Omdat ik met vakantie ben vandaag een gastbijdrage. Vandaag: een bijdrage van Jos Visser over de status van de virtuele valuta Bitcoin in het financiële recht.
Met de opkomst van het Internet en de mogelijkheid om online producten en diensten te kopen ontstond de wens om met een veilig digitaal betaalmiddel te betalen. Die wens leek al in het midden van de jaren negentig in vervulling te gaan met DigiCash. Helaas was David Chaum, de ontwerper van DigiCash, even geniaal als moeilijk in de omgang en het Amsterdamse bedrijf ging dan ook ondanks interesse van diverse grote zakelijke partijen eind jaren negentig failliet. De wens om anoniem en veilig te betalen op het Internet leefde echter voort en in oktober 2008 publiceerde het mysterieuze genie Satoshi Nakamoto het ontwerp van een nieuwe digitale munteenheid: Bitcoin.
Wat Chaum niet lukte, lukte een grote groep van Bitcoin enthousiastelingen wel, en sinds de eerste Bitcoin transactie op 12 januari 2009 is er dan ook sprake van een gestage opmars van het aantal Bitcoin betalingen. De liefhebbers noemen Bitcoin “digitaal geld” en spreken in het verlengde daarvan over Bitcoin munten, de Bitcoin wisselkoers en Bitcoin portemonnees; allemaal woorden die met geld te maken hebben. Steeds meer web sites accepteren betalingen in Bitcoin en hier en daar zijn zelfs al Bitcoin geldautomaten te vinden. Maar, zo vraagt de jurist zich vervolgens af, is Bitcoin wel geld? En is het eigenlijk wel van belang om te weten of Bitcoin “geld” is? Als de koper ermee wil betalen, en de verkoper accepteert het, wat is dan het probleem? Boekenbonnen en ANWB cheques zijn toch ook geen geld?
Verreweg de meeste overeenkomst die we sluiten hebben als component een verbintenis om een bepaald bedrag in geld te betalen. Dit is zo gebruikelijk dat een hele afdeling in ons Burgerlijk Wetboek is gewijd aan “Verbintenissen tot betaling van een geldsom.” Die afdeling bevat het antwoord op vragen als: Wat te doen als de betaling te laat is of uitblijft? Moet de betaling in cash of mag er ook giraal worden betaald? Mag er in geld van een ander land worden betaald? Als Bitcoin geld is dan gelden die regels ook voor betalingen en betalingsverplichtingen in Bitcoin, en dat zou de acceptatie van dit digitale betaalmiddel een behoorlijke impuls geven.
“Geld” is zo’n begrip waarvan nergens precies gedefinieerd is wat het nu eigenlijk is. De artikelen in ons wetboek die gaan over verbintenissen tot betaling van een geldsom spreken uitgebreid over “geld”, “geldsom”, “geld dat gangbaar [is] in het land in welks geld de betaling geschiedt”, “Nederlands geld”, “buitenlands geld”, enzovoorts. Maar regels om aan te geven of iets geld is, of wanneer geld gangbaar is, ho maar. De bron van alle kennis, Wikipedia, zegt over geld: “Geld is enig object of enige toetsbare vermelding dat in een bepaald land of binnen een gegeven sociaal-economische context algemeen wordt aanvaard als betaling voor goederen en diensten en de terugbetaling van schulden.” Met deze definitie in de hand is het niet moeilijk in te zien dat de Euro, het Britse Pond en de Zwitserse Frank geld zijn. Maar is Bitcoin geld?
De wet bevat her en der ook verwijzingen naar het begrip “wettig betaalmiddel”. Wettige betaalmiddelen zijn die vormen van geld waaraan de wet schulddelgingskracht heeft gegeven. Dit betekent dat als je een schuld af wilt lossen, bijvoorbeeld omdat je net een brood hebt gekocht, en je komt aanzakken met een wettig betaalmiddel, dan heb je wettelijk gezien gepoogd te betalen. Als de schuldeiser die betaling niet accepteert komt het verzuim voor zijn of haar rekening. Een boekenbon is geen wettig betaalmiddel, maar het Engelse Pond en de Zwitserse Frank zijn dat (In Nederland) ook niet. Aan het betalen met een wettig betaalmiddel kleven overigens nog wel wat beperkingen. Zo hoeft een schuldeiser een betaling met meer dan 50 munten niet te accepteren. Ook kan vooraf de acceptatie van bepaalde vormen van betaling, bijvoorbeeld met een 200 of 500 eurobiljet, rechtmatig worden uitgesloten. Of iets een wettig betaalmiddel is of niet vloeit voort uit de wet, waarin her en der aan bepaalde munten en biljetten de status van wettig betaalmiddel wordt gegeven. Euromunten en -biljetten zijn natuurlijk een wettig betaalmiddel in Nederland. De Bitcoin wordt niet in de wet genoemd en is dus geen wettig betaalmiddel. Maar is het wellicht dan toch geld?
