aanverwant veelgehoord punt is dat je een schuld van duizend euro niet met een kruiwagen gevuld met vijfcentmuntjes mag voldoen. Dat is geen specifieke geld-regel maar gewoon de redelijkheid en billijkheid, art. 6:2 BW.

Bij een webwinkel (om het toch ontopic internetrecht te houden) is dit zelden een issue. Vrijwel alle voorafbetaalmethoden gaan zonder contant geld. Het is je (dwingend) recht als consument om de helft achteraf te betalen, maar gewoonlijk stelt de winkel dan regels over hoe dat moet gebeuren. En ook die gaan dan boven “ik wil met contant geld betalen want dat is wettig betaalmiddel”.

Arnoud