Facebook doet dus al genoeg tegen nepbitcoinadvertenties, tuurlijk

Internetplatform Facebook treft vooralsnog voldoende maatregelen om nep-bitcoin advertenties met bekende Nederlanders te weren. Dat las ik in een recent vonnis. De presentator van EenVandaag was samen met zijn werkgever had Facebook aangeklaagd omdat ook hij als gezicht werd misbruikt in die Bitcoinfraudeadvertenties (“Bankiers zijn bang voor deze vondst”). Inderdaad net als John de Mol, die een rechtszaak won november vorig jaar. Sinds die uitspraak lijkt het aantal oplichtingsadvertenties op Facebook minder, maar desondanks zag deze presentator zich genoodzaakt naar de rechter te stappen. Uitspraak: Facebook doet genoeg. (Leeswaarschuwing: wie zegt er nog ‘banhammer’ in 2020? Nou de Rechtbank Amsterdam. Cringe. Cringe.)

Het probleem met die nepadvertenties is algemeen bekend denk ik: zogenaamd hebben Bekende Nederlanders zó veel geld verdiend met bitcoinhandel dat ze stoppen met hun echte werk, met lokkende koppen zoals “vaarwel John de Mol” zodat je verlokt wordt om te klikken. Vervolgens moet je een inleg betalen en dan gebeurt er niets meer, simpele oplichting dus.

Die advertenties duiken op vele plekken op, maar Facebook is een beruchte. Het netwerk stelde altijd er weinig aan te kunnen doen en vond zichzelf slechts een tussenpersoon. Terwijl andersoortige advertenties, ja precies. De rechtszaak van John de Mol van vorig jaar heeft kennelijk Facebook tot enige verbetering aangezet, want er zijn nu veel minder van die advertenties. En kennelijk hanteert het abuseteam van Facebook daarbij nog de term “banhammer” want ik zie dat op meerdere plekken in het vonnis terugkomen. Ik word oud denk ik.

Het centrale probleem blijft dat advertenties in principe pas achteraf worden beoordeeld, en dat er kennelijk geen algemeen filter is. Dat mag ook niet, zegt Facebook, want wanneer zij als platform opereert mag zij geen algemene toezichtverplichting opgelegd krijgen. En dat klopt – voor de platformacties, dus de usercontent. Volgens mij ligt dat anders bij advertenties, omdat je daar een inhoudelijke rol bij hebt. Het L’Oreal/eBay-arrest laat volgens mij wel degelijk ruimte voor preventief filteren van gelijksoortige advertenties. (En tussen de regels door lezend hééft Facebook ook dergelijke filters.)

Uiteindelijk komt de discussie neer op het punt hoe structureel het probleem nog is. Waar de eiser weliswaar vier advertenties kon laten zien, kon Facebook laten zien dat drie al meteen verwijderd waren en dat de vierde ook snel alsnog weggehaald werd. Daarmee heeft ze uiteindelijk genoeg gedaan gezien de omstandigheden; de rechter wil geen strengere filterplicht opleggen.

Arnoud