De rechtbank te Almelo zag zich indirect voor de vraag gesteld of Bitcoin “gangbaar geld” is. De zaak ging over een situatie waarin iemand 2.750 Bitcoins had gekocht maar er slechts 990 geleverd kreeg. Dit was sneu voor de koper aangezien de Bitcoins die op moment van het sluiten van de koopovereenkomst zo’n acht euro deden in 2014 voor meer dan 900 euro per Bitcoin van de hand gingen. Tel uit je verlies! De koper wendde zich vervolgens tot de rechtbank met het verzoek die schade te vergoeden en beriep zich daarbij op artikel 6:125 van ons Burgerlijk Wetboek. Dit artikel stelt dat schade die is ontstaan doordat “na het intreden van het verzuim de koers van het geld tot betaling waarvan de verbintenis strekt, zich ten opzichte van die van het geld van een of meer andere landen heeft gewijzigd” dient te worden vergoed. De koper stelde zich dus op het standpunt dat Bitcoins geld zijn, dat de overeenkomst er eentje was waarbij verkoper zich verplicht had tot betaling van een geldsom, dat hij door koper’s verzuim om alle gekochte Bitcoins te leveren wisselkoersschade had geleden, en dat het wetboek expliciet stelt dat die schade vergoed dient te worden.
Door het inroepen van artikel 6:125 zag de rechtbank zich voor de vraag gesteld of Bitcoins geld zijn in de zin van de genoemde afdeling uit het Burgerlijk Wetboek. Immers, indien Bitcoins geen geld zijn dan kan het ingeroepen wetsartikel het verzoek om een schadevergoeding niet schragen. Tot ontstentenis van Bitcoinend Nederland maakte de rechtbank korte metten met de stelling dat BItcoins een geldmiddel is zoals bedoeld in het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank komt daarvoor met de volgende argumentatie:
Volgens het BW kan een geldsom giraal (per giro of bank) en chartaal (cash) worden voldaan. Bitcoin betalingen lopen niet via een bank of een bankachtige instelling, en dus kunnen Bitcoin betalingen niet als een vorm van girale betaling worden gezien. Voor chartale betaling dient er volgens de wettekst sprake te zijn van “gangbaar geld”. De bedoeling van de wetgever (zoals afgeleid uit de parlementaire discussie ten tijde van de invoering van het wetboek) was dat de vraag of iets “gangbaar geld” is hoofdzakelijk afhangt van de vraag of het een wettig betaalmiddel is. Bij de invoering van de Euro is wettelijk vastgelegd dat deze met uitsluiting van alle andere geldmiddelen het enige wettige betaalmiddel in Nederland is. Daabovenop komt dat de Minister in antwoord op kamervragen zich op het standpunt heeft gesteld dat Bitcoin geen wettig betaalmiddel is.
“QED”, aldus de rechtbank: Bitcoins zijn geen geld. Niet leuk voor de koper die zijn eis tot een hoge schadevergoeding afgewezen zag worden.
Bitcoin-minnend Nederland was natuurlijk niet blij met deze uitspraak en zinde dan ook op mogelijkheden om in hoger beroep te gaan, daarbij ondersteund door diverse juristen die de uitspraak van de rechtbank niet deelden. Helaas bleek de gedaagde in de originele rechtszaak met de noorderzon te zijn vertrokken, zonder achterlating van geld of goederen waarop de koper bij winst in het hoger beroep beslag zou kunnen leggen. De koper zag dan ook al aankomen dat hij zelfs bij winst in een hoger beroep naar zijn schadevergoeding zou kunnen fluiten. Om die reden zag hij dan ook geen heil in een dure tweede rechtsgang. De Bitcoin gemeenschap is vervolgens een inzamelingsactie gestart om het hoger beroep te financieren: https://bitcoinisgeld.org. Op moment van schrijven loopt dat hoger beroep en is het wachten op de uitspraak van het hof.
Dus: Bitcoin is vooralsnog geen geld. Wat is Bitcoin dan wel? Volgens de rechtbank Almelo dient Bitcoin te worden gezien als een ruilmiddel. Weliswaar een ruilmiddel met een waarde, zoals bijvoorbeeld goud of een nationale bioscoopbon, maar geen wettig betaalmiddel. Nu heeft in ons rechtssysteem een uitspraak als deze geen sterke precedentwerking, maar geheel zonder gevolgen is hij ook weer niet. Het wachten is dus op de uitspraak in het hoger beroep. Mocht dit ook ongunstig uitvallen dan kan er eventueel nog cassatie bij de Hoge Raad worden ingesteld. En als dat vervolgens ook nog ongunstig uitvalt ligt het laatste woord bij regering en parlement om de wettelijke regelingen aan te passen. We wachten vol spanning af.
P.S.
Q: Maar Jos, wat vindt jij er nu van? Is Bitcoin geld of niet?<br/>
A: Ik vind het dictum van de rechtbank wel correct, maar de redenering is niet erg sterk. Daar kan wat mij betreft nog wel een en ander aan worden verbeterd. Onze Grondwet zegt in artikel 106 “De wet regelt het geldstelsel.” Alhoewel over grondwetartikelen altijd wel te discussiëren valt lijkt dit artikel me toch maar voor een uitleg vatbaar. Het komt mij voor dat de gedachte dat Bitcoin geld zou zijn voortspruit uit de nogal vage en over diverse wetten en regelingen verspreide definitie van wat geld en wettige betaalmiddelen nu eigenlijk zijn. Opschoning en verduidelijking van die wet- en regelgeving zou wellicht aanbeveling verdienen. Over de vraag of Bitcoin geld zou moeten zijn ben ik nog niet uit. Ons monetaire systeem lijkt in ieder geval niet verenigbaar met het proces van Bitcoin mining. Ik snap dat het sommige Bitcoin volgelingen juist daarom te doen is, maar ik weet het nog zo net niet…
Jos Visser is software engineer bij Google en studeert rechten aan de Open Universiteit.