Software is niet octrooieerbaar, behalve als het technische software betreft want dat is op zich geen software. Of zoiets. Dat is kort gezegd het standpunt van hte Europees Octrooibureau als het gaat om de octrooieerbaarheid van software-gerelateerde uitvindingen, door tegenstanders ook wel aangeduid als “softwarepatenten”. Dat standpunt van het EOB is enigszins onbegrijpelijk voor veel mensen (waaronder ondergetekende).
Vorig jaar oktober bleek het zelfs voor het EOB zelf niet meer te begrijpen, vandaar dat men de Grote Kamer van Beroep van stal heeft gehaald om nu eens goed uit te leggen hoe het zit. Maar zelfs die Grote Kamer weet het niet meteen, en roept dan ook de wijsheid van de massa in: iedereen die wil, mag zijn zegje doen over de octrooieerbaarheid van computerprogramma’s. U heeft daarvoor tot eind april.
Het is niet de bedoeling dat u opmerkingen maakt over het Europees Octrooiverdrag zelf, dat claims op “programs for computers as such” uitsluit van octrooi. Dat verdrag staat, en daar zult u het mee moeten doen. De mening dient te gaan over de vraag wat dit betekent. Het zou erg leuk zijn als uw antwoord het woord “techniek” kon bevatten zonder cirkeldefinitie daarvan (“iets is techniek als het technisch is, wat betekent dat er techniek aan te pas komt”). Zie ook mijn voorspelling nummer 4 van december.
Mijn insteek: “computer program as such” wil niets meer zeggen dan “de software zelf”. Je kunt geen octrooi krijgen op een computerprogramma, maar alleen op apparaten die geprogrammeerd zijn om iets nieuws en inventiefs te doen en daarmee een technologische vooruitgang op te leveren. Oftewel, MP3-spelers zijn octrooieerbaar maar Winamp kan niet onder zo’n octrooi vallen. Leo’s laptop met Winamp erop is een twijfelgeval; ik zou geneigd zijn deze puur pragmatisch buiten het bereik van het octrooi te rekenen.
(Indien uw antwoord “controllable forces of nature to achieve predictable results” bevat mag u meteen uitleggen waarom het sturen van gecontroleerde elektrische stroompjes door een CPU daar niet onder valt.)
Arnoud<br/> Foto: Striatic, Flickr, CC-BY 2.0
Dit is misschien wat kort door de bocht, maar volgens mij is dit meer een afleidingsmanoeuvre (niet dit artikel, maar de vraag) om vooral maar geen discussie te laten ontstaan over een fundamenteel probleem met octrooien, wat prominent naar voren komt bij het gebruik van software in een uitvinding.
Als ik het goed begrepen hebt is er enerzijds de aanname dat wanneer je een octrooi toegekend krijgt, dat dan vervolgens alle claims, m.a.w. alle beschreven onderdelen van de uitvinding, de bescherming van het totale octrooi genieten. Dit betekend dus dat wanneer het iemand lukt een octrooi te krijgen op een uitvinding waar in de beschrijving ervan tevens de software wordt beschreven, je effectief (ook) een octrooi op de software hebt gekregen.
Anderzijds staat duidelijk vast dat je geen octrooi kan krijgen op software. De term op “zichzelf staande software” doet denk ik niet eens ter zaken, want software staat immers altijd op zichzelf. Alle kronkelredeneringen ten spijt, dat software een onderdeel van een groter geheel uit kan maken, verandert niets aan het gegeven dat software functioneel altijd op zichzelf staat! De software is per slot van rekening niets anders dan een (grote) set wiskundige formules. De wiskundige formules zijn intrinsiek functioneel; ze hebben geen externe krachten nodig om te functioneren.
De discussie gaat er vaak over of er wel of geen octrooi toegekend mag/moet worden wanneer het (onder andere) software beschrijft. Een belangrijke drijfveer achter deze discussie is dat er in de werkelijkheid uitvindingen gedaan worden die terecht octrooieerbaar (b)lijken, maar tevens software bevatten. Wat ik verwonderlijk vind is dat ik nooit een discussie hoor over wat het gevolg zou moeten zijn van het constateren van een onrechtmatigheid in een octrooi (in dit geval software). Iedereen lijkt dan steevast van mening dat het octrooi ingetrokken zou moeten worden (er van uitgaande dat je het er over eens bent dat het octrooi een onrechtmatigheid bevat). Veel logischer zou ik het echter vinden dat dezelfde pragmatische aanpak zou worden gebruikt als bij het contracten. Als ik het ten minste goed begrepen heb, dan is het zo dat wanneer er een onrechtmatige clausule in een contract staat daarmee nog niet automatisch het hele contract komt te vervallen, maar alleen het onrechtmatige onderdeel (en eventueel alle delen die hierop bouwen natuurlijk). Als je dezelfde pragmatische aanpak op een octrooi zou loslaten, zou dit betekenen dat van een toegekend octrooi alleen alle onderdeel geoctrooieerd zijn die ook volgens de regels voor een octrooi in aanmerking kunnen komen. Daarmee kun je dan gerust een octrooi krijgen op een uitvinding waarin software een rol speelt, maar sinds de software niet voor een octrooi in aanmerking komt is enkel alles minus de software beschermd door het octrooi.
Ik denk ook niet dat de bovenstaande uitleg een bedreiging vormt voor hetgeen een octrooi dient te beschermen, ongeacht of je ?berhaupt gelooft dat octrooien nieuwe ontwikkeling stimuleren in plaats van afremmen. Zolang de uitvinding (rondom de software) beschermd is heeft niemand iets aan de software op zichzelf. Tenzij je de software voor een heel andere uitvinding gebruikt natuurlijk, maar dan denk ik dat het ook terecht is dat het octrooi op de oorspronkelijke uitvinding niet tegen je gebruikt kan worden om je eigen uitvinding te blokkeren. Je reproduceert namelijk niet de oorspronkelijke uitvinding.
Kan iemand mij vertellen wat de achterliggende reden is waarom onrechtmatigheden in octrooien niet net zoals in contracten pragmatisch opgelost worden? Het zou namelijk volgens mij de hele discussie over software patenten en octrooien direct naar de prullenbak verhuizen (waar die ook thuis hoort mijns inziens